Uitgelicht

Perfecte publieke toiletten in Tokio

Transparante wc Tokyo

Perfect Days, een film van Wim Wenders, is een ontroerende mijmering over alledaagse schoonheid om ons heen, gezien door de ogen van een schoonmaker van openbare toiletten in Tokio.

‘Spiritueel toiletten boenen met Wim Wenders in Tokio’, kopte de recensie in de NRC. Hoewel ik in deze donkere dagen vooral behoefte heb aan wegdromen bij warme romantiek, moest ik als toiletblogger deze film natuurlijk toch gaan zien.

Dus op zaterdagmiddag naar de bioscoop getogen. En eerlijk is eerlijk: Perfect Days is een prachtige poëtische film over leven in het hier en nu. Wenders’ portret van de schoonmaker in Tokio overtuigt. Ook al had de film net zo goed over onderhoud van plantsoenen kunnen gaan in plaats van het boenen van toiletten.

De hoofdpersoon Hirayama is volkomen tevreden en oprecht gelukkig met zijn werk. Zijn dagelijkse routine is geen sleur, maar brengt hem juist vreugde. Met plezier en volledige toewijding zorgt hij voor schone publieke plees in Tokio.

Naast zijn gestructureerde routine geniet Hirayama van muziek, boeken en de bomen die hij fotografeert. Hij rijdt door Tokio in zijn minivan, volgestopt met zijn schoonmaakspullen, terwijl Lou Reed, The Rolling Stones of Patti Smith uit de cassettespeler klinken.

Even dreigt zijn ritme verstoord te worden als zijn collega hem in de steek laat en zijn van huis weggelopen nichtje plots op de stoep staat. Het lost zich weer op. Hij helpt haar en geeft tussendoor nog even zijn wijsheden mee: ´De volgende keer is de volgende keer. En nu is nu’.

Naast alledaagse beelden van Tokio biedt Perfect Days een scala aan prachtig vormgegeven openbare toiletten. Neem bijvoorbeeld het fameuze transparante toiletgebouw dat bij gebruik verduistert. Stuk voor stuk architectonische pareltjes, goed onderhouden en iedere dag schoongemaakt.

Hier mag een stad als Amsterdam een voorbeeld aan nemen. Burgemeester Halsema, Perfect Days is beslist een must. En neem je ambtenaren asjeblieft mee naar deze film!

———————————————————

 

Uitgelicht

Mijn top 5 meest bijzondere wc’s van 2023

Expo Cube

Graag deel ik met u wederom mijn persoonlijk jaaroverzicht in de vorm van deze top 5. Maar eerst het brede wc-nieuws van 2023.

Jaarlijks brengt de HogeNood-app samen met de Maag Lever Darm Stichting in kaart hoeveel geregistreerde toiletten een gemeente telt. Goed nieuws is dat het aantal openbare toiletten in Nederland is toegenomen met bijna tweeduizend. Om precies te zijn van 6.600 naar 8.300. Ook is er minder ‘sanitair seksisme’; er zijn meer wc’s voor vrouwen. Het droeve nieuws is wel dat er nog altijd gemiddeld één toilet moet worden gedeeld met 2.200 andere mensen.

Als meest toiletvriendelijke gemeente staat West Maas en Waal op de eerste plaats, gevolgd door Amersfoort. Ook nog even ingezoomd op Amsterdam. Onze hoofdstad staat op plek 8. In september 2021 liet de gemeente weten dat ze vier miljoen uittrekt voor meer vaste openbare toiletten. Afgelopen maart bleek dat het langer ging duren. Streven is nu dat in zomer 2024 de nieuwe toiletten er zijn. We gaan het zien.

Na dit harde nieuws, dan nu mijn persoonlijke en soms opmerkelijke vondsten van 2023 op het wc-front.

Mijn Top 5

Nummer 1. In je eigen bubbel-wc

Wc met uitzichtOm meteen maar met de deur in huis te vallen. Nu het politieke klimaat opeens zo guur uitpakt, is het fijn om je af en toe terug te trekken op het toilet, in je eigen universum en je veilig te wanen in de eigen bubbel.

Over bubbels gesproken: het wc-bezoek van de Hongaarse president Orban leverde een doorbraak op. Hij verliet op het juiste moment de zaal waardoor de rest van de Europese regeringsleiders unaniem voor de toetredingsonderhandelingen met Oekraïne konden stemmen. Je zou willen dat meer mensen vaker op de juiste momenten het toilet bezoeken en zich terugtrekken in hun bubbel om zich te bezinnen.


Nummer 2. Wc als kunst 

Deze ‘Maria Roosen’ is een fraaie aanvulling op mijn verzameling. In de traditie van Marcel Duchamp die een pispot tot kunst verhief, doet Roosen er nog een paar scheppen bovenop. Haar rijkelijk beschilderde wc is een kunstwerk en nog te gebruiken ook.

Het doet denken aan het 8-karaats wc van de kunstenaar Maurizio Cattelan. De gouden pot werd in 2019 gestolen uit Blenheim Palace. Inmiddels zijn de daders gevonden, helaas de pot niet.

Nummer 3. Vliegen op de wc

Vliegtuig wc

Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik lijd aan vliegschaamte. Vooral als ik gebruik maak van zo’n idioot goedkope vlucht waarbij alle voorzieningen zijn uitgekleed. Opgepropt en zonder goede koffie denk ik dan: dit doe ik nooit meer. Dit is voor niemand goed.

In de luchtbus op de foto hoef je helemaal niet meer van je plek. Dat is dan weer fijn. Want geef toe, hoe weinig comfortabel is die vliegtuig-wc. Hopelijk zit je naast prettige buren. En doortrekken is misschien nog een dingetje.

Nummer 4. Poepen in een Louis Vuittontas

Vuitton toiletDe ‘Loo-uis Vuitton Toilet’ heet deze wc. Ilma Gore, een kunstenares uit Los Angeles verknipte 24 tassen en koffers van Louis Vuitton met een totale waarde van 13.000 euro. Vervolgens maakte ze er een toilet van die nu te koop staat voor 85.000 euro. ´Het gevoel om een handtas van 2.000 dollar te verknippen is onbeschrijfelijk´, vertelt Gore.

Het moet niet gekker worden. Te bedenken dat heel veel mensen nog steeds geen wc hebben. Wat leven we toch in een oneerlijke wereld.

Nummer 5. Pisbak met boodschap

Gay Marriage - Elmgreen & Dragset

Deze installatie Gay Marriage is van het kunstenaarsduo Elmgreen & Dragset. De twee verstrengelde urinoirs herinneren er ons aan, volgens de makers, dat wereldwijd het homohuwelijk nog steeds niet vanzelfsprekend is.

De kunstenaars dagen hun publiek uit na te denken over vertrouwde dingen waar we normaal niet veel aandacht aan besteden. Hoe actueel nu verworvenheden en rechten opeens niet meer zeker blijken te zijn. Kijk naar Poetin die de internationale lhbtiq-beweging als extremistisch bestempelt en de repressie opvoert tegen de Russische lhbtiq´ers.

Ik weet niet hoe u erbij zit, maar ik haal mijn ‘Flikker je vrij’-button toch weer uit de kast. In ieder geval wens ik iedereen een gelukkig nieuwjaar in vrijheid. En laten we blijven strijden voor een veilige en inclusieve samenleving.

Misschien biedt deze blog nog gesprekstof tijdens de kerstdis. Ik hoop het. En om in de sfeer te komen lees ook mijn blog over Love Actually en natuurlijk: ´Wc-etiquette rond het kerstdiner. Hoe hoort het eigenlijk?´.

Fijne feestdagen!

Uitgelicht

Op een mooie pot

Dit is een Maria Roosen. Bij toeval kwam ik de pot tegen bij de Amsterdamse galerie Fons Welters. Of misschien is toeval niet het juiste woord. Ik moest nodig en gelukkig was er een wc. Meneer Fons zelf wees me de weg. Later vertelde hij dat ik op een heuse Maria Roosen had gezeten. Hij was enigszins verbaasd dat ik haar nu pas zag. Alsof ik iedere keer dat ik daar ben naar de wc moet. Maar goed, u begrijpt, vanaf nu dus wel.

Roze penissen

Het zijn vaak dagelijkse voorwerpen die Maria Roosen in haar werk verkent. Haar vormen zijn herkenbaar en voelen vertrouwd. Neem de glazen borsten, gebreide schapenwollen zonnebloemen, lullen aan een touwtje en de reuzepantoffels. Of het poppenhuis bewoond met roze penissen, de oneindig lange glazen rozenkrans om de nek van een heiligenbeeld en deze beschilderde toiletpot. Allemaal voorwerpen die gedachten losmaken over groei, vruchtbaarheid, liefde, dood en – om Gerard Reve er nog even bij te halen – eenzaamheid.

Schurend en zwierend

Het universum van Maria Roosen is rijk, zowel qua onderwerp, materiaal, formaat als kleur. En niet op de laatste plaats omdat ze zoveel verschillende technieken gebruikt: van glasblazen, breien, borduren, keramiek tot tekenen. Dat maakt dat haar verbeelding vormen aanneemt die soms wulps zijn, soms zacht of brutaal, en vaak schurend en zwierend.

Besjes en bramen

De pot van Roosen vraagt om nader onderzoek. Je moet er met je neus boven gaan hangen en dan komt een hele fruit- en groentekraam je tegemoet. Uien, worteltjes, asperges, tomaten, besjes, bramen. Dat alles tegen de achtergrond van een jachttafereel met ruiters, hazewindhonden en zelfs een hert.

1+1=3

Overigens is Roosen nu te zien in Kasteel het Nijenhuis in Heino. In de expositie ‘Roosen & Guests’ heeft ze dertien kunstenaars uitgenodigd om samen met haar de ruimtes en omgeving van het kasteel met nieuwe perspectieven te vullen. Zelfs omschrijft ze het als de 1+1=3 formule – samen wordt het altijd beter.

Stukken draaglijker

Haar hele carrière werkt ze al met anderen samen om haar objecten van glas, textiel of hout te realiseren. Dat is ook het uitgangspunt voor deze tentoonstelling; nieuwe verbindingen worden gelegd en zo ontstaan mooie botsingen tussen het werk van Roosen zelf, dat van haar gasten en de historische omgeving van het kasteel. Samen maken ze het leven stukken aangenamer, plezieriger en draaglijker.

Uitgelicht

Alles heeft z’n schoonheid, zelfs de wc

Spuug lelijke wcProtserig, patserig, poenig, Palazzo Protzi: allemaal kwalificaties die in mijn hoofd voorbij kwamen. ‘s Nachts toen het slapen niet lukte door de oorlog in Gaza en andere ellende in de wereld, en de beren op de weg groter, groter en meer werden, kroop ik om de gedachten te verzetten achter de iPad op Funda en ontdekte ik dit ‘plaatje’.

Deze wc tart – laat ik het bij mezelf houden – flink de goede smaak. Het is eenvoudig te veel. Te veel patronen, stijlen, materialen, kleuren, decoraties. Maximalisatie heet deze interieurstijl, las ik onlangs. Niks less is more, niks ingetogen en duurzame chique – ofwel quiet luxury – integendeel: vet er overheen. Hier heerst het credo more is more en less is bore van stijlicoon Iris Apfel.

Kijken op Funda is een vorm van gluren bij de buren. Vaak doet vermoeden dat de woning er op de foto’s mooier uitziet dan in werkelijkheid. Alles altijd in goed daglicht gezet, mooi uitgelicht, onwelgevalligheden weggepoetst. De kunst is om door en langs de beelden heen te kijken. De wc-ruimte is vaak op de foto’s weggelaten, want die voegt niet veel toe. Of de pot komt en passant in beeld als onderdeel van de badkamer.

In dit geval denken de verkopers daar anders over. Waarschijnlijk vinden ze het een hele mooie die veel toevoegt aan de kwaliteit van het huis, dus de marktwaarde ervan. Is die kraan echt goud? Tja, wat heet goede smaak? Moe geworden van de plaatjes, de beren even verdreven, wankel ik richting bed. In gedachten hoor ik Confucius: ‘Alles heeft z’n schoonheid, alleen ziet niet iedereen dat altijd.’

Uitgelicht

Miss Manners en tegeltjeswijsheid

Goede tegeltjeswijsheden zijn kort en bondig, bekken lekker en rijmen om te beklijven. Op de volkstuin van vriendin F. hangt op de gemeenschappelijke wc de spreuk: ‘Heren doe de bril omlaag, dat hebben dames ook graag.’ Gewend aan ‘Heren doe de bril omhoog, dames zitten ook graag droog’, bracht deze tegelwijsheid me van de wijs. 

Toch nog even ingezoomd op de twee wijsheden. Beide spreken de man toe. De een met de vraag om niet te plassen met de bril naar beneden. In de andere wijsheid wordt aan mannen gevraagd na het plassen de wc-bril omlaag te doen. Omhoog, omlaag. Maak me gek! De vertwijfeling van mannen wordt er niet minder om.

Vuile borden
De kwestie omhoog of omlaag kwam ook voorbij in de rubriek van de ons ontvallen Nederlandse Miss Manners, Beatrijs Ritsema. In Trouw beantwoordde ze lezersvragen over hoe het hoort of juist niet. Zo vroeg een lezer haar wat te doen met zijn vrouw die de katten vuile borden en pannen laat aflikken om heet water voor de afwas te besparen. Ze kreeg vragen over het nut van tafelmanieren, over oma die een zoen wil en een briefschrijver die meer seks wil. Iemand vroeg haar wat hij moet doen, omdat hij is gaan zitten op de cavia van vrienden waarbij het diertje op slag dood was. 

Smetteloos
Ritsema was niet van het eindeloos uitdiepen van het gevoelsleven. Haar adviezen waren praktisch, onorthodox,  humoristisch en sloten aan bij de Hollandse nuchterheid. Ook haar opstelling in de ‘omhoog of omlaag’-discussie getuigt daarvan: ‘Persoonlijk sta ik aan de rekkelijke kant in de eeuwigdurende strijd tussen degenen die vinden dat de wc-bril neergehaald dient te worden en degenen die daarvoor geen noodzaak zien. Belangrijk is dat iedereen de wc na gebruik smetteloos achterlaat voor de volgende bezoeker. Wanneer gebruikers zich hier consciëntieus aan houden, degradeert de stand van de bril tot detail.’, aldus Ritsema. 

Zegeningen
Naast dit verstandige advies raadde ze mannen aan – om van het gezeur af te zijn –  gewoon hun vrouw haar zin te geven en het gedrag ‘bril omlaag klappen’ te automatiseren. Om haar woorden kracht bij te zetten, wees Ritsema erop dat het altijd nog erger kan. ‘Reken intussen tot uw zegeningen’, vervolgde zij, ‘dat uw vrouw tenminste niet zo ver gaat dat zij de mannen in haar omgeving dwingt om zittend te plassen. Dat gebeurt ook steeds vaker.’

Tegeltjeswijsheden 
Ook al ging ze misschien iets te veel uit van traditionele man-vrouw-verhoudingen en liet ze de gender-discussie aan zich voorbij gaan, de nuchterheid van de Nederlandse Miss Manners werkte verfrissend.

Natuurlijk kan niemand de grote schoenen van Beatrice Ritsema vullen. Bovendien zou ze haar neus opgehaald hebben voor tegeltjeswijsheden, toch gooi ik er een in: ‘Heeft u een spleet, piemel, geen van beide, slechte benen of één oog? Plas in ieder geval nooit in een boog en hou het droog.’

 

Uitgelicht

Griekse reis langs wc-bordjes, plus een levensles

Mannetje-vrouwtje wc-aanduiding

Op mijn reis langs Griekse eilanden trof ik deze bordjes aan op Ithaka, het thuiseiland van Odysseus. De dame in mantelpak doet denken aan zwart-wit foto’s van mijn moeder uit de jaren zestig. In Nederland zie je de wc-wegwijsbordjes met beelden van mannetjes en vrouwtjes nog maar sporadisch. Maar in Griekenland heb ik er al heel wat gevonden: van Marlene Dietrich, zeemeerminnen tot Beatrix en de rokende maffiabaas.

Voor wie het Grieks niet machtig is – en dat geldt vast voor menig toerist – zijn de bordjes met mannetjes en vrouwtjes een uitkomst. Want zie het Griekse tekstbordje hieronder.

WC op z´n GrieksOverigens blijkt een combinatie van tekst en beeld nog altijd het meest effectieve wegwijsbordje te zijn. Een plaatje en een praatje dus – zelfs als het ouderwetse stereotype man-vrouwbeelden zijn.

Odysseus en levensles
Met of zonder wc-wegwijsbordjes – spreekt Ithaka tot de verbeelding. Niet op de laatste plaats om koning Odysseus die vocht in de Trojaanse oorlog en per ongeluk een zoon van Poseidon het oog uitstak. Dat kwam hem duur te staan; de hele terugreis naar Ithaka werd hij geplaagd door de god van de zeeën. Het zou uiteindelijk 20 jaar duren voordat hij zijn vrouw Penopele weer in de armen kon sluiten.

De avonturen van Odysseus inspireerde Konstantínos Kaváfis tot een gedicht met een levensles. In het gedicht Ithaka doet hij een hartstochtelijke aansporing om te zoeken naar de écht belangrijke dingen in het leven en vooral te genieten van de reis. Want het leven is een reis en gaat niet om de eindbestemming.

Herinneringen
Reizen langs Griekse eilanden betekent komen, gaan en afscheidnemen. Als de boot uit de haven van Ithaka vertrekt klinkt uit de telefoon van mijn Duitse buurman: ‘Every time we say goodbye I die a little’. Zo voelt het wel. Ik troost me met herinneringen en foto’s van wc-bordjes.

Inmiddels weer thuis, duik ik mijn archief in op zoek naar nog meer mannetjes en vrouwtjes. Ik heb er verschillende gevonden. Van alle bordjes weet ik nog waar ik ze tegenkwam. Ik neem u hieronder mee.

De art-deco figuurtjes  – vanwege de bolhoed denkt u vast aan Engeland – spotte ik in hotel Amrâth Amsterdam, het vroegere Scheepvaarthuis. Brigitte Bardot in kokerrok en haar partner met pijp vond ik in een Italiaanse hosteria. Ze doen me denken aan mijn juf en meester van de basisschool. De mevrouw met paraplu en meneer in regenjas raadt u zeker, want meneer is net monsieur Hulot uit de Franse film Mon oncle van Jacques Tati.

U mag zelf raden waar de bordjes hieronder vandaan komen.

En voor de liefhebbers het gedicht Itakha van Kavafis uit 1911, vertaald door Hans Warren en Mario Molengraaf.

Ithaka

Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka
wens dat de weg dan lang mag zijn,
vol avonturen, vol ervaringen.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon behoef je niet te vrezen,
hen zul je niet ontmoeten op je weg
wanneer je denken hoog blijft, en verfijnd
de emotie die je hart en lijf beroert.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon zul je niet treffen
wanneer je ze niet in eigen geest meedraagt,
wanneer je geest hun niet gestalte voor je geeft.

Wens dat de weg dan lang mag zijn.
Dat er veel zomermorgens zullen komen
waarop je, met grote vreugde en genot
zult binnenvaren in onbekende havens,
pleisteren in Phoenicische handelssteden
om daar aantrekkelijke dingen aan te schaffen
van parelmoer, koraal, barnsteen en ebbehout,
ook opwindende geurstoffen van alle soorten,
opwindende geurstoffen zoveel je krijgen kunt;
dat je talrijke steden in Egypte aan zult doen
om veel, heel veel te leren van de wijzen.

Houd Ithaka wel altijd in gedachten.
Daar aan te komen is je doel.
Maar overhaast je reis in geen geval.
’t Is beter dat die vele jaren duurt,
zodat je als oude man pas bij het eiland
het anker uitwerpt, rijk aan wat je onderweg verwierf,
zonder te hopen dat Ithaka je rijkdom schenken zal.
Ithaka gaf je de mooie reis.
Was het er niet, dan was je nooit vertrokken,
verder heeft het je niets te bieden meer.

En vind je het er wat pover, Ithaka bedroog je niet.
Zo wijs geworden, met zoveel ervaring, zul je al
begrepen hebben wat Ithaka’s beduiden.

Voor de liefhebbers onder de liefhebbers: zie hier zes verschillende vertalingen.

Uitgelicht

Uitzicht vanaf de berg

Poo with a view in Kefelonia

Het regent en stormt op het Griekse Kefalonia. Terwijl de klei tussen mijn handen een vaas vormt, vertelt Theodora, de docent van mijn workshop pottenbakken, hoe ik er moet komen. Ze moedigt me aan. Ze citeert nog net niet de stoïcijnse wijsgeer Epictetus. ‘Ga er voor’, zegt ze. ‘Aan regen en wind valt niet veel te veranderen. Maar wat je wél in de hand hebt, zijn je oordelen en je beslissingen. Kortom, dat wat zich in je eigen hoofd afspeelt. Al het andere kun je misschien beïnvloeden, maar heb je niet onder controle.’

Ik hoor haar aan en in gedachten beklim ik de berg. En hier zit ik dan: op de wc op de berg met een zelfgemaakte vaas in mijn handen. Het uitzicht is fenomenaal. Regen en wind kan niet voorkomen dat de zon ondergaat en straks weer opkomt. Wat is het mooi op die berg in mijn hoofd.

Ondergaande zon op Kefelonia

Uitgelicht

Andere kijk op het alledaagse

Gay Marriage - Elmgreen & Dragset

Twee Duchampiaanse urinoirs zijn met een roestvrijstalen buis verstrengeld in een soort omhelzing. De installatie Gay Marriage uit 2010 van het Scandinavisch kunstenaarsduo Elmgreen & Dragset verwijst naar een tijd waarin mannen die geïnteresseerd waren in andere mannen in het geheim contact zochten in openbare toiletten. Maar het is ook een commentaar op queer-relaties van vandaag. Volgens de makers herinnert het er ons aan dat wereldwijd het homohuwelijk niet vanzelfsprekend is. En ‘(…) geen enkel stel van hetzelfde geslacht ooit kan verwachten vrij te zijn van de druk van openbare discussies over de vraag of trouwen aanvaardbaar, problematisch, onnatuurlijk, natuurlijk of toelaatbaar is.’

De Deen Michael Elmgreen (1961) en de Noor Ingar Dragset (1968) – ooit ook een liefdeskoppel – maken al 25 jaar samen kunst. In hun werk dagen ze het publiek uit om na te denken over vertrouwde dingen en situaties die we als vanzelfsprekend beschouwen, maar waar we normaal niet veel aandacht aan besteden.

Prada Marfa - Emgreen & Dragset Het duo is onder meer bekend van hun Prada-winkel in de Texaanse woestijn (2005), het paviljoen met de dode Mr. B. in het zwembad op de Biënnale van Venetië (2009) en het monument in Berlin-Tiergarten voor onder het nationaalsocialisme vervolgde homoseksuelen (2008). Elmgreen & Dragset: 'the collectors'

In het begin van hun carrière maakten ze samen vooral performances; ze gaven optredens in openbare toiletten, presenteerden opera’s en organiseerden 100 dagen durende happenings in verlaten ruimtes. Later kwamen daar sculpturen en architecturale installaties bij. 

Elmgreen & Dragset spelen met vragen over identiteit en verbondenheid, zetten vertrouwde zaken op hun kop en dragen daarmee bij aan het maatschappelijk discours. Reacties uitlokken in plaats van ‘kunst maken’, is hun missie.

Homosexuals only - elmgreen & dragsetZo nodigt het parkbankje met de tekst ‘homosexuals only’ uit tot nadenken. Ook de in opdracht gemaakte mannelijke zeemeermin voor Elsinore in Denemarken, bracht heftige reacties teweeg. De figuur zou te verwijfd zijn en een belediging voor de metaalarbeiders die de locatie, een voormalige scheepswerf, gebruikten. ‘We kregen de meest
Elmgreen & Dragset : Han ongelooflijke brieven in de lokale kranten’, vertelt Dragset, ‘waarin stond: “Eerst kregen we dronken Zweden over ons heen, en nu worden we binnengevallen door homo’s!'”

Powerless Structures, Fig 101 - Elmgreen & DragsetOok het beeld van de jongen in lederhozen op het hobbelpaard, op de vierde pilaar op Trafalgar Square, nodigde uit tot reacties. Zelfs van de voormalige premier Boris Johnson. Hij vroeg de kunstenaars nadrukkelijk om het geen anti-oorlogsmonument te noemen. Waar het beeld Powerless Structures, Fig 101 eigenlijk over ging, was mannelijkheid en onschuld; tegengif voor de verzameling oorlogshelden op Trafalgar Square – door het kunstenaarsduo afgedaan als “knorrige oude mannen in zwarte gewaden”.

Elmgreen & Dragset, Dilemma, 2017Het bekijken van vertrouwde beelden in een nieuw licht is de sleutel tot veel werk van Elmgreen & Dragset. Op het eerste oog lijkt hun werk herkenbaar, een tweede blik maakt het vaak weer anders; verwachtingspatronen worden op een speelse manier doorbroken. Volgens de kunstenaars is dat nodig, want: ‘In deze tijd waarin er zoveel populistische politiek om ons heen is, moet kunst uit de ivoren toren en beter werk leveren. Niet hermetisch zijn en niet achter gesloten deuren’, aldus Elmgreen & Dragset.

Met dank aan vriend J. voor de foto ‘Gay Marriage’ en de inspiratie.

 

Uitgelicht

Royan en zijn ruw betonnen schoonheid

Royan Notre Dame
Fransen zijn – om maar eens wat te noemen – conservatief, van oh la la, chauvinistisch, arrogant, rigide als het gaat om restaurantopeningstijden, te vroeg gepensioneerd, maar wat betreft publieke toiletten zijn ze beslist bij de tijd. Daar kunnen we in Nederland nog een puntje aan zuigen. Ruim verspreid, op de juiste plekken – als je er één zoekt, is er ook één – en niet onbelangrijk: ze zijn schoon.

Public toilet notre dame RoyanZelfs naast de kerk in Royan is er een. Het Franse badplaatsje Royan ligt aan de monding van de Gironde. Het werd in de Tweede Wereldoorlog gebombardeerd en in de jaren vijftig herbouwd. Volgens de gids is er slechts één bouwwerk de moeite waard om te bekijken: de Notre Dame.

Béton brut

De kerk uit 1958, een hoogtepunt in het brutalisme, is inderdaad een must see. De term ‘brutalisme’ is Voorkant Notre Dame Royanafkomstig van het Franse béton brut, in het Nederlands ‘ruw beton’. Vooral in de jaren 50 tot en met de jaren 70 was de architectuurstroming in zwang. Want brutalistische vormgeving is uitgesproken, vaak bombastisch, soms intimiderend en daarom vaak ingezet voor grote openbare gebouwen: zoals rechtbanken, concertgebouwen, stadhuizen en kerken.

Entree Notre Dame Royan‘Wauw’ zegt de meneer naast me terwijl hij omhoog kijkt. ‘Wauw’ zegt de vrouw naast hem terwijl ze om haar heen kijkt. De architect Guillaume Gillet schiep met de nieuwste technieken van die tijd een betonnen wonder van ruim 35 meter hoog. En nog steeds roept het zowel buiten als binnen verbazing en bewondering op.

Met afmetingen van 45 meter lang en 22 meter breed kan de kerk in Royan plaats bieden aan 2.000 mensen. Vooral de hoogte oogt imposant en waarschijnlijk nog meer omdat het één grote ruimte is, zonder pilaren. Het dak, een ‘paardenzadel’, ondersteund door een vlechtwerk van staalkabels, is slechts 8 centimeter dik. Gedragen door vier muren, reikt het dakgewelf aan de uiteinden tot 36 meter en in het midden tot 28 meter hoog.

Hemel en aarde

Glas-in-loodarm Notre Dame RoyanHet schip van de kerk wordt omgeven door een galerij op drie meter boven de grond. Als in een concertzaal heb je goed uitzicht op het hoofdaltaar, dat verlicht wordt door een glas-in-loodraam in de vorm van een driehoek. Boven de hoofdingang torent het orgel. Het entree lijkt aan weerszijden geflankeerd door een betonnen gordijn. Het versterkt het gevoel een Interieur Notre Dame Royantheater in te stappen. Hier gaat het gebeuren. Ook wie niets heeft met religie; de ruimte, de sfeer – noem het schoonheid – geeft je het gevoel dat er meer is tussen hemel en aarde.

Royan ligt niet op de route. Je moet er op af. De kerk is beslist een reden voor een bezoek. En wees gerust: de gids heeft ongelijk, er is veel meer in en rond Royan. Het is een sympathiek badplaatsje, omringd door fraaie belle époque villa’s, mooie brede zandstranden en in ieder geval heeft het een publieke toilet naast de kerk.

Uitgelicht

De liefde van ver

Public toilet Blaye 5Blaye, mei 2023 – ‘Als de dagen lang zijn in mei, hou ik van het zoete gezang van de vogels van ver’, luidt de eerste regel uit een lied van Jaufré Rudel. De Franse troubadour uit de 12e eeuw schreef over onbereikbare liefdes. Hij zong vooral over de ‘liefde van ver’, de niet-wederkerige liefde die nooit tot stand komt en alleen op afstand bestaat. Een bron van geluk en verdriet tegelijkertijd. Jaufré Rudel, baron van Blaye, was vermoedelijk de eerste die dit thema in de poëzie introduceerde.

Tijdelijk woon ik boven het dorpsplein van Blaye. Vanaf het balkon kijk ik links op de Gironde en rechts op de citadel. De immense vesting is gebouwd op de plek waar ooit het 12de-eeuwse kasteel van Rudel stond. De citadel staat nu op de Werelderfgoedlijst.

Er gebeurt hier van alles. Het is een komen en gaan. Eigenlijk kijk ik uit op een half pleintje, met onder me het terras van de wijnwinkel annex café – waar ik een paar uur geleden een dozijn oesters met witte wijn heb weggespoeld. De rest van het plein is straat en parkeerplaats. Een paar keer per dag vertrekt het veer van Blaye naar de overkant, de Medoc. Met op de achtergrond de citadel en het water van de Gironde geeft de ondergaande zon een warme gloed aan de dag.

Blaye Public toilet 2Ooit reed hier een treintje met het veer als eindbestemming. In de jaren ‘80 werd het opgeheven. Het spoor ligt er nog, maar is begroeid met struiken. Het stationsgebouwtje fungeerde nog even als toeristisch informatiepunt en is nu een publiek toilet. Tijdens de pandemie was het gesloten, maar inmiddels functioneert het weer. Hoewel het wel wat onderhoud kan gebruiken. Aan de front van het gebouwtje hangt een foto van Serena Carone; twee gekostumeerde figuren met dierenhoofden. Het werk uit 2012 is inmiddels verkleurd tot een nostalgisch zwart-wit beeld. Maar het past bij de omgeving. Vreemd, mooi en tegelijk alweer vergane glorie.

Het lied van Jaufré Rudel over de ‘liefde van ver’ doet denken aan mijn moeizame verhouding met Frankrijk. Lange tijd had dat veel weg van een onbereikbare liefde. In Nederland op afstand kon ik er naar verlangen, tegelijkertijd was er de angst voor de werkelijke ontmoeting, en om teleurgesteld te worden. Dat is dit keer niet het geval. Alles klopt hier; van de ochtenduren tot aan het avondlicht en het publieke toilet.

Public toilet Blaye

 

Uitgelicht

Voorjaarsschoonmaak en azijnpissers

Roze wolk

Op zoek naar de diepere betekenis achter de grote voorjaarsschoonmaak las ik een artikel waarin allemaal redenen opgesomd werden waarom een opgeruimd huis ook een opgeruimde geest betekent. Dat ging van loslaten van oude gewoonten en patronen, vernieuwen van energie tot verbinden met de natuur en spirituele groei. En toen dook deze roze wolk plotseling op in beeld. Als toiletblogger ben ik wel wat gewend; mijn algoritmen zorgen regelmatig voor verrassingen. Maar toen deze roze poederdoos de huiskamer in knalde, was dat toch even schrikken. ‘Schoonheid is overal een welkome gast’, zei Goethe ooit, maar dit was wel heel veel roze blijmoedigheid.

In haar boek The Secret Lives of Colour legt Kassia St Clair uit dat roze voor meisjes en blauw voor jongens nog maar dateert sinds midden van de twintigste eeuw. Een paar generaties geleden was de situatie compleet andersom. Jongensbaby’s kregen toen roze en meisjesbaby’s blauw. De verklaring die St Clair hiervoor geeft is dat roze een meer uitgesproken en steviger kleur is, immers vervaagd rood. Rood is een masculiene kleur. Niet voor niets zijn vaak soldatenuniformen en kardinalenjurken rood. Terwijl blauw de tint is van de heilige maagd Maria en staat voor delicaat en zoet.

St Clair vertelt in het hoofdstuk ‘Roze’ meer wederwaardigheden. Zo werd in de jaren zeventig ontdekt dat een roze celmuur effect had op gevangenen. Uit onderzoek bleek dat de kleur tijdelijk vijandig, gewelddadig of agressief gedrag vermindert. Misschien dat ook verzorgers, bewakers hun krachten zagen verdwijnen. Want het idee werd nooit verder in praktijk gebracht. De kleur roze werd vernoemd naar Baker en Miller, de twee directeuren van de gevangenis waar het eerste experiment plaatsvond. Overigens lijkt Baker-Miller pink op oudroze.

De tint roze op de foto is misschien niet rustgevend, maar wel vrolijkmakend. En hoe je het ook wendt of keert het roze tegen de blauwe tegelachtergrond combineert mooi een meisjes- en jongenswereld. Overigens vermoed ik in deze compositie de invloed van een vrouwenhand. Misschien komt dat door de gehaakte wc-rolhouder op de voorgrond. Je ziet een Britse dame op leeftijd voor je, gezeten op haar roze wolk met een haakwerkje in haar handen. Een gezellig beeld. Wie daar iets tegenin kan brengen, is een azijnpisser of op zijn Frans een ‘pisse-vinaigre’.

Uitgelicht

Op de wc in het paradijs


‘Magisch’, dat woord zocht ik. Met de ellebogen geleund op mijn knieën  keek ik naar buiten. Ik had me nog zo voorgenomen om niet over wc’s in India te schrijven. Maar een toilet met dit uitzicht, is niet te weerstaan.

Hampi’s Boulders Resort ligt aan de oevers van de Tungabhadra-rivier, tegen een achtergrond van door water geërodeerde rotsblokken. De opeengestapelde ronde keien zien eruit als een door mensen gebouwd filmdecor. Maar daarvoor zijn de keien te groot. Het moet de hand van een godenzoon zijn geweest, die zijn doos met keien heeft omgegooid en vervolgens aan het stapelen is gegaan. 

BouldersHet keienlandschap spreekt tot de verbeelding. Zo herken ik de rug van een olifant, een schaap en een vrouw in een jurk. Even denk ik dat ik Kniertje-‘de vis wordt duur betaald’ zie. Vanmorgen zag ik een kikker, een schildpad en drie mussen op een rij. Als ik uit het raam kijk, ben ik vooral gefascineerd door die ene kleine kei bovenop de berg. Alsof de godenzoon om het af te maken een kers op de taart heeft geplaatst. Eigenlijk een raar ding, die neiging om alles terug te willen brengen naar herkenbare vormen. Misschien heeft het te maken met een behoefte om de wereld te duiden. 

De reden van mijn bezoek zijn de ruïnes in Hampi. De route leidt via een groene oase. De Tungabhadra-rivier slingert door de rijstvelden, langs bananenplantages en palmbomen. Verrijkt door katoenhandel en handel in specerijen was Hampi, hoofdstad van het voormalige keizerrijk Vijayanagara, één van de mooiste middeleeuwse steden in India. Fabelachtig rijke prinsen bouwden hier tempels en paleizen die al in de 14de eeuw bewondering oogsten. In 1565 werd de stad veroverd, geplunderd en daarna verlaten. Tegenwoordig staat Hampi op de UNESCO Werelderfgoedlijst.

De overblijfselen van de verdwenen stad uit de 14de eeuw bieden een duizelingwekkend venster op de rijkdom die het ooit moet hebben gehad. De fantasierijke gravures en gebeeldhouwde figuren in en op de tempelcomplexen nemen je mee in een nieuwe onbekende wereld. Figuren met apengezichten, met piemels in de vorm van een gesloten lotusbloem, dansende prinsessen met Madonna-bh’s, krijgers met zes armen en een staart trekken voorbij. Wijsheid begint met verwondering. Dus geef ik me over aan stripverhalen met pauwen, olifanten, leeuwen, paarden, boekrollen en mythische wezens. En alles heeft een sprookjesachtige schoonheid. 

Cottage Hampi’s Boulders ResortTerug in het resort is mijn hoofd nog een tombola aan beelden. Het gastenverblijf is harmonisch ‘ingepast’ in de omgeving, zoals mijn architecten-vrienden dat zouden noemen. Het resort prijst zichzelf aan als dé ideale plek voor wie van natuur houdt. Moe van het bezoek aan alle schoonheid die ik vandaag heb gezien, denk ik op de wc na over mijn verhouding met de natuur. Het rustgevende geluid van het stromend water van de rivier onder mijn raam nodigt uit voor een duik. De hotelmanager heeft me gesmeekt om dat niet te doen, vanwege krokodillen. Op het dak dansen drie apen. Dit is wildlife.

Eén met de natuur betekent ook zonder internet. Bij de receptie – de enige plek waar je online kunt – is het dringen. ‘Niet meer van deze tijd’ vindt de Britse kordate bejaarde toerist. ‘Zie het als een verplichte remote-stand’, zegt een gedecideerde, maar vriendelijke Indiase dame. Ik kan alleen maar denken aan de uitspraak van de dichter Willem Kloos: ‘De natuur is mooi, maar je moet er wel wat bij kunnen drinken’. En laat dat nu net een ding zijn. Alcohol wordt hier niet geschonken.

Geen internet betekent ook geen berichten en nieuws over de opkomst van een boer-burger-beweging, over stikstofreductie en de opwarming van de aarde. Even hoef ik niet na te denken hoe ik me hiertoe moet verhouden als vegetarische, witte wijn drinkende bakfiets-opa uit de grachtengordel.

Ik geef me over aan de natuur. Want de zonsondergang in Hampi heb ik nog gemist. Dat blijkt dé manier te zijn om hier een ​​dag af te sluiten. De kleuren door de zonsondergang geven de omgeving een nog mysterieuzere en adembenemendere gloed. Ik blijf nog even zitten in het paradijs.

Uitgelicht

Mijn top 5 meest bijzondere wc’s van 2022

Expo CubeHet nieuwe jaar is al niet meer zo nieuw. Om met de schrijver Gerrit Komrij te spreken: het is al beduimeld, net als met vers gesteven lakens en nieuwe schoenen is eigenlijk na één dag de sensatie er al vanaf. Toch blik ik nog even terug op 2022 en deel ik graag met u – weliswaar ietwat later dan andere jaren – mijn top 5 met bijzondere wc-ervaringen van het afgelopen jaar. Want tradities zijn nu eenmaal tradities.

Eind 2021 bracht ik het goede nieuws dat Amsterdam 1 miljoen heeft vrij gemaakt voor meer openbare toiletten. Misschien is veel tijd opgegaan aan planvorming of heb ik iets gemist, resultaten zag ik in 2022 nog niet voorbij komen.

Wel was er ophef over een publieke toilet op de Noordermarkt. Protest van omwonenden tegen de plannen, bracht een tegenreactie teweeg. Amsterdam werd juist opgeroepen haast te maken met het plaatsen van voor iedereen toegankelijke, openbare toiletten, te beginnen op de Noordermarkt.

De opstellers van de petitie ‘Graag wél een openbaar toilet op Noordermarkt’ wijzen op het nog steeds chronische gebrek aan openbare toiletten in Amsterdam. Vooral voor iedereen die geen gebruik kan maken van een plaskrul, of mensen met blaas- of darmproblemen is dat een onwenselijke situatie. Als Amsterdam daadwerkelijk zo inclusief en gastvrij is als de stad zich laat voorstaan, moet ze haast maken met het plaatsen van voor iedereen toegankelijke openbare toiletten, aldus de opstellers van de petitie.

Natuurlijk behoor ik me als toiletblogger te mengen in dit publieke debat. Dus dat werd een ingezonden brief in Het Parool. U begrijpt aan welke kant ik sta. Maar omdat gebruik moeten maken van een openbaar toilet al erg genoeg is, wilde ik het vrolijk houden. Vandaar mijn oproep: maak iets moois van dat toilet, biedt een fijne ervaring en leer van goede voorbeelden.

Public toilet HundertwasserWant die zijn er genoeg. Denk aan de publieke toiletten van Friedensreich Hundertwasser in het Nieuw-Zeelandse Kawakawa. Het zijn werelds meest gefotografeerde wc’s. De kunstenaar ontwierp ze in 1999, in zijn typische stijl met golvende lijnen, onregelmatige keramische tegels, geïntegreerde sculpturen, gerecyclede materialen, gekleurd glas, zelfs een levende boom is verwerkt in het ontwerp. Hoe mooi kan je het hebben.

Helaas heb ik die van Hundertwasser zelf (nog) niet gezien en daarom staat hij ook niet in mijn top 5. Wel op mijn lijstje een ander mooi voorbeeld: de Weense toiletten van de architect Adolf Loos. Die bezocht ik wel in 2022.

Mijn Top 5

Nummer 1. Toilet van Adolf Loos

Publieke toiletten Wenen LoosHet publieke toilet van architect Adolf Loos uit 1901 bevindt zich in de Weense binnenstad. De 3 meter hoge ondergrondse ruimte oogt als een kathedraal. De fraai vormgegeven wc-cabines met mahoniehouten panelen, deuren van ondoorzichtig glas en mozaïeken tegelvloer geven de ruimte een warme chique. Het Weense voorbeeld is bovendien een bewijs hoe goed het zou zijn als de toiletjuffrouw, -meneer of -persoon terugkeert. Want na ruim 100 jaar ziet de publieke toiletvoorziening van Adolf Loos er nog steeds goed uit en functioneert deze als vanouds.

Nummer 2. De wc-fauteuil

Wc-fauteuille

Een mens brengt per jaar zo’n 43 uur door op het toilet. Reden te meer om het verblijf daar een beetje prettig te maken. Deze rode troon – zoals de fauteuil genoemd wordt op TikTok – oogt comfortabel. Misschien wel te comfortabel.
De wc-fauteuil prijkt overigens ook op de voorkant van Lords verjaardagskalender. Een goede raad aan iedereen die er daar een van heeft weten te bemachtigen: wees er zuinig op. De kalender wordt vast een collector’s item.

Nummer 3. Bierfust-urinoir

Bierfust als pissoirBier drinken wordt opeens een rare bezigheid als je je bedenkt dat iemand eerst een fust bier leegdrinkt, om vervolgens alles er weer in terug te pissen.
Natuurlijk hebben deze pisbakken in de vorm van bierfusten er niks mee te maken, maar toen ze op mijn pad kwamen, moest ik toch denken aan het Amsterdamse studentencorps. Vrouwen werden daar uitgemaakt voor ‘sperma-emmers’. Beslist een dieptepunt van 2022. Overigens, wat een geluk dat de vrouwen die avond traditioneel gescheiden van de mannen doorbrachten. Je wordt dan wel uitgescholden voor hoer en sperma-emmer, later kan je gewoon zeggen dat je niks hebt gehoord.

Nummer 4. Functionaliteit voorop

Wc-aanwijzing Museum ArnhemDeze aanwijzing zag ik in Museum Arnhem. Functionaliteit staat hier voorop. Op de aanwijzingsbordjes richting wc vind je geen mannetjes, vrouwtjes of er-tussen-in-typjes. Niet de identiteit van de gebruiker staat centraal, ook wordt geen genderneutraliteit nagestreefd. De aanwijzigingen geven aan wat je kunt verwachten. Snel en simpel krijg je uitsluitsel over de functionele voorzieningen die hier aanwezig zijn: een wc-pot en een pisbak.

Nummer 5. De wereld van Sisi

Museum Albertina toilet

Met deze wc doe ik de deur dicht van mijn top 5 2022. De toiletdeur met suikerzoet, zacht groen pastelkleurig behang vol gouden rozetten trof ik aan in een museum in Wenen. Onmiddellijk moest ik denken aan Sisi. Wenen is immers haar stad. De deur bleef gesloten. Hoe de wc-wereld achter de deur er uitziet, blijft een raadsel. Ik laat het geheel aan uw fantasie over.

Tot slot, wens ik u alle goeds in 2023. Maak er een mooi jaar van!

Uitgelicht

Op naar kerst: Love Actually hoort erbij

Dansende Hugh Garant in Love Actually

Op zoek naar verdoving en troost heb ik mezelf afgelopen dagen ondergedompeld. Ziek, zielig, zappend met een dekbed om me heen bekeek ik de ene Netflix-serie na de andere film. En dan te bedenken dat de feestdagen nog moeten komen.

Love Actually, de kerstfilm der kerstfilms, kwam nog niet langs. Wel las ik een column over de romantische komedie uit 2003. Floortje Smit werpt in de Volkskrant haar blik op de hedendaagse beeldcultuur. Volgens haar blijven de danspasjes van Hugh Grant onweerstaanbaar, maar krijgt de twintig jaar oude kerstklassieker steeds meer te maken met een koor van critici. Want in de film worden vrouwen getoond als wandelende mannenfantasieën. De grappen over het gewicht van vrouwelijke personages zijn problematisch. De cast is heel erg wit, verhaallijnen zijn heel erg hetero. Zeker één personage vertoont stalkersgedrag. En dan heb je ook nog drie verhaallijnen over een baas die iets krijgt met een ondergeschikte. Kortom, concludeert de recensent, Love Actually is niet meer van deze tijd.

Bij het terugkijken stoort ze zich vooral aan één ding echt: niemand voert een normaal gesprek. De een is verliefd op de vrouw van zijn beste vriend, maar vermijdt direct contact. De ander begeert al ruim twee jaar een collega op basis van ‘goedenavond’. Hugh Grant, de premier wordt zomaar verliefd op de enige jonge vrouw in zijn gevolg. Een Brit kan zijn Portugese hulp in de huishouding niet verstaan, maar vraagt haar wél ten huwelijk. Iedereen is lekker egocentrisch bezig met zijn eigen gevoel en projecties op De Ander. Nergens is een wezenlijke connectie, is haar conclusie. Opgeteld klinkt het inderdaad heftig: seksisme, ver te zoeken diversiteit en inclusiviteit, fat shaming, stalkgedrag, onveiligheid op de werkvloer, oppervlakkige op zichzelf gerichte personages. Het kan echt niet meer.

En toch… blijft Love Actually voor mij de ultieme kerstfilm aller tijden. Dat er in de acht verhaallijnen een homokoppel ontbreekt heeft mij er nooit van weerhouden weg te zwijmelen bij de film. En echt niet alleen vanwege Hugh Grant. Zeker, hij zit soepel in de heupen. Onweerstaanbaar is een te groot woord, het is eerder ontwapenend om te zien hoe de ´prime minister´ heupwiegend op ‘Jump’ van The Pointer Sisters door de vertrekken van Downingstreet 10 beweegt. Je zou het een egotrip kunnen noemen. Maar als kijker weet je dat hij zich onbespied voelt. Dat maakt het weer aandoenlijk. De trap af naar beneden stuit hij op een oude dame uit zijn huishoudelijke staf. Betrapt schakelt hij onmiddellijk over, terug in zijn rol van premier. Niettemin hebben we even zijn menselijke kant mogen zien.

Maar de allermooiste scène in Love Actually is die met Emma Thompson. Ze krijgt een kerstcadeau van haar man. Een cd. Daardoor weet ze dat de ketting, die ze hem heeft zien kopen, niet voor haar maar voor zijn minnares is bedoeld. Ontdaan loopt ze naar de slaapkamer. Ze staat naast het bed. Alleen. Tranen biggelen over haar wangen. Als kijker voel je mee met haar pijn. Alle afwijzingen, verdriet, teleurstellingen die je ooit zelf in je eigen leven hebt meegemaakt, worden opgerakeld. Even strijkt ze met haar hand de deken over hun bed glad, terwijl dat bed al keurig netjes opgemaakt ís. Het verraadt hoe ze haar wanhoop probeert te beteugelen. Hartverscheurend.

Alle personages in de film gaan stuntelend door het leven. Okè, het zijn wellicht clichès, oubollig, wit en hetero, maar juist al die verhaallijnen zijn zo herkenbaar. Ieder met zijn eigen muizenissen, onzekerheden, onhandigheden en allemaal met behoefte aan contact en verlangen naar liefde en vriendschap.

Richting kerstavond ontstaat een cumulatie van dat alles. Ondersteund door de aanzwellende muziek komen verhaallijnen samen en klimt de film richting climax. Er is hoop, er zijn verwachtingen. Iedereen wil zich op kerstavond omringd weten door de mensen waar je van houdt en niemand wil alleen zijn. Natuurlijk is er drama. Natuurlijk zijn er misverstanden, moeten zaken overwonnen worden. Richting de avond waarop alles mooi en fijn moet zijn, is de weg niet altijd vloeiend. Het blijft spannend. Want het aangaan van wezenlijke connecties is nog niet zo simpel. In ieder geval zijn alle personages ernaar op zoek. En ook al wordt veel niet uitgesproken; de behoefte aan verbondenheid en liefde spat eraf.

En uiteraard leven we mee en blijven we hopen, want een kerstfilm vraagt om een happy end. Gelukkig heeft de ‘prime minister’ Hugh Grant ons in het begin van de film in zijn speech al op het spoor gezet. ‘If you look for it, I’ve got a sneaky feeling you’ll find that love actually is all around‘. Uiteindelijk weten we dat het allemaal goed komt, maar we moeten er wel wat voor doen. Met deze kerstgedachte laat ik u achter.

Tot slot, – want tradities horen erbij – wil ik u wijzen op mijn blog ´Wc-etiquette rond het kerstdiner. Hoe hoort het eigenlijk?´. Veel lezers hebben hier blijkbaar baat bij gehad.

Fijne feestdagen!

Uitgelicht

Poepende Ken in de etalage

Ken op wc

Eigenlijk kwam het allemaal door Zijlstra’s ijzerhandel in de Tweede Nassaustraat. Daar kwam ik in een etalage deze pop tegen. Het was alsof iemand een steen in de vijver gooide. Net als met het madeleine-koekje van Proust bracht de etalage het verleden terug. Ik heb het dan wel niet van de daken geschreeuwd, maar ben prompt uit de kast gekomen. Tijdens een etentje met vrienden heb ik bekend dat ik als jongetje met poppen speelde.

Gelukkig reageerde niemand vreemd. Niemand lachte me uit. Niemand zei: oh, dat had ik altijd al gedacht. Niemand zei: wat goed dat je er voor uitkomt. Eindelijk een tikkeltje teleurstellend. Maar als ik eerlijk ben, ook een opluchting. Ik heb niets meer te verbergen. Om met Ramses Shaffy te spreken: De weg is vrij / De weg is open / De weg is mateloos van mij.

En nog de complimenten aan Zijlstra’s ijzerhandel. Wie zich daar in de Tweede Nassaustraat ook had laten gaan – misschien was het wel meneer Zijlstra zelf die uit de kast was gekomen, wie weet – in ieder geval leverden al die toiletterende Ken’s een amusant schouwspel op.

Tegen alle jongens die nog in de kast zitten, wil ik zeggen: de een speelt met treintjes, zijn voetbal of zijn hond, de ander speelt met Lego en weer een ander met poppen. So what! Daar is helemaal niks mis mee. De weg is vrij / De weg is open / De weg is mateloos van jou!

Uitgelicht

Wc op Noordermarkt

doorzichtigewc

De Britse queen stond er bekend om dat ze uren haar plas op kon houden. Een unieke eigenschap die de meesten van ons helaas moeten missen. Des te kwalijker dat Amsterdam zo weinig openbare wc’s biedt. In de buurt van de Noordermarkt zijn er bijvoorbeeld geen. Twee jaar geleden verdween een krul op de hoek van de markt, aan het water. Maar die was ook niet bepaald vrouw- en gehandicaptenvriendelijk.

Eindelijk heeft de gemeente besloten dat er een toiletgebouw toegankelijk voor iedereen moet komen op de Noordermarkt. De wc-norm – om de 500 meter een publieke wc – komt daarmee dichterbij. Het protest van omwonenden is een typisch klassiek staaltje van not in my backyard. Of beter gezegd niet in mijn voortuin, of nog beter: niet op ons dorpsplein.  Want protesteerders vrezen voor het verdwijnen van de intieme en kindvriendelijke sfeer op het plein en voor horden toeristen en drugsdealers en -gebruikers. Welkom in onze wereldstad Amsterdam!

Op één punt hebben ze wel gelijk. Waarom mag een publieke toilet er niet goed uitzien en kan een toiletbezoek niet prettig zijn? Waarom geen fraaie  architectonische inpassing? Misschien op het plein, aan het plein, of eronder. Met of zonder een toiletmevrouw of -meneer? Schrijf een prijsvraag uit, kijk naar goede voorbeelden, maar doe iets. Amsterdam zoek een oplossing!

En aan iedereen die te vaak een plas moet ophouden, onderteken de petitie ‘Graag wél een openbaar toilet op de Noordermarkt’.

Lees ook Waar is de toiletjuffrouw gebleven  over de openbare toiletten van Alfred Loos in Wenen; 100 jaar geleden een voorbeeld, nog steeds een voorbeeld!

Foto: publieke toilet van architect Shigeru Ban. Lees hier meer over het slimme doorzichtige Japanse ontwerp.

Uitgelicht

De koningin van Engels porselein

BloemenpotZe oogt fragiel temidden van een wereld van weleer. Omringd door oude meesters aan de muur, de hoge schouw en vazen met bloemen lijkt ze nog kleiner. In het klassieke interieur zijn bloemen een terugkerend motief; in de bekleding van de fauteuils, op de voet van de lampen, en vast ook in het behang en tapijt. Het bloemetjesservies ontbreekt nog, maar waarschijnlijk serveert de lakei zo dadelijk daarin de thee. Als je je ogen dicht doet zie je hem al voor je met in zijn handen het dienblad met de theekopjes.

De oude dame is in afwachting van haar laatste officiële bezoeker. Dit keer draagt ze geen jurk en hoed in de kleuren van Engelse drop. Het  huiselijke grijze vest over de rok met Schotse ruit maakt haar een lieve oma. Ze oogt breekbaar als porselein en verdwijnt een beetje tegen de achtergrond van het rijke decor. Achter haar voelt ze hopelijk de warmte van het haardvuur. Met de handtas aan haar arm, leunend op haar wandelstok, lijkt ze op visite in haar eigen paleis, alsof ze afscheid neemt en ieder moment kan vertrekken.

R.I.P. Elizabeth II.

Uitgelicht

Gluren bij de buren

Gluren bij buren

Deze foto kreeg ik van een vriendin. Natuurlijk is het fijn als mensen aan je denken. Bovendien mag je een gegeven paard niet in de bek kijken. Maar het blijft bijzonder dat mensen aan je denken als ze een pispot zien.

De wand met de glurende dames is grappig bedacht.‌‎ Ik schat in door een vrouw. Een man bedenkt zoiets niet. Want die piest het liefst alleen en onbespied.

Laatst was ik op een congres met veel lezingen. Op weg naar de wc kwam ik een collega tegen. ‘Nu ga ik even naar mijn eigen gezeik luisteren’, zei hij. Misschien flauw in de ogen van vrouwen, maar voor mannen zeer herkenbaar. Luisteren naar je eigen plassen – lekker in je eentje –  is een uiterst rustgevende ervaring.

Terug naar de foto. De over de schutting glurende dames zijn niet bepaald aanmoedigend. Integendeel, ze doen wat lacherig. Vooral die mevrouw op links lijkt het uit te schateren. Ze houdt haar gezicht tussen de handen en je hoort haar uitroepen: ‘Wat een vertoning! Kijk die daar, wat een schattig gevalletje.’ De een zet haar leesbril op en de ander af, om dat alles nog beter te bekijken. Reken maar – en de meeste mannen zullen het met me eens zijn – ook al is het behang, het leidt af als de buurman laat staan een buurvrouw meekijkt als je staat te plassen.

Kunst op de wcIk kreeg nog twee foto’s. De een gaat over kunst. Een intrigerend beeld. Via een klimwand is het urinoir te bereiken. Een pispot voor een acrobaat. Zal die ooit gebruikt worden?

Vrachtwagen met pleesEen tweede foto luidt het festivalseizoen in. Met vrachtwagens worden de batterijen urinoirs de stad ingereden. Hoe meer plasvoorzieningen hoe beter, zullen we maar zeggen.

Bedankt allemaal voor de foto’s. Ook al is het bij het zien van een pisbak; het belangrijkste is dat jullie aan me denken!

 

Uitgelicht

Voorbij gender

Wc-aanwijzing Museum ArnhemAfgelopen mei opende Museum Arnhem na een grondige verbouwing opnieuw haar deuren. De nieuwe vleugel biedt een geweldig uitzicht op de bocht in de Rijn. En op een zomerse dag is het goed toeven in de lommerrijke beeldentuin. Het museum kiest voor het nu en gaat vooral over mensen, met speciale aandacht voor vrouwelijke kunstenaars, aldus de eigen website. Kortom, het nieuwe Museum Arnhem is niet van gisteren, maar van vandaag. Zo blijkt ook op het toilet.

Gender

Op de aanwijzingsbordjes richting wc vind je geen mannetjes, vrouwtjes of er-tussen-in-typjes. Hier staat niet de genderidentiteit van de Bordje gehandicapten wc en baby verschoonplekgebruiker centraal en wordt ook geen genderneutraliteit nagestreefd. In Museum Arnhem zijn ze voorbij gender. De aanwijzigingen richting toilet geven precies weer wat je hier kunt verwachten. Snel en eenvoudig krijgen we uitsluitsel over de functionele voorzieningen die aanwezig zijn: een pot en een pisbak.
Zelfs op de deur van de gehandicapten-wc en baby-verschoonplek vind je geen figuurtjes in een rolstoel of moeders met baby’s op hun arm, in plaats daarvan een duidelijke aanwijzing over wat je er aantreft. You see what you get. Zo kan het dus ook.

Pieskerkje

Pyke Koch - NocturneMuseum Arnhem staat vooral bekend om haar collectie neo-realisten, zoals Dick Ket, Carel Willink, Jan Mankes, Pyke Koch.
Over de laatste gesproken; natuurlijk moet ik hier aandacht besteden aan zijn schilderij Nocturne. Op het doek zien we een verlaten urinoir bij nacht, op een pleintje ingeklemd tussen schaars aangelichte gevels. Tijdgenoten noemden het schilderij het ‘pieskerkje’.

Obsceen

Koch presenteerde Nocturne voor het eerst op een tentoonstelling in 1930. Het veroorzaakte een schandaal. Hoewel het schilderij slechts een openbaar gebouwtje toont, werd het opgevat als eerbetoon aan een openbare plek die ook dienst deed als ontmoetingsplek voor homoseksuelen. Het andere deel van het tweeluik – Poésie de minuit – is een zelfportret, plassend. Dit realisme werd door het publiek als al te obsceen beoordeeld.

Ze zeggen dat de kunst van het schilderen niet alleen het weergeven is, maar ook het weglaten. Pyke Koch beheerst die kunst. Wel blijft zijn fascinatie voor maatschappelijke rafelranden en de donkere kant van het bestaan in zijn werk voelbaar.

Impressie

Er valt veel portretkunst te bewonderen in Museum Arnhem. En vergeet niet een bezoek aan de beeldentuin te brengen. Een kleine impressie van mijn kant: van links naar rechts: zelfportret Berthe Edersheim (1932), zelfportret Dorian Hiethaar (1984), Ad Gerritsen – Maskotte (2011), zelfportret Henk Mual (1957), Henry Moore – Warrior with Shield (1953-1954), zelfportret Dick Ket (1927).

 

Uitgelicht

Where is the bathroom?

Lavazza reclame badWaarschijnlijk zag ik er zoekend uit. ‘Can I help you?’, vroeg een jonge vrouw in de bediening. Ze had het druk, zag er overspannen en breekbaar uit. Ik moest denken aan een zin uit een gedicht van Marieke Lucas Rijneveld: (…) voor wie wel glimlacht maar de snik onzichtbaar en hoog in de keel heeft’. Ik hakkelde iets over het toilet. ‘Outside’, antwoordde ze. ‘The bathroom is outside to the right’. Ik volgde haar aanwijzingen en liep naar buiten. Op het omsloten plein, hartje binnenstad van Faro, trof ik de foto aan van de vrolijke badkuip. Hoe duidelijk wil je een aanduiding voor de ‘bathroom’ hebben?

Gezellig
Van dichtbij herken je de foto als reclame voor een bekend Italiaanse espressomerk. Ik zocht het op, de fotograaf is Elliott Erwitt. Hij maakte de serie ‘Families – portretten rond koffie’. Deze gezellige foto uit 2011 met het koppel in het bad nodigt uit; je zou er bij willen kruipen. Wie inzoomt, ziet via de spiegel nog een vrouw met een hondje. Ze lijkt gezellig aan te schuiven met een kopje koffie. Onmiddellijk moet ik denken aan de uitspraak van Lady Di. ‘There were three of us in this marriage, so it was a bit crowded.’

Engel aan de koffieKalender
Ieder jaar maakt het Italiaanse koffiemerk een kalender en wordt een fotograaf uitgenodigd om een bijdrage te leveren. Verderop – tegenover de ‘bathroom’ – hangt de foto ‘Verliefd worden in Italië’ van Mark Seliger uit 2000. Ook een uitnodigend beeld; je krijgt zin in koffie.

Engel
Ik dacht even dat ik de foto eerder was tegengekomen, in december 2011 in Zuid-Afrika. Als kerstgroet stuurde ik een kiekje ervan naar het thuisfront, met de tekst ‘Heaven is missing an angel.’ Ik zocht terug in mijn archief en zag dat er verliefde stelletjes op de achtergrond scharrelen. Een andere foto dus. Wellicht gaat het om een serie.
Op deze foto in Faro zie je op de achtergrond een meneer een stoel omgekeerd op de tafel zetten. Of haalt hij de stoelen er juist af? Wie zal het zeggen. Is het feest al ten einde en hangt de engel nog als laatste plakker aan de toog? Of moet de dag nog beginnen en is deze meneer met vleugels een vroege klant die zijn eerste koffietje drinkt aan de bar?

Ze zeggen dat één beeld meer spreekt dan duizend woorden, maar soms is het flink puzzelen. In ieder geval vond ik daar in Faro heel snel de ‘bathroom’.

Uitgelicht

Plassen voor de lekkerste bonen

plassende jongen Anne Claude Philippe de Tubières
Geen Caravaggio, geen Rembrandt, wel een Anne Claude Philippe de Tubières hangt er op mijn toilet. De ets kreeg ik cadeau van Taeke Kuipers, oprichter van Fenix Art Collection. Mijn zwager redt kunst, soms letterlijk van de vuilnisbelt. Als kunstkenner zoekt en vindt hij in kringloopwinkels en Franse bric-à-brac. Hij maakt de kunstwerken schoon, probeert maker en herkomst te achterhalen en zet ze in een mooie lijst. Zo geeft hij vleugels aan de verweesde kunstwerken.

Op een van zijn speurtochten vond hij de ets van Anne Claude Philippe de Tubières (1692-1765). Deze Fransman is driedubbeldik van adel, naast graaf de Gaylus, ook markies d’Esternay en baron de Bransac. Daarnaast was hij archeoloog, kunstverzamelaar, antiquair, een hele goede etser, en schreef hij ook nog eens pikante sprookjes. Kortom, een veelzijdige meneer.

Hij bereisde heel Europa en kende alle kunstenaars van zijn tijd. Als etser kopieerde hij grote meesters. Deze ets van het plassende jongetje maakte hij naar een originele tekening van de Italiaanse barokkunstenaar Annibale Carracci (1560-1609). De graaf produceerde de etsen in oplages. Eigenlijk gaf hij zo oude kunstwerken vleugels, net als mijn zwager – maar dan weer anders. Zo kwam een exemplaar van de ets terecht in het kabinet van de Franse koning, ik traceerde een andere exemplaar in de collectie van het Philadelphia Museum of Art, en nu hangt er ook een originele ets op mijn toilet.

Op mijn onderzoek ontdekte ik dat Annibale Carracci ook de schilder is van ‘De boneneter’. Dat schilderij kwam op mijn pad afgelopen november in Palazzo Colonna in Rome. Zeker voor de zestiende eeuw – toen alleen rijken zich op het doek lieten zetten, en dan natuurlijk op hun mooist – is dit een bijzonder alledaags tafereel. Op het schilderij wordt een man betrapt terwijl hij net een hap van de bonen neemt. Het is bijna een foto.

Eigenlijk is het net zoals op de prent van het plassende jongetje. Vol in actie is hij op het papier gezet. Op de achtergrond zien we iemand die zaad strooit over het land, vast het bonenzaad. De plasser lijkt zijn hemd vast te houden, misschien draagt hij daarin ook zaad mee. Misschien werken beiden op het land, en soms moet je dan plassen. Dat kan iedereen gebeuren en is van alle tijden. Wat ook kan, is dat het jongetje met zijn plas de grond bemest. De oma van mijn P. leegde haar ochtendurine altijd onder de bessenstruik, en iedereen in het dorp wist dat dat het geheim was achter haar grote bessen. Dus plassen voor grote, lekkere bonen, is zo raar nog niet. En ook van alle tijden.

Natuurlijk begrijpt u dat ik hier wel nog even reclame wil maken voor mijn zwager. Op 11 en 12 juni is er de jaarlijkse plantenmarkt in Noordwijk-Binnen. Op de ‘Markt onder de Linden’ staat hij met nog veel meer verweesde schilderijen die een thuis nodig hebben. Geen etsen met plassende jongetjes, maar vooral veel bloemenstillevens en landschappen dit keer. Kom langs in Noordwijk!

Uitgelicht

Plassende Rembrandts

Tekeningen Rembrandt plassende vrouw en manIn mijn blog van januari fantaseerde ik over een Caravaggio boven de pot. Maar stel je voor, een Rembrandt op je wc. Hoe fijn is dat. In het Rembrandthuis kwam ik er twee tegen. Op de ‘Dames’ een plassende vrouw en op de ‘Heren’ een plassende man.

Vanwege de groepstentoonstelling RAUW bracht ik een bezoek aan het Rembrandthuis. Dertien kunstenaars van nu geven daar net als Rembrandt toen een realistische kijk op het menselijk lichaam. Etsen van de grote meester vormen de inleiding op het werk van de hedendaagse kunstenaars. Rembrandts grootsheid is misschien nog wel beter te herkennen in zijn tekeningen dan in zijn schilderijen; zijn trefzekerheid in lijnvoering, maar vooral de open en nieuwsgierige blik waarmee hij zijn omgeving bekijkt.

Dat het verbeelden van het menselijk lichaam zoals het écht is, niet vanzelfsprekend is, laat de groepstentoonstelling goed zien. De dertien kunstenaars bieden een ontnuchterend alternatief voor het heersende ideaalbeeld van het menselijk lichaam. Soms zijn de beelden kwetsbaar, soms krachtig, soms confronterend, maar altijd rauw. Het is zeker ook geen toeval, dat twee kunstenaars – Melanie Bonajo en Marlene Dumas – plassende vrouwen als onderwerp kozen. 

Plassende vrouw Melanie Bonajo 3Melanie Bonajo maakte in vijftien jaar ruim 500 foto’s van vrouwen die plassen in de openbare ruimte. We zien veel, heel veel billen. Beelden van vrouwenlichamen met de broek op de hielen, zich in bochten wringend, gevangen op een kwetsbaar moment. In hoge nood, achter een bestelwagen, net te dicht op een menigte. Tussen lage struiken, auto’s en in geheime hoekjes van de stad, zien we vrouwen op zoek naar een plek om te plassen.

Plassende vrouw Melanie BonajoBonajo bracht de foto’s samen in een video die 20.000 keer op YouTube werd bekeken. Het platform haalt de video er herhaaldelijk vanaf. Te aanstootgevend. Volgens de kunstenares zelf – die overigens dit jaar Nederland vertegenwoordigt op de Biënnale van Venetië – omdat ze niet de gebruikelijke ideale voorstelling van het vrouwelijk lichaam toont, maar laat zien hoe het echt is.

Plassende vrouw Melanie Bonajo 2Bonajo weigert de censuur van YouTube te accepteren en blijft het videowerk offline tonen. De kunstenares beschouwt haar foto’s ‘als kleine fonteinen, beelden van teruggewonnen vrijheid voor vrouwen in de stedelijke ruimte.’ Met een ‘Saluut! Aan de dameskont in al haar glorie’, besloot Bonajo laatst een lezing over haar werk. 

De tentoonstelling ‘RAUW. Een realistische kijk op het menselijk lichaam’ is tot en met 22 mei te zien in het Rembrandthuis. Beslist een aanrader. En vergeet niet de wc’s te bekijken en in de hal op giro 555 te doneren.

Leve Oekraïne!

Uitgelicht

Schuilen in de kast

Museum Albertina toiletLang geleden mocht ik met mijn vader mee naar de film. We brachten een bezoek aan bioscoop Cineac, hartje Den Haag. Waar de film over ging, weet ik niet meer. Wel herinner ik me dat het verhaal zich afspeelde rond een kledingkast. Kledingstukken werden aan de kant geschoven en zo bood de kast toegang tot een geheime kamer waar iemand zich verborg.

We moesten tante van het station afhalen, en konden de film niet uitzien. Het gevolg: heel veel losse eindjes bleven over en jaren later vraag ik me nog steeds af hoe het verhaal is afgelopen. En u weet als je zaken uit het verleden niet of niet goed afrondt, heeft dat zijn doorwerking in het heden. 

In mijn geval is zoiets aan de hand. Ook al ben ik er jaren uit, toch speelt de kast nog steeds een rol in mijn leven. In ieder geval verklaart het mijn bijna obsessieve fascinatie voor verborgen kamers. Vooral de wereld achter boekenkasten, verborgen laadjes, gangen, holle boeken, kistjes met dubbele bodems, noem maar op. Vast en zeker heeft de boekenkast in het Achterhuis meegespeeld waarom het dagboek en verhaal van Anne Frank zo’n enorme indruk op me maakte als kind. Vooral de laatste dagen denk ik vaak aan Anne. De oorlog is opeens heel dichtbij, schuilplekken en schuilkelders behoren niet langer tot het verleden. 

Een paar weken geleden, toen een derde wereldoorlog nog onmogelijk leek, was ik in Wenen. Op zoek naar de wc in het paleis van aartshertog Albrecht – waar het kunstmuseum Albertina is gehuisvest – kwam ik er een op het spoor. Althans, daar hoopte ik op. De wc achter het zoete groene met gouden rozetten versierde behang bleek afgesloten. Weer een kamer – en een wc – die voor me verborgen blijft. 

In de Oostenrijkse Nationale Bibliotheek kwam ik achter hoge boekenkasten nog veel meer geheime kamers tegen. Een wc vond ik er niet.

De bibliotheek uit 1725 bevindt zich in een vleugel van de Hofburg in het centrum van Wenen en is een van de grootste barokke bibliotheken van Europa. De 20 meter hoge pronkzaal telt meer dan 12 miljoen boeken en behoort tot de fraaiste voorbeelden van historische bibliotheken. Het bevat  bijzondere collecties, waaronder de Atlas Blaeu-Van der Hem, een wereldomvattende verzameling topografische kaarten, tekeningen, manuscripten en gedrukte afbeeldingen uit de 17e eeuw. Ooit diende de pronkzaal als trefpunt voor het hof en Mozart voerde er in 1787 werken van Händel uit.

Je hoeft geen boekenwurm te zijn; deze bibliotheek is overdonderend. In deze tempel van wijsheid, waar de boeken tot de hemel reiken, lijkt de tijd stil te staan. De wereld is op drift en zekerheden zijn niet meer zo zeker, maar hier waan je je veilig en geborgen. Hier wil je schuilen.
Ze zeggen dat je het beest in de bek moet kijken, liever duik ik terug in de kast. Schuilen in een wereld van boeken, dat gun je iedereen.

Leve Oekraïne!

 

Uitgelicht

Waar is de toiletjuffrouw gebleven?

Publieke toiletten Wenen Afred Loos

Waar is het toiletpersoneel gebleven? Zo’n meneer of meestal een mevrouw in een wit short, achter een tafel met een schoteltje en snoepjes. In het uitgaansleven keren de toiletjuffrouwen en -meneren zeker terug. Maar daarbuiten – in het publieke domein – lijken ze te verdwijnen. Een paar jaar geleden kwam ik er nog een tegen in het café van de Beurs van Berlage. ‘Zal ik een wc-tje voor je schoonmaken?’, vroeg de meneer vriendelijk.

Heren- en dames-wc Graben WenenLaatst was ik in Wenen; om de hoek van de Stephansdom bevinden zich publieke toiletten. In 1905 ontwierp de architect Adolf Loos het ondergrondse complex in opdracht van een toiletfabrikant. Deze publieke sanitaire voorziening was zijn uithangbord en diende als voorbeeld om te laten zien wat er op dit gebied mogelijk was.

Ontwerptekening toiletten Alfred Loos WenenRuim een eeuw later functioneren de publieke toiletten nog altijd. Twee zuilen – ooit gaslantaarns die ook dienden als ventilatiekanaal – duiden op de ingangen op straatniveau, net als bij een ondergrondse metro. Twee gescheiden ingangen leiden naar de ‘Damen’ en de ‘Herren’.

De ondergrondse ruimte oogt als een kathedraal met een hoogte van 3 meter. De wc-cabines met mahoniehouten panelen, deuren van ondoorzichtig glas en de mozaïeken tegelvloer geven een warme chique. Met een ‘Grüß Gott’, verwelkomt de toiletjuffrouw haar bezoekers. Ik mag foto’s maken. Ze vertelt me dat er ooit twee aquariums waren. Via het kantoortje laveert zij tussen het dames- en herendeel, drukdoende met schoonmaken. De urinoirs zijn gratis, maar gebruik van het zitgedeelte kost 50 cent.

Ingang publieke toilet Wenen

Rond de eeuwwisseling was Wenen nog een en al barok en classicisme, tegelijk kwam de Jugendstil op, ofwel Secession zoals ze dat in Oostenrijk noemen. Van beide stromingen moest architect Loos niets weten. Hij verwierp het ornament ten gunste van de zuiverheid van vorm. Zijn afkeer voor ‘nutteloze ornamentiek’ betekent niet dat het Loos ontbrak aan esthetiek; hij zocht het alleen in gebruik van exclusieve materialen zoals natuursteen, messing en hout en niet in versieringen. Met zijn strakke, verfijnde ‘vorm volgt functie’-functionalisme baande hij de weg voor modernisten zoals architect Le Corbusier.

Terug naar Amsterdam. Telkens als ik weer eens voorbij de fietsenkelder kom op het Leidseplein, denk ik: wat een gemiste kans. Dit zou een perfecte plek zijn voor een publiek toilet met personeel. Waarom hebben wij in Amsterdam – in metro’s, op stations of bij parkeergarages – geen wc’s zoals die van Loos? Waarom zijn alle openbare sanitaire voorzieningen met gastvrouw of gastheer uit het straatbeeld verdwenen?

Dat er geen mensen meer te vinden zijn voor de uitoefening van dit beroep, valt te betwijfelen. Jaren geleden wilde De Bijenkorf in Amsterdam een afscheidsfeest organiseren voor de dame die daar 25 jaar de toiletten had schoongehouden. Wat bleek, ze had zelf al een feestzaal in het Amstel Hotel afgehuurd. Kortom, de toiletten-business is lucratief. Een fijne schone wc, goede sfeer, prettig personeel, het verdient zichzelf terug. Voor goede service wil je best betalen.

Toilet Alfred LoosDaarnaast – en dat concludeerde ik daar in Wenen – draagt het personeel bij aan de duurzaamheid van de toiletten. Een praatje en een groet zorgt ervoor dat je terugkomt. Ook de inrichting met duurzame materialen helpt mee aan de bestendigheid. Bovendien creëert het een prettig werkklimaat voor Madam of Monsieur Pipi. Hoe fijn is het om te werken in een mooie, ruime, lichte – onder architectuur gebouwde – toilet.

En waarom mag een toilet er niet goed uitzien, en kan een toiletbezoek niet ook prettig zijn? Amsterdam, kijk naar de Weense toiletten van Alfred Loos. Destijds een voorbeeld, nog steeds een voorbeeld!

Uitgelicht

Dagdromen over zitcomfort, Caravaggio en het voorjaar

Wc-fauteuille

12 januari – De kerstboom op straat bij het vuil gezet. De kerstballen naar de kelder verhuisd.

20 januari – Blue Monday overleefd. Dry January nog niet. Wachtend op de volgende persconferentie zwalk ik tussen moedeloosheid en hoop. Met magnolia-takken haal ik het voorjaar in huis. Want om de Engelse dichter John Donne te citeren: ‘Geen winter zal beletten dat het voorjaar komt’.

Caravaggio Villa Aurora22 januari – De Romeinse Villa Aurora staat voor 471 miljoen te koop. De enige plafondschildering die Caravaggio maakte, krijg je er gratis bij. In 1597 bestelde kardinaal Francesco Maria del Monte het fresco waarop Caravaggio zijn inzicht in perspectief toont. Hij schilderde de drie piemelnaakte goden van onderaf. De broers Jupiter, Neptunus en Pluto, respectievelijk de heersers van de lucht, zee en aarde, kijken wijdbeens neer op de mensheid. 

27 januari – Tijdens de voorjaarsschoonmaak fantaseer ik over een Caravaggio op het plafond van mijn wc. Hoe heerlijk zou het zijn om vanuit zo’n comfortabele wc-fauteuil daarvan te genieten. Ik stel me voor hoe ik op de rode wc-fauteuil met een schets- en schrijfblok op mijn knieën me koester aan de schoonheid van de Caravaggio, en me laat inspireren. Met zulke dagdromen overleef ik februari ook nog wel. 

29 januari – Gisteren een flinke en fijne wandeling gemaakt met S. Vandaag kan ik van 14.00 uur tot 22.00 uur naar de kroeg, bioscoop en het restaurant. Wat mij betreft, kan het voorjaar beginnen.

PS Met dank aan Willem voor de fraaie rode wc-fauteuil.

Uitgelicht

Een eenzame paal op de Prinsengracht

Tijdens een van mijn hardlooprondjes, ook al weer een tijd geleden – stuitte ik voor het eerst op de paal midden op de stoep, precies voor de ingang van het voormalig Prinsengrachtziekenhuis. Sinds de herinrichting van de gracht en oplevering van het verbouwde ziekenhuis staat daar opeens een verweesde stenen paal.

Even dacht ik dat het om een kunstwerk ging van Streetart Frankey. Toevallig had ik net op de Apollolaan zijn kauwgomballen-voetgangerspaal gezien. Meestal is zijn werk klein, fijnzinnig, humoristisch en perfect passend in de omgeving. Sterker nog, de knap gemaakte juweeltjes geven je direct het gevoel dat ze er horen. En deze kolossale paal hier midden op de stoep van de Prinsengracht verstoorde de boel flink. 

De vraag blijft: wat doet zo’n verweesde paal daar op het trottoir? Met een wandelwagen of rolstoel moet je moeite doen om er langs te komen. Ik vroeg het na bij oud-collega’s van de gemeente, maar die wisten van niks. Dus de paal is niet alleen verweesd, maar ook onbekend.

De afdeling Monumenten en Archeologie heb ik ook nog lastig gevallen. Ze zochten op oude foto’s en ontdekten dat er in 2015 nog niks stond. Wel zijn op foto’s uit 1934 twee palen te zien aan weerszijden van de hoofdingang. Volgens de afdeling om de uitgang vrij te houden en auto’s te weerhouden daar te parkeren. De huidige paal is – volgens hen – waarschijnlijk een ‘speelse’ referentie aan de verdwenen afscheiding. Speels is het zeker. Maar waarom zo willekeurig midden op het trottoir? Bovendien vreemd dat er slechts één paal staat en geen twee.

Recent las ik een interview met de componist Merlijn Twaalfhoven. Volgens hem heeft iedereen iets van een kunstenaar in zich, en is de blik van de kunstenaar nodig om de wereld te redden. ‘Een open houding helpt ons de wereld onbevangen, speels, onderzoekend én scheppend tegemoet te treden. Maar die mindset komt niet vanzelf. Dat vergt oefening en experiment’, aldus Twaalfhoven.

Gisteren tijdens mijn dagelijkse ommetje over de gracht probeerde ik het uit. Ik vroeg me af wat de wereld en in het bijzonder Amsterdam nodig heeft voor een duurzame toekomst. Ik zette mijn kunstenaarsblik op en speurde onbevangen, speels en onderzoekend de omgeving af.

Voor me op Prinsengracht liep een dame met een klein hondje. Net bij de stoeppaal bleef ze staan. Haar hondje deed parmantig zijn achterpoot omhoog en piste tegen de paal. Verdomd – dacht ik – dus toch, het is gewoon een pispaal, maar dan voor hondjes.

Uitgelicht

Mijn top 5 meest bijzondere wc’s van 2021

Expo CubeNatuurlijk deel ik weer graag mijn persoonlijk jaaroverzicht met opmerkzaam wc-nieuws. Daar gaan we!

Het Gelderse Druten is net als vorig jaar de toiletvriendelijkste gemeente van Nederland, zo blijkt uit jaarlijkse onderzoek. Dat u het maar weet.

Ander  nieuws. Op 19 november ‘Wereld Toilet Dag’ maakten de Maag Lever Darm Stichting samen met Natuurmonumenten bekend dat ze de handen ineen slaan. Door corona was regelmatig de horeca dicht en met een tekort aan openbare toiletten, deed menigeen noodgedwongen zijn of haar behoefte in Wc in aquariumde bosjes. Dus onder de projectvlag ‘When Nature Calls’ komen er nu meer dan dertig natuurtoiletten in en bij drukbezochte natuurgebieden. Daar zijn we blij mee, want – om er ook een woordje Engels in te gooien – Shit Happens. Wel benieuwd hoe deze natuur-wc’s eruit komen te zien.

Ook groot en goed nieuws:  Amsterdam maakt vanaf volgend jaar 1 miljoen vrij voor meer openbare toiletten. Uiteraard zijn we nieuwsgierig naar de plannen. Binnenkort doe ik graag nog wat suggesties. In mijn top 5 hieronder – zie nummer 4 – al een eerste.

Mijn Top 5: 

Wat waren mijn mooiste toiletmomenten dit jaar?

Nummer 1. De schrijn

badkamer Museum CamondoIn november bezocht ik Parijs en Musée Nissim de Camondo. Het stadspaleis ligt in het 8ste arrondissement, naast park Monceau. De joodse bankiersfamilie Camondo woonde hier vanaf 1870 in de wereld van de familie Proust, de gebroeders De Goncourt, de families Ephrussi en Rothschild.

Met Brieven aan Camondo richtte Edmund de Waal – zoals hij dat ook deed in De haas met de amberkleurige ogen – een monument op voor een unieke familie: toonaangevend in hun tijd, maar vermorzeld door de geschiedenis. Toen zijn zoon Nissim omkwam in de Eerste Wereldoorlog, maakte graaf Moïse de Camondo van het huis een gedenkplaats, en dat is het tot de dag van vandaag. In 1942 kwamen zijn dochter, haar man en kinderen om in Auschwitz. Gelukkig maakte Moïse dat niet meer mee.

Dwalend door het huis brengt De Waal aan de hand van de kamers, voorwerpen, meubilair en de kunst het huis en haar bewoners tot leven. Al is het maar voor even, want het 19de eeuwse stadspaleis blijft – tot de badkamers en toiletten aan toe – voor altijd een schrijn.

Nummer 2. Nienkes plantenbak

Wc met cactusAl eerder kwam de wc als plantenbak in mijn blogs voorbij. Smaakvol is anders. Maar deze vondst van mijn nichtje op Curaçao met cactus is noemenswaardig. Hier wil je niet op zitten. Op haar terugvlucht zat nicht-lief overigens in hetzelfde vliegtuig als prinses Beatrix.
Door mijn laatste blog over een koningin die scheetjes laat, kreeg ze het beeld van Bea op het krappe vliegtuig-toiletje niet meer uit haar hoofd. Nienke, sorry dat ik je dit aan deed.
Overigens liep de oud-koningin ook nog eens corona op. Misschien wel op dat wc-tje.

Nummer 3. Diana Spencer

Over beelden en een andere prinses gesproken. Spencer was geen top-film. Er kwamen wel veel wc-scènes in voorbij. Maar een Diana die voortdurend boven de pot hing, was iets te veel drama. Gelukkig beschikte ze over een riante badkamer, genoeg ruimte op de tegelvloer voor haar lange avondjurk met sleep. 

Nummer 4. Openbare toilet park Monceau

parc monceauOm nog even in Parijs te blijven. In het 8ste arrondissement ligt het park Monceau, ooit eigendom van Louis Philippe Joseph d’Orléans, hertog van Chartres. De neef van de koning Louis XVI overleefde de guillotine niet. En het park werd genationaliseerd.

Naast de ingang van het park – in de rotonde uit 1787, het gebouwtje in de vorm van een klassieke Dorische tempel – bevindt zich nu een van de mooiste openbare wc’s. De bovenverdieping, ooit exclusief gereserveerd voor de hertog, biedt een goed uitzicht over het park. Nu verblijft de parkwachter hier.

parc morceau hommesHet 18de eeuwse gebouwtje is een fraai voorbeeld hoe het ook kan. Een openbare toiletvoorziening waar je met plezier gebruik van maakt. Hoogwaardige  architectuur, ingepast in het straat/parkbeeld, geconfisqueerd privé-eigendom hergebruikt als publieke voorziening en ook nog optimaal benut door de combinatie van toilet en woonfunctie.
Amsterdam, doe je voordeel met dit slimme concept! En een tip: Paleis op de Dam voldoet aan alles.

Nummer 5.  Spoorwegmuseum

SpoorwegmuseumMisschien heb ik mijn kleinzoon aangestoken met mijn wc-fascinatie. Laatst bezochten we het Spoorwegmuseum. ‘Een gat in een plank’, zei de kleine bij het zien van de wc. Hij had gelijk, meer was het ook niet. Samen hebben we aan de wc-trekker getrokken en flink lawaai gemaakt.

Tot slot, wens ik u – alle genders – een mooie kerst en een gelukkig en gezond 2022!

En wilt u meer weten over wc-etiquettes tijdens het kerstdiner? Lees hier mijn blog.

Uitgelicht

Poepen: de grote gelijkmaker

Berlusconi op de potIk weet niet precies waarom, maar het blijft leuk. De koningin die een scheetje laat, een cartoon van Trump met een heel klein piemeltje en Berlusconi op de pot. Misschien zit de lol in het menselijk maken van hoge bomen. Of misschien is het een kwestie van een kopje kleiner maken van grote ego’s.

Over de Italiaan op de pot hierboven gesproken; in een eerdere blog noemde ik al eens Michael Elias, mijn oud-docent Nederlands van de middelbare school. Volgens hem is praten over poepen de grote gelijkmaker. Net als spreken over de dood. Hoog en laag, iedereen moet eraan geloven, aldus Elias in zijn artikel Het scheelt veel wie er poep zegt in het tijdschrift Medische Antropologie.

Natuurlijk was Annie M.G. Smidt er goed in. In haar ik-ben-lekker-stout-poëzie voert zij regelmatig een koning, koningin of hoge Piet op, aan wie niets menselijk vreemd is. Ook Brigitte Kaandorp is een voorbeeld hoe menselijke tekortkomingen kunnen uitmonden in briljante teksten. Neem haar liedje Wat is er lekkerder dan kakken, waar hare majesteit ook in voorbij komt.

Ze zaten aan het staatsbanket. Koningin en alle ministers. De keuken had zich uitgesloofd. En geopend alle registers. Ze aten en ze aten maar. Zoals dat gaat op die gelegenheden. Totdat het er zowat weer uitkwam. Zoals van boven als van beneden. En zij hield zich niet meer in. En toen riep de koningin:

Wat is er lekkerder dan kakken? Een drol uit je anus laten zakken. wat is er heerlijker dan poepen? De stront uit je billen laten floepen. Het is zo fijn om het maar eens zo te zeggen. Om een sigaar in de pleepot neer te leggen.

Vooral kinderen zijn dol op haar lied, vertelt Kaandorp. Niets is leuker om vieze woorden te zeggen en dan ook nog eens heel veel achter elkaar. Scatologie, ofwel strontfolklore, is de neiging om poep tot komisch onderwerp te maken. Een fenomeen dat zo oud is als de weg naar Rome. Hoogleraar Herman Pleij – ook een oud-docent van me – signaleerde het verschijnsel al in middeleeuwse teksten. Pleij brengt de strontfolklore in verband met uitdrijvingsrituelen van boze geesten en de bezwering van onze angsten.

Ook al liggen de middeleeuwen ver achter ons; mensen worden nog steeds geplaagd door demonen. En al hebben ze hele kleine piemeltjes – dictators met grote ego’s zijn er ook nog altijd. Ridiculiseren, omlaag halen, menselijker maken, gelijk maken: het helpt om onze angsten te bezweren. Als je je bedenkt dat zelfs de koningin moet kakken, lucht dat enorm op.


Mijn zus spotte de foto van Berlusconi in café-restaurant Karaat Amsterdam.  Waarvoor dank, Monique. 

Uitgelicht

Tussen de wijngaarden in de Elzas

Elzas landschap

Met mijn familie – drie zussen, broer, en mijn vader en moeder in een urn – was ik in de Elzas. Op een prachtige plek tussen de wijngaarden hebben we de as van onze ouders begraven.

Mijn ouders kwamen graag in de Elzas. Vooral mijn moeder. Ze had een zwak voor een Pools boertje die ze hielp met druiven plukken. We zijn nog eens met haar terug geweest, op zoek naar hem. Maar we vonden hem niet. Logisch. Want inmiddels moet de arme man minstens 150 zijn.

Ribeauvillé, Riquewihr, Zellenberg, Eguisheim; het ene dorp is nog pittoresker dan het ander. De vakwerkhuizen in licht blauw, groen, geel en zuurstokroze, behangen met geraniums vormen een decor waar Anton Pieck zijn vingers bij afgelikt zou hebben. De novemberzon, de wijngaarden in geel-oranje herfsttinten en de laaghangende nevel boven de dorpen maken het af. Een magische plek.

Dorp Elzas

De zoektocht naar een eindbestemming voor mijn ouders was nog best een exercitie. Ook de uitvoering van ons plan had de nodige voeten in de aarde, want met z’n tweeën waren ze goed voor twee grote potten dode boel. Het idee van uitstrooien hebben we snel verworpen. Teveel as. Dus werd het graven. We waren het met elkaar eens, het liefst tussen de wijngaarden, op een sfeervolle plek, met een mooi uitzicht. Niet voor niets waren we helemaal naar de Elzas gereden. Het moest een plek zijn waar we terug willen komen. Uiteindelijk vonden we de juiste plek met op de achtergrond een wijngaard, er naast een kersenboom en ervoor een bankje met uitzicht op een dorp met een kerk. Mooier kun je het niet hebben.

Met z’n vijven op het bankje hebben we op hen geproost. Als partners in crime keken we terug op de klus die we hadden geklaard. We waren tevreden en gelukkig. Met nog meer warme gevoelens voor onze ouders en elkaar haalden we herinneringen op en dronken we een mooi glas riesling van wijnhuis Jean Sipp.

Want ook al hadden we dit keer wel een hele bijzondere opdracht, een bezoek aan een paar wijnboeren kon niet ontbreken. Jaren geleden maakten we een wijnreis met moeder en bezochten we samen met haar het wijndomein Sipp. Wijnboer Jean Sipp was een charmante man en toen wij hem destijds vertelden dat het gezelschap bestond uit moeder met vijf kinderen, zei hij tegen haar: dat is een hand vol met geluk. Boer Jean kon niet meer stuk, zeker niet bij mijn moeder.

Omdat je tradities in ere moet houden, bezochten we ook nu wijngoed Sipp. Het wijnhuis ligt midden in het dorp Ribeauvillé. Het oude pand dateert uit 1416. Op de binnenplaats bevindt zich een deur met een hart. Daarachter wijzen madam en monsieur Sipp uit een vorige generatie de bezoeker de weg naar de dames- of heren-wc. Hier in de Elzas speelt het verleden nog steeds een rol in het heden.

Dames en heren bij Sipp

Met z’n vijven schoven we aan voor een proeverij. Dit keer ontdekten we dat niet alleen wijnboer Jean een charmeur is, ook madam Sipp kan er wat van. Ze legde onder de tafel even haar hand op het bovenbeen van mijn broer, en vroeg of we nog iets wilden proeven. Natuurlijk, antwoordden wij vijven in koor, zeker wilden we dat. En nog eens proostten we op onze ouders en op elkaar. Samen hebben we het goed gedaan.

Uitgelicht

De wc’s van Berlage


Toilet Beurs van Berlage Stel je bent in de buurt van de Beurs van Berlage en je moet nodig. In vroegere tijden was er dan een publieke toilet aan de noordzijde van de beurs. Helaas heeft die plaats gemaakt voor Tony’s Chocolonely. Ook een goede zaak, maar toch.

Volgens de gemeente zijn meer openbare toiletten (voor mannen, vrouwen en mindervaliden) met een ‘verzorgingsgebied’ van maximaal 250 meter – dat is de toiletnorm – in de Amsterdamse binnenstad niet haalbaar. Die conclusie laat zich lastig rijmen met het sneuvelen van de inpandige door Berlage vormgegeven publieke toilet. Doodzonde.

Deurklinken

Berlage ontwierp eind 19de eeuw de beurs als een ‘gesamtkunstwerk’, waarbij de architectuur en de beeldende en toegepaste kunsten een eenheid vormen. Niet alleen aan de buitenkant, ook binnen is de hand van Berlage te herkennen. Hij bemoeide zich met alles. Hij ontwierp de meubelen, tapijten, telefooncellen, klokken, lampen, kapstokken, zelfs de koppen van schroeven, deurklinken en het hang- en sluitwerk, en dus ook de wc’s.

Kinderen

Wie op zoek naar een wc meer van Berlage wil meekrijgen, probeer dan de andere hoek aan het Beursplein. De ingang van Bistro Berlage geeft toegang tot gecombineerde dames- en herentoiletten. Waar ooit de pisbakken waren, staat nu een houten monumentale bank. Een tijdgenoot, J.F. Staal schreef  over de meubelen van Berlage: ‘Zijn meubelen dragen te zware bedoeling en hebben het uiterlijk van droevig-ernstige kinderen’. Zelf zei hij: ‘een meubel is eigenlijk een gebouw in het klein en een gebouw is een meubel in het groot.’

Chocobrainstorm

Nog meer Berlage meemaken? Loop dan binnen bij Tony’s Chocolonely Chocolate Bar op de andere hoek. Ook al heb je niks met chocolade, de wc is (semi)openbaar.

Tony Chocolonely chocolat barDe toegang zit net om de hoek. Het portaal en trap naar de toiletten ademt nog de grote meester. Beneden is hij nagenoeg verdwenen. Daar bevindt zich nu het ChocoLAB waar je een ‘chocofeessie of chocobrainstorm kunt houden en chocoworkshops kunt volgen’. Als dat allemaal niet jouw ding is, kan je er wel gebruik maken van de wc. Helaas blijft Tony je ook hier lastig vallen met zijn marketing. Maar daar kan je natuurlijk gewoon je rug naar toe keren.

Handmassage

Voor corona zat hier een andere eigenaar, met nog heus toiletpersoneel. Ik herinner me een uitermate vriendelijke en vrolijke pleemeneer die vroeg: ‘zal ik een wc’tje voor je schoon maken’. Ook een handmassage behoorde tot de mogelijkheden en dat alles voor 50 eurocent. Waar vind je nog die speciale aandacht, dacht ik toen.

Uitgelicht

Wc café Américain revisited


Dé tip uit The 500 Hidden Secrets of New York is de hotellobby. Onder de kop ‘public restroom’ meldt de gids dat er maar weinig publieke wc’s zijn op Manhattan en die liggen ook nog eens ver uiteen. Het advies luidt: profiteer van de wc in een hotellobby. Bezoekers worden er immers niet snel geweigerd. Maar gedraag je wel alsof je er verblijft.
Wellicht ook een gouden tip voor een stad als Amsterdam met te weinig publieke toiletten. Recent heb ik het uitgetest in het Américain aan het Leidseplein. Of eigenlijk moet ik tegenwoordig zeggen: Hard Rock Hotel Amsterdam American. Als het ergens lukt, is het daar. Want naast de hotellobby is er ook nog het mooie grand café Américain.

Mulisch

Al in de jaren vijftig ontmoette de hele Amsterdamse artistieke wereld elkaar hier in het café. Iedereen die er toedeed of wilde doen, liet zich daar zien. Desnoods liet je je omroepen, net als Harry Mulish. Het verhaal gaat dat de schrijver zich regelmatig liet bellen. ‘Telefoon voor de heer Mulisch’. Zo zorgde hij voor zijn eigen promotie.

Schoteltje

Mijn eerste keer dat ik het Américain bezocht, was begin jaren ’80. Net verhuisd naar Amsterdam, en in hoge nood  durfde ik het aan. Geïmponeerd door de draaideur en het Art Nouveau decor herinner ik me een trap naar beneden die eindigde in een lange gang. Aan het begin zat een oude dame in een wit short achter een tafeltje met daarop een schoteltje en een bordje met ’50 cent’ ernaast. Het maakte indruk op me. Dit was de echte wereld. Zoveel geld had ik nog nooit aan een plas uitgegeven. Toen ik terugkeerde van het toilet was de dame weg en ben ik hem gesmeerd zonder te betalen.

Gratis

Na een verbouwing eind 2017 heropende het café. Het Art Nouveau interieur met de Tiffany-lampen, glas-in-loodramen en muurschilderingen met Shakespeareaanse taferelen was gelukkig behouden. Ik herinner me dat ik op de site las: ‘Café Américain combineert historische allure met 21ste eeuwse normen.’ Inmiddels is het café weer in andere handen. Dus, u kunt zich voorstellen: benieuwd hoe dat uitpakte voor het huidige sanitair moest ik op onderzoek uit.

Hard Rock

Eerst heb ik het toilet in de hotellobby uitgeprobeerd. Met de slogan Feel like a star zet het hotel zichzelf in de markt, en als een echte routinee doorkruiste ik de lobby richting de wc. Tot mijn ontsteltenis constateerde ik daar dat ze de boel flink hebben vernacheld. Niets is overgebleven van de originele inrichting.

Herinnering

Gelukkig is dat wel het geval met de toiletten in het café. Na alle wisselingen van eigenaar zijn die bij het oude gebleven. De art deco look lijkt ietwat opgefrist, het glas-in-lood met ‘dames’ en ‘heren’ is nog hetzelfde. Ook de opdrachtgever tot de bouw van het hotel, August Volmer hangt nog steeds samen met zijn vrouw aan de wand. Wel was de gang in mijn herinnering veel langer. Waarschijnlijk was het de hoge nood waardoor die voelde als een eeuwigheid, en natuurlijk vormde de wc-juffrouw nog een extra hindernis.

Tong Picasso

Mulisch, de toiletjuffrouw en het schoteltje zijn er niet meer;  de wc in het café-restaurant is tegenwoordig gratis. Mocht je onverhoeds op weg er naar toe een kelner tegenkomen die vraagt of hij je kan helpen, gedraag je dan als een superstar die verblijft in een van de 175 kamers van Hotel Américain, of pardon: Hard Rock Hotel Amsterdam American. En vertel hem dat je diep teleurgesteld bent omdat de tong Picasso niet meer op de kaart staat.

Uitgelicht

Plassen op het paleis

Atlas in het paleisToen het werd gebouwd in 1648 was het werelds grootste gebouw. Het ‘achtste wereldwonder’ noemden Amsterdammers het. De hardstenen reus gebouwd op 13.659 houten palen domineert het plein. Nog altijd als je de Dam oploopt, verrijst het paleis imposant in beeld. Wel is het even zoeken naar de ingang en hangt het gouden balkonnetje – een latere toevoeging van koning Lodewijk Napoleon – er als een zielige slinger bij.

Oorspronkelijk gebouwd als stadhuis van Amsterdam nam koning Lodewijk Napoleon van Holland het in 1808 in gebruik als paleis, en dat bleef het sindsdien. Zijn vrouw Hortense de Beauharnais vond het een gevangenis. Ze voelde zich opgesloten in het ‘paleis van de inquisitie’, schreef ze in een brief. Als ze het raam opende rook ze de stank van de Amsterdamse grachten.

Mocht u door de titel van mijn blog denken dat ik op zoek was naar een wc. Inderdaad. Dat klopt. In het centrum waar er zo weinig zijn, is het paleis een uitkomst. Wel je museumkaart meenemen. Want de ware reden van mijn bezoek is de tentoonstelling van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst. De prijs bestaat 150 jaar. En is bedoeld om jonge, talentvolle in Nederland werkzame schilders aan te moedigen in hun werk als kunstenaar. Op de jubileumtentoonstelling zijn naast winnaars en genomineerden van 2021 ook oud-winnaars van de afgelopen 25 jaar te zien.

De kunstwerken op de jubileumtentoonstelling Grensverkenners worden gepresenteerd als ‘interventies in het historische interieur. Zo ontstaan prikkelende visuele contrasten, een aanzet tot een dialoog tussen de kunstwerken en het gebouw, interieur en zijn lange geschiedenis’, lezen we in de catalogus. Mooie prietpraat. Ooit hoorde ik architecten over spanningsbogen die elkaar ontmoeten op de brug en gevels die met elkaar een dialoog voeren. 

Maar het werkt. De kunstwerken gaan zeker relaties aan met hun omgeving.  Hoewel sommige volledig weg vallen tussen de overdaad aan mahoniehouten empiremeubelen.

Royal Benching Kaili SmithMet uitzondering van het werk in de Burgerzaal; sterker nog, de marmeren galerij vormt een goed decor voor bijvoorbeeld Kaili Smith met zijn Royal Benching. In zijn verhalende schilderijen reflecteert Smith op een stedelijke jeugdcultuur, alledaagse vriendschappen en verbondenheid. Hij onderzoekt de sociale constructie rond ‘jeugdcriminaliteit’ en laat jongeren zien die opgroeien in een omgeving waar ze vaak te maken krijgen met  criminaliteit om hen heen, en daar tegelijkertijd – als prinsen en prinsessen – kracht en eigenwaarde aan ontlenen.

Royal Benching Kaili Smith

Vooral het figuratieve werk en de groepsportretten doen het goed in de overdadige omgeving, en lijken zich thuis te voelen in het paleis. Uiteraard is dat het geval met The Family van Helen Verhoeven in de Troonzaal. Het schilderij is een fictieve samenkomst van familieleden uit het heden en verleden van de Oranjes, van Willem de Zwijger, Maria Stuart tot en met leden van het huidige koningshuis. Oud-koningin Beatrix in haar rode stola spat als moeder-overste van het doek.

Helen Verhoeven (winnaar in 2008) flirt in haar werk met kunsthistorische tradities en botsende stijlen. Ze is bekend om haar Bijbelse verhalen en onderwerpen, waar ze dan weer een hedendaagse twist aan geeft. Met bijna soap-gehalte en veel blote piemels (bekijk links First Round) schildert en experimenteert ze erop los – soms bewust onbeholpen, soms uiterst precies. Let op de lichtval en hoe ze speelt met het oog van de toeschouwer. 

Ook het werk Lente 2020/Spring 2020 van Mattijs van de Bosch past hier mooi. Op de schilderijen van Van den Bosch zijn altijd gewone, alledaagse activiteiten te zien met werklieden op straat, bouwvakkers, politieagenten, ambulancebroeders, of een barvrouw in een café.

Zijn werk hangt boven de deur, vlakbij het balkon  waar bij troonswisselingen en huwelijken het volk wordt begroet. De vrouwfiguur op het doek staat in het venster en houdt een witte doek in haar hand. Wuift ze ons tegemoet of zeemt ze de ruiten en is ze bezig met de voorjaarsschoonmaak? Zijn werk lijkt een knipoog naar de balkonscène waarin de net afgetreden koningin Beatrix haar zoon en schoondochter aanspoorde met: ‘Even wuiven misschien’.

Toch nog even over de toiletten. In de Burgerzaal vroeg ik aan een suppoost of ik een blik mocht werpen op de wc van de koning en koningin. Helaas. Ze verwees me naar de publieke toiletten een verdieping lager.

Later dwaalde ik nog wat door de vertrekken, keek uit het raam over het plein, en dacht aan de koninklijke pot achter een van de vele deuren, maar vooral aan de eenzame ongelukkige koningin Hortence. ‘Je kunt geen triester woonoord bedenken’, schreef ze aan haar stiefvader keizer Napoleon. In dit paleis zou het voor haar nooit lente worden, en buiten rook ze ook nog eens putlucht.

Uitgelicht

Confort sanitaire au château

Net terug uit Frankrijk, om precies te zijn een weekje Loire. Het was een noodzakelijke reis; de wijnkelder was leeg. Frankrijk is mijn land van melk en honing, of beter gezegd: mijn land van wijn.

Natuur en cultuur gaan hier langs de Loire hand in hand. Historie, fraaie landschappen, goed eten en drinken. Het ene chateau na het ander, met en zonder wijn; alles is er prachtig. Zelfs het verval heeft hier allure, ook vergankelijkheid kent haar schoonheid.

Het bezoeken van de chateaus heeft een hoog ‘gluren bij de buren’- gehalte. Soms is het van een treurigheid vanwege alle vergane glorie. Oude adellijke families stellen noodgedwongen hun huizen open om zo het onderhoud ervan te kunnen financieren. Maar soms is de rijkdom zo overdadig en lijkt het alsof er nooit koppen rolden en de Franse Revolutie nooit heeft plaatsgevonden.

Op mijn weg slingerend langs de Loire begrijp ik weer goed waarom de Franse wc aanleiding vormde voor mijn eerste blogs. Wederom kruisen er heel wat bijzondere gevallen mijn pad.

Fransen zijn goed in de verpakking. Van buiten ziet het er aardig uit, maar achter de fraaie façade hapert de constructie en hangt alles met touwtjes aan elkaar.

Het verleden wordt in Frankrijk gekoesterd. Neem deze dweept wc-aanduidingen; zijn ze blijven hangen of illustreren de bordjes de belegen Franse smaak?

Vloerbedekking tegen de wanden, rond de pot een hoogpolig tapijtje, of de wc achter een gordijn in plaats van een deur, zoals bij de drie wc’s hierboven. Het blijven typisch Franse verschijnselen. Vooral de wc met de slingers was niet handig. Nog net niet hingen ze in de pot, wel in mijn haren en over mijn schouders. Lekker hygiënisch.

Kindvriendelijk  zijn de moderne Fransen wel. Opvallend al die kinder-wc’tjes die je tegenwoordig ziet. Naast wegwerp-wc-brillen zijn ze volop verkrijgbaar. Misschien valt me oog er op, nu ik zelf opa ben. Een ding is zeker: hierin heeft Frankrijk een voorsprong.

De briefjes-wc hierboven trof ik in een restaurant. Ook voor mij een nieuw fenomeen. Geen muur volgekalkt met graffiti en schunnige teksten, maar lieve boodschappen op witte, even grote blaadjes zorgvuldig op de muur geprikte briefjes. Très, très Jolie.

Tot slot, nog een tip van mijn New Yorkse vriend W.: ‘When in Rome, do as the Romans.’ Hij heeft gelijk: gewoon meegaan met de flow. Het maakt hier langs de Loire la vie en France in ieder geval een stuk gemakkelijker!

Uitgelicht

Verhitte fietsers, overvolle terrassen en het einde van het mondkapje

Mondkapje in wc-potVandaag regent het. Snel, snel, snel nog even een boodschap doen. Met mondkapje op, winkel in en uit. Bij het kruispunt Ferdinand Bol Stadhouderskade kijkt een fietser me agressief aan. Hij heeft overduidelijk haast. Misschien is het de regen en wil hij droog thuis komen. Misschien op weg naar een van de gratis testlocaties, voor het feest vanavond. Opzij, opzij, opzij. Ik heb zo’n ongelofelijke haast. Thuisblijven is geen optie meer. De hectiek in het verkeer lijkt toegenomen, de mobiliteit komt weer lekker op gang. Het overvolle terras met well-to-do-millennials contrasteert scherp met de bedelaar die in het Engels om geld vraagt.

Ik weet niet hoe het met u zit; ik ben er niet gerust op. In Australië is weer een strengere lockdown vanwege de deltavariant, in Israël zijn in publieke binnenruimtes de mondkapjes opnieuw verplicht. Natuurlijk gun ik iedereen een geweldige slutty summer. Maar als ik al die volle terrassen, rijen bij de gratis testlocaties zie en verhalen over Albufeira hoor, hou ik mijn hart vast voor september. Opeens gaat het me te snel. Ik wil nog geen handen schudden, en drie zoenen al helemaal niet. Ik wil niet meer terug in mijn kot. Moeten we geen lessen trekken uit vorig jaar? Moeten we toch niet iets vasthouden, ook al zijn veel mensen gevaccineerd. Al is het maar wat meer verdraagzaamheid, solidariteit en medemenselijkheid.

In een mooi portret in Het Parool deelt Marleen Stikker, directeur van de Waag, de mensheid in twee categorieën. Ze spreekt van  werkelijkheidsmensen tegenover mogelijkheidsmensen. De eerste groep neemt de wereld zoals die is en gaat daarin optimaliseren, soms heel creatief en idealistisch. De mogelijkheidsmens daarentegen kan zich een wereld voorstellen die nog niet zichtbaar is en zoekt het in verandering en innovatie.

Later in hetzelfde interview geeft ze nog een tweedeling. ‘(…) Het gaat erom hoe je in het leven staat. De een gaat gedachteloos mee, de ander stelt zich vragen.’ Het gebruik van dit soort frames is retorisch een sterke zet, het dwingt de toehoorder om een keuze te maken. Behoor ik in de eerste categorie of maak ik deel uit van twee? Ga ik uit van de werkelijkheid en zoek ik naar kansen of kijk ik net even verder om de hoek naar nieuwe mogelijkheden. In de laatste tweedeling zet Stikker het frame net even scherper neer: neem ik gedachteloos alles zoals het zich aandient? Of ben ik een vragensteller? Gedachteloos klinkt ook weer zo jong en blond. Maar iemand die alleen maar vragen stelt, kan ook bloedje irritant zijn. Kom eens met oplossingen, zeggen we dan!

Het stoplicht springt op groen. De jonge agressieve Tom Dumolain sprint er vandoor. Terwijl ik hem na kijk, probeer ik hem in een van de indelingen in te passen. Is hij een werkelijkheidsmens en neemt hij de wereld zoals die is of zoekt hij naar nieuwe mogelijkheden? Waarom keek hij zo agressief? Ik behoor duidelijk tot de categorie vragenstellers. De fietser is al lang uit het oog verdwenen.

Even verderop passeer ik een paar jongens die me ook weer nadrukkelijk aankijken. Dit keer niet agressief, eerder uitdagend, alsof ze me willen uittesten. En dan opeens besef ik dat ik nog steeds mijn blauwe Adidas mondkapjes op heb. Ik lijk er aan gewend geraakt. Het biedt beslist bescherming tegen regen en kou, want zo warm is het nu ook weer niet. Zie je wel, ik stel vragen, maar denk ook in oplossingen.

Ik fiets verder. Het regent nog steeds.

Uitgelicht

Bezet onze cultuurtempels!

Toilet bezet

Kunst is zuurstof voor de geest, noemt de een het. De ander noemt kunst seks voor het brein. Zuurstof, seks. Uiteraard is zuurstof noodzakelijk om te leven. Zonder seks lukt het wel even. Maar geheel zonder seks zou de mensheid ook niet bestaan. Hoe dan ook ik sta te lang droog. Ook voor een toiletblogger is kunst en cultuur onontbeerlijk.

Juist nu hebben we kunst harder nodig dan ooit. Een rijke culturele omgeving levert stof tot denken en debat, biedt geestelijke verrijking en zorgt voor weerbaarheid. Soms wil je worden opgetild, door schoonheid getroost en geïnspireerd worden. Kunst kan je wegblazen, ontregelen en voor verwarring zorgen, soms is dat juist nodig om onszelf en de wereld te leren kennen. Ramsey Nasr schrijft in De fundamenten: ‘Kunst biedt houvast door mee te wankelen. Kunst toont onzekerheden en laat zien dat we niet onkwetsbaar zijn. Via die U-bocht biedt kunst troost.’

Waarom dan deze drooglegging? Het kabinet behandelt cultuur en kunst als tijdverdrijf, een luxe. Volgens minister De Jonge is cultuur niet essentieel en eigenlijk niet nodig. “We zijn allemaal kunstliefhebber en we gaan graag naar een theater en een museum,” zei hij laatst. “Maar stel je voor dat je een dag zonder zou moeten, dan kan dat. Je kunt ook níét naar het theater gaan en een mooie dvd opzetten”, aldus de minister. Maar waarom mogen we wel naar de drankhandel en niet naar een boekhandel en wel naar Ikea, het bordeel, De Efteling, de sportschool, het terras, en niet naar musea, een concert of het theater? Begrijpt u het?

Ik kan het dedain waarmee naar kunst en cultuur wordt gekeken, niet anders verklaren dan als een knieval voor het populisme. Cultuur en kunst worden afgedaan als een hobby van de witte wijn drinkende grachtengordel. In haar essay in NRC Handelsblad ziet Nelleke Noordervliet vooral angst. Angst voor kunst, zoals er angst is voor het virus. Want, zo vervolgt ze: “Kunst kan ontregelen, lastige vragen stellen. Kunst is een eigenzinnige, subversieve maar ook vormende kracht in de maatschappij. Kunst woelt om, maakt los, zoekt antwoorden, geeft commentaar (…) Kunst is de werkelijke tegenmacht.”

Ze heeft gelijk. Maar die tegenmacht moet nog wel worden gemobiliseerd. Daarom hier de oproep aan alle cultuurmakers, kunstenaar en kunstliefhebbers: laten we massaal onze cultuurtempels bezetten. Laten we zingen, dansen, spelen en ontregelen. En we hebben geen tomaten nodig. Cultuur is zuurstof en seks tegelijk, eten, drinken, witte wijn: alles tezamen!

Uitgelicht

Achterkamertjespolitiek

Willink en KaagVan journalist Hans Aarsman heb ik geleerd dat je bij het duiden van foto’s eromheen moet denken, maar deze foto nodigt uit om erachter te denken. Op de voorgrond zien we Sigrid Kaag en Herman Tjeenk Willink. De plek is de Stadhouderskamer, ooit de werk- en ontvangstkamer van stadhouder Willem V. Sinds 2012 wordt de kamer gebruikt tijdens de formatie van nieuwe kabinetten. Volgens de website van de Tweede Kamer ziet de kamer – op wat technische aanpassingen en nieuwe stoelen na – er nog precies zo uit als toen Willem V hem in 1790 gebruikte. Maar wat doet dat kamerscherm daar in de hoek? Het rijstpapieren scherm detoneert in de statige Stadhouderskamer, alsof het net is opgehaald bij de Xenos.

Wat verbergt het scherm? Misschien staat er wel een papierversnipperaar om alle persoonlijke aantekeningen te laten verdwijnen. Of schuilt achter het scherm de exit richting een functie elders? De Haagse achterkamertjespolitiek is hardnekkig. En kan informateur Herman Tjeenk Willink deze cultuur doorbreken?

Maar misschien is het allemaal veel onschuldiger en staat achter het scherm een chemisch toiletje. De kans is immers niet gering dat de grijze eminentie Tjeenk Willink behept is met een te grote prostaat. Menig heer op leeftijd krijgt daar mee te maken. Zeker voor een formateur is dat knap ongemakkelijk. Stel je voor, met al die gesprekken die hij moet voeren, is dat toch een dingetje. Maar met het kamerscherm voegt Tjeenk Willink zich wel in de traditie van de 17de eeuwse Zonnekoning die in zijn Paleis van Versailles midden in de kamer achter een scherm plaste en poepte. Overigens, toen de verkenners Jorritsma en Ollongren hier in de Stadhouderskamer hun gesprekken voerden, was het scherm al op de foto’s te zien. Want er zijn ook veel vrouwen met een kleine blaas.

Openheid kan vertrouwen winnen. Daarnaast is in een ingewikkelde formatieproces vertrouwelijkheid belangrijk. Je ziet het voor je: Tjeenk Willink zit achter het scherm op de pot en roept naar Rutte aan tafel: ‘Mark, nu ik je even niet in de ogen kan kijken. Zeg eens eerlijk. Zou je dat nu wel doen, nog een periode?’

Hoe het er werkelijk aan toegaat daar in de Stadhouderskamer?  We zullen het nooit weten. Het geheim van het kamerscherm blijft in de discrete handen van Tjeenk Willink. Want ook al is het einddoel van deze minister van Staat om een document op te leveren dat een ‘nieuwe bestuurscultuur’ ademt; het blijft daar in de Stadhouderskamer ouderwetse achter-het-kamerscherm-politiek.

Stadhouderskamer met Tjeenk Willink

Uitgelicht

Dromen over je eigen wc

La RecoletaKent u dat, soms lukt het niet om de slaap te vatten. In plaats van schaapjes tellen, de tafels van 2, 3, 4 en 5 opzeggen of het opsommen van alle vakanties van de afgelopen jaren, speel ik het spel met de plinten. In gedachten volg ik de plint in een van de huizen waar ik heb gewoond. In mijn hoofd teken ik de plattegrond; de lange gang in mijn geboortehuis van voor naar achter, de woonkamer in en de voorkamer uit. De trap naar boven, langs de overloop naar de eerste van de vijf slaapkamers. Of langs de plint van mijn eerste studentenkamer – wel met visgraatparket – recht toe, recht aan en snel klaar. Mijn kraakpand op de Albert Cuyp en huis in de Jordaan vragen meer tijd. Maar het werkt. Voordat ik de hele plattegrond heb getekend, heeft de slaap me ingehaald.

Droom
Laatst bedacht ik een variatie op het spel met de plinten: het visualiseren van alle wc’s in de huizen waar ik heb gewoond. Ik kwam op het idee, omdat ik altijd schrijf over andermans en nooit over mijn eigen wc. Maar misschien kwam het ook, omdat ik die ochtend wakker was geworden uit een droom waarin ik opgesloten zat in de brandkast van mijn ouderlijk huis. De deur was achter me dicht gevallen en mijn mobiel werkte daar niet. Gelukkig ontwaakte ik toen uit de droom. Volgens mijn zus had ik een andere plint moeten volgen. Ik  ben het eens met haar eens; het wordt tijd voor een nieuw spel.

Toveren
Dus probeerde ik  laatst – toen ik  niet in slaap kon komen – alle wc’s in de huizen waar ik ooit woonde, voor de geest te halen. Ik telde er 15. Raar genoeg kon ik me niet meer herinneren welke kleur de wanden hadden, of er raampjes waren, hoe het licht naar binnen kwam en de sfeer was. Mijn herinneringen en vooral mijn ogen lieten me in de steek. Wel kwamen er bij het omhoog toveren van al die kamertjes geluiden terug.

Droog geluid
Zo hoor ik nog steeds levendig het sluiten van de massieve wc-deur in mijn ouderlijk huis. Ook het geluid van het doortrekken van de stortbak klinkt in mijn oren als de dag van gister, terwijl het toch al een tijdje geleden is dat ik daar heb gezeten. In mijn eerste Bredase studentenhuis was de wc op een gang, die weer toegang gaf aan een serie kamers. Het geluid van de glas-in-lood-ruitjes in de deuren en de doffe voetstappen op het marmoleum op de gang kan ik me nog goed herinneren. Ook het sluiten van de deur van de gemeenschappelijke wc in mijn tweede studentenhuis klinkt nog steeds vertrouwd: een droog geluid, er lag vast vloerbedekking. Maar of er een raampje was, weet ik niet meer. Toch vreemd hoe die herinneringen werken.

Buenos Aires
Nog even over mijn wc van nu. Ik vrees dat ik net de huisschilder ben die zijn eigen huis nooit schildert. Eigenlijk is er niet veel bijzonders over te vertellen. Hoewel de foto die er hangt beslist een kunstwerk is. De foto is gemaakt op de beroemde begraafplaats La Recoleta in Buenos Aires, waar onder meer Evita Perón ligt. Op de achtergrond zie je een affiche met een meer dan levensgrote voetballer die een energiedrankje aanprijst. Het verstilde dodenrijk met mausolea, kapelletjes en praalgraven contrasteert scherp met de vitaliteit van de Argentijnse sportman. Naadloos wordt het leven hier gecombineerd met de dood.

Geheugen
Mijn lief P. claimt dat hij de fotograaf is geweest, maar volgens mij ben ik de maker. Althans dat dacht ik. Voor deze gelegenheid dook ik in mijn archief en vond het beeld van La Recoleta terug tussen twee foto van mezelf, genomen door P. Hij heeft gelijk, ongetwijfeld is hij de fotograaf. Hoe kan ik me zo vergissen. Meestal zijn mijn foto’s onscherp en valt de helft er af. En deze heeft niets van dat alles, integendeel de foto is haarscherp en een goede vlakverdeling maakt het tot een mooi beeld. Vreemd toch hoe het geheugen soms een loopje met je neemt.

Uitgelicht

Reizen is essentieel voor toiletblogger

Zonnebloemen en pissoirSoms droom ik van een autorit door een Toscaans landschap met glooiende heuvels waarover een lappendeken lijkt gedrapeerd en her en der een cipres bovenuit torent. En ik droom van fietsen door velden vol zonnebloemen en dan weer door eindeloze bollenvelden onder een strak blauwe lucht. Het is de weidsheid van het landschap waarnaar ik verlang. Maar dromen vullen geen blogs.

‘S werelds mooiste
Reizen, inspiratie opdoen, avonturen beleven is essentieel voor een toiletblogger. Niet alleen zien, maar ook voelen en meemaken. ‘Wie zijn bestemming kent, vindt de weg’, luidt een Chinese wijsheid. Nou, de bestemming is het punt niet. Al die bijzondere wc’s in de wereld die ik nog eens wil zien en voelen. Zo zou ik graag eens zitten op een Japans supersonische bidet-toilet. Ook de als ‘s werelds mooiste betitelde mozaïekplee van de kunstenaar Friedensreich Hundertwasser in Nieuw-Zeeland zou ik ooit nog wel eens in het echt willen zien.

Wow-factor
Kortom, als toiletblogger moet ik op reis. Dat is essentieel. Ik begin bij het tankstation Total. Want ook in Nederland staan de ontwikkelingen niet stil. Onlangs presenteerde Total een plan voor het ‘nieuwe toiletteren’ in 28 Nederlandse tankstations. De wc-pot wordt daar het middelpunt van een ‘wellness’-ervaring. Total spreekt van een ‘zengevoel’ en volgens de woordvoerder heeft de wc de ‘wow-factor’. Dus u begrijpt, daar rij je voor om.
Het nieuwe toiletconcept bestaat uit een combinatie van geluid, licht, geur en technologie. Je hoeft niets meer aan te raken, ook de geluiddichte cabines dragen bij aan een beter comfort. Op interactieve spiegels zijn boodschappen, filenieuws en aanbiedingen te lezen. Bovendien staat er een slimme weegschaal, waarop je binnen een of twee minuten een gezondheidscheck kunt doen en je bloeddruk, gewicht en zuurstofgehalte wordt gemeten. En vergeet de vogelgeluiden niet die het zengevoel compleet moeten maken.

Meneer Toto
Professor Johan Molenbroek – ergonoom aan de TU Delft – volgt al veertig jaar de ontwikkelingen op toiletgebied. Laatst gaf hij in een radioprogramma commentaar op de ‘zen-wc’ van Total. Volgens hem hechten we tegenwoordig steeds meer waarde aan onze hygiëne. We wassen onze handen vaker en hoogstwaarschijnlijk behoort wc-papier snel tot de verleden tijd. In het Total-concept herkent Molenbroek de Japanse douche-wc. Deze uitvinding van meneer Toto gebruikt geen papier, maar spuit schoon waarbij je temperatuur en kracht van de waterstraal zelf in kan stellen. Toto ontdekte dat vrouwen vergeleken met mannen meer water gebruiken en laten kletteren, om zo hun eigen geluiden te overstemmen. Daarom bedacht meneer Toto een duurzame oplossing voor geluidsoverlast en waterverspilling: een muziekje.

België
Total start in het voorjaar met de eerste drie tankstation: in Leiderdorp, Woudenberg en Nieuwegein. Ik weet nog niet welke van de drie ik het eerste aandoe. Waarschijnlijk wordt het Leiderdorp. Misschien is één ook wel genoeg. Als ik het concept maar snap.
Misschien wordt de bestemming België, zodat ik ook nog een Shell-tankstation kan meepikken. Daar verzorgt 2theloo de wc‘s. Ik las dat ze intensief werken aan een ‘beter dan thuis’-toiletervaring, die zo min mogelijk impact heeft op het milieu. De wc verbruikt 60% minder water, 53% minder zeep en 79% minder papier. Vooral dat ‘beter dan thuis’ doet mijn hartje sneller kloppen. Mijn eigen wc heb ik inmiddels wel gezien, alles is nu al snel beter dan thuis.

Gaatje

Waar ik na België belandt, weet ik nog niet. Ik loop niet weg en ben niet op de vlucht. Niet zoals de dichter J. Slauerhoff. De schrijvende scheepsarts was altijd onderweg naar Azië, Zuid-Amerika en schreef: ‘In Nederland wil ik niet leven, / Men moet er steeds zijn lusten reven, / Ter wille van de goede buren, / die gretig door elk gaatje gluren.
Buiten wcOverigens doet dat ‘gaatje’ me denken aan zo’n buiten-wc die ik vorig jaar op Texel zag, met een deur waar een hartje is uitgezaagd.

Zeg eens eerlijk, er valt nog zo veel te beleven. Zelfs in Nederland.

 

 

 

P.S. ‘Reven‘ betekent verkleinen. Oorsprong: het zeil kleiner maken bij harde wind.

Uitgelicht

Tussen de boeken met Oek de Jong

Toilet annex boekenkast

Mijn wereld wordt kleiner. Er kruisen geen nieuwe wc-exemplaren mijn pad. Misschien moet ik mijn bakens verzetten, mijn repertoire verbreden en over andere onderwerpen schrijven, of op zoek naar een nieuwe hobby.

Regelmatig lees ik een boek, maar een hobby wil ik dat niet noemen. Recent las ik Zwarte schuur van Oek de Jong. Ik hou van zijn werk. Zijn eersteling Opwaaiende zomerjurken heeft de meest beeldende titel uit de hedendaagse Nederlandse literatuur. Cirkel in het gras vind ik een van de mooiste liefdesgeschiedenissen uit de Nederlandse literatuur. Ik heb het verslonden. Ook de liefdesverhoudingen in Hokwerda’s dochter overrompelen en sleuren je mee.

Een recensent omschreef het werk van Oek de Jong als sensueel. Dat mag je inderdaad wel zeggen. Met een fijne sensibiliteit voor details, uiterlijkheden, geuren en kleine dingen die een stemming of sfeer bepalen of sturen, neemt hij je mee. Zo wemelt het van de leren kleding in zijn romans. Leren jassen en laarzen, maar ook broeken en rokken: huid die op huid wordt gedragen. Typische details waarmee De Jong in één klap het verhaal een erotische lading geeft. Hij laat het je voelen.

Als voorbeeld noemt de recensent van Zwarte schuur een klein zinnetje dat meerdere malen terugkeert: ‘Hij veegde het haar uit zijn ogen.’ De recensent vraagt zich af of het niet gebruikelijker is om te zeggen: hij stréék het haar uit zijn ogen? Waarna een analyse volgt dat De Jong er het veel lomere ‘veegde’ van maakt en ‘jawel, daar gaat die trage hand naar die rommelige haarlok, je ziet dat nonchalante vegen en voelt de ogen die tevoorschijn komen ineens op je gericht.‘ In De Jongs proza volgt het ene zintuiglijke beeld na het ander. Je ziet, hoort en voelt het.

Tijdens mijn studie Nederlands deed ik onderzoek naar de verhaalmotieven in de roman Cirkel in het gras. Op zoek naar verbanden tussen de verschillende passages die de eenheid van het verhaal maakten, ontdekte ik het steenmotief. Overal vond ik stenen. Ik schreef mijn scriptie, overtuigde mijn hoogleraar met mijn scherpzinnige inzichten en kreeg een 9.

In diezelfde tijd volgde ik nog een tweede studie voor docent Nederlands. Voor het vak hedendaagse literatuur besloot ik mijn Oek de Jong-scriptie nogmaals in te zetten. De in mijn familie veelvuldig beproefde aanpak met de ‘kaasspreekbeurt’ bracht me op het idee. Mijn vader, im- en exporteur van kaas, maakte deel uit van een familiebedrijf. De spreekbeurt over kaas was gedeeld familiekapitaal. Mijn zussen en broer, neven en nichten, de hele familie gebruikte dezelfde spreekbeurt. Op de lagere school, middelbare school, in het Nederlands en in het Engels. Wij wisten alles van kaas.

Zo gezegd zo gedaan, leverde ik mijn scriptie over het steenmotief in Cirkel in het gras voor een tweede keer in. Maar kennelijk waren ze op de lerarenopleiding minder overtuigd van mijn analytisch vermogen en scherpe observaties, want wat schetste mijn verbazing: ik kreeg slechts een 6.

Terug naar Zwarte schuur. De roman verhaalt over de schilder Maris Coppoolse, en over leven met een trauma, de verwerking ervan en nog veel meer. Net zoals ik destijds overal stenen bespeurde en het steenmotief herkende, zo zie ik nu – sinds dat ik toiletblogs schrijf – overal wc’s. Zelfs als ze er niet zijn.

In de legendarische ‘O Maris, mag ik plassen waar je bij bent’-scène laat Maris zijn hand bewateren door Albertina: ‘Zonder aarzeling stak Maris zijn hand tussen haar dijen. Hij bespeurde er de warmte en vochtigheid van haar kut, de rug van zijn hand schampte langs een gladde schaamlip, en toen voelde hij de warme urine over zijn hand stromen. Met een zacht geluid viel het vocht op de aarde. Albertina had omlaag gekeken naar zijn hand, en toen ze eindelijk kon plassen, toen het begon te stromen, keek ze verrukt naar hem op.’

Oek de Jong won de Boekenbon Literatuurprijs met deze roman. Volgens de jury moet het werk ‘…beschouwd worden als een toonbeeld van de rijkdom en reikwijdte van de literaire roman’.

Hoe mooi, welk motief je hier ook in terugziet, de fijne sensitiviteit van De Jongs proza, zijn taal geladen met zintuiglijke beelden, maakt dat je meevoelt. Je voelt de warmte van de plas op je handen. En je weet, dit is goed.

Uitgelicht

De top 5 meest bijzondere wc’s van 2020

Expo Cube

Was 2020 een goed wc-jaar? Als u het mij als toiletblogger vraagt, niet echt. Er kwamen weinig bijzondere wc’s op mijn pad, en vergeleken met voorafgaande jaren kreeg ik minder exemplaren toegestuurd. Wel werd ik regelmatig gewezen op nieuws over wc-papier. Natuurlijk is het allemaal de schuld van corona. Want wat is niet de schuld van corona?

Vrachtwagen met wc-papierEn hoe staat het eind 2020 met het openbare toilet? Jaarlijks vraagt de Nederlandse Maag Lever Darm Stichting op 19 november aandacht voor goede sanitaire voorzieningen en toegang tot schone en veilige toiletten voor iedereen. Op die dag, de Wereld Toilet Dag, wordt de stand van zaken opgemaakt.

Dit jaar blijken vooral toeristische gemeenten goed te scoren met openbare toiletten. Súdwest-Fryslân, Schouwen-Duiveland en Schiermonnikoog zijn de drie kleinste met de meeste wc’s per inwoner. De grootste toeristentrekpleister Amsterdam echter blijft schromelijk achter, daar worden zelfs openbare toiletten weggehaald. Of is dat juist om toeristen te ontmoedigen de hoofdstad aan te doen? Het zal wel de schuld van Femke Halsema zijn. Want wat is niet de schuld van Femke?

Mijn top 5

Natuurlijk deel ik graag ook dit keer mijn persoonlijk jaaroverzicht met opmerkzaam nieuws op wc-gebied. Wel sla ik even de wc-papierperikelen uit 2020 over.

Nummer 1. De Poepdoos

poepdoosNora Jongen en Josine Beugels kwamen op het idee voor deze poepdoos in juni toen alleen gekampeerd mocht worden wanneer je je eigen toilet meenam. Ze gingen op zoek naar een niet-chemisch toilet, die er ook nog leuk uit zag, zochten stad en land af, en vonden niks, uiteindelijk besloten ze er zelf een te ontwerpen.

Corona bracht ellende, maar ook veel creativiteit te weeg. Inmiddels is de draagbare wc uitverkocht. Dames, misschien tijd voor een reprise? Want met de warme zomers die worden voorspeld, is dit zeker een blijvertje. Er gaat immers niets boven een mooie poepdoos.

Nummer 2. Black, the queen of all colors

Zwarte wcBlauw werd dit jaar tot trendkleur uitgeroepen. Toch was het vooral zwart wat de klok slaat op de wc  in 2020. De schilder Pierre-August Renoir zei ooit: ‘I’ve been 40 years discovering that the queen of all colors was black.’ Gaat de zwarte wc-pot de witte verdringen?

Over kleur op de wc gesproken, afgelopen week zag ik in Huis Marseille een foto van een beige wc met een roze zeepje. Fotografe Farah Al Qasimi brengt de gescheiden werelden van mannen en vrouwen in beeld in de Golfstaten. Aparte wachtkamers, wc’s, maar ook met kleur gecodeerde producten – zoals blauwe zeep voor mannen en roze voor vrouwen – onderstrepen de strenge scheiding tussen de geslachten. Gender-neutraal is nog ver te zoeken daar in de Golfstaten.

Nummer 3. Slimme doorzichtige Japanse wc’s

doorzichtigewcIn Tokio verrezen in een aantal parken toiletunits met transparante muren. Wie hoge nood heeft kan naar binnen kijken om te zien of de weg vrij is.

Prijswinnend architect Shigeru Ban ontwierp samen met een handvol andere topontwerpers deze bijzondere wc’s. De cabines zijn gemaakt van gekleurd ‘slim glas’ dat ondoorzichtig wordt als het toilet bezet is. Of je ook van binnen naar buiten kunt kijken, weet ik niet. Ik hoop het, want dat maakt deze plek nog specialer.

Nummer 4. Zingende pisbakken

4+4 dny v pohybu 2020 urinal music instalationVriend Bep wees me op deze vrolijkheid. De installatie met de zingende pisbakken was in het echt te zien op het Praagse festival 4+4 Days in Motion in oktober. Het muzikale spektakel mocht dan geen direct gevolg zijn van corona, er keken dit keer wel veel meer mensen online mee. Bekijk en geniet van de zingende pisbakken.

Nummer 5. De paellapan op de wc

paellapan en wcHoe besluit je zo’n raar jaar als 2020? Inderdaad met een raar exemplaar. De paellapan als spatscherm. Bovendien is het een mooi idee om te eindigen met dit exemplaar uit de Languedoc waarmee ik ooit begon. Nu is het rond.

Het is overigens niet waarschijnlijk dat deze paellapan dit jaar uit de kast is gekomen. Grote kerstdiners met familie en vrienden zaten er niet in. We gaan voor 2021!  Iedereen een mooi en vooral gezond jaar gewenst.

Over het kerstdiner gesproken WC-etiquette rond het kerstdiner. Hoe hoort het eigenlijk? blijft mijn meest gelezen blog.

Uitgelicht

Het verhaal van de paellapan, de wc en mijn blogs

paellapan en wc

Het begon allemaal met deze paellapan. Ik kwam hem tegen op een wc in een restaurant ergens in Zuid-Frankrijk, in de Languedoc. De grote pan sprak tot de verbeelding, om nog maar te zwijgen van die kapstok er naast. Van wie was die trui die daar hing? En waarom stond die pan daar? Wat voor gerechten werden er in bereid? Paella op z’n Frans? En bij welke gelegenheden werd de pan uit de wc gehaald? De drukke inrichting duidde op een krappe behuizing, terwijl op het Zuid-Franse platteland aan ruimte geen gebrek is, in tegendeel zelfs.

Waar ik precies in de Languedoc de pan tegen het lijf liep, weet ik niet meer. In ieder geval was het in de zomer van 2015. De pan markeerde de start van mijn carrière als toiletblogger. Dat weet ik nog wel. Door een heel klein wc-raampje viel er licht op de pan. Ik had ‘m eerder niet eens herkend. De lichtbundel bood een geheel nieuwe kijk op mijn toiletbezoek.

Later moest ik denken aan het lied Anthem waarin Leonard Cohen zingt dat ieder mens een scheurtje heeft waardoor het licht naar binnen kan vallen. In mijn geval was het geen innerlijk scheurtje, maar een raampje waardoor het licht naar binnen viel en alles in een ander daglicht kwam te staan.

Er schuilt iets ontegenzeggelijk positiefs in dat lied van Leonard Cohen: Ring the bells that still can ring/ forget your perfect offering/there is a crack in everything / that’s how the light gets in. Cohens Anthem gaat over het omarmen van onvolkomenheden in plaats van die te bestrijden. Aan het begin van het nummer zingen de vogels: Begin opnieuw, sta niet stil bij wat je bent kwijtgeraakt of bij wat gaat komen. Wat je doet hoeft niet perfect te zijn. Als we wachten op perfectie komen we immers nooit waar we willen.

Ooit las ik over een psychiater die altijd aan zijn patiënten vroeg of er toch niet ergens een scheur in de duisternis is die ze samen kunnen zoeken? Terug naar de pan en de ‘barst in alle dingen’ waar Cohen over zong; daar in de Languedoc leerde ik mijn onvolkomenheden te omarmen en niet langer te bestrijden. Make it work for you. Buig het om. Door het licht op de paellapan kreeg ik een andere, nieuwe kijk op die ruimte, waar ik noodgedwongen door mijn handicap (vaak plassen) te vaak kom en eigenlijk helemaal niet wil zijn. Uiteindelijk inspireerde deze nieuwe beleving tot het schrijven van verhalen, tot op de dag van vandaag.

Toch nog even over die pan: waar die zich ook op dit moment mocht bevinden, een ding is zeker, het wordt dit jaar niets met die pan. Want kerstetentjes met veel mensen zitten er echt niet in. Helaas.

Uitgelicht

De vele lagen van wc-papier

coco capitan selfie toiletDeze fascinerende foto van Coco Capitán zag ik voor het eerst in Maison Européenne De La Photographie (MEP). Dat is al weer bijna twee jaar geleden. Het brengt heimwee teweeg, naar Parijs, naar nieuwe beelden, naar verhalen. Hoe fijn is het, zeker in deze tijd, om je te laven aan kunst, te kijken naar mooie dingen en te luisteren naar bijzondere verhalen.

Donderdagavond belandde ik in het programma Beste Zangers. Rapper Diggy Dex zingt over zijn moeder die er van door ging met een vrouw. Over 25 jaar vertelt hij zijn kinderen dat hun oma een voorbeeld is, want ze volgde de weg van haar hart. Ontroerd voor de buis realiseer ik me dat ik de laatste tijd vooral behoefte heb aan troostrijke verhalen. Misschien heb ik iets te veel over pisbakken geschreven en te weinig over waar het echt om gaat.

Hoewel, in mijn blogs probeer ik toch alle hoeken van de samenleving te raken. Noem maar op: het milieu, duurzaamheid, de coronapandemie, trends in kleurgebruik, toeristenbeleid, hotels, taal, genderneutrale wc’s, gemis aan wc’s in de openbare ruimte, wc-papier. Vooral dat laatste kwam vaak langs. Veel, heel veel wc-papier. Dat leeft. Iedereen realiseert zich in deze barre tijden hoe belangrijk wc-papier is.

Neem Oostenrijk, daar maken ze zelfs speciale coronapostzegels van wc-papier. Ze kwamen op het idee toen in de eerste lockdown wc-papier telkens was uitverkocht. De wc-rol werd daarmee hét symbool van de lockdown. Wc-papier is hot. Zelfs in een gerenommeerd tijdschrift als het Filosofie Magazine komt wc-papier langs. In het oktobernummer vraagt Alicja Gescinska zich af wat de definitie is van origineel wc-papier. Dat naar aanleiding van de tekst ‘Schoon en origineel’ op de verpakking van rollen wc-papier. Weerklinkt bij gebruik de Vier Seizoenen van Vivaldi uit de papiervezels? Zou er een lichtshow mee gepaard gaan? Dat zou pas origineel zijn, schrijft ze. Hoe dan ook, in haar verhandeling schuwt ze verwijzingen naar Homerus en James Joyce niet. De betekenis van wc-papier wordt serieus genomen.

Vorige week las ik de column van Sylvia Witteman in de Volkskrant over het gebrek aan wc-papier. In één zinnetje bracht ze alle ellende van de wereld terug naar de banaliteit van alledag. Ik citeer: ‘Trouwens: wegwerpmondkapjes zijn volkomen ongeschikt om na het wateren in de vrije natuur je doos mee af te drogen dus, dames, koop ze van 100 procent katoen!’  Sylvia is mijn held. Ik hou van haar rake observaties van het dagelijks leven. De dag ervoor ging haar column over paddestoelen plukken in het bos. Je ziet haar zitten tussen de boleten en cantharellen, zonder wc-papier. Ik zei het al: wc-papier is hot!

Coco Capitan in Seoul

Ook Coco Capitán is hot. In Metal Magazine wordt de Spaanse fotografe gevraagd waar ze haar inspiratie vandaan haalt: Coco Capitán: ‘I love to mess around with the genres. I am inspired by loud music, a good book, an intense conversation, wine in a gallery, and a movie in Prince Charles’ cinema.’

Uitgelicht

Een wc voor de hele stad

krul prinsengracht verwijderdInmiddels weet ik ze allemaal te vinden. Ik kan de weg er naar toe uittekenen. Ook al is de ene krul de andere niet. Ik ben ze allemaal dank verschuldigd. Laatst las ik dat de Britse queen Elizabeth 8 uur lang haar plas kan ophouden. Vanwege haar vele publieke verplichtingen is dat uitermate handig. Mij lukt het nog geen half uur.
Vooral in de eerste maanden van de lockdown – het lijkt al weer zo lang geleden – vergaarde ik veel kennis over de toiletvoorzieningen in het centrum van Amsterdam. De stad lag er bloedmooi, maar eenzaam bij. Horeca, musea, theaters; alles gesloten. De wandeling over de grachten, mijn dagelijkse enige uitje. Toegerust met een kleine blaas gaf het netwerk van publieke toiletvoorzieningen noodgedwongen richting aan mijn wandelingen.

Vijf krullen

Vooral het Singel was regelmatig doelwit van mijn tochten. Die gracht telt zowaar vijf krullen: een tegenover huisnummer 43, een tweede tegenover 167, een om de hoek van de Raadhuisstraat, een tegenover 311 en tot slot een op de hoogte Bloemenmarkt. De rest van het westelijke deel van de grachtengordel is heel wat minder toebedeeld. Neem de Prinsengracht, na de krul bij het homomonument op de Westermarkt is het een forse wandeling naar de volgende. Pas op de hoogte van nr. 432-436, waar tot het voorjaar 2013 het Paleis van Justitie gevestigd was, staat een krul. Althans, zo was dat tot begin juni van dit jaar.

Rosewood

En toen was het tweede pinksterdag en was er van alles aan de hand. De zon scheen, op de Dam de Black Lives Matter demonstratie, de terrassen mochten weer beperkt open. Blij en overmoedig, dronk ik een Aperol Spritz teveel. Op weg naar huis werd ik bestraft, kwam de aandrang en was al mijn hoop gevestigd op de krul voor het voormalige gerechtshof op de Prinsengracht. Maar helaas. Ik was het helemaal vergeten, even een gat in mijn hoofd, vast door die Aperol Spritz. Op die plek aan de gracht komt het vijfsterrenhotel Rosewood, dat zich gaat richten op rijke reizigers uit Brazilië, Rusland, India en China, en vooruitlopend op de verbouwing was de krul weggehaald. Daar stond ik dan.

overijverige ambtenaren

Sowieso is het van de pot dat er in het Amsterdamse centrum nog een hotel bijkomt. Omwonenden probeerden nog bezwaar te maken en spanden een rechtszaak aan. Maar het mocht niet baten. De hotelstop die sinds 2017 geldt, gaat hier niet op. De vergunningsaanvraag valt onder het oude hotelbeleid van 2015. Maar terug naar de krul. Ik stel me zo voor, dat de nieuwe eigenaar, de familie Cheng uit Hong Kong, in de onderhandelingen heeft geëist dat die vieze stinkende ordinaire Amsterdamse pisbak voor de deur verdwijnt. Want, geef toe, het idee alleen al, dat kun je die rijke toeristen niet aandoen. Ook al staat de opening van het hotel gepland in het najaar 2023, overijverige ambtenaren hebben al geanticipeerd en het groene gevaarte afgevoerd.
Dus daar liep ik dan in hoge nood. Nog net niet met gekruiste benen – haastte ik me naar de volgende, meest dichtstbijzijnde krul. Waarbij ik moest kiezen tussen die op de hoek Nieuwe Spiegelgracht–Keizersgracht of die op de Lijnbaangracht. De laatste dan maar, want dichter bij huis.

Aap uit de mouw

Eind juni 2020 bracht de Rekenkamer een onderzoeksrapport uit, waarin werd bevestigd wat we al wisten: meer dan de helft van de drukke Amsterdamse voetgangersgebieden voldoet niet aan de norm van een openbaar toilet binnen 500 meter. De Rekenkamer vroeg een reactie van het college. In grote lijnen is het college eens met de bevindingen: verbetering is wenselijk en er liggen kansen in het beter benutten van al bestaande (semi)openbare toiletgelegenheid bij ondernemers en in publieke gebouwen. Maar, en dan komt de aap uit de mouw, er is geen structureel budget gereserveerd in de begroting.
Terwijl ik daar liep mijn plas op te houden, speelde door mijn hoofd dat het toch godgeklaagd is dat de gemeente steeds meer krullen opdoekt, en daar niets voor in de plaats komt. Waarom bijvoorbeeld niet de ingenieuze, genderneutrale en sympathieke Krul 2.0 van Studio Selva? krul 2.0Het Amsterdamse ontwerpbureau bestudeerde hoe een voor iedereen toegankelijke wc eruit kan zien en kwam met de Krul 2.0 voor mannen, vrouwen, rolstoeltoegankelijk, bovendien uitgerust met een ‘verschoontafel’. Waarom heeft deze openbare toilet nog geen grond onder de voeten gekregen in Amsterdam?

Sense of Place

Inmiddels zijn we een paar maanden verder, de rechter heeft beslist dat Rosewood hotel er mag komen. Alle Rosewood Hotels over de wereld verschillen, vertelt de website, maar de invulling wordt aangepast aan de plek waar het hotel is gevestigd. ‘Sense of Place luidt het motto. In het geval van Amsterdam betekent dat, dat het gebouw toegankelijk zal zijn voor de Amsterdammers. (…) Bijvoorbeeld de binnentuin, het restaurant, de sportfaciliteiten en het zwembad. Het gebouw zal zich letterlijk openen voor Amsterdam.‘ Hoort u dat. Hoe mooi. Wellicht kan de Krul 2.0 een plek in de binnentuin krijgen. Een wc voor de hele stad. Stijlvol in de originele groene kleur, typisch Amsterdams, aansluitend bij de historie, genderneutraal, laagdrempelig en toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Kortom, voor alle Amsterdammers. Met z’n allen gaan we gewoon plassen in de tuin van het nieuwe Rosewood Hotel. We moeten wel nog een paar jaartjes wachten.

 

Uitgelicht

De mooiste wc van eigen land

Vakantie in eigen land. Hoe erg is dat? Je hoeft helemaal niet naar Frankrijk om gekke wc’s te spotten, ook in Nederland is er voldoende avontuur te beleven. pis- en asbakZo trof ik op Terschelling een urinoir met asbak. Hoe gek kan je het hebben. Ik rook al heel lang niet meer, maar de asbak naast de pispot bracht een stroom van nostalgische verlangens op gang, naar vrijheid en naar een tijd waarin je gewoon deed waar je zin in had. De sigaar op de foto heb ik overigens geleend van de buurman.

Nog steeds luidt het advies, vermijd drukke plaatsen. Vooral publieke wc’s zijn nog wel een dingetje. Afgelopen donderdag was ik voor het eerst sinds vijf maanden weer in een  bioscoop. Via eenrichtingsverkeer werd je naar de filmzaal geleid, achterin was de entree en voorin, rechts van het filmdoek via de nooduitgang mocht je weer naar buiten. Toiletgebruik was tijdens de film niet toegestaan, immers je zou dan weer de tegengestelde route terug hebben moeten nemen. Een duidelijke instructie waar niets Spaans aan was, maar ik kreeg het er wel Spaans benauwd van.
Ik fantaseerde nog even weg over de filmzaal met toiletpotten die ik ooit zag in Turijn in het cinemamuseum Mole Antonelliana, een verwijzing naar de film La Grande Bouffe. Maar toen begon de film.

poepdoos

Overigens had ook de poepdoos van designer Nora Jongen en beeldend kunstenaar Josine Beugels misschien een oplossing kunnen bieden. De lege stoel naast me in de bioscoop was een prima plek geweest om het draagbare ecotoilet op te zetten. Nora en Josine ontwikkelden de poepdoos in tijden van hoge nood. Beide dames kwamen op het idee toen we in juni alleen mochten kamperen wanneer je je eigen toilet meenam. Ze gingen op zoek naar een niet-chemisch toilet, die er ook nog leuk uit zag, zochten stad en land af, en vonden niks, uiteindelijk besloten ze er zelf een te ontwerpen. Josine, vooral bekend van haar tragikomische installaties en performances, heeft elk jaar een ander thema: 2018 was ‘het jaar van het ei’, 2019 ‘het jaar van de dood’ en momenteel leeft ze in ‘het jaar van de poep’. De draagbare poepdoos heeft wat weg van een grote handtas, is verkrijgbaar in een genummerde oplage, en inclusief zaagsel, toiletpapier en biologisch afbreekbare zakjes.

BLOU Rooftop BarMijn bucketlist telt nog heel wat Nederlandse wc’s. Zo wil ik nog altijd de toiletten van de koninklijke wachtkamers op de stations van Amsterdam, Den Haag en Baarn bezoeken. Ook de mooiste wc van 2018 in het hotel W Amsterdam wil ik nog zien. Helaas is die afgelopen weekend gesloten vanwege een schietpartij. Geef toe, wc’s spotten is een spannende zaak. Gelukkig staat ook de mooiste wc van 2020 nog op mijn lijstje. De wc van de Arnhemse rooftop bar Blou kreeg een prijs en zelfs een naam: Roofdrop. vloer toilet BLOU Rooftop BarVolgens de jury is een bezoek aan de wc die sinds juni bestaat, een unieke belevenis. De wc bevindt zich op de 5de etage van hotel Haarhuis in een ongebruikte liftschacht met een vijf centimeter dikke glazen bodem. De diepte van achttien meter onder je zie je pas als je doortrekt of gebruikmaakt van het fonteintje, en met een druk op de knop tover je ook nog eens verschillende kleuren en lichteffecten tevoorschijn die licht werpen op de diepe schacht. Doodeng, maar vast een sensatie.

Een ding is zeker, in Nederland valt er op alle fronten nog veel te zien, te beleven en te genieten. En vergeet niet na te denken over de aanschaf van een poepdoos, want we moeten onze Nederlandse kunstenaars steunen in deze barre tijden. Bovendien is de doos mooi, vrolijk en reuze praktisch op vakantie in eigen land.

Uitgelicht

Blauw, blauw, hemelsblauw

Blauw_toilet

Gisteren speelde de hele dag Sound and Vision van David Bowie door mijn hoofd. ‘Blue, blue, electric blue / That’s the colour of my room/ Where I will live / Blue, blue (…)’. Vorige week had ik dat met het liedje van Annie M.G. Schmidt over de blauwe kat: ‘Blauw, blauw, hemelsblauw. “Juffrouw, juffrouw. Hoe komt uw kat zo blauw. Zo blauw als een vergeet-me-niet”.‘ En vandaag hoorde ik op de radio l’amour blue van Vicky Leandros. ‘Bleu, bleu l’amour est bleu / Le ciel est bleu.’ Alsof er iets in de lucht hangt, zou je haast denken.

Alle kanten op

Misschien geen toeval, toch maar eens opgezocht waar blauw voor staat. Gelet op alle gezegden en uitdrukkingen met ‘blauw’ kunnen we heel wat kanten op. Hou je vast: blauwe maandag (depressief), blauw van de kou en blauwbekken (spreekt voor zich), blauw op straat (veilig), blauwkous (19de eeuwse spotnaam voor een geleerde vrouw), blauwtje lopen (afgewezen worden), van de blauwe knoop (non-alcoholisch), zo blauw als een tientje (dronken). L’amour blue staat overigens voor de homoseksuele liefde. Kortom, daar word je ook niet echt wijzer van. Blauw spreekt, kunnen we wel zeggen. Bij toeval – of misschien ook niet – stuitte ik op de betekenis van blauw voor boeddhisten. Dat geeft al meer richting. Voor hen staat de kleur voor – ik citeer – ‘compassie, vrede met jezelf, heling, puurheid en het krachtige element dat ieder bezit om (oneindig) verbinding met de wereld om je heen te maken’. Now we’re talking!

Multisensorisch

En toen las ik ook nog eens dat het Amerikaanse kleureninstituut Pantone klassiek blauw uit heeft geroepen tot de kleur van 2020. Pantone baseert haar keus op een analyse waarin de relatie tussen kleurentrends en wat momenteel op cultureel gebied in de wereld gebeurt, wordt meegenomen. ‘Een kleur reflecteert wat mensen voelen. We leven in een tijdperk dat vertrouwen vereist. Het is dit soort vertrouwen dat wordt uitgedrukt door klassiek blauw, een solide en betrouwbare blauwe tint waarop we altijd kunnen rekenen’, vertelt directeur Leatrice Eiseman. Voor het eerst selecteert Pantone de kleur niet alleen op het oog, maar met behulp van alle zintuigen: geluid, geur, smaak en textuur. Klassiek blauw is nu dé officiële ‘multisensorische’ kleur van het jaar.

Pepsi Cola

toilet-tandenborstelhouderMaar waarom geen hemelsblauw, staalblauw, kobaltblauw, marineblauw, Delftsblauw, koningsblauw, nachtblauw, korenbloemblauw, of het ultramarijn van Yves Klein? Dat komt omdat klassiek blauw ‘donkerder, eleganter en traditioneler’ is. Volgens Pantone doet het denken aan de kleur van de schemering, bosbessen en de klassieke Pepsi Cola-blikjes. De tint biedt een ‘gevoel van rust en vrede aan de menselijke geest’ en is bovendien ‘multifunctioneel, genderneutraal en tijdloos’. Wat willen we nog meer? Zeker nu. Inpakken die kleur, zou ik zeggen.

L’heure bleue

Toch nog een kleuradvies nodig voor uw wc? Ga in ieder geval voor blauw, wil ik maar zeggen, of het nu klassiek blauw of het irisblauw van Van Gogh is of het blauw van Vermeer. Ga er voor! Want l’heure bleue, het blauwe uur – zoals de Fransen het licht noemen dat zich soms voordoet ’s ochtends voor zonsopkomst en ’s avonds, net na zonsondergang – is definitief aangebroken.

Maar ga wel voor duurzaamheid en niet alleen in 2020. Kleur bovendien niet alleen de pot, maar schilder de hele ruimte. Blauw op uw wanden straalt vertrouwen uit, in de toekomst en in het vermogen om na een toiletbezoek – dat toch vooral in het teken staat van introspectie en contemplatie –  ons opnieuw verbonden te voelen met de wereld om ons heen.

Blauw, ik zie het in de lucht en voel het aan mijn water!

 

Uitgelicht

In quarantaine: creatief met toiletrollen. Deel 4

thea en theo met toiletrollenpruik

Gelukkig niet hardop, maar in mijn gedachten versprak ik me. Ik dacht na over de supermarkt en hoe druk het gister was. Ik zei tegen mezelf: vandaag een hoofdkapje op, terwijl ik natuurlijk mondkapje bedoelde. Het kwam vast door het filmpje van de kleinzoon met een gitaar. Alsof hij was weggelopen uit de Sound of Music zong hij: ‘Zeg Roodkapje, Roodkapje met je mondkapje. Waar ga je heen?’

Inderdaad, waar gaan we heen. Al weken praat ik tegen mijn beeldscherm en beweeg ik te weinig. Gister had ik afgesproken met twee vriendinnen in het park. Vandaag lees ik dat een toevallige ontmoeting kan, maar een geplande ontmoeting met drieën als een samenscholing geldt en strafbaar is.

Ik volg vanuit huis de maatregelen die overwogen worden om op kantoor de 1, 5 metersamenleving in te voeren. Hoe moet dat in godsnaam met de wc? Ik lees dat de koffiejuffrouw terugkeert, komt ook de wc-juffrouw terug met een schoteltje?

Met weemoed lees ik mijn blogs terug over innovatie op de werkvloer. Vooral die waarin ik het duo-toilet voorspel. Hoe naïef, jong en onbedorven was ik.

Vanavond zet ik mijn zorgen opzij en vier ik feest. Het thema is de pruikentijd. Je moet toch wat met die toiletrollen.


En voor wie nog behoefte heeft aan een stukje nostalgie, lees mijn blog Gezellig op de wc van de baas.

Uitgelicht

In quarantaine tussen de toiletrollen. Deel 3

Laptop op wc-rollen

Foto’s van thuiswerkers met hun laptop op stapels boeken, brachten me op het idee toiletrollen als verhoging te gebruiken. Meestal zag ik kookboeken voorbijkomen, soms een kunstcatalogus en een fotoboek. Onder de iPad van de koning ontdekte ik de Ski atlas van de wereld. Waar zijn de telefoonboeken gebleven? Let vooral ook op het Droste-effect van mijn installatie. Geef toe, dit is een optimaal gebruik van de wc-rollen.

Juist in deze tijd moeten we onze creativiteit ontplooien, wordt ons voorgehouden. Grote kunstenaars worden als voorbeeld gesteld. Shakespeare schreef zijn Macbeth en King Lear tijdens de pest, toen ook hij thuis moest blijven. Mozart componeerde zijn meesterwerken Die Zauberflöte en het Requiem op zijn sterfbed. Oké, we moeten niet bij de pakken neerzitten. Maar ik weet niet hoe het u vergaat, hier word ik knap moe van.

Hoe kunnen we in godsnaam deze ellende voor ons laten werken. Gaan we hier van leren? Verslijt me niet voor een pessimistische cynicus. Ik weet dat hoop troost biedt en zwalk tussen Lidewij Edelkoort en Bas Heijne, tussen naïeve positivo’s, wereldvreemde wereldverbeteraars en nuchtere denkers, om uit te komen bij Immanuel Kant. Optimisme is een morele plicht, zei de verlichtingsfilosoof.

Terug naar de rollen toiletpapier. Als het daar om gaat, komt er zeker een hoop creativiteit langs. Zo fotografeerde Bahram Sadeghi een maand lang – van 17 maart tot 17 april – het wc-papierschap in zijn Albert Heijn. In zijn bio meldt de journalist annex programmamaker dat hij geen hobby’s heeft. Of je het zo noemt of niet; we kunnen dit toch beslist zien als een vorm van dagbesteding in crisistijd. En dan fotograaf Krista van der Niet, al lang voor de coronacrisis fotografeerde zij velletjes wc-papier. Voor haar zijn het verzamelobjecten en ze wijst op de verschillende texturen en patronen van figuurtjes, bloemen en vogels. Nooit gezien, maar ook nooit op gelet. Zelf gebruik ik altijd drie dubbel wit.

Afgelopen weekend ben ik even ontsnapt uit mijn Amsterdamse quarantaine – of beter gezegd – ik heb het verruild voor vrijwillige opsluiting in een huisje in Zuid-Limburg. En wat zag ik daar? Beige wc-papier met bloemetjes. Voorheen zou ik het niet hebben opgemerkt, of omwille de lelijkheid ervan – zelfs hebben genegeerd. Nu, met dank aan Krista, keek ik met andere ogen naar het papier. Er ging een nieuwe wereld voor me open. Ik hoor u denken: zou jij als toiletblogger niet als eerste moeten weten hoe rijk de wereld van het toilet is. Natuurlijk, maar zelfs ik – ondanks mijn scherpe observatievermogen – heb zo mijn blinde vlekken.

En nog even over mijn verhoging met wc-rollen: natuurlijk gaat het hier om een creatieve concept. Door gebruik te maken van elementen uit de alledaagse werkelijkheid – net zoals Marcel Duchamp dat deed met zijn omgekeerde pisbak – maak ik u bewust van de schoonheid en tegelijkertijd van de idioterie ervan. Overigens had ik als conceptueel kunstenaar even goed een aantal pakken bloem kunnen inzetten om mijn laptop te verhogen, maar die waren uitverkocht in de hele buurt. Helaas.

Contact

U mag nog niet langs komen, maar een berichtje sturen via het contactformulier kan natuurlijk altijd. Dat is veilig voor u en voor mij.

Uitgelicht

In quarantaine tussen de toiletrollen. Deel 2

toiletrol als zaaibakjeIk weet niet hoe u er bij zit, maar ik ben alleen maar bezig met de lente en de liefde. Of eigenlijk nog een tikkeltje erger, met de zomer, huidhonger en tongzoenen.

Ik betrap mezelf erop dat ik willekeurige voorbijgangers fysiek wil benaderen. Ik doe het niet en blijf netjes op mijn klapstoelje zitten op anderhalve meter afstand. Maar toch. De huidhonger en neiging om Jan en alleman te huggen, is heel sterk. In mijn hoofd krijgt de wens om aan te raken, te voelen langzamerhand gênante vormen. Daarnet raakte ik vertederd door een oud dametje, even daarvoor werd ik geroerd – of zeg maar gerust beroerd – door een hals, wat later door twee blote enkels, en zo juist was het een stukje kuit van een jogger die langs snelde. Ook al geef ik er niet aan toe, mijn gedachten zijn onstuimig.

Hoe zal het voelen dat fysieke contact? Hoe zal een aanraking zijn? Soms – moet ik u eerlijk bekennen – gaan mijn fantasieën flink met me op de loop. Daar zit ik dan met opvliegers en het schaamrood op mijn kaken, hoogst ongemakkelijk op de stoep voor het huis. Gelukkig is het ook weer zo voorbij en gaat het slechts om passanten op anderhalve meter afstand die weer snel uit mijn leven verdwijnen. Ik hoef nooit aan dode vogeltjes te denken.

Op het klapstoeltje in de zon mijmer ik nog wat weg. In de krant lees ik net het bericht dat tongzoenen goed is voor de weerstand. Een grote biodiversiteit in je mond kan meer onwelkome indringers buiten houden. Eigenlijk willen we niet weten wat we allemaal binnenkrijgen. Toch heeft het wel wat, om te bedenken dat je door zoenen en de liefde weerstand opbouwt tegen enge dingen in het leven. Alleen helpt het nog niet tegen de pandemie. Helaas. Gelukkig ben ik niet jong en geen single, want stel je voor.

Overigens gaat het goed met mijn plantjes. Het weer zit mee. Bovendien heb ik de lege toiletrollen ontdekt als zaaibakjes. Echt een aanrader. En u weet, wie zaait zal oogsten. Dus bekijk ook nog even dit filmpje van vriendin L.

Contact

Altijd leuk om in deze eenzame tijd een berichtje te krijgen. Maar mijn zus wil niks met LinkedIn en Facebook, en zeker niets op mijn site achterlaten. Ze is niet de enige, want ik krijg nooit post. Daarom kan vanaf nu iedereen – u mag nog niet langs komen – een persoonlijk berichtje sturen via het contactformulier,  dat is veilig voor u en voor mij.

Uitgelicht

In quarantaine tussen de toiletrollen

push up met toiletrollenWe leven in rare tijden. De geschiedenis kan later ingedeeld worden in een tijd met volle winkelschappen en een tijd waarin de schappen met toiletpapier leeg waren. In de VS schaft men massaal wapens aan en wij, Nederlanders hamsteren wc-papier. Wat zegt dat over ons? Uiteindelijk gaat het in beide gevallen om angst, om het onbekende. Onzekerheid over waar we naar toe gaan, over hoe lang het gaat duren en waar het eindigt.

In een eerdere blog citeerde ik al eens uit Hier ben ik van Jonathan Safran Foer. Grootvader Isaac Block merkt daarin op: “Er zijn twee dingen die iedereen nodig heeft. Het eerste is het idee hebben dat je een bijdrage levert aan de wereld. En het tweede is wc-papier”. Het klinkt als een oude joodse wijsheid – wat niet zo is, want toiletpapier werd pas gemeengoed na de Tweede Wereldoorlog. Overigens zijn in de huidige tijd de twee dingen die volgens Block iedereen nodig heeft tegenstrijdig. Want met asociaal veel inslaan van wc-papier lever je geen bijdrage aan de wereld.

De hamsterwoede is wel goed voor grappen, grollen en veel creativiteit. Duitse media gniffelen over Rutte en zijn oproep om geen toiletpapier te hamsteren. Ik kreeg een briljante toiletpapier-karaoke doorgestuurd op de wijs van Mag ik dan bij jou van Claudia de Breij. Personal trainer Filip laat in het Oosterpark zien hoe je push-ups doet en vier wc-rollen stapelt tot een toren. ‘Het gaat om humor in moeilijke tijden, maar ook om fit blijven. Het moet niet zo zijn dat we dik zijn als straks de coronacrisis voorbij is’, aldus  Filip in Het Parool.  Hij heeft gelijk, maar dat was al weer een paar weken geleden. Inmiddels is samen in het park geen optie meer.

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar het enige waar ik aan toe kom, is opruimen. Toch een soort van voorjaarsschoonmaakkolder in de kop. Nee, ik heb geen stapels toiletpapier ingeslagen. Of misschien verwacht u dat ik kunstige dingen doe met lege toiletrollen. Maar dat is allemaal niet het geval. Op zoek naar het nigellazaad voor een ingewikkeld recept van Ottolenghi heb ik de keukenladen opgeruimd. Ik vond rijst uit 2014, 5 pakken boekweitmeel en lupinebonen uit de vorige eeuw. Ook heb ik de kelder opgeruimd; daar vond ik twee broodmachines en eindelijk die Jane Fonda workout video’s.

Toen ben ik begonnen met het op alfabet zetten van mijn boekenkast. Halverwege verdwaalde ik tussen stapels die ik nog wil lezen of herlezen. Even overwoog ik nog om het voorbeeld van mijn tante Rie te volgen die haar boekenkast indeelde op kleur. Maar daar zie ik toch maar van af.

Er staan een paar blogs in de steigers over mijn toiletavonturen in restaurants en hotellobby’s, maar die zijn even niet van deze tijd en moeten wachten op de plank. Misschien moet ik eindelijk starten met het schrijven van die roman over dat jongetje dat zo vaak in zijn broek plaste, uitgroeit tot pisnicht en eindigt tussen de toiletrollen. Maar eigenlijk wil ik vooral naar buiten. Misschien morgen maar eens aan de slag met de planten op het dakterras.

Mijn meest gelezen blog van de afgelopen periode: “Koning, keizer, admiraal kennen we allemaal’. En beluister de toiletpapier-karaoke.

Hou vol, ook zonder toiletpapier

Uitgelicht

Even de neus poederen

Powder Room -Calle

De deur met opschrift ‘powder room’ had ik al gespot in de lounge van hotel Fort Bazaar. Het hotel bevindt zich in een 17de eeuws koloniaal pand in het vestingstadje Galle in Sri Lanka. Natuurlijk ken ik de uitdrukking ‘de neus poederen’ als aankondiging voor wc-gebruik. Maar in deze historische omgeving dacht ik bij powder room aan de pruikentijd en nog eerder aan ‘gunpowder’ en een buskruitmagazijn, dan aan een wc.

Snuifje

In een van mijn blogs voerde ik al keer mijn oud-collega David op, die altijd zei: ‘Even mijn neus poederen’, als hij tijdens een vergadering opteerde voor een plaspauze. Daarmee speelde hij leentjebuur bij de dames, en maakte hij ook nog eens een knipoog naar een snuifje witte poeder. Ik verbaasde me er altijd over dat hij het kennelijk minder erg vond als collega’s zich afvroegen welke poederdoos hij gebruikte, dan dat ze meekregen dat hij even plassen was. Toch een raar ding.

Verbloemen

Waarom zeggen we niet gewoon waar het op staat? Waarom gebruiken we eufemismen en vragen we zo omfloerst naar de wc? Eigenlijk zijn er twee redenen: uit fijngevoeligheid om gevoelens van anderen te sparen, of om iets niet bij de naam te noemen uit schaamte of taboe. Het is gek dat uitdrukkingen, zoals ‘de neus poederen, de handen wassen, powder room, bathroom, restroom, Gents and Ladies’ niet bij de naam noemen waar het om draait, tegelijkertijd weet iedereen exact waar het over gaat. We verbloemen en maken het mooier, of verhullen en besparen details. Of we verzachten: maken het lieflijker, kleiner, zodat niemand aanstoot neemt. Ja, aan wat eigenlijk? Aan iets wat zo menselijk en niemand vreemd is?

Kingsize

Toen ik een hotelbediende in livrei vroeg naar de bathroom, vertelde die dat de powder room momenteel buiten bedrijf was. Hij verwees me de trap op naar de ‘restroom upstairs’ in een van de eerste hotelkamers. Uiteindelijk belandde ik in een kamer met een kingsize bed. Even overwoog ik nog om de benaming ‘restroom’ letterlijk te nemen. In de aangrenzende badkamer, die eveneens kingsize was, trof ik een riant bad, twee wastafels, een bidet, en gelukkig in een verre hoek een toilet.

Handen wassen

Restroom, bathroom, powder room; eigenlijk gaat het niemand wat aan wat ik daar uitspook. Hoewel ik u best wil vertellen dat ik het er van genomen heb. Ik heb wat uitgerust, nog overwogen een bad te nemen, beide wastafels gebruikt om mijn handen te wassen – want dat kan je tegenwoordig niet vaak genoeg doen. Helaas ontbrak de poeder. Dat was dan wel weer jammer.

Uitgelicht

De perfect vormgegeven wc

Er bestaat zoiets als de perfecte vorm. Neem bijvoorbeeld de lepel en het papieren boek. Die kunnen niet anders zijn dan ze zijn. Je merkt het onmiddellijk als vormgevers er aan hebben zitten fröbelen, dan gaat het mis. Denk aan een vierkante lepel of een rond boek of – om in de branche te blijven van mijn blog – een vierkante wc-pot. Dat werkt niet. Niet doen!

Wegontwerpen

Perfectie heeft vaak een vanzelfsprekendheid. Niemand die er nog aan denkt dat er ooit iemand is geweest die het heeft ontworpen. Laatst las ik Friso Kramer over zijn revolt-stoel. Volgens hem ‘zo ontworpen dat je er geen last van hebt. Niks waaraan je je kunt bezeren, niks wat je belemmert in je bewegingen. (…) Mensen moeten zo’n stoel vergeten en gewoon gelukkig kunnen zijn’, aldus de ontwerper. Kramer verzon het werkwoord ‘wegontwerpen’ voor zijn werkwijze.

(Her)gebruik

In het ontwerp van de wc op de foto is absoluut geen sprake van ‘wegontwerpen’. Integendeel, het ontwerp is uitbundig. De hand van de ontwerper is er beslist in te herkennen. Niet op de laatste plaats door het creatieve (her)gebruik van materiaal, vorm en kleur. Soms is ‘minder meer’, in dit geval is het juist een kwestie van meer, meer, meer.

Gele hesjes

En als hier al is geprobeerd om iets weg te werken, dan is het de op het Franse platteland alomaanwezige hurk-wc. Het paradoxale is echter dat in het beeld alle aandacht er juist naartoe wordt getrokken. De oranje-witte pion in combinatie met de houten zitting schreeuwt als een statement van de ‘gele hesjes’. Zoals de protestbeweging het gele hesje tot symbool van hun verzet maakten, zo is hier de oranje-wit gestreepte pion ingezet. Het kegelvormige attribuut dat normaalgesproken wordt gebruikt voor wegafzettingen, wijst nu als een flink uitroepteken op het Franse gat. Alsof het wil zeggen: Weg er mee! 

Maar misschien vul ik te veel in…

Meer zien, horen en voelen

In haar essay Against Interpretatie bekritiseert Susan Sontag de tendens dat kunst te veel op basis van intellectuele interpretatie beoordeeld wordt. Volgens haar zoeken we bij kunst te snel naar inhoud en betekenis wat ten koste gaat van de directe ervaring die het werk bij de toeschouwer teweegbrengt. Sontag pleit voor herstel van onze zintuigen. ‘We moeten leren meer te zien, meer te horen, meer te voelen’. Mijn ervaring met deze kunstige toilet beperkt zich helaas nu nog tot kijken, hopelijk zetten de gele hesjes de oranje-witte pionnen vaker in en breiden mijn ervaringen zich uit tot horen en voelen.

Met dank aan het scherpe oog van André Bakker.

Uitgelicht

Op bezoek bij een Amsterdamse jonkheer

Delfts blauwe wc pot

Het fotograferen van een toilet is helemaal nog niet zo gemakkelijk. Neem bovenstaande toilet: zo plat mogelijk tegen de tegeltjeswand gedrukt is het me dan toch gelukt om de pot op de plaat te krijgen. Wel de goedkope witte plastic toiletborstelhouder nog even uit beeld geschoven.

Bloemen

Vermoedelijk is de Delfts blauwe pot uit eind 19de eeuw. Welgestelden installeerden als eersten een watercloset. Het design moest kloppen met de omgeving, vandaar de rijke bloemendecoratie op de pot.
Op het gevaar af dat ik nooit meer het huis mag bezoeken, verklap ik u waar ik dit fraaie exemplaar aantrof. Dat was in het huis van de familie Six aan de Amsterdamse Amstel.

Topstukken

De wc-pot is maar bijvangst. In dit huis gaat het om de schilderijencollectie met een Frans Hals, Pieter Saenredam, Gerard ter Borch, Paulus Potter en natuurlijk de twee topstukken van Rembrandt.

Moeder en zoon

Anna WijkerHier hangt het mooie portret van Jan Six I (1654) en er tegenover dat van Anna Wijmer. Rembrandt portretteerde zowel moeder als zoon. De verschillen tussen de twee zijn bijzonder. Moeder Anna – hoogstwaarschijnlijk in opdracht – schilderde hij fijn en gedetailleerd. Daarentegen zette Rembrandt als een impressionist avant la lettre zijn vriend Jan op het doek. Toch lijkt het portret van Jan – vreemd genoeg –  levensechter dan dat van zijn moeder.

Jan Six RembrandtIntiem

Misschien komt dat doordat Rembrandt ons een inkijkje geeft in het allerdaagse leven van zijn vriend. Het is een intiem portret, en net alsof we Jan Six betrappen terwijl hij op het punt staat de deur uit te gaan en nog even zijn handschoenen aantrekt.

Vingerafdruk

De gouden biezen op de rode mantel bracht Rembrandt aan met een veeg van zijn duim in de verf. Letterlijk zette hij zijn vingerafdrukken op het schilderij. Je voelt bijna de beweging op het doek. Zo dicht ben ik nog nooit bij de grote schilder geweest.

Tip voor de jonkheer

pleeborstel bij Six Toch nog een tip voor de huidige jonkheer. Met al die prachtige doeken aan de muren moet er toch wel een nieuwe wc-borstelhouder van af kunnen. Dit plastic exemplaar kan echt niet hoor.

Uitgelicht

Top 5 meest bijzondere wc’s van 2019


MIjn top 5 bijzondere wc

Was 2019 een goed wc-jaar? In z’n algemeenheid schiet het nog steeds niet op met het aantal openbare toiletten in Nederland. Amsterdam heeft er weliswaar 74 toiletten bij vergeleken met 2018. Toch is de hoofdstad slechts één plek gestegen: van 16 naar 15. Dat komt omdat de norm – op iedere 500 meter een openbaar toilet – nog steeds niet gehaald wordt. 

Als toiletblogger vond ik de diefstal van de gouden wc-pot van Maurizio Cattelan – de kunstenaar van de banaan met ducttape – spraakmakend. Opvallend was de enorme interesse van mijn lezers voor het composttoilet. Ook blijft bijzonder hoe vaak mijn drie jaar oude blog ‘WC-etiquette rond het kerstdiner’ is gelezen. Hoe moeten we dat duiden? Een behoefte aan regels? Houvast in moeilijke tijden?

Al met al bood de wereld rond het toilet wederom veel stof voor mijn bespiegelingen en schrijfplezier. Graag deel ik mijn top 5 met u.

Nummer 1. De toiletgalerie

Galerie FenixDe mooiste wc die ik dit jaar ben tegengekomen is ook nog eens een kleine galerie. Mijn zwager Taeke Kuipers geeft ‘verweesde’ schilderijen een nieuw leven en een nieuw thuis. In kringloopwinkels, Franse bric-à-brac zoekt en vindt hij kunstwerken. Hij maakt ze schoon, probeert de herkomst te achterhalen en zet ze in een mooie lijst. Onder de naam Fenix Art brengt hij ze opnieuw onder de aandacht. Zijn kleine vondsten hangen zelfs op het toilet, wachtend op een tweede leven.

Nummer 2. De Franse camping-wc

Franse campgingDe Franse wc kan natuurlijk niet ontbreken in mijn top 5. Deze stuurde mijn broer. Wat kunnen we er nog meer over zeggen? Je vraagt je toch af of het wel lekker zit bij die Fransen. 


Nummer 3. De tandenborstelhouder

Deze tandenborstelhouder in Delfts blauw vond ik toen ik op zoek was naar blauwe wc’s. Ja, dat heb ik dan weer. Wist u dat er spaarpotten, speeldozen en asbakken zijn in de vorm van een wc-pot? Als er ooit iemand op het idee komt mij er een cadeau te doen, kan ik u nu al vertellen: ik laat ‘m spontaan uit mijn handen vallen.

Nummer 4. De vrije natuur 

Natuur wcTerug naar de natuur, naar de eenvoud: het lijkt een tendens. Het eerlijke leven. Deze romantische wc is te vinden in Portugal. Althans hypothetisch, want in de praktijk wil de eigenaar van deze landelijk gelegen rustieke toilet helemaal niet gevonden worden.

Nummer 5. Broken dreams

Gebroken potDaar was een dame uit Rotterdam die haar 19de eeuwse wc-pot wilde verzilveren. Ze hoopte op een extra centje voor haar oude dag. Dus liet ze haar pot taxeren in het museum. Net voor dat ze bij de taxateur aankwam, viel de pot in diggelen. Ja, zei de taxateur: was deze pot nog heel geweest dan had hij echt wel wat opgeleverd.
Stelt u zich voor, heel haar leven had ze op haar oudedagvoorziening gezeten. En nu waren er slechts nog de scherven die haar geluk moesten brengen. 

Wie meer wil weten over het kerstdiner en wc-etiquette lees mijn blog. 

Uitgelicht

Venetië opent onze ogen

Toilet of geen toilet. Venetië opent ogenHet is niet wat u denkt dat het is. Een bezoek aan de Biënnale 2019 gidst je door Venetië en opent je ogen voor alle tranentrekkende schoonheid. Zelfs het verval is hier aantrekkelijk.

Vergane glorie, vervallen Palazzo’s, afbladderende muren, een stapel afgedankte oude stoelen. Alles is hier mooi.

Afgedankte stoelen conservatorium Venetië

 

Vier jaar geleden bezocht ik Venetië, een dag nadat ik gehoord had dat ik mijn baan kwijt raakte. Dit keer was ik in Venetië in rouw. Recent verloor ik mijn moeder en een dierbare vriend. Maar hier volledig omringd door schoonheid doet wonderen. Ook al ben je ongelukkig, triest of pieker je je suf, in Venetie is het niet erg om wakker te liggen.

 

Biënnale 2019 Venetië opent ogen

Opnieuw opent Venetië nu onze ogen. Niet alleen voor alle schoonheid, ook voor het belang van het behoud ervan. De noodtoestand is aangekondigd.
De klimaatverandering doet de zeespiegel stijgen en de stad zinkt steeds verder. Alle tekens wijzen op rood. Is het tij nog te keren? Natuurlijk alles is vergankelijk, maar niet Venetië. Alsjeblieft niet.

In het Conservatorium hangt werk van de Iraanse Mitra Farahani. Het is een trompe l’oeil waarop in goud een uitspraak van Elias Canneti staat geschreven: ‘On n’est jamais suffisement triste pour que le monde soit meilleur’.
Het handschrift is van Jean Luc Godard. De tekst vertaald in het Nederlands: We zijn nooit verdrietig genoeg om de wereld te verbeteren.
Het is een pleidooi voor hoop. Wellicht moet het water eerst tot aan onze lippen staan, om tot het besef te komen dat er nu écht iets moet gebeuren om Venetië en de rest van de wereld te redden.

Uitgelicht

Op zoek naar de gouden pot

Gouden wc-pot Callelan

U voelt hem al aan komen. Vorige week is de gouden wc-pot van de Italiaan Maurizio Cattelan gestolen uit Blenheim Palace. Het kunstwerk stond pas twee dagen tentoongesteld in het 18de eeuwse Britse paleis waar Winston Churchill werd geboren.

Naast de pot

U begrijpt als toiletblogger verheugde ik me enorm op een bezoek aan deze massief 18-karaats toilet. Dat stond al zo lang op mijn bucketlist. Vorig jaar bezocht ik speciaal het Guggenheim Museum in New York om 3 minuten op die gouden pot te mogen zitten. Maar wat bleek, twee dagen daarvoor was het toilet weggehaald. De pot ging op tournee. En nu is het kunstwerk America opnieuw verdwenen, voorgoed lijkt het, want de pot van 103 kilo goud is wat waard. Met mijn ticket al op zak, begrijpt u mijn teleurstelling. Voor een tweede keer vis ik achter het net, of beter gezegd, pis ik naast de pot.

America

Cattelans werk is niet het eerste sanitair in een museum. Zijn gouden wc wordt ook wel vergeleken met de omgekeerde pisbak waarmee Marcel Duchamp de definitie van kunst in 1917 op zijn kop zette. Cattelan zelf noemt zijn werk een commentaar op de kunstwereld en haar obsessie met het grote geld. Met de naam ‘America’ verwijst Cattelan naar het land van Donald Trump met zijn belofte van gelijke kansen voor iedereen, maar een realiteit van gapend grote verschillen. Saillant detail is dat Trump bij zijn aantreden aan het Guggenheim Museum vroeg om een schilderij van Vincent van Gogh in bruikleen, maar dat verzoek werd afgewezen. In plaats daarvan bood het museum Trump de gouden wc-pot van Cattelan aan.

Amsterdam-Noord

Dat laatste brengt me op een briljant idee. Waarom geen America #2 in Amsterdam. Aan de Zuidas, of beter nog, in Noord. Recent stelde Rob Post, voorzitter van de Veban, de ondernemersvereniging van Amsterdam-Noord, voor om het Van Gogh Museum naar Noord te verhuizen. Dat deel van Amsterdam kan best wat meer toerisme gebruiken, en het ontlast daarmee ook nog eens het centrum. Niet de Zuidas, maar het Buikslotermeerplein moet een iconische trekpleister krijgen, aldus de ondernemers van Noord. Waarom dan geen gouden pot van Cattelan? Na America first, Amsterdam-Noord second. Geheid een succes. Vergeet dat Van Gogh Museum, laat dat maar aan de Zuidas.

Unieke ervaring

Okee, het is een flinke investering, maar die haal je er wel uit met zo’n publiekstrekker. En wie twijfelt omdat het niet gaat om het originele kunstwerk. Ook de pissoirs van Marcel Duchamp doken op in bosjes, daar waren er later ook heel wat van in omloop. Geen punt. Tenslotte gaat het om het concept en de unieke ervaring om eens in je leven op een gouden pot te hebben gezeten.

Ik popel nu al. In ieder geval hou ik me aanbevolen voor een vrijkaartje, meneer Post. Ik kijk uit naar het moment dat ik even mag verpozen op de gouden pot. Ik wil wel wat tijd om een selfie te maken.

Lees ook mijn blog l’urinoir c’est de l’art en Over mijn blogs.

Uitgelicht

Met het poep- en piesmenuet in mijn hoofd

Manneke Pies

Geregeld overweeg ik om te stoppen met mijn toiletblogs. Dan denk ik: ze zullen wel denken, daar heb je hem weer met z’n wc’s. Natuurlijk wil ik niet te veel geassocieerd worden met verhalen over poep en pis en niet bestempeld worden als dat manneke pis of poep, en zeker niet als pisnicht. Ook als Lord B. moet ik aan mijn (bij)naam denken. Een moment later denk ik: schijt, ik doe mijn eigen ding. Wat kan het mij allemaal bommen.

Bovendien is het ook nog eens zo dat het toilet slechts een kapstok is om over van alles en nog wat te schrijven, en altijd hou ik het poep- en piesmenuet van Hans Dorrestijn in gedachten. Dat lied op muziek van Harry Bannink uit de Stratenmakeropzeeshow luidt als volgt:

He, de woorden poep en pies. Die zijn niet netjes, die zijn vies. Je moet die woorden niet gebruiken, anders ga je d’r naar ruiken.

Zeg rustig hardop siep en soep, maar zeg nooit meer pies en poep. En hoe lollig ze ook klinken. Je kan er best es naar gaan stinken. Nee, de woorden poep en pies zijn erg onnet en erg vies.

En terwijl ik die laatste zin neerpen, moet ik opeens aan mijn moeder denken en aan alles wat ik van haar heb geleerd. Zo jammer dat ze nooit meer mijn blogs heeft kunnen lezen. Ze had er vast en zeker om moeten grinniken. Ze zou hebben gezegd: jij bent geen goede prater, jij kan het beter opschrijven dan er over vertellen. En opeens mis ik haar enorm.

Dus – met mijn moeder in gedachten – ga ik nog even door met mijn blogs. Dan maar een pisnicht.

Uitgelicht

Parijse avonturen en oh là là momentjes

Brigitte Macron, echtgenote van de Franse president is populair – zo werd laatst verklaard – omdat de Fransen niet houden van clichématige stellen die in Hollywoodfilms samen eindigen. Frankrijk is het land van ‘oh là là’, van de afwijkende, gedurfde en experimentele liefdes. Nu vraagt u zich waarschijnlijk af, waar gaat dit verhaal naar toe. En inderdaad, precies wat u vermoedt: naar de Fransen, hun wc’s en oh là là momentjes.

Het weekend voordat de Notre-Dame in brand ging, was ik in Parijs. Precies twee jaar geleden kwam ik op het Franse platteland zoveel rare wc-exemplaren tegen en dat vormde de aanleiding voor mijn toiletblogs. Nu weet ik wel dat Parijs geen platteland is, toch hoopte ik op inspiratie. Zo bezocht ik café de Flore waar Jean-Paul Satre en Simone de Beauvoir vaste bezoekers waren. In mijn jeugd speelde ik hen na, gewapend met een opschrijfboekje en een pakje gauloises. De wc viel er tegen, ik kan er geen verhaal van maken en moest er nog voor betalen ook.

Later die dag trof ik een bijzonder 19de eeuws exemplaar aan achter een winkelruit. Toch typisch Frans om je oude spullen zo in de etalage te zetten.
Maar eerlijk is eerlijk, ik moet constateren dat het in Parijs qua wc’s goed geregeld is. Naast de vele publieke toiletten, is binnenlopen in een café of restaurant om naar de wc te gaan, ook als je geen klant bent, geen probleem. Wat dat betreft is Parijs een echte wereldstad.

Op vrijdag lunchte ik nog met uitzicht op de toren van de Notre-Dame. Even overwoog ik P. voor te stellen de kerktoren te beklimmen, maar mijn lief lijdt aan engtevrees. Dus dat ging hem niet worden. Nu niet en later ook niet, want de maandag daarop ging de fik er in.
Enfin, toen ik de wc bezocht van dat restaurant met uitzicht op de toren, besefte ik nog eens goed hoe oeroud Parijs is. De wc bevond zich – zoals op veel plekken in Parijs – in de kelder onder de middeleeuwse gewelven en tussen eeuwenoude muren.

Een dag later bezocht ik een restaurant in de Marais en liep ik in hoge nood automatisch een trap af richting de kelder waar ik de wc vermoedde. Een jongen van pakweg 16 volgde me, dus ik dacht: dat zit wel goed. Beneden bevond rechts de keuken en uiterst links een deur met een bordje ‘private’. Voor me was een wand met deuren en daartegenover eveneens, maar niets daarvan wees op een toilet. De jongen naast me opende kordaat een van de deuren. Ik volgde zijn voorbeeld. De mijne bleek een bezemkast. Ik opende er nog een: ook een opbergkast, een volgende was gesloten. De jongen opende ook nog een deur, maar kwam vermoedelijk niet veel verder. Op dat moment dook er een kok op uit de keuken. Hij riep iets in het Frans en wees naar aan de andere kant. Beiden keerden we ons om. Ik ontwaarde – en hij waarschijnlijk tegelijkertijd – een H en een F. De verlossing was nabij.

Even later toen ik de trap op liep en de middeleeuwse kelder achter me liet, moest ik denken aan het oude Friese gezegde: ‘Wordt de ene deur voor je gesloten, dan gaat de andere weer voor je open’.

En nu denkt u natuurlijk, waar blijft dat Parijse oh là là momentje. Nee, Brigitte Macron kwam niet net uit de dames-wc en haar man was ook niet van de partij, ook het avontuur met die 16-jarige jongen hield daar op. Boven zat mijn lief te wachten met een schotel fruits de mer en een fles chablis. Dat was al opwinding en feest genoeg.

Lees ook mijn avonturen in Italië: Dov’è il bagno a Torino, ofwel tot het gaatje in Turijn en Italiaanse toestanden .


Uitgelicht

Italiaanse toestanden

Rokende heer me pijp

Het duurde even voordat ik door had dat ‘signori’ en ‘signore’ het meervoud is van ‘signor ‘ en ‘signora’. Gelukkig stonden er tekeningetjes bij. Waar die niet goed voor zijn, dacht ik nog toen ik later die dag in een restaurant zocht naar de juiste deur.

Die aanwijzingen helpen je wel op weg, ook al zijn ze niet meer van deze tijd – zoals hierboven de rokende heer met pijp of het Brigitte Bardot-typetje hieronder.

‘Es ist für gleiche seite’, zei de eigenaresse van het restaurant en ze wees naar een deur waar ‘Toilette’ op stond. Het klonk Duits, toch moest ik er even over nadenken. Mijn talenknobbel werd hier in Toscane flink op de proef gesteld. Italiaans, soms Engels en zelfs af en toe Frans, en nu weer Duits. Het viel niet altijd mee om de vertaalslag te maken.

Die ochtend vertelde de gastvrouw van onze B&B dat ze ‘wiet’ verbouwde. Wat zijn dat nu voor moderne Italiaanse toestanden, het moet niet gekker worden, dacht ik nog. Toen ze verduidelijkte dat het voor de pasta was, begreep ik dat ze het anders bedoelde.

En nu werd ik aangesproken in het Duits. Gelijke zijden? Voor en achter? Van dezelfde kant? En toen viel opeens het kwartje. Ze bedoelde natuurlijk beide geslachten, ofwel genderneutraal. Hoe simpel kan het zijn.

Even droomde ik weg naar Amsterdam en in gedachten zong ik zachtjes mee met Herman van Veen.

Ach zo’n café. Het café met een lage zoldering en geen WC voor dames apart.
Ach, zo’n café. Het café spoedig een herinnering zonder TV, een piano alleen.
Verboden door de wet, met z’n rommelig buffet, z’n pilsjes en z’n pret. En z’n scheve biljart.

Uitgelicht

Groen denken versus groen doen

Groene wc

Het merendeel van de Nederlanders blijkt zich wel degelijk zorgen te maken over de klimaatverandering, maar een klein deel wil ook echt een bijdrage leveren aan het milieu. Ofwel groen denken is weer wat anders dan groen doen. Auto’s, vliegreizen, vleesconsumptie, elektronische gadgets, gebotteld water: zijn meestal de eerste zaken die worden genoemd als het gaat over het verkleinen van onze ecologische voetafdruk. Maar eigenlijk voltrekt één van de grootste milieurampen zich op de plek waar we dagelijks bovenop zitten: de wc.

Toen ik vorig najaar door het Groningse landschap wandelde, langs eeuwenoude dorpen en over eeuwenoude essen dacht ik: er kan meer, veel meer. Want de hoger gelegen landbouwgronden buiten de dorpen zijn ontstaan door eeuwenlange ophoping van menselijke mest. De haast zwarte gronden blijken ook nog eens uitermate vruchtbaar. De grote vraag drong zich op waarom wij onze poep niet inzetten voor het milieu en als mest gebruiken voor de bloemen- en groententuin.

Hoeveel geld spoelen we weg door het toilet?

Eigenlijk was het oude tonnensysteem waarbij poep opgehaald werd of de gierkelder waarin het verzameld werd, veel beter voor het milieu. Want de poep werd hergebruikt. Hoeveel geld spoelen we nu niet weg door de wc? Waarom doen we niet net zoals vroeger? Dat betekent wel dat eerst onze poep moet worden gecomposteerd – minstens een jaar lang – in verband met het risico op ziekten, bacteriën en wormen, daarna pas kan het als mest gebruikt worden. Maar er zijn zelfs speciale composttoiletten in de handel om menselijke uitwerpselen te composteren. Zo’n toilet heeft geen water nodig en produceert geen stank, maar vraagt wel een extra handeling van de gebruiker. Elke grote boodschap moet worden afgedekt met een paar papieren handdoekjes en vervolgens met een platte ronde stamper worden aangedrukt. De inhoud van het toilet ziet er dan ook uit als een groot pakket papier-maché.

Zelfvoorzienend

Terug uit Groningen bleef het me bezig houden. Nog lang sudderde ik na op het idee om zelfvoorzienend te zijn qua plantenmest en bij te dragen aan een groene en duurzame wereld. Ik wilde er niet alleen over denken, ik wilde ook groen doen. Thuis heb ik de composttoilet in de groep gegooid. Maar huisgenoot P. – zowel een denker als een doener – was niet enthousiast, te lastig om een composttoilet te realiseren in hartje binnenstad. Ik liet het plan varen.

Maar nu telkens als ik weer op mijn spoeltoilet zit, denk ik: daar gaat weer een stukje groen.

Uitgelicht

Met muziek de pot op

pot met gitaarbril

Als je je bedenkt dat we per week zo’n 50 minuten op het toilet zitten. Dat is 43 uur per jaar en in totaal breng je dan zo’n één tot drie jaar van je leven door op het toilet. Waarom niet proberen die toiletervaring zo prettig mogelijk te maken? Bijvoorbeeld met een muziekje.

Op de toilet van het Amsterdamse restaurant Ron Gastobar kan je op de heren genieten van een voetbalwedstrijd. Ik geloof Nederland tegen Argentinië. En op de dames klinkt een fragment uit Gooise vrouwen. Allebei ook leuk, maar waarschijnlijk vooral bedoeld om de geluiden van gebruikers te maskeren. En stel dat je helemaal niet van voetbal of Gooise vrouwen houdt.

Eigenlijk is het beluisteren van je eigen muziek veel fijner. Er bestaan tegenwoordig handige toiletrolhouder annex radio met Bluetooth. En vast ook iets waaraan je je eigen mobiel kunt aansluiten en dan lekker naar je eigen favorieten kunt luisteren. Bijvoorbeeld de toppers, een opera van Verdi of een medley van songfestivalnummers.

Maar nog leuker is live music op de plee. Bijvoorbeeld spelen op de piano.

piano op wc

Waarschijnlijk is het wel een doe-het-zelf-dingetje. Want er is vast niet snel iemand anders te vinden die je daar komt vermaken.
En geen piano bij de hand? Dan is er nog altijd de pleeborstel die je ter hand kunt nemen om een lied aan heffen.

Pleeborstel met microfoon

“If that’s all there is, my friends, then let’s keep dancing / Let’s break out the booze and have a ball / If that’s all there is…”

Uitgelicht

Vuile potten geweigerd

Wc-pot op straat

Wat doet deze wc-pot daar eenzaam op de stoep. Het is dan wel geen fiets, toch lijkt de pot fout geparkeerd. Aan de kant van de weg, afgedankt en bij het oud vuil gezet, maar niet op de juiste dag.

Soms tref je een enkele schoen aan op straat. Waar is die andere helft van het paar, denk je dan. Wie verliest er nu een schoen midden op straat, dat moet je toch merken. Zo was het ook een beetje met deze pot. Afgestapt van de fiets, heb ik het eenzame exemplaar wat beter bekeken. Wat deed deze vondeling ‘s avonds laat daar op straat? Wie had de wc-pot afgedankt? Misschien was de pot vervangen voor een nieuwe, vast en zeker door een zwevende waaronder je zo gemakkelijk kan schoonmaken.

Over vuil gesproken, lang geleden las ik bij een supermarkt op de muur: ‘Vuile potten worden geweigerd’. Ik zat net in mijn activistische periode. Wel een andere, een vorige, zullen we maar zeggen. Ik schreef nog geen toiletblogs, maar in die dagen wel op muren flikker je vrij en wij eisen mooi weer. Ja zeker, radicaal maar vol van humor en poëzie. Maar terug naar de tekst ‘Vuile potten worden geweigerd’. Dik verontwaardigd stond ik daar te blazen over die tekst bij de supermarkt. Mijn vriendinnen uitschelden! Daar moesten ze van afblijven.

Het duurde een tijd voordat ik er achterkwam, dat je ook nog mensen had die gewoon vieze glazen jampotten inleveren. Ik zat flink in mijn roze bubbel, en die potten zaten niet in mijn systeem.

De vuile verloren wc-pot daar ’s avonds laat op straat heb ik maar gelaten voor wat het was. Ik ben weer op de fiets gestapt. De pot had overigens wel een gouden deksel.

Wc-pot op straat groot
Uitgelicht

Kantoortaal en de wc

‘Transparantie op de werkvloer – een duidelijke weg naar succes’, luidt de titel van een artikel in HR-praktijk. Waarom transparant zijn? Het belangrijkste voordeel is betrokkenheid, legt het artikel uit. Transparantie stimuleert een betere werksituatie doordat de werknemers zich er betrokken door voelen bij het bedrijf en meer inzicht krijgen in de werkprocessen. Als medewerkers kunnen zien hoe hun rol de organisatie helpt en een duidelijk carrièrepad voor ogen hebben, werkt dat motiverend (…). 

Carglass

Transparantie op het werk; hoe erg wil je het hebben. Bovenstaande foto circuleert op Facebook met bijschrift: toilet hoofdkantoor Carglass. Natuurlijk moet je niet alles geloven op Facebook. Vast een goede grap over de autoruit-schade-boer. Want je moet er toch niet aan denken; zoveel openheid op de wc. En zeker niet op het werk.

Taal van de liefde

Relatietherapeut Esther Perel past haar inzichten tegenwoordig ook toe op de verhoudingen op de werkvloer. Want, meldt ze in een interview: ‘Wist je dat 65 procent van de start-ups mislukt omdat het fout loopt tussen de stichters?’. Perel constateert dat, zoals de taal van de business onze relaties is binnen gedrongen, zo heeft de taal van de relaties zijn weg gevonden in de business. We spreken op het werk over vertrouwen, transparantie, verbinden, je veilig voelen, empathie, passie. Steeds vaker beluister je de emotionele taal van de liefde op de werkvloer.

Volledige openheid

Ook al ben ik dan geen relatietherapeut, een ding weet ik wel zeker: volledige openheid of noem het transparantie is nooit goed voor de verhoudingen. En zeker niet op de wc. Niet privé, en niet op het werk.
 

De volgende keer kantoortaal en de wc deel 2 over ‘je rol nemen’. 

Uitgelicht

Natte broek ervaringen

 

I, Tonya en Magnolia, in beide films zit een scène waar je het op plasgebied Spaans benauwd van krijgt. In Magnolia doet het wonderkind Stanley Spector mee aan de televisiequiz What Do Kids Know? In de live uitzending verprutst hij het, omdat hij vooraf niet naar de wc mocht. Hij plast in zijn broek. Als kijker voel je de paniek, de schaamte en de natte broek. Je begrijpt waarom hij niet voor de camera wil komen. Na acht weken van gewonnen afleveringen is daarmee zijn kans op een spectaculaire recordverbetering verkeken. Hoe pijnlijk kan je het krijgen.

Ook in I, Tonya verbiedt de knetter ambitieuze moeder haar dochter om naar de wc te gaan. Ze heeft ervoor betaald dat haar dochter op de ijsbaan staat, niet om eraf te gaan om naar de plee te gaan. Na een moeilijke oefening plast Tonya in haar mooie kunstschaatspakje. Tragisch. Het liefst zou je ter plekke samen met de jonge Tonya door het ijs willen zakken.

I, Tonya

Mijn meest gênante ervaring met een natte broek was op de kleuterschool bij de nonnen. Als je naar de wc moest, stak je je vinger op en dan kreeg je een ketting om van grote houten kralen – als een soort Hawaïse bloemenkrans. Er was maar één ketting, en dat zorgde er voor dat iedereen netjes om de beurt naar de wc ging, maar ook dat het vaak dringen was met al die behoeftige kleuters. Ik had vast te laat mijn vinger opgestoken. Toen ik eindelijk de houten kralenketting bemachtigde, was die gang met aan weerzijden al die jashaakjes veel te lang. Voordat ik de wc kon bereiken, plaste ik halverwege in mijn broek.

Houten wc-ketting

Hoe jong ook – 4 of 5 jaar – ik wist dat terugkeren naar de klas met een natte broek geen optie was. Die vernedering zou me niet overkomen. Ik zag het al voor me; de strenge, meewarige blik van zuster Theresa en klasgenootjes die joelend zouden wijzen op mijn natte broek: Lordje heeft in zijn broek geplast. Lordje heeft een natte broeeeek. Nee, dat nooit. Kinderen en nonnen kunnen zo gemeen zijn. Vooral kleine meisjes, en vooral de verschrikkelijke tweeling Ingrid en Wiesje van Haasteren en hun vriendin Margot van der Plas.

Had ik toen maar het autobiografisch werk van de Britse schrijfster Hilary Mantel gelezen. Zij schrijft over meisjes die haar uitlachten op de kloosterschool: ‘Men zegt dat meisjes wreed kunnen zijn, maar met een flinke klap in het gezicht maak je daar snel een eind aan.’

Het enige wat ik kon bedenken was zo snel mogelijk er tussen uit knijpen naar huis, voor een droge onderbroek.

 

Bron foto jongetje met wc-ketting: Tijdschrift van de Algemene Onderwijsbond. Hoe vermijd ik ongewenst wc-gedrag?   

 

 

Uitgelicht

Wij van Lordstoiletblogs adviseren Lordstoiletblogs

Duitse Biedermeier stijl

Promotie is herhalen en herhalen. Net zoals in de reclame: Wij van WC-eend adviseren WC-eend. Dat intrigerende zinnetje waarde door mijn gedachten toen ik zocht naar een titel voor mijn allereerste blog. Misschien vanwege de waterdichte circelredenering a = a, waar geen speld tussen te krijgen is.
Nog onvoldoende ervan overtuigd dat ik de lezer iets te bieden had, benijdde ik de vanzelfsprekendheid en het zelfbewustzijn waarmee zij van WC-eend WC-eend adviseerden. Maar om het eigen product op die manier te verkopen – Ik, Lord de toiletblogger adviseer Lordstoiletblogs – is nu ook weer zo wat.

Tja, waarom moet u mijn blogs eigenlijk lezen? Wil ik dit wel lezen, vroeg vriendin T. zich hardop af. Too much information, riep oud-collega K. altijd als iemand een intimiteit wilde delen. Vriendin M. vergelijkt mijn bespiegelingen met rouwadvertensies: niemand geeft het toe, maar iedereen leest ze. Nou, ik zal u eerlijk zeggen, het maakt mij helemaal niks uit of u mijn blogs leest of niet. Vindt u het geneuzel, ijdeltuiterij, zelfbevrediging, flauwekul. Dat geeft niks. Ik heb er plezier in, ik vaar er wel bij. Het is mijn manier om de wereld terug te brengen naar hanteerbare proporties.

Net als een Agatha Christi die de wereld bezag vanuit haar dorp St. Mary Mead en alles daaraan relateerde, zo is de wc voor mij het vertrekpunt om de wereld te bekijken, te overdenken, in te zoomen en uit te zoomen. Van klein naar groot, van detail naar verre horizonten, en niks geen recht pad, want het zijn juist de zijwegen, hoeken en rafelranden die het leven bijzonder maken.

En zo loop ik soms tegen een fraai exemplaar aan waar ook nog eens muziek in zit.

Lees ook over mijn blogs. 

Uitgelicht

Humor verdrijft spruitjeslucht

Jeroen Henneman, Stilleven (Royal Flush), 1979

In Nice, New York, in Porto, nergens had ik zin in een expositie over 50 jaar na 1968. Het was de schone was die buiten hing bij het Stedelijk die me het museum in dreef. Onder de noemer ‘Amsterdam Magisch Centrum’ werd me daar een nieuw licht op Amsterdam beloofd. Geen historische tentoonstelling, hier de protestkunstenaar uit de jaren ’60 aan het woord – of beter gezegd in beeld. Amsterdam als centrum van radicale vernieuwingen in kunst en maatschappij. Nieuw licht, verklaringen, magie, inzichten, vernieuwingen. Wat wil je nog meer, dat prikkelt de nieuwsgierigheid.

‘Kunst en tegencultuur 1967-1970’, luidt de ondertitel van de tentoonstelling. Nieuwe stromingen veranderen in de jaren ’60 de blik op kunst radicaal. Het idee, het concept was minstens even belangrijk als het kunstwerk zelf.
Het meest bizarre voorbeeld van conceptuele kunst leverde overigens Piero Manzoni. Hij vulde 90 blikjes met zijn eigen ontlasting. Ieder blik kreeg in 4 talen (Engels, Frans, Duits, Italiaans) het opschrift: Poep van de Kunstenaar. Inhoud: 30 gram netto, vers bewaard, geproduceerd en ingeblikt in mei 1961. Een blik werd verkocht voor de goudprijs van dat moment.

Fountain - Marcel DuchampOok Marcel Duchamp – wiens uitspraak ‘Er is schoonheid te ontdekken in alles wat ons omringt’  nog steeds inspiratie biedt voor mijn blogs – kwam in de jaren ’60 opnieuw in de belangstelling. Zijn originele tentoongestelde pissoir uit 1917 was verdwenen en in de jaren ’60 liet hij – als een echte conceptuele kunstenaar – reproducties er van maken. Overigens bleek recent dat de ware schepper van de Fountain de Duitse Dada-dichteres Elsa von Freytag-Loringhoven is. Duchamp heeft haar pispot gejat. De boef. Hij zal hebben gezegd dat het hem niet ging om die pispot, maar om het idee erachter.

Terug naar Amsterdam en die magische jaren ’60. Na de naoorlogse soberheid kwam dan wel steeds meer welvaart, het bleef droef gesteld met onze culturele vrijheid. Dus de beer moest los. En ging het protest elders in de wereld gepaard met geweld, hier werd ironie en humor ingezet als wapen in de strijd. De bekrompen burgerlijke Hollandse samenleving werd bekritiseerd om zijn ‘spruitjeslucht’. Kunstenaars liepen te hoop tegen Kunst met een grote K. Ludiek en vol ironie werd de truttigheid en de Goede Smaak op de hak genomen. Zij omarmden de nieuwe lulligheid en gebruikten fragmenten uit het Hollandse interieur in hun werk. Jeroen Henneman met zijn toiletstortbak (zie foto hierboven), Ger van Elk met de plint, Pieter Engels deed dat met een ladder en Marinus Boezem hangt het beddengoed uit de ramen. Met een flinke dosis humor eigenden zij zich elementen uit het dagelijks leven toe.

Maar ook al moest er nog heel wat spruitjeslucht worden verdreven en heilige huisjes worden afgebroken, die hippiekunstenaars gaven ons wel wat mee. Ze leerden ons opnieuw kijken naar de wereld en vertelden ons dat kunst niet alleen in musea hangt, maar ook op andere podia te zien is, op straat, in tijdschriften, films, op tv en – jawel – zelfs op de wc.

Ja echt. Dat is pas magisch.

 

Uitgelicht

Van een treurige schoonheid

foto pleerol Jörg SasseDeze foto van Jörg Sasse kwam ik tegen in Huis Marseille aan de Keizersgracht. Je moet er twee keer naar kijken; eerst zijn er die blauwe kleurvlakken en dan is daar het besef van dat lege rolletje. In zijn werk isoleert Sasse een deel van de werkelijkheid en brengt dat terug tot een verstild beeld, haast een schilderij.

Vergane glorie

foto Jörg SasseDe foto´s van Sasse roepen gevoelens op waarvan je je afvraagt waar ze vandaan komen en die niet altijd even snel te duiden zijn. Misschien is het de alledaagse lelijkheid en de vergane glorie. Misschien raakt het een dieper verdriet en herinnert het ons aan onze eigen vergankelijkheid. In ieder geval zijn al zijn foto’s van een treurige schoonheid.

foto wastafel Jörg SasseStoïcijnse levenskunst

Word je overmeesterd door dit beeld van alledaagse treurigheid: adem dan in, adem uit en put uit de stoïcijnse levenskunst. Die leert ons dat we vaak geen invloed uit kunnen oefenen op een vervelend voorval, zoals een leeg wc-rolletje. Dat is een feit waaraan weinig valt te veranderen. Waar je wel invloed op hebt, is de houding tegenover het voorval en de betekenis die je er aan geeft. Dus mocht je overmand worden door zo’n droef gevoel, denk dan snel aan de schoonheid van dat eenzame lege wc-rolletje.

Uitgelicht

Overdag een plantenbak en ’s avonds een urinoir

Greenpee Schapensteeg

Het klinkt als een carnavalskraker ‘Weet je wat ik wel zou willen zijn, een bloemetjesgordijn’, maar dat is het niet. Vanaf vorige week is de GreenPee – plantenbak annex urinoir – een Amsterdamse werkelijkheid.

De eerste groene urinoirs staan vlakbij het Rembrandtplein, in de Schapensteeg. Tijdens een telling bleek dat in de steeg iedere nacht 45 keer geplast wordt. Met het experiment van de GreenPee hoop de gemeente wildplassen te verminderen, zonder dat plaskruizen het straatbeeld ontsieren. Overdag kijk je aan tegen een miniplantsoen met bodembedekkers, siergrassen, hortensia’s en geraniums, en tijdens uitgaansnachten staat de bak open als urinoir. Mannen kunnen er hun plas doen, zonder een boete van 140 euro voor wildplassen te riskeren.

Duurzaam en circulair 
Het groene circulaire urinoir is bedacht door Urban Senses. Er kunnen 300 plasbeurten in worden opgevangen. De belofte van een duurzaam ‘circulair urinoir’ doet vermoeden dat de planten groeien op het geloosde vocht, maar dat is (nog) niet het geval. Regenwater zorgt voor de planten. De urine wordt opgevangen in een bak met (geurabsorberende) hennepvezels die na compostering inzetbaar is als  meststof voor het groen in de buurt. Dus ‘circulair’ met een ruime bocht.

Dames
Voor vrouwen met hoge nood wordt een andere oplossing gezocht. Volgens onderzoek is dat hooguit 5 procent van de illegale plasbeurten. U denkt dan vast – net zoals ik: hoe is dat onderzocht? Ik weet dat onderzoek onder Amsterdammers uitwijst dat maar 8% van de vrouwelijke respondenten weleens een toilet in de openbare ruimte gebruikt, tegenover 42% van de heren. Maar onderzoek naar illegale plasbeurten van dames? Het is vast maar een klein percentage dames dat betrapt is, zoals Geerte Piening. En stel je bent bevrijd van je plas op illegale wijze, dan wil je daar niet meer aan worden herinnerd, laat staan dat je een diepte-interview afgeeft voor onderzoek.

Uitschieters
Het onderzoek ‘Wildplas-experimenten in de Schapensteeg’ vanuit Universiteit Twente geeft uitsluitsel. Naast het verzamelen van kwalitatieve data zijn camerabeelden gebruikt om het gedrag van wildplassers te observeren. Het onderzoek richtte zich op de grootste overlastveroorzakers: mannelijke wildplassers. Het aantal vrouwelijke wildplassers is niet goed bijgehouden. Uiteindelijk is ingeschat dat er  1 tot 3 vrouwen per avond wildplassen, met af en toe uitschieters van 4-5 vrouwen per avond.

Greenpee Schapensteeg

Toekomst
Binnenkort – zo kondigt de gemeente aan – komt er een volautomatisch en zelfreinigend toilet voor iedereen op het Rembrandtplein. Gaat het dan toch nog lukken met Amsterdam en de openbare toiletvoorzieningen?
Okee, er is ons nooit een rozentuin beloofd. Maar met deze plantenbak annex urinoir gaan we de goede kant op. Het klinkt in ieder geval hoopvol.
De komst van de nieuwe burgemeester Femke Halsema versterkt dat gevoel. En ik ben niet de enige die er vertrouwen in heeft. Julia Wouters, auteur van De zijkant van de macht, over vrouwen in de politiek, merkt in Het Parool op: ‘Ik weet niet of de burgemeester er over gaat, maar hopelijk gaat ze ervoor zorgen dat er ook openbare toiletten voor vrouwen komen. Ze zal in elk geval niet, zoals een rechter deed, zeggen dat vrouwen maar in een plaskrul moeten gaan’.
Misschien moet Femke haar ambtenaren binnenkort toch eens laten praten met Marian Loth, dé Nederlandse toiletonderzoeker en industrieel ontwerper aan de TU Delft. Want een groene versie van haar damespissoir Lady P. is helemaal geen slecht idee!

Lees meer over het succes en de neergang van het damespissoir. 

Meten is weten. Zie ook de case study naar het beïnvloeden van specifiek probleemgedrag in een uitgaansgebied van Randy Bloeme, ‘Wildplas-experimenten in de Schapensteeg’ (2016) masterscriptie onderzoek vanuit DSP/Universiteit Twente. 

En meer weten over de mogelijke GreenPee’s zie Urban Senses.

Uitgelicht

Discriminatie op het toilet: bevestig je het vooroordeel of niet?

Toilet aanwijzing
Op het publieke sanitaire front wordt flink gediscrimineerd. Thuis valt er meestal niets te kiezen. Maar in de wereld van het openbare toilet – met uitzondering van de genderneutrale wc – wordt een scherp onderscheid gemaakt tussen dames en heren. Stereotypen en clichés worden daarbij niet geschuwd.

Niet bekeken
Ook wel begrijpelijk. Want vrouwen willen graag droog zitten, niet gestoord door mannen die naast de pot pissen en de wc smerig achterlaten. En mannen gaan – als er dan toch wat te kiezen valt – voor de ‘heren’. Want een urinoir is gemakkelijker en sneller. Bovendien zijn er heel wat die de voorkeur geven aan een afgesloten ruimte. Ze willen niet bekeken worden. Niet door dames, laat staan door andere heren.

Kiezen
Maar als er wat te kiezen valt, moet wel duidelijk zijn waartussen.

Ladies, gents, hombres, mujeres, dames, heren, M of W. De meeste tekstbordjes laten niets te raden over. Die maken de keuze gemakkelijker. De icoontjes van mannetjes en vrouwtjes vragen al wat meer van de gebruiker. Want kiezen betekent uitsluiten en afstrepen.

Hoge hak
Ga je voor de een of kies je voor de ander? Stereotypen over mannelijkheid en vrouwelijkheid helpen daarbij. Dames dragen een rok en meneer een broek. Mannen zijn macho’s met brede schouders en vrouwen frêle met wespentailles en pronte boezems. Alle clichés komen voorbij. Waarbij de een wat meer tot de verbeelding spreekt dan de ander. De poes en de haan. De pijp tegenover de schoen met hoge hak. De potloodventer met regenjas en hoed en de dame bewapend met paraplu. De roodgeverfde mond en de snor. Of een tekstballonnetje met weinig tekst en een waar een heel kippenhok achter schuil gaat. Wat doe je dan? Bevestig je het vooroordeel of ga je er dwars tegenin?

Uitgelicht

Lentekriebels, gooi de luiken open en geef je wc een kleur!

workshop wc verven

Tussen alle nare berichten over trollenlegers, nepnieuws en alternatieve feiten speur ik naar positieve geluiden. ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’, luidt immers de bekende regel uit het gedicht Mei van Gorter.

Hoop
Het is even zoeken, maar een paar berichtjes van afgelopen week zijn goed voor nieuwe energie. Er stroomt weer water door de Boerenwetering, de Noord-Zuidlijn rijdt (bijna) en de eerste plasticvrije supermarkt opent in Amsterdam. De kunstenaarssociëteit Sexyland organiseert een rustgevende workshop wc verven. En de nieuwe collectie van modeontwerper Bas Koster gaat over hoop. Na de dood van zijn ouders heeft hij daar behoefte aan. Volgens hem is er ook in de samenleving hang naar hoop. Ik denk dat hij daar wel eens gelijk in zou kunnen hebben. O ja, en Femke Halsema wil de verbeelding weer aan de macht. Dat lijkt me sowieso een goed idee.

Pimpelpaars
Dus vooruit, niet zeuren, gooi open die luiken. Laat de wind er doorheen waaien, lucht door die tent. Volg een workshop en verf je wc pimpelpaars of in alle kleuren van de regenboog. Doe een dansje rond de pot, gooi je haar los of scheer het af. Het is lente, tijd voor een nieuw geluid.

Lo with a view

Lees meer over Sexyland en de workshop wc verven in Het Parool.

En heb je nog meer inspiratie nodig? Laaf je dan aan het liedje Zeur niet van Annie M.G. Schmidt.

 

Uitgelicht

De watervallen van New York

Wc New York

Een vriend vertelde dat hij als 17-jarige er een sport van maakte om in Frankrijk cafés waar je Coca-Cola kon drinken te bezoeken. Dat was in zijn tijd nog niet overal het geval. Jaren later deed ik hetzelfde, maar dan op zoek naar wijn. Tegenwoordig is mijn rode draad het toilet. Geboren met een zwakke blaas, te veel wijn gedronken, wie zal het zeggen, maak ik van de nood een deugd.

Water
Tijdens mijn recente bezoek aan New York zag ik heel wat wc’s voorbijkomen. Wat het meest op viel waren de gigantische spoelinstalaties. Haal de hendel omlaag en de godganse Niagara watervallen stromen naar beneden. Dat is New York, aan water geen gebrek.

Zoe Leonard, You see I am here after all (2008)

Natuurwonder
In het Whitney Museum of American Art kwam ik in het werk van Zoe Leonard nog meer watervallen tegen. Haar verzameling vintage ansichtkaarten van de Niagara Falls vormen een wandvullende collage. Het  natuurwonder is te zien in verschillende jaargetijden en vanuit verschillende gezichtspunten. En elk beeld is net weer een beetje anders.

Perspectief
Zoe Leonard gebruikt vaak herhaling, subtiele verschillen in perspectief en verschuivingen in maat, waardoor ze je met andere ogen laat kijken naar ogenschijnlijk dezelfde beelden. In tegenstelling tot de vluchtigheid van de beeldcultuur van vandaag, vragen haar foto’s, sculpturen en installaties om wat langer stil te staan bij wat je ziet en hoe je kijkt.

How to Take Good Pictures, Revised Edition Paperback – September 5, 1995 by Kodak (Author)Kodak
Vooral haar installatie How to Take Good Pictures zet aan het denken. Leonard rangschikte meer dan 1.000 exemplaren van het gelijknamige boek – een handleiding van 1912 tot 1998 van Kodak – in stapels, chronologisch volgens editie. Als je langs de 20 meter lange installatie loopt zie je de covers veranderen, qua stijl, typografie en als teken van technologische vooruitgang in druktechniek. Maar de inhoud verandert niet. Elke nieuwe editie herhaalt dezelfde criteria voor ‘goede foto’s’ en illustreert dat met dezelfde ‘well-to-do white people’.

En opnieuw moest ik naar de wc. Maar nu keek ik er toch net even anders tegenaan.

Lees ook mijn blog Zwart en wit broederlijk naast elkaar over de foto Two Toilets van Zoe Leonard. En mijn blog over New York en de kunst van het loslaten. 

Meer weten over het werk van Leonard lees dan  Why Zoe Leonard Is the Artist We Need in Today’s Instagram-Addled Age.

Uitgelicht

Gezellig op de wc van de baas

Toilet annex boekenkast

Laatst hoorde ik een collega in de wc naast me druk aan het bellen.”Haal jij de kinderen op?”, vroeg hij waarschijnlijk aan zijn vrouw. Hij is niet de enige die ‘oneigenlijk’ gebruikmaakt van de toiletruimte van zijn werkgever. Ook ik doe het regelmatig. Zo heb ik al heel wat Wordfeud-puzzeltjes opgelost, recepten opgezocht en nieuws gecheckt op de wc van mijn baas. Het is maar wat prettig om in de hectiek van het werk even een moment te nemen voor jezelf. Opgeladen en wel kan je daarna weer met volle moed de werkvloer betreden.

Sfeervol
Ik las ergens dat de toiletruimte steeds meer het karakter krijgt van een ‘verblijfruimte’. Hoe dat er uit ziet, weet ik niet. Maar het klinkt aantrekkelijk. Vast geen witte tegeltjes. Ik stel me een warme ruimte voor. Er is zeker veel te zien, iets te horen en te lezen. Misschien met stemmige muziek, vakbladen en een uitschuiftafel om je Ipad en kop koffie op te zetten. In ieder geval is het sfeervol zitten daar.

Asbak op de wcGezellig
Over gezelligheid gesproken. Ik herinner me dat er tot laat in de jaren ’90 op het werk gerookt werd en er asbakken in de wc-ruimtes hingen. Soms kom je nog wel eens zo’n zielige verlaten asbak tegen. Zoals op de foto bij een bekende autodealer.

Duo-toilet
Het zou nog eens wat zijn, als het duo-toilet opnieuw zijn intrede doet in de sanitaire wereld. Want dat is toch wel het toppunt van gezelligheid.
Publieke toilet bij de RomeinenNet zoals de Romeinen, gemoedelijk naast elkaar op het toilet. Het badhuis en de latrine – de openbare toilet – waren plekken om uit te rusten en te praten. De latrine bestond uit een aantal gaten naast elkaar, boven een trog waar stromend water doorheen liep. De Romeinen combineerden zo hun streven naar hygiëne met het sociale leven.

Duo wc'sEmpoweren
Gezelligheid is een groot goed. Maar ik vrees dat de duo-wc op kantoor het niet gaat worden. Je wilt niet alles mee krijgen van je collega’s.
Voorlopig koesteren we nog even dat moment voor jezelf op de wc van de baas. Ik kan je verzekeren: het helpt om je in alle rust op te laden en te empoweren. Daar kan je baas niks op tegen hebben. Sla jezelf nog maar eens op de borst en zeg daarbij hardop: IK BEN RETEGOED BEZIG!!! Zo, nu kun je weer terug naar de slangenkuil in de kantoortuin.

Vind je dat de wc op jouw werk een stylingadvies nodig heeft? Je kunt er met me van gedachten over wisselen. Neem gerust contact met me op.

PS In mijn volgende blog een stemadvies voor de gemeenteraadsverkiezingen.

Uitgelicht

Iedereen op een eigen troon. Sprookjes rond het toilet

gezien in Museum aan de Schelde, Antwerpen
Welk kind wil geen prins of prinsesje zijn?

In de Britse serie Victoria kwam alles samen: geschiedenis, royals, drama en mijn fascinatie voor de wereld van de wc. Prins Albert, echtgenoot van koningin Victoria, demonstreerde het eerste watercloset aan zijn hofhouding. “Ik hoop dat ooit alle huishoudens een troon voor zichzelf hebben”, sprak hij daarbij als wens uit. De prins (1816-1861) was een groot voorstander van technologische vooruitgang. En ongetwijfeld hoorde daar het watercloset, de toiletpot met waterspoeling, bij.

herentoilet villa MalfitanoVeredeld gluren
Paleizen bezoeken en series als The Crown en Victoria bekijken, is toch een soort van veredeld gluren bij de koninklijke buren. Soms je verliezen in het sprookje. Lekker verlustigen aan alle pracht en praal. En wegdromen naar andere tijden. Tegelijkertijd je realiseren dat koninginnen, koningen, prinsen en prinsessen ook maar mensen zijn, met hun eigen sores.
Als kind bedacht ik regelmatig dat de koningin ook gewoon naar de wc moet. Misschien heeft dat wel dezelfde werking als de tip om de zenuwen tijdens het spreken in het openbaar de baas te blijven door je publiek bloot voor te stellen. Het helpt om de wereld terug te brengen tot menselijke proporties.

Paleis Soestdijk
Eind vorig jaar was er nog een laatste kans om Paleis Soestdijk te bezoeken. Koningin Juliana kon nog wel eens driftig op tafel slaan: ze wilde gewoon zijn, zoals alle andere mensen. En ik hoopte nog een keer een blik te werpen op haar ‘gewone’ toilet. Maar helaas. Dat zat er niet meer in. De deur bleef gesloten. Wel vond ik op internet de foto hieronder.

Bovendien een fragment uit Andere tijden over de desperate staat van het paleis en de ‘gewoonheid’ van haar bewoners.

Natuurlijke mest
Als in 1986 het water na een flinke regenbui het paleis binnenstroomt, moet in korte tijd een riool worden aangelegd. Kees Stam, destijds uitvoerder bij grondbedrijf Woestenburg: “Tot dan toe loosden ze op de bodem. De fecaliën verteerden gewoon en het water liep in het zand weg.” De klus moest geklaard worden tijdens de zomervakantie van de koninklijke familie. Bij terugkeer vond de koningin haar gazon er wel wat kaal en minder groen uitzien. Tja, het miste alle natuurlijke mest en bewatering. Om te bedanken nodigden koningin en prins de hele ploeg uit voor een hapje en een drankje. Stam: “Net als bij je opa en oma. Ja, zij moeten ook naar de wc, en daar moesten wij voor zorgen”.

Troon met gat
Qua wc’s-kijken had ik afgelopen zomer meer succes bij de aartshertog Maximiliaan van Habsburg. Kasteel Miramare, het zomerverblijf van de latere keizer van Mexico ligt aan de Golf van Triëst. De broer van keizer Frans Jozef en zwager van Sissi woonde hier van 1860 tot 1864.

En daar verstopt in een nis in de badkamer zag ik een zetel met een gat. Het zijn juist de hoekjes die ons zo veel leren over de geschiedenis. De postoel, ofwel chaise percé stond er maar zielig bij.
Maximiliaan werd in Mexico ter dood veroordeeld. Zijn echtgenote Charlotte, dochter van koning Leopold I van België, keerde in 1866 terug naar Italië om politieke steun te zoeken. Ze zou haar echtgenoot niet meer terugzien, want een jaar later werd hij in Mexico vermoord. Charlotte raakte in de war en trok zich terug op Miramare. Door haar personeel in onwetendheid gehouden over de dood van haar man, zie je haar zitten op de troon met gat in die nis. Daar onder de klok. Diep ongelukkig en helemaal de weg kwijt.

Gemakstoel
In het Nederlands wordt zo’n postoel ook wel aangeduid als kamergemak of gemakstoel. Op Paleis Het Loo is er nog een te zien van Willem III (1849-1890). Zelfs een verplaatsbare met waterspoeling. Want een koning gaat niet naar de wc, de wc komt naar hem. Overigens ook een treurig verhaal, met die Willem III. Aan het eind van zijn leven kwam de gemakstoel goed van pas. De koning was zo ziek dat hij zijn slaapkamer niet meer uit kwam.
Een aantal ministers begluurde hem vanachter een kamerscherm om te beoordelen of hij nog wel toerekeningsvatbaar was. Dat bleek knap mis. De koning werd ‘buiten staat’ gesteld om te regeren.

Staatszaken
Toch maar even terug naar de postoel. De Oostenrijkse keizer Frans Jozef beschikte over een draagbaar gemak, dat eruitzag als een kleine hutkoffer. Zo was hij ook op reis van alle gemakken voorzien. Heel chique.
Het toilet en de inrichting van de toiletruimte zeggen iets over ons en over de tijd. In de zestiende eeuw stond los sanitair in de keuken of slaapkamer. Ook zonnekoning Lodewijk XIV ging al poepend gewoon door met staatszaken. Pas in de Victoriaanse tijd werd de stoelgang een activiteit waarvoor je je behoorde te schamen, dus uitgevoerd in afzondering.

Eigen troon
Vernieuwingen in de wereld van de wc zijn niet meer zo opzienbarend als in de tijd van prins Albert. Koningen en koninginnen vormen al lang niet meer de avant garde als het gaat om sanitair. Moeten zij het doen met oude tochtige, koude buitenverblijven en paleizen, ‘gewone’ mensen maken van hun toilet steeds meer een ‘verblijfsruimte’ met de allure van een paleis. Maar hoe luxe of sober ook, een drol in een gouden toilet blijft een drol.
Gouden wc Maurizio Cattelan, Guggenheim MuseumDe droom van prins Albert ‘ieder huishouden zijn eigen troon’ is uitgekomen op het Britse eiland en in de westerse wereld. Maar nog steeds heeft eenderde van de wereldbevolking geen toegang tot wc’s.
Daar valt echt geen mooier sprookje van te maken.

De tweede foto in deze blog lijkt op het watercloset dat prins Albert liet installeren voor zijn hofhouding, maar is het niet. Deze watercloset uit eind 19de eeuw is te bekijken in Villa Malfitano in Palermo. Zie ook Mijn top 5 meest indrukwekkende toiletten van 2017 .

Wie meer wil weten over koning Willem III: bekijk De koning die te ziek was om koning te zijn. 

 

 

Uitgelicht

Mijn top 5 meest indrukwekkende toiletten van 2017

Affiche expositie Everything you always wanted to know about Toilets. Cube design museum

Dit jaar heb ik zoveel wc’s bezocht en bekeken. Ik draag ze dan wel niet mee op mijn rug. Maar ze zitten wel in mijn hoofd. En dat moet er uit. Dus wordt het tijd om mijn lijstje te delen. Voila, hier mijn top 5 meest indrukwekkende wc’s van 2017.

Mijn nummer 1. – De ‘heren’ van café tHUIS aan de AMSTEL

Soms beland je opeens op een juweeltje. De ‘heren’ in de voormalige Ingenieurswoning van de Zuidergasfabriek (1913) is beslist een bijzondere. De houten driehoekige bril wekt de indruk van handgemaakt. De porseleinen pot lijkt wel gebeeldhouwd. Bijna ben je geneigd aan het reliëf te voelen. Nee, nee, dat doen we natuurlijk niet. Dat is niet hygiënisch. Al hoewel…

Mijn nummer 2. – Bi-Bardon van Alex Sweder

Performance architectuur noemt Alex Sweder zijn eigen werk. De kunstenaar ontwierp deze Siamese tweelingurinoir niet voor praktisch gebruik, maar als commentaar op het traditionele design van sanitair. Hij stelde zich voor hoe het urinoir voor ‘abnormale’ mensen er uitziet.
De Bi-Bardon van Sweder (2001) heeft een plek gekregen in de permanente collectie van het San Francisco Museum of Modern Art (SFMOMA).

Mijn nummer 3. – W+W Toilet van Gabriele & Oscar Buratti

 W+W Toilet van Gabriele & Oscar Buratti

Geef toe. Dit is een mooie moderne. Op de foto valt het toilet roze uit. In werkelijkheid is de W+W wit. Het vierkante L-vormige design verraadt de jaren ‘0. De combinatie van wastafel en watercloset is inderdaad in 2010 ontworpen door de architecten Gabriele & Oscar Buratti voor Roca, een wereldwijd merk op badkamergebied.

De W+W staat voor waterbesparing en optimalisatie van de ruimte. Het innovatieve systeem filtert het wasbakwater zodat het kan worden hergebruikt in het toilet. Vergeleken met een klassieke spoeltoilet gebruikt deze tot 25% minder water. Het reinigingssysteem voorkomt dat bacteriën in de wateropslag worden gespoeld en dat vermindert weer onaangename geuren.

“Dit unieke, onderscheidende en originele ontwerp brengt elegantie en duurzaamheid in de badkamer. Een ontmoeting tussen manieren van verfijning en liefde voor de planeet (…).” U begrijpt, ik citeer uit de folder.

Mijn nummer 4. – de wc’s van de Whitakertjes

In Palermo staat de villa Malfitano van de familie Whitaker. Op de ‘heren’ kreeg ik er daar twee voor de prijs van een. Een oude en een nieuwe.

Helaas kreeg ik beide wc’s niet samen op de foto. Dus op de linker foto het originele watercloset. Waarschijnlijk stamt deze houten doos nog uit de tijd toen de villa werd gebouwd: eind negentiende eeuw. Nu niet meer in gebruik. Met de houten klep naar beneden is het een bank. Rechts daarvan – zowel in het echt als hierboven – bevindt zich de vierkante nieuwe.

Mijn nummer 5. – de wc van de burgemeester van Palermo 

In de imposante werkkamer van Leoluca Orlando, de burgemeester van Palermo, bevindt zich rechts achter zijn bureau een klein deurtje. Verstopt in de wand voert dat deurtje naar een wc. Voordat je daar bent moet je eerst nog wel een hele lange smalle gang door.

Het stadhuis is gevestigd in het 15de eeuwse Palazzo Pretoria. Iedereen kan daar zo naar binnen wandelen. Zelfs de werkkamer – en wc – van de burgemeester zijn toegankelijk voor publiek. Laagdrempeliger kan het haast niet.

Die toegankelijkheid is typerend voor burgemeester Orlando, want net zo open en gastvrij is hij voor vluchtelingen. Op de kade van Palermo heeft hij al zo’n zestigduizend bootvluchtelingen begroet. Iedereen mag van hem overal geluk zoeken. “Ik wil hen laten weten dat ze welkom zijn in deze stad. (…) Wij maken geen onderscheid. We moeten ze met open armen ontvangen.” Met stemverheffing: “Mag ik u er even op wijzen dat het hier om ménsen gaat?” (Uit Trouw).

Meer zien
De foto van de meneer met de wc-pot op zijn rug is het affiche van de expositie Everything you always wanted to know about Toilets *. Nog tot 14 januari 2018 te zien in het Cube design museum in Kerkrade.
Op deze expositie zijn ook het W+W Toilet van de gebroeders Gabriele & Oscar Buratti en de Bi-Bardon van Alex Schweder nog te bekijken.

De heren-wc van de voormalige Ingenieurswoning in het echt zien? Bezoek dan tHUIS aan de AMSTEL.

Mijn blogs in je mailbox ontvangen? Stuur me dan even een mail, dan krijg je mijn volgende blogs automatisch in je mailbox.

 

Uitgelicht

Zit een ronde wc-bril lekkerder?

Uit onderzoek blijkt dat aardbeienmousse van een rond, wit bord zoeter smaakt dan van een zwart vierkant bord. Ronde vormen roepen associaties op met zoet. Zou een ronde wc-bril ook zoeter, zachter en prettiger voelen dan een vierkante bril?

Roze vierkante bril

Lees ook mijn blog het toilet in alle kleuren en geuren.

Heb jij een mooi exemplaar voor mijn beeldbank, stuur ‘m vooral naar info@lordstoiletblog.nl.

Uitgelicht

Betaal publieke (dames)wc’s met toeristenbelasting

Ontwerp Krul 2.0

De Amsterdamse binnenstad telt 35 plaskrullen voor mannen. In het weekend komen daar nog eens 40 plaskruizen bij. Voor vrouwen zijn er twee of drie plekken. Uitbreiding van het aantal openbare damestoiletten loopt telkens stuk op de centen. De Krul 2.0 biedt een oplossing. Die moeten er snel komen, en kan simpel bekostigd worden door de geplande verhoging van de toeristenbelasting.

Het antwoord op de vraag waarom er niet meer openbare damestoiletten zijn, is ontluisterend. Peter-Paul Ekker, woordvoerder van de gemeente Amsterdam in Het Parool: Er heeft ‘nog nooit iemand naar de gemeente gebeld met de vraag voor meer openbare toiletten voor vrouwen’. Maar er is, volgens hem, wel een grote kans dat er binnenkort over gesproken gaat worden.

Dus eerst moet je bellen voordat er wat gebeurt. Vervolgens wordt er over gesproken. Althans, die kans is groot. Dat is toch diep treurig. Want als we daar op moeten wachten heb je het al lang in je broek gedaan.

Sanisette
Een vogelvlucht door de geschiedenis van de damestoiletten in Amsterdam maaSanisette Parijskt niet vrolijk. In de jaren ‘80 keerde een speciale urinoircommissie positief gestemd terug uit Frankrijk. De sanisette – niet weg te denken uit het Parijse straatbeeld – kon weleens dé oplossing zijn voor het sanitair seksisme in Amsterdam. De sanisette stelde vrouwen eindelijk in staat ‘openbaar’ te plassen. Tegen betaling van twee kwartjes krijgt de bezoeker toegang tot een zelfreinigende toilet met fonteintje, wc-papier, handdoekjes en een spiegeltje. Zodra je na het wassen van de handen het straattoilet verlaat, stopt de muziek en schakelt de computer de elektronische interieurverzorgster in. De proef stopte in 1985. Het entreegeld verdient de hoge exploitatiekosten niet terug. De gemeente moest er geld op toeleggen en de sanisette verdween weer uit het straatbeeld.

Wildplassympasium
Het bleef tobben. In 1997 organiseerde de gemeente Amsterdam een heus symposium. Onder meer horeca en politie brachten samen het wildplasprobleem in het centrum van Amsterdam in kaart. De aanbevelingen tuimelden over elkaar heen: de politie moet vaker bekeuren bij een ‘heterdaadje’, boetes omhoog. Er moeten krullen bij en toiletvoorzieningen voor dames en heren in combinatie met telefooncel, kaartverkoop voor openbaar vervoer en VVV-kantoor. Meer plaskruisen, stenen plashellingen en toch ook weer sanisettes moeten er komen. Plus verbodsborden, wegwijzers naar de pisbakken, en voorlichting op scholen.

Plasgenot 
Een aantal proefprojecten ging van start. Zo kwam er een zelfreinigende krulurinoir op de Wallen, een plaskruis op de Vijzelgracht en een bewaakte toiletwagen voor dames en heren op het Rembrandtplein. Vooral de laatste oplossing was een groot succes. Dames waren opgelucht. Maar het plasgenot was van korte duur. De ‘visuele belasting’ van het al zo kleine Rembrandtplein telde voor de gemeente zwaarder dan de overlast van de wildplasser.

Lady P.
Eind jaren ‘90 leek er even een frisse wind op te steken op het sanitaire damesfront. De Nederlandse industrieel ontwerper Marian Loth ontdekte dat 90% van de vrouwen contact vermijdt met de toiletbril in openbare gelegenheden, en het dus ‘zwevend’ gebruikt. Zij ontwierp de Lady P. Dit urinoir heeft wat weg van de variant voor heren, maar met een langer en spitser opvangbekken. Lady P. heeft Amsterdam nooit bereikt.

Urilift
En toen bleef het heel lang stil op het gebied van publieke sanitaire voorzieningen voor dames. Pas een jaar geleden kwam de Urilift Combi op de markt. Deze bestaat uit twee urinoirs voor mannen en een wc-pot in een afgesloten ruimte voor vrouwen. De verzinkbare urinoir rijst uit de grond op zodra de zon ondergaat.

.Urilift Combi op de Dam

Begin 2016 werd de Urilift met afsluitbaar vrouwengedeelte geïntroduceerd in Amsterdam. Wel een primeur. Want Amsterdam heeft de eerste vrouwenurinoir ter wereld. Dat dan wel weer. Maar de Urilift is een dure zaak. En het bleef tot nu toe bij die ene op de Dam.

Krul 2.0
Recent ontwierp het Amsterdamse bureau Studio Selva op eigen initiatief een nieuw openbaar toilet: de Krul 2.0. Ze keken hoe een voor iedereen toegankelijke wc eruit zou kunnen zien.

Krul 2.0 ontwerpArchitect Johan Selbing: ‘Het sluit op die manier aan bij de bestaande, eenvoudige, maar voor Amsterdam zo kenmerkende krullen. Dat wil zeggen: niet alleen voor mannen en vrouwen, maar ook rolstoeltoegankelijk en uitgerust met een verschoontafel’. Eerder tekende hij het meubilair voor het Vondelpark. De toiletten die hij voor het park ontwierp, werden uiteindelijk om financiële redenen afgeschoten. ‘We hebben daarom een technisch eenvoudig ontwerp gemaakt, wat de kosten beperkt’, vertelt Selbing. De Krul 2.0 is iets groter gemaakt en heeft een roestvrijstalen wc, een dak, een deur en aan de buitenkant een wastafel annex drinkfontein.

Toeristenbelasting
Ook Selbing benadrukt dat door de toename van toeristen in de binnenstad er een grotere behoefte aan openbare toiletten is ontstaan. Je zou inderdaad denken dat tegenover alle inkomsten die Amsterdam aan haar bezoekers verdient er toch wel meer mag staan dan twee of drie openbare damestoiletten. Een beetje wereldstad beschikt op z’n minst over even veel openbare heren- als dameswc’s.
En als het dan nog steeds een centenkwestie blijkt, is dat binnenkort met de verhoging van de toeristenbelasting ook opgelost. Kortom, er staat de Krul 2.0 niets meer in de weg.

Lees ook mijn blog  Zeikwijven, hoge nood en de plaskrul.

Uitgelicht

Over zeikwijven, hoge nood en de plaskrul

Christien Zuidweg (links) en Suzan Heere (rechts) in Zeeuwse klederdracht bij krul-urinoir in Amsterdam (foto: Jac van Belzen)

Zul je altijd zien ben ik als enige echte toiletblogger net op vakantie en dan breekt de pleuris uit op het front. Wat kan ik nog toevoegen aan het publieke debat over wildplassen, openbare buiten-wc’s voor dames en plaskrullen? Juist: een beeld en een beeld en nog een beeld.

Dat ziet toch iedereen. Dat is geen doen daar op je hurken, terwijl de hele wereld je kukeleku kan zien. Geerte Piening is natuurlijk een held. Het is niet niks om bekend te staan als wildplasser en – letterlijk en figuurlijk – als zeikwijf. Met succes vocht ze de wildplasboete aan om aandacht te vragen voor het gebrek aan openbare damestoiletten. Wat meehielp was de uitspraak van de Amsterdamse kantonrechter: ‘Als vrouw kun je ook in een urinoir plassen. Het is misschien niet prettig, maar het zou wel kunnen’.

In de hurkende positie bied je voorbijgangers een vrije blik op je blote billen. Een nadeel. Noor Spanjer in Vice

Onder welke tegel heeft deze rechter gelegen? Want ook dat zie je toch zo: het urinoir is een echt mannending. En de krul, een ontwerp uit 1916 van Joan van der Mey – een leerling van architect Eduard Cuypers en één van de aanvoerders van de Amsterdamse Schoolstijl – is een museumstuk. Waar je alleen maar naar moet kijken. En dan ook nog van een afstandje. Want van de stank word je niet vrolijk. Daar wil je zelfs als man niet in.

Overigens is de eerste krul na verloop van tijd aangepast aan de veranderende behoeften. Er werd gezorgd dat er licht naar binnen valt op de ‘waterplaats’ en dat men van buitenaf kan zien of er zich personen in bevinden. Zodat de agent ‘de aldaar gepleegde tegennatuurlijke ontucht’ beter in de gaten kon houden.
Dus eigenlijk is de krul een vrouwonvriendelijk museumstuk, en van oorsprong ook nog eens homo-onvriendelijk.

En als je denkt dat het in bovenstaande stenen exemplaar – dicht van onder – prettiger toeven is. Ik kan je verzekeren: de stank is daar aan de Oudezijds Voorburgwal niet minder. Het door Allard Remco Hulshoff ontworpen urinoir werd in 1926 gebouwd tegelijkertijd met het toenmalige stadhuis, geheel in de stijl van de Amsterdamse School. Met op het dak een beeldhouwwerk van Hildo Krop.
Dit museumstuk gaat zeker nooit plaats maken voor een vrouw-vriendelijke toilet. Want in 2001 werd het aangewezen als rijksmonument.

Voor wie echt heel hoog nodig moet – en zich over de stankoverlast en het bekijks heen kan zetten – is er de handige app hoge nood.  Ik zou wel een plastuit en luchtververser meenemen.

Meer lezen over wildplassende vrouwen en meer foto’s bekijken? Kijk op actie zeikwijf.

Uitgelicht

Hoog en laag: iedereen poept

Poep is een onderwerp dat bij uitstek gebruikt wordt om de aandacht te vestigen op de gelijkheid van mensen. Hoog en laag moeten er aan geloven. Daarin is verwantschap met het spreken over de dood, schrijft Michael Elias in zijn artikel Het scheelt veel wie er poep zegt voor het tijdschrift Medische Antropologie.

Geen onderscheid
Ik herinner me dat ik als kind vaak bedacht dat de koningin ook gewoon naar de wc moet. Iedereen doet het: daar wordt geen onderscheid in gemaakt. Maar praten er over is weer een hele andere kwestie.

Zwijgen over poep
Elias verkent in zijn artikel hoe er in onze cultuur over poep gesproken, geschreven en gezwegen wordt. Soms hoef je het er inderdaad helemaal niet over te hebben. Met een passage uit Godfried Bomans’ Memoires van Pieter Bas illustreert hij dat mooi.

“Anna, ‘die nog bij meneer zelf gediend had’, stond er op dat wij alle vier op de po gingen. Want, zoo meende zij, een Christenmensch kon niet slapen als niet alle ‘kwaje stoffen’ d’r uit waren.” Wat volgt is een beschrijving van de “kleine ceremonie” waaraan Pieter en zijn drie broers werden onderworpen:

Derhalve werden er vier po’s op een rijtje tegen de muur geplaatst, de gebroeders Bas zetten zich er op, en keken elkander gespannen aan. Want het was zaak wie hem het eerste ‘eruit’ had. Had iemand hem het eerste eruit, dan stapte hij zegevierend in bed, en wachtte op de volgende winnaar. En samen vuurden zij de twee achterblijvers aan om ‘zich niet te laten kennen’; en deze twee keken elkander met roode gezichtjes aan, vastbesloten zich tot het uiterste te geven. Die arme Jozef! Hij verloor altijd, en wanneer de een na de ander in het bed kroop, en hij eenzaam op de vloer zat te steunen, kreeg ik wel eens medelijden met hem. Dan richtte ik mij op, en riep:
“Hoe ver?”
“Bijna”, klonk het dan ernstig terug.
Goede Jozef! Maar soms werd hij beloond.
“Kom’s allemaal kijken” riep hij dan opgewonden.
En wij vlogen gedrieën het bed uit, want“ die van Jozef waren niet mis”. En wij bezagen het werk met de oogen van kenners die weten wat de prijs is, en zeiden dat het een “knaap” was, terwijl de gelukkige eigenaar met een dankbaar lachje de hulde in ontvangst nam.

Michael Elias was mijn leraar Nederlands op de middelbare school. We hebben het er nooit over gehad. Maar vast en zeker heeft hij mijn liefde voor literatuur beïnvloed.

Uitgelicht

Welke broek past jou?

Het is vaak kiezen in het leven. Ga je rechts, of links. Naar de dames of de heren? Wat dat betreft is het genderneutrale toilet een uitkomst.

Hoewel de aanduiding daarvan nog wel een dingetje is. Laatst beluisterde ik op het toilet van de Stadsschouwburg Amsterdam de volgende dialoog. Zij: “Oh, sorry. Is dit de heren? Ik dacht dat het de dames was.” Hij: ”Nee, ’t is tegenwoordig voor genders”. Waarbij hij de g als een harde  Amsterdamse g van ‘getver’ uitsprak.

Bovenstaande aanduiding met het gehalveerde mensje hangt in de Stadschouwburg. Hoe het onderste deel van de gebruiker er uitziet is niet meer relevant.

Het all gender toilet van de Stadschouwburg is overigens de omgebouwde heren. De urinoirs zijn nu afgeschermd met klapdeurtjes. Maar iedereen is nu welkom om gebruik te maken van de toiletten. Mannen met jurken. Vrouwen met broeken. Types met broekrok. Allemaal welkom.

De Engelse aanduiding ‘all gender restroom’ klinkt al heel wat vriendelijker dan ‘genderneutraal toilet’. Elise van Alphen van het Transgender Netwerk Nederland (TNN) merkte recent op in Het Parool dat ‘genderdivers’ een betere term is. “Genderneutraal veronderstelt dat je iedereen in dezelfde mal kunt duwen. Het gaat er juist om de ruimte te bieden voor de diversiteit die er in werkelijkheid al lang is.”

Het veel gebruikte beeld van het half mannetje/half vrouwtje is ook niet echt neutraal. Het suggereert een derde geslacht. Een nieuw hokje.

Wat dat betreft komt de tekst ‘We don’t care’ al veel meer tegemoet aan die diverse wereld. Want het maakt helemaal niet uit wie of wat je bent of hoe je je plas doet. Als je het maar droog houdt. Dat heet vooruitgang!