‘Of er een tuinkabouter staat of welke kleur de bank heeft, zegt meer dan duizend woorden’, vertelde Ivo Niehe over zijn interviews met de groten der aarde. Ook de boekenkast hoor ik vaker genoemd als spiegel van iemands persoonlijkheid. Toon mij uw boekenkast en ik zeg u wie u bent. Variaties hierop zijn er genoeg: de kledingkast, het huis, vrienden. Natuurlijk vind ik dat de wc er aan toegevoegd moet worden. Toon me uw wc en ik zeg u wie u bent. Kleding, boeken, de wc. Het zegt vast iets over de eigenaar. Maar wat? En zegt het genoeg?
Om eerlijk te zijn, de meeste Nederlandse wc’s zijn niet echt spannend. Hoewel eerlijkheid me ook gebiedt om te zeggen, dat ik de laatste tijd alleen nog maar privé-wc’s bezoek. Wel stuit ik daar regelmatig op het ronde witte wc-tonnetje van Philippe Starck, of een kloon daarvan. Maar dan heb je het wel gehad, qua spannendheid. Wellicht zegt dat iets over mijn vrienden en nog meer over hun wooncarrière. Inderdaad, ik bedenk me wel, dat ik laatst twee zwarte wc’s heb gezien. In beide gevallen ging het om vrienden die net een nieuw huis hadden verbouwd.
Behalve dan die twee zwarte blijft het vooral wit wat de klok slaat, met de tegeltjes aan toe. Meestal een hangende pot, zodat er onder gemakkelijk schoon te maken is. Want properheid staat voorop, en gaat boven het design. In Bezem & Kruis – De Hollandse schoonmaakcultuur of de geschiedenis van een obsessie vermoedt Piotr Oczko een verband tussen schoonmaken en protestantisme. In het verleden resulteerde dat in een strak arbeidsethos, huiselijke discipline en verantwoordelijkheidsgevoel. Vast en zeker zien we die Hollandse poetszucht vandaag de dag nog terug in de inrichting van het kleinste kamertje van het huis.
Voorjaar
Afgelopen weekend werd ik overmeesterd door een voorjaarsgevoel. Het begin van een nieuw jaar versterkt de behoefte om op te ruimen, schoon te maken en een frisse start te maken. Net de kerstboom afgetuigd en buiten gezet. De ballen en versiering terug in de doos, opgeruimd en opgeborgen. Buiten was de lucht helder blauw.
Op zoek naar nog meer voorjaar kocht ik op de markt narcissen. Nadat ik de bloemenvrouw de beste wensen had gewenst, gaf ze me nog een advies mee. ‘Zet de bloemen eerst nog even een half uurtje in het papier in het water. Dan komen ze op kamertemperatuur. Zelf zet ik ze altijd in de wc-pot. Maar ik woon alleen, dus dat is dan gemakkelijk’, voegt ze er nog aan toe. Mijn bloemenvrouw is van het type ik-ben-zo’n-gek-mens. Hoe vaak heeft ze me dit advies al niet gegeven. Ik loop naar huis, kijk naar mijn narcissen, denk aan haar wc, en zie in gedachten de lentepracht oprijzen uit haar schone witte pot. Daar word ik vrolijk van.