Geen Caravaggio, geen Rembrandt, wel een Anne Claude Philippe de Tubières hangt er op mijn toilet. De ets kreeg ik cadeau van Taeke Kuipers, oprichter van Fenix Art Collection. Mijn zwager redt kunst, soms letterlijk van de vuilnisbelt. Als kunstkenner zoekt en vindt hij in kringloopwinkels en Franse bric-à-brac. Hij maakt de kunstwerken schoon, probeert maker en herkomst te achterhalen en zet ze in een mooie lijst. Zo geeft hij vleugels aan de verweesde kunstwerken.
Op een van zijn speurtochten vond hij de ets van Anne Claude Philippe de Tubières (1692-1765). Deze Fransman is driedubbeldik van adel, naast graaf de Gaylus, ook markies d’Esternay en baron de Bransac. Daarnaast was hij archeoloog, kunstverzamelaar, antiquair, een hele goede etser, en schreef hij ook nog eens pikante sprookjes. Kortom, een veelzijdige meneer.
Hij bereisde heel Europa en kende alle kunstenaars van zijn tijd. Als etser kopieerde hij grote meesters. Deze ets van het plassende jongetje maakte hij naar een originele tekening van de Italiaanse barokkunstenaar Annibale Carracci (1560-1609). De graaf produceerde de etsen in oplages. Eigenlijk gaf hij zo oude kunstwerken vleugels, net als mijn zwager – maar dan weer anders. Zo kwam een exemplaar van de ets terecht in het kabinet van de Franse koning, ik traceerde een andere exemplaar in de collectie van het Philadelphia Museum of Art, en nu hangt er ook een originele ets op mijn toilet.
Op mijn onderzoek ontdekte ik dat Annibale Carracci ook de schilder is van ‘De boneneter’. Dat schilderij kwam op mijn pad afgelopen november in Palazzo Colonna in Rome. Zeker voor de zestiende eeuw – toen alleen rijken zich op het doek lieten zetten, en dan natuurlijk op hun mooist – is dit een bijzonder alledaags tafereel. Op het schilderij wordt een man betrapt terwijl hij net een hap van de bonen neemt. Het is bijna een foto.
Eigenlijk is het net zoals op de prent van het plassende jongetje. Vol in actie is hij op het papier gezet. Op de achtergrond zien we iemand die zaad strooit over het land, vast het bonenzaad. De plasser lijkt zijn hemd vast te houden, misschien draagt hij daarin ook zaad mee. Misschien werken beiden op het land, en soms moet je dan plassen. Dat kan iedereen gebeuren en is van alle tijden. Wat ook kan, is dat het jongetje met zijn plas de grond bemest. De oma van mijn P. leegde haar ochtendurine altijd onder de bessenstruik, en iedereen in het dorp wist dat dat het geheim was achter haar grote bessen. Dus plassen voor grote, lekkere bonen, is zo raar nog niet. En ook van alle tijden.
Natuurlijk begrijpt u dat ik hier wel nog even reclame wil maken voor mijn zwager. Op 11 en 12 juni is er de jaarlijkse plantenmarkt in Noordwijk-Binnen. Op de ‘Markt onder de Linden’ staat hij met nog veel meer verweesde schilderijen die een thuis nodig hebben. Geen etsen met plassende jongetjes, maar vooral veel bloemenstillevens en landschappen dit keer. Kom langs in Noordwijk!