Klein verzet op het toilet

Wc-bordjes stadhuis Amsterdam

Ik ging voor een nieuw paspoort naar het stadhuis. Op zoek naar de wc vond ik bij Burgerzaken deze bordjes. Gewend aan een leesrichting van links naar rechts was het even puzzelen op het eerste bordje. Misschien bent u het niet met me eens, maar ik zag daar toch echt een figuur afgebeeld in een lange jurk.

Na een tweede blik gaf het korte rokje van de rechter afbeelding opheldering. Want zo gaat dat. Het ene bordje laat zich lezen bij de gratie van het ander. Je moet eerst de context kennen, voordat de puzzel op z´n plek valt.

Toch niet helemaal zeker van mijn kijk op de bordjes, legde ik de kwestie voor aan een klein testpanel. Allemaal vonden ze het een mooi gestileerd vormgegeven bordje dat in hun ogen onmiskenbaar verwijst naar de heren-wc.

Dus bleef ik in mijn eentje achter met het besef dat de meneer met de lange jurk vooral in mijn hoofd zit. En u kent het vast, net als die oorworm, als eenmaal het duveltje uit het doosje is, krijg je hem er niet zo gemakkelijk weer in terug.

Erger nog, steeds meer raak ik er van overtuigd dat hier opzet in het spel is. Ook al is het met een knipoog, de bedenker van de bordjes speelt overduidelijk met genderidentiteiten. Thuis zag ik de beelden van het bezoek van Macron aan Trump en toen was ik er helemaal zeker van. De Franse en Amerikaanse president zaten beiden zo wijdbeens dat je haast zou vrezen dat ze uit hun kruis scheurden. Als dit geen optima forma vertoon van mannelijkheid is, dan weet ik het niet meer. In ieder geval staat het in schril contrast met het wc-bordje van de meneer met z’n benen tegen elkaar.

Wachtend op mijn beurt bij Burgerzaken dacht ik aan Femke. Onze Amsterdamse burgemeester krijgt altijd overal de schuld van. Dus vast en zeker ook van deze ´woke´ bordjes. Maar als ik haar een beetje inschat, denk ik dat ze soms wakker ligt van wat allemaal in de wereld gebeurt.

Gelukkig worden Amsterdammers nog niet versimpeld tot een grote of kleine voortplantingscel. En hebben we geen boodschap aan Trumps onderscheid in slechts twee genders en oorlogsverklaring aan transgenders. Om nog maar niet te spreken van het etnisch schoonvegen van de Gaza, kopen van Groenland en verkopen van Oekraïne.

De enige remedie is, schrijft Floor Rusman in NRC, om het hoofd koel te houden en alles keer op keer terug te brengen naar waar het werkelijk om draait in het leven. Maar hoe doe je dat, het hoofd koel houden? En waar draait het echt om?

Uit protest noem ik mezelf vanaf vandaag ´non-binair´. Want sekse zit tussen je benen, maar gender zit tussen je oren. Ik stap niet naar de rechter voor een X in mijn paspoort. Ik ben ook niet van plan me te laten ombouwen, daar ben ik te oud voor en te dankbaar voor mijn goddelijke lichaam. Ik doe het uit solidariteit met iedereen die niet past of wil passen in de klassieke man-vrouw mal. Als u dat ‘woke’ vindt, dan ben ik maar woke. Ik blijf vechten voor een inclusieve en diverse wereld. En die wereld is niet zwart of wit, maar rijk aan honderden tinten grijs.

En laten we wakker blijven! Want de kanariepietjes in de kolenmijn hebben al lang het loodje gelegd.


Mijn blogpost in je mail ontvangen?
Natuurlijk wil ik graag mijn blogs met je delen. Een toiletblogger bestaat immers vooral bij de gratie van de lezer. Om mijn blog automatisch in je mailbox te ontvangen, meld je dan hier aan. Handig voor jou en leuk voor mij.

Dé plek voor een boek

Escher in EefdeHeeft u het Boekenweekgeschenk van 2025 al gelezen? De krater van Gerwin van der Werf is prachtig. Het is zo’n verhaal waar je in getrokken wordt. Net als Alice in Wonderland door het gat in de heg tuimelt, zo kan je hier helemaal in verdwijnen.

Een slimme zet van de organisatie van het Boekenweekgeschenk: het 90-jarig bestaan van de Boekenweek vierden ze met een wedstrijd, waarbij auteurs anoniem een manuscript konden insturen. De krater werd gekozen uit 149 inzendingen.

De kleine novelle – ideaal voor op de wc – laat zien waar literatuur over gaat: om dat wat onzichtbaar is en moeilijk te benoemen. Eden, de ik-persoon in het verhaal, is samen met haar twee broers op weg naar een meteorietkrater, ergens in Duitsland. Ze heeft een missie: ze wil haar jongste broer redden. Benjamin heeft een depressie. En Johnny, haar oudste broer heeft een rijbewijs. Benjamin weet alles van sterren en meteorieten, Johnny weet de weg – hopelijk.

Net als een overwoekerde krater miljoenen jaren na de meteorietinslag op het oog nauwelijks nog waarneembaar is, zo is er ook in dit verhaal van alles op het eerste gezicht niet te zien. Achter flink veel pubergedrag en flauwe grappen schuilen diepe werelden. Van alles gaat mis, maar er gebeurt ook veel moois. Een ontroerend verhaal.

En voor wie de smaak te pakken heeft nog een leestip: Intermezzo van Sally Rooney. Die gaat over twee broers, de 32-jarige Peter, een advocaat uit Dublin, en de tien jaar jongere Ivan, een schaakwonderkind, hun moeizame relaties met elkaar en de vrouwen in hun leven.

Complexe familieverhoudingen, rouw, schuldgevoel, onuitgesproken verwachtingen, noem maar op. Het komt allemaal om de hoek kijken. Rooney laat met haar personages vooral zien hoe groot de kloof kan zijn tussen wat iemand zegt en doet en wat hij denkt en voelt. Haar karakteriseringen zijn treffend, geloofwaardig en indringend. Bovendien heeft de roman een einde waar je het maar moeilijk droog bij houdt.

Natuurlijk kan je wachten op de film – die komt er vast. Maar je kunt je ook nu al laten pakken door het mooie verhaal. Wel de wc voor een paar dagen reserveren. Of kruip met het boek, net als Alice in Wonderland door het gat in de heg. Je moet er niet gek van staan te kijken als je dan nog heel veel avonturen gaat beleven.

Met veel dank aan mijn collega I. voor de foto van het Escheriaanse matje.

Mijn blogpost in je mail ontvangen?
Natuurlijk wil ik graag mijn blogs met je delen. Een toiletblogger bestaat immers vooral bij de gratie van de lezer. Om mijn blog automatisch in je mailbox te ontvangen, meld je dan hier aan. Handig voor jou en leuk voor mij.

Loslaten tussen de dolfijnen in Parijs

Brasserie Bofinger is Parijs op z’n best. Op allerlei fronten: cultureel, historisch, culinair en op sanitair gebied. Kortom, een aanrader. Parijser kan het haast niet.

Het restaurant in de Marais, tussen Place de la Bastille en Place des Vosges, is een van de oudste art-nouveau-brasseries in Parijs. In 1864 opgericht door Frederic Bofinger was het de eerste plek in Frankrijk met bier van de tap. Brasserie betekent eigenlijk brouwerij. Vluchtelingen uit Elzas Lotharingen trokken in de tweede helft van de 19e eeuw naar Parijs en openden bierlokalen waar ook gerechten uit de keuken van de Elzas geserveerd werden.

Zwarte schoenen en zuurkool

Wc aanwijzing BofingerIn Bofinger beland je in een tijdmachine. Houten lambriseringen, grote spiegels, bronzen wandlampen, sfeervolle banken van rood pluche en zwart leer en natuurlijk het art nouveau glas-in-loodplafond met de imposante koepel versierd met bloemmotieven. De bediening onberispelijk in zwart pak, zwarte schoenen, vlinderdas en met een lang wit voorschoot danst met schalen vol oesters, fruits de mer én zuurkool door het etablissement.

James Bond

Ook al wordt de brasserie door veel toeristen bezocht, het mag de pret niet drukken. Integendeel, het draagt bij aan het feest. Tafeltjes staan gezellig dicht bij elkaar. Links naast ons een van origine Frans stel dat al lang in Brussel woont en vertelt over hun dochtertje dat na al die jaren nog steeds nauwelijks Nederlands spreekt. Rechts een jong Nederlands koppel aan de champagne, dat blij vertelt dat je in Parijs onder de 26 gratis het museum in mag. Achter me heeft een Amerikaan het een aantal keren over ´Bofinger´ en het is net alsof ik Shirley Bassey in de James Bond film ’Goldfingerrrr’ hoor galmen.

Dolfijnen

En dan de toiletten. Vergeet die niet te bezoeken. Ga alleen al om te kijken. Prachtige art nouveau-wandschilderingen en glas-in-lood deuren met ‘dames’, ‘hommes’, ‘vestiaire’ en ’telephone’ wijzen de weg. Wat betreft de ‘hommes’: in New York bezocht ik de Old Town Bar met de Hinsdale’s, destijds de Cadillac onder de urinoirs genoemd. Altijd gedacht dat niets de heilige porseleinen schrijnen kon overtreffen, maar toen kende ik deze kathedralen nog niet. De hoge urinoirs in Bofinger met aan weerszijden de dolfijnenkoppen, spannen de kroon. In de eenzaamheid van het urinoir kom je jezelf tegen. De omvang en diepte maken urineren tot een sacraal moment. Tussen de dolfijnen besef je opeens dat loslaten ook ruimte biedt aan het nieuwe in het leven.

Notre-Dame

Eten, drinken, loslaten en opnieuw beginnen. Het feest kan niet op daar in Bofinger. Dus ga naar Parijs en bezoek de brasserie in de Marais. Vraag een tafel beneden, daar is veel meer te zien dan boven.

En over kathedralen gesproken, de Notre-Dame staat er weer bij als nieuw. Van binnen heb ik ‘m niet mogen bewonderen. De rij was te lang. Tant pis! Die heb ik ook losgelaten.

Lees ook mijn blog  De heilige schrijn van New York en de kunst van het loslaten.

En vergeet je niet te abonneren op mijn blogs. Altijd leuk! Dus schrijf je in voor mijn blogpost.

Twee vissen wijzen de weg

Net toen ik de conclusie had getrokken dat genderspecifieke wc-aanwijzingen achterhaald zijn, kwam ik deze allerschattigste wc-aanduidingen tegen: twee vissen, waarvan een met pijp en de ander met een bloem in de bek.

Ik trof de flowerpower-vis met zijn pijprokende compagnon aan in mijn favoriete trattoria in Venetië. Waarschijnlijk heb ik er al jaren gebruik van gemaakt en ben ik al heel vaak langs de aanwijzingen gelopen, toch vielen de vissen me nu pas op.

Terwijl ik tomatensaus uit mijn blouse stond te poetsen, dacht ik aan Anna, mijn docente op de universiteit die pijp rookte. Misschien leeft ze al lang niet meer, maar hier op de wc was ze in volle glorie terug en kwam ze van pas. Terwijl ik stond te klungelen en de vlek steeds groter leek te worden, liep een vrolijk meisje de ruimte binnen. Even leek ze te twijfelen welke toilet ze zou nemen. Ze keek naar de pijprokende vis.

‘Anna, anche la mia professoressa all’università fumava la pipa’, sprak ik haar bemoedigend toe in mijn beste Italiaans. Ze grinnikte en stapte de wc in met de vis met de pijp. Zelf nam ik die daarnaast met de vis met het bloemetje in de bek. Die deed me denken aan een van de mooiste flowerpower-momenten uit de geschiedenis: de man die tijdens een protestdemonstratie tegen de Vietnamoorlog bloemen in geweerlopen van politiemannen steekt.

Word het niet weer tijd voor een vreedzaam flowerpowerprotest tegen alle geweld in de wereld? Om de buurvrouw op de wc met de pijprokende vis niet te verstoren, zong ik zachtjes het lied van Marlene Dietrich ‘Sag mir wo die Blumen sint. Wo sind sie geblieben.´

Ongeoorloofd fluisteren via het toilet

gevangenisIn de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught blijken gevangenen met elkaar contact te hebben gehad via de waterkanalen van de toiletten. Daar in Vught zitten de topcriminelen, zoals Ridouan Taghi, zijn zoon en Willem Holleeder. Door het water uit de leidingen te verwijderen, konden ze zonder te schreeuwen gesprekken voeren. Hoe spannend!

Staatssecretaris Ingrid Coenradie van Justitie en Veiligheid laat weten dat de EBI al op de hoogte was van de ‘ongeoorloofde’ communicatiemogelijkheden en onlangs alles grondig heeft aangepast. Een woordvoerder van Justitie wilde vanwege de veiligheid niets vertellen. Maar hoe zit dat met dat ongeoorloofde contact via het toilet? Je vraagt je overigens af wat dan geoorloofd contact via de wc in de gevangenis is? Natuurlijk wil Justitie geen details geven over hoe het is gegaan, anders krijg je copycatgedrag bij andere gevangenen. En dat moeten we natuurlijk niet hebben.

Maar u begrijpt, ik wil me er toch een visuele voorstelling van maken. Hoe deden ze dat? De grote vraag blijft hoe je in zo’n cel het water uit de wc wegwerkt? Misschien met een drinkbeker, maar waar laat je het dan? Misschien in een fonteintje dat niet aangesloten staat op de wc-afvoer. En stel, je hebt al het water uit de wc-pot en je bent lekker aan het kletsen met de buurman, maar dan moet je opeens poepen. Zeg je dan: ‘Sorry, ik hang even op, bel je straks terug, want ik moet nodig.’ Je ongeoorloofde contact ziet je aankomen. Die moet dan als de wiedeweerga water terugbrengen in de afvoerbuis.

En een ander ding, hoe zorg je dat je de juiste aan de lijn krijgt? Stel je hebt met de verkeerde contact of de buurman luistert mee, of nog erger, de bewaking via hun personeelstoilet.

Zonder te schreeuwen voerden gedetineerden gesprekken met elkaar. Maar hoe? Dat willen we gewoon weten. Ik heb eens gelezen dat het sanitair in gevangenissen en politiebureaus van rvs is, omdat het bestand moet zijn tegen agressie en vandalisme. Maar dan hebben we het over de pot. Zouden de afvoerbuizen ook van hufterproef-rvs zijn? Of zijn het toch gewoon van pvc-buizen? Dat laatste is wel het meest geluiddempend. Je ziet het al voor je: Ridouan Taghi op zijn knieën voor de wc, met zijn hoofd in de pot. ‘Hallo daar, hier Ridouan, de toiletfluisteraar.’

——————————————

Bouten, moeren en hoge nood

Toilet met moer en bout

Stel je hebt hoge nood, dan wil je niet wachten en zeker geen tijd verliezen met het oplossen van raadsels. Wat denkt u van deze bout en moer?

Jaren geleden kwam ik in een Colombiaanse hotellobby op zoek naar een wc een deur tegen met een sleutelgat en een met een sleutel. Deze toiletdeuren met de bout en moer zijn een beetje van dezelfde orde. Waar identificeer je je mee? Ik weet het niet. Ben ik eigenaar van de bout? Zie jij jezelf als moer waar iets in gedraaid kan worden? Liever niet, zou ik zo denken.

Waar op de socials deze wc-deuren mijn weg kruiste, weet ik al niet meer. Wel herinner ik me best geestige reacties onder de foto. Naast woordgrappen  –  geen moer aan, lekker bouten, wat een boute grap – vroeg iemand zich af waar het nippeltje was en waar je naar toe moet als je de draad kwijt bent. Ook memoreerde iemand aan wc-deuren met een fluitje en een muis; waarbij kennelijk niemand erover twijfelde welke gekozen  moest worden.

Hoge nood of niet, ongevraagd of onuitgenodigd een wc gebruiken van de andere gender blijkt voor veel mensen nog steeds een station te ver. Laatst in de Stopera na een voorstelling moesten heel veel bezoekers naar de wc. Zoals vaker vormde zich bij de ‘dames’ een rij waar je U tegen zei. Een vrouw nam haar oude moedertje onder haar arm mee naar de ‘heren’. Om bij een toilet te komen moesten ze wel eerst langs een muur van plassende mannen. ‘Dit is een beetje te gek’, fluisterde de duidelijk gegeneerde oude dame tegen haar dochter. Snel keerden ze om richting uitgang.

Terug naar de bout en moer, of neem de sleutel en sleutelgat of de poes, hamer of haan, fluitje of de muis. In mijn carrière als toiletblogger kwam ik zelfs als aanwijzing een kurkentrekker tegen. Met de opkomst van de genderneutrale toilet en de steeds vaker gebruikte functionele aanduidingen – gewoon een beeld van een wc-pot of pispot – krijgen dit soort symbolen toch iets raars en kolderieks.

Tegelijkertijd maakt die onbegrijpelijkheid van de aanwijzingen – zoals het fluitje en de muis – het bij hoge nood misschien ook weer gemakkelijker. Want als je er niks van snapt, ga je voor de snelste oplossing. Sowieso ben ik benieuwd waar de oude dame en haar dochter voor gaan kiezen als ze plotseling geconfronteerd worden met een wc-deur met een afbeelding van een bout, moer, sleutel, sleutelgat,  spijker of hamer, fluitje of een muis. In ieder geval hoop ik dat ze lachend de eerste de beste deur openen en hardop tegen elkaar roepen: ´Go for it girl!´

—————————————————

Herfst in je hoofd en lekker even janken

Gallerie toilet

Soms wil het even niet. Noem het de herfst in je hoofd. Dan is het fijn de wereld buiten te sluiten, je terug te trekken in de eigen veilige cocon en lekker een potje te janken.

Want, zoals Sander Donkers in zijn column in de Volkskrant over Pieter Omtzigt schreef: ‘Voor sommigen is huilen nu eenmaal als poepen; soms moet het gewoon even.’

Ook even lekker zitten helpt. Hoe heerlijk is dat. Lekker nadenken, treuren over wat voorbij is, peinzen over waarom het niet gaat zoals het zou moeten gaan, en je zorgen maken over wat nog komen gaat. Er is altijd wel wat.

En als je het nog steeds niet weet, gewoon blijven zitten. Neem er wel wat te lezen bij of zorg dat er wat te kijken valt.

Waar is die vlag?

regenboog drama brilGekleurde zebrapaden, op Amsterdam Centraal verwelkomen kleurig gestreepte wanden de bezoekers, regenboogtrams, wapperende vlaggen in het straatbeeld. Al zou je het willen, je komt er niet om heen.

Met de regenboogvlaggen in Amsterdam is het net als met pepernoten; ze hangen er steeds eerder. Al meer dan drie weken wapperen de kleurrijke vlaggen door de hele stad. Misschien is het voor sommigen te uitbundig. Ik word er wel vrolijk van. In ieder geval is de veelkleurige vlag beter dan de driekleur of z’n roze vlag.

Mijn eerste kennismaking met de regenbooggekte was in de jaren ‘90 in San Francisco. Daar struikelde je letterlijk over de gekleurde deurmatten. Het verhaal gaat dat Harvey Milk, een van de eerste openlijk homoseksuele stadsbestuurders in de VS, een vriend vroeg een symbool te bedenken dat als baken van hoop en eenheid zou kunnen fungeren voor de homogemeenschap. En dat werd dus de veelkleurige regenboog.

Want die belooft een nieuw begin. Slechts één klein zonnestraaltje kan een donkere regenbui al omtoveren tot een kleurrijke hemel die vertelt dat daarachter de zon schijnt. Niet voor niets omarmt de LGBTQ+-gemeenschap dit hoopvolle teken op een warme wereld waar plek is voor iedereen.

Terug naar Amsterdam – en wel naar de Vijzelgracht – huis aan huis hangt daar een regenboogvlag. Alleen halverwege, bij mijn favoriete pizzeria ontbreekt een vlag. Het is net alsof iemand naar je glimlacht en de voorste tand ontbreekt. En dat al drie weken lang. Waar is die vlag? Waarom hangt er geen? Heeft iemand de vlag meegenomen? In de brand gestoken? Doet het Italiaanse restaurant niet mee met de Pride? Hoe zit dat?

Toevallig moest ik bij de buren zijn, de wijnhandel. Toen ik mijn fiets parkeerde,  stond de kelner van het restaurant buiten te roken. Dit is mijn kans, dacht ik, en ik vroeg hem waarom ze geen vlag hebben hangen. Hij sprak geen Nederlands, haalde zijn schouders op: hij wist het ook niet.

Nog niets wijzer, vroeg ik de meneer van de wijnhandel hoe het zat met die vlaggen. Hij kon me vertellen dat de winkeliersvereniging ze ophangt en  verwees me naar de straatmanager even verderop. Het bleef aan me knagen. Dus besloot ik mijn speurtocht voort te zetten.

De straatmanager wist me gerust te stellen: het Italiaanse restaurant wilde wel mee doen, maar de bewoners erboven niet. Die zagen het niet zitten om de hele dag tegen een wapperende vlag aan te kijken. Tja, daar kan je je ook weer alles bij voorstellen.

Wat mij betreft valt hier mee te leven. Van een glimlach met een  ontbrekende tand is de Vijzelgracht nu weer een vrolijke stralende vlaggenparade met een spleetje.

Happy Pride iedereen. En u moet beslist mijn wc eens komen bekijken!

Fris aan de bips

Wc op zee

Ik weet niet hoe u erover denkt, maar mij spreekt deze openluchttoilet wel aan. Zeker als het warm is. Het vooruitzicht alleen al. Hoe heerlijk om hier verkoeling te vinden. Lekker op je hurken, het frisse zeewater tegen je billen. Hoe fijn!

Helaas is het geen vakantiekiek. Waar de koele wc zich bevindt, weet ik niet. Het was een vondst van mijn nichtje op Instagram. De situering boven het water doet denken aan een ouderwetse buiten-plee boven de sloot. Lekker makkelijk, alles valt rechtstreeks in het water, ofwel het riool. En altijd frisse lucht, zeker in de winter.

Afkoelen en opnieuw beginnen is sowieso altijd goed. Dat herinnert me aan de pisbak met ijsklontjes die ik tegenkwam in Portugal. Lees vooral ook nog even mijn blog ´Afkoelen op het werk´.

Pisbak met ijs

Marcel Duchamp, Yoko Ono and Me

Me and Duchamp

En daar lag hij dan, plat op z’n rug. Marcel Duchamps Fountain. Dat was toch even een magisch momentje.

Aan de kunstenaar achter deze pispot dank ik het motto van mijn toiletblogs: ‘Er is schoonheid te ontdekken in alles wat ons omringt’. In 1917 werd zijn inzending voor een New Yorkse tentoonstelling geweigerd. Bijna een eeuw later werd het urinoir uitgeroepen tot ‘het meest invloedrijke moderne kunstwerk ooit’. Duchamp ging de geschiedenis in als eerste die een alledaags voorwerp presenteerde als kunst.

Overigens is zijn eigenaarschap betwist. In een brief aan zijn zus schreef hij dat het een idee was van een vriendin. Recent onderzoek wijst inderdaad uit dat de Duitse dadaïstische kunstenares Elsa von Freytag-Loringhoven het werk inleverde. Zij maakte kunst van voorwerpen die ze op straat vond. Het ‘R. Mutt’ op de zijkant is haar handschrift en haar woordgrapje; een Engelse verbastering van het Duitse ‘Armut’, armoede.

Dat alles neemt niet weg dat Duchamp in 1964 zestien replica’s liet produceren. De boef. Hij ging er met de prijs vandoor. Maar geef toe, ook al was het niet zijn idee; hij wist het knap uit te venten. Daar was hij beslist beter in dan Elsa.

Yoko Ono
Een paar zalen verder in Tate Modern beland ik in de wereld van Yogo Ono, de overzichtstentoonstelling Music Of The Mind over haar leven en werk. De bezoeker wordt verwelkomd door Ono zelf. ‘Yes, this is Yoko!’, klinkt het door de intercom. Ono geeft thuis, zet de toon en maakt vrolijk.

Billen YokoNaar een verwantschap tussen Duchamp en Ono hoef je niet ver te zoeken. Neem de appel op de sokkel, die ligt daar even eenzaam en zelfverzekerd te zijn als de pispot van Duchamp. Ook de enorme projecties met grijnzende blote mannenbillen zijn uit het leven gegrepen. Volgens Ono is het een ‘petition for peace’. Op de achtergrond hoor je haar verkondigen dat het beter zou zijn om soldaten naar het slagveld te sturen zonder broek. Want met die kwetsbare billen zullen ze niet snel gaan vechten.

Opgegroeid tijdens de Tweede Wereldoorlog in Japan is het thema oorlog bij Ono nooit ver weg. Natuurlijk komen beelden voorbij van de ‘Bed-in for Peace’ in het Amsterdamse Hilton. Destijds door de publieke opinie geframed als hippiegedoe, vormt het nu een vanzelfsprekend onderdeel van haar werk. Met terugwerkende kracht toont de ludieke actie een serieus verzet. Je hoort Lennon journalisten weerwoord geven: ‘Jullie zeggen de hele tijd: “Dat helpt toch niet”. Maar je bent vrij om een eigen oplossing te bedenken.’ Ono verwoordt het speels: ‘We verkopen de vrede alsof we zeep verkopen.’ In haar marketing toont ze zich een waarlijk opvolger van Duchamp.

Lang werd Ono’s kunstenaarschap niet serieus genomen. Ze bleef de vrouw van John Lennon, later weduwe van en altijd de kwade genius achter de verwijdering tussen Lennon en de andere Beatles. Ongetwijfeld moet ze daar last van hebben gehad. Toch ging ze onverstoorbaar door als muzikant, kunstenaar, performer en activist. De nu 91-jarige Ono heeft een indrukwekkend oeuvre.

Op de achtergrond klinkt het geluid van een doorgetrokken wc. Haar prettige gekte raakt. Het enthousiasme waarmee het publiek participeert laat dat zien. Iedereen wil meedoen. De uitnodiging om een spijker in de muur te timmeren wordt door menig bezoeker dankbaar aangegrepen. Iedereen wil meebouwen aan een betere wereld.

En neem de blauwe zaal waar bezoekers uitgenodigd worden met ballpoint op muren en vloer te schrijven. Wedden dat de woorden ‘hoop’ en ‘vrede’ vaak te lezen zijn. Ook in de zaal My Mommy is Beautiful gaat het publiek los.De muren hangen vol met briefjes aan moeders. ‘De vlieger’ van André Hazes is er niks bij.Briefjes aan moeder

De overzichtsexpositie toont hoe consequent Ono bouwde aan haar carrière. Ook al is de thematiek ernstig, altijd roert ze zachte krachten aan en blijft ze speels. Nergens wordt het grimmig.

Haar soms wonderlijke, ogenschijnlijke naïeve logica neemt je mee. Nu de wereld alleen maar complexer lijkt te worden, is haar kijk verfrissend. Juist in zijn simpelheid weet haar werk je te pakken. Inderdaad denk je dan: Ze heeft gelijk, zo eenvoudig is het.

In de traditie van Marcel Duchamp geeft Ono invulling aan het motto: overal – in alles wat ons omringt – is schoonheid te ontdekken. Maar vergeleken met Duchamp zet ze een stap verder: ze laat zien hoe je zelf kunt bijdragen aan een mooiere wereld.

 

To the Loo

Wc met behangLondon, 5 mei – Bezoek aan Spencer House, het stadspaleis aan St James’s Place, gebouwd door een voorvader van prinses Diana. Ik vroeg als eerste aan de suppoost: ‘Where can I find the restroom’. Hij antwoordde dat er geen ’restroom’ was. Vervolgens vroeg ik hem naar de ‘bathroom’. Die was er wel, maar een verdieping hoger. Mocht ik op zoek zijn naar het ‘toilet’ die was downstairs. ‘But you can’t rest over there’, voegde hij er aan toe met uitgestreken gezicht.

Uiteindelijk belandde ik op een toilet met behang. Moe van al het lopen door Londen, toch even uitgerust. Ik hoopte op een ‘cup of tea’ en zocht naar het belkoord om de bestelling door te geven. Helaas, dat zat er niet in.

By the way, in Londen ontdekte ik een Drukknop achter brileenvoudige oplossing voor de ‘bril-omhoog’-kwestie. Op verschillende plekken vond ik de doorspoelknop verstopt achter de bril. Je kunt pas doortrekken als je de bril naar beneden klapt. Bijkomend voordeel is dat de wc-bril omlaag achtergelaten wordt. Kortom, een dwingende, maar doeltreffende oplossing voor iedereen die niet geconfronteerd wil worden met een omhoogstaande bril.

De volgende keer meer over Londen en over twee verwante zielen: Marcel Duchamp en Yoko Ono. 

——————————————

Samen gezellig op de pot

Tuinstoel met wc’s

De Romeinen wisten het al. Samen op de pot is gezelliger. Dit stemmige tuinsetje vond ik in mijn archief. Geen idee waar de foto vandaan komt.

Waar is die voortuin? Vast niet in België. Want de voortuinen daar zijn meestal stenig of met kiezel. Bovendien ontbreken de rolluiken voor de ramen. Het huis op de achtergrond lijkt Oost-Duits door de typische gevel van roze-bruin onder en boven pleisterwerk met structuur. Spachtelputz noemen de Duitsers dat.

Misschien komt het ook door‎ de hoge ramen. Je kunt wel naar buiten kijken, maar niet andersom. Zou het een Nederlands huis zijn geweest, dan was de vensterbank op kniehoogte of lager. Want wij Nederlanders dragen openheid hoog in het vaandel en hebben zogenaamd niets te verbergen. Althans, dat willen we de buitenwacht graag doen geloven.

In het geval van deze zes wc-potten in een voortuin lijkt openheid geen probleem. Hoewel je als kijker twijfelt over het gebruik en de bedoeling. Is het een grap of om te huilen? Hebben we te maken met een variatie op de tuinkabouter of komt er zometeen een performance van Marina Abramović met blote mensen? Of is het een proefopstelling voor een toiletexperience op Lowlands? Of toch ’gewoon’ een tuinameublement met zes robuuste zitelementen rond een wankele plastic tafel?

Zo te zien is het nog vroeg in het voorjaar. Een zonnetje en vrolijke Oostenrijkse hanggeraniums ontbreken nog. Samen met ons staat het tuinameublement in de wachtstand op wat komen gaat.

———————————

Een bloemetje in de shit

Bloemen in wcpot

De lente komt je tegemoet op deze foto. Ik weet niet hoe het met u zit? Ik word er vrolijk van. De foto is van Marthe van de Grift illustreert een Volkskrant-artikel over hoe menselijke ontlasting bij kan dragen aan duurzame landbouw. Onze ontlasting bevat namelijk veel waardevolle voedingsstoffen, die nu verloren gaan in het riool. Hergebruik van menselijke mest maakt de landbouw duurzamer, want er is minder kunstmest nodig. Kortom, met plas en poep is nog een hele wereld te winnen.

Het artikel legt uit hoe je dat doet. Wel met een flinke disclaimer: want de voorgestelde  oplossingen veroorzaken namelijk veel stank. En als je driehoog achter woont is dat niet echt een optie. Zelfs op één hoog achter niet, kan ik u vertellen. Zo lang we opgroeien met het gemak van een doorspoel-wc heeft het recyclen van organisch materiaal nog een hele lange weg te gaan, concludeert het artikel.

Eigenlijk zit er in Nederland maar een ding op.  Alle hoop is op de boeren en het platteland. Boeren help ons! Haal die omgekeerde vlag naar binnen. Rij met je  tractor je eigen poep over je akker. Help je buren. Grijp de kans om bij te dragen aan de samenleving. Experimenteer erop los. Doe iets moois met je stront.

Onderwijl volg ik hier in de stad het advies op van mijn bloemenverkoopster. Ze geeft me altijd de tip mee de bloemen in papier nog een half uurtje te laten wennen aan de temperatuur in huis door ze in de wc-pot te zetten. Dan is die doorspoel-wc wel weer handig. Niet duurzaam, maar zo is het toch even voorjaar op mijn wc.

 

Perfecte publieke toiletten in Tokio

Transparante wc Tokyo

Perfect Days, een film van Wim Wenders, is een ontroerende mijmering over alledaagse schoonheid om ons heen, gezien door de ogen van een schoonmaker van openbare toiletten in Tokio.

‘Spiritueel toiletten boenen met Wim Wenders in Tokio’, kopte de recensie in de NRC. Hoewel ik in deze donkere dagen vooral behoefte heb aan wegdromen bij warme romantiek, moest ik als toiletblogger deze film natuurlijk toch gaan zien.

Dus op zaterdagmiddag naar de bioscoop getogen. En eerlijk is eerlijk: Perfect Days is een prachtige poëtische film over leven in het hier en nu. Wenders’ portret van de schoonmaker in Tokio overtuigt. Ook al had de film net zo goed over onderhoud van plantsoenen kunnen gaan in plaats van het boenen van toiletten.

De hoofdpersoon Hirayama is volkomen tevreden en oprecht gelukkig met zijn werk. Zijn dagelijkse routine is geen sleur, maar brengt hem juist vreugde. Met plezier en volledige toewijding zorgt hij voor schone publieke plees in Tokio.

Naast zijn gestructureerde routine geniet Hirayama van muziek, boeken en de bomen die hij fotografeert. Hij rijdt door Tokio in zijn minivan, volgestopt met zijn schoonmaakspullen, terwijl Lou Reed, The Rolling Stones of Patti Smith uit de cassettespeler klinken.

Even dreigt zijn ritme verstoord te worden als zijn collega hem in de steek laat en zijn van huis weggelopen nichtje plots op de stoep staat. Het lost zich weer op. Hij helpt haar en geeft tussendoor nog even zijn wijsheden mee: ´De volgende keer is de volgende keer. En nu is nu’.

Naast alledaagse beelden van Tokio biedt Perfect Days een scala aan prachtig vormgegeven openbare toiletten. Neem bijvoorbeeld het fameuze transparante toiletgebouw dat bij gebruik verduistert. Stuk voor stuk architectonische pareltjes, goed onderhouden en iedere dag schoongemaakt.

Hier mag een stad als Amsterdam een voorbeeld aan nemen. Burgemeester Halsema, Perfect Days is beslist een must. En neem je ambtenaren asjeblieft mee naar deze film!

———————————————————