Soms droom ik van een autorit door een Toscaans landschap met glooiende heuvels waarover een lappendeken lijkt gedrapeerd en her en der een cipres bovenuit torent. En ik droom van fietsen door velden vol zonnebloemen en dan weer door eindeloze bollenvelden onder een strak blauwe lucht. Het is de weidsheid van het landschap waarnaar ik verlang. Maar dromen vullen geen blogs.
‘S werelds mooiste
Reizen, inspiratie opdoen, avonturen beleven is essentieel voor een toiletblogger. Niet alleen zien, maar ook voelen en meemaken. ‘Wie zijn bestemming kent, vindt de weg’, luidt een Chinese wijsheid. Nou, de bestemming is het punt niet. Al die bijzondere wc’s in de wereld die ik nog eens wil zien en voelen. Zo zou ik graag eens zitten op een Japans supersonische bidet-toilet. Ook de als ‘s werelds mooiste betitelde mozaïekplee van de kunstenaar Friedensreich Hundertwasser in Nieuw-Zeeland zou ik ooit nog wel eens in het echt willen zien.
Wow-factor
Kortom, als toiletblogger moet ik op reis. Dat is essentieel. Ik begin bij het tankstation Total. Want ook in Nederland staan de ontwikkelingen niet stil. Onlangs presenteerde Total een plan voor het ‘nieuwe toiletteren’ in 28 Nederlandse tankstations. De wc-pot wordt daar het middelpunt van een ‘wellness’-ervaring. Total spreekt van een ‘zengevoel’ en volgens de woordvoerder heeft de wc de ‘wow-factor’. Dus u begrijpt, daar rij je voor om.
Het nieuwe toiletconcept bestaat uit een combinatie van geluid, licht, geur en technologie. Je hoeft niets meer aan te raken, ook de geluiddichte cabines dragen bij aan een beter comfort. Op interactieve spiegels zijn boodschappen, filenieuws en aanbiedingen te lezen. Bovendien staat er een slimme weegschaal, waarop je binnen een of twee minuten een gezondheidscheck kunt doen en je bloeddruk, gewicht en zuurstofgehalte wordt gemeten. En vergeet de vogelgeluiden niet die het zengevoel compleet moeten maken.
Meneer Toto
Professor Johan Molenbroek – ergonoom aan de TU Delft – volgt al veertig jaar de ontwikkelingen op toiletgebied. Laatst gaf hij in een radioprogramma commentaar op de ‘zen-wc’ van Total. Volgens hem hechten we tegenwoordig steeds meer waarde aan onze hygiëne. We wassen onze handen vaker en hoogstwaarschijnlijk behoort wc-papier snel tot de verleden tijd. In het Total-concept herkent Molenbroek de Japanse douche-wc. Deze uitvinding van meneer Toto gebruikt geen papier, maar spuit schoon waarbij je temperatuur en kracht van de waterstraal zelf in kan stellen. Toto ontdekte dat vrouwen vergeleken met mannen meer water gebruiken en laten kletteren, om zo hun eigen geluiden te overstemmen. Daarom bedacht meneer Toto een duurzame oplossing voor geluidsoverlast en waterverspilling: een muziekje.
België
Total start in het voorjaar met de eerste drie tankstation: in Leiderdorp, Woudenberg en Nieuwegein. Ik weet nog niet welke van de drie ik het eerste aandoe. Waarschijnlijk wordt het Leiderdorp. Misschien is één ook wel genoeg. Als ik het concept maar snap.
Misschien wordt de bestemming België, zodat ik ook nog een Shell-tankstation kan meepikken. Daar verzorgt 2theloo de wc‘s. Ik las dat ze intensief werken aan een ‘beter dan thuis’-toiletervaring, die zo min mogelijk impact heeft op het milieu. De wc verbruikt 60% minder water, 53% minder zeep en 79% minder papier. Vooral dat ‘beter dan thuis’ doet mijn hartje sneller kloppen. Mijn eigen wc heb ik inmiddels wel gezien, alles is nu al snel beter dan thuis.
Gaatje
Waar ik na België belandt, weet ik nog niet. Ik loop niet weg en ben niet op de vlucht. Niet zoals de dichter J. Slauerhoff. De schrijvende scheepsarts was altijd onderweg naar Azië, Zuid-Amerika en schreef: ‘In Nederland wil ik niet leven, / Men moet er steeds zijn lusten reven, / Ter wille van de goede buren, / die gretig door elk gaatje gluren.’
Overigens doet dat ‘gaatje’ me denken aan zo’n buiten-wc die ik vorig jaar op Texel zag, met een deur waar een hartje is uitgezaagd.
Zeg eens eerlijk, er valt nog zo veel te beleven. Zelfs in Nederland.
P.S. ‘Reven‘ betekent verkleinen. Oorsprong: het zeil kleiner maken bij harde wind.


‘Of er een tuinkabouter staat of welke kleur de bank heeft, zegt meer dan duizend woorden’, vertelde Ivo Niehe over zijn interviews met de groten der aarde. Ook de boekenkast hoor ik vaker genoemd als spiegel van iemands persoonlijkheid. Toon mij uw boekenkast en ik zeg u wie u bent. Variaties hierop zijn er genoeg: de kledingkast, het huis, vrienden. Natuurlijk vind ik dat de wc er aan toegevoegd moet worden. Toon me uw wc en ik zeg u wie u bent. Kleding, boeken, de wc. Het zegt vast iets over de eigenaar. Maar wat? En zegt het genoeg?
En hoe staat het eind 2020 met het openbare toilet? Jaarlijks vraagt de Nederlandse Maag Lever Darm Stichting op 19 november aandacht voor goede sanitaire voorzieningen en toegang tot schone en veilige toiletten voor iedereen. Op die dag, de Wereld Toilet Dag, wordt de stand van zaken opgemaakt.
Nora Jongen en Josine Beugels kwamen op het idee voor deze poepdoos in juni toen alleen gekampeerd mocht worden wanneer je je eigen toilet meenam. Ze gingen op zoek naar een niet-chemisch toilet, die er ook nog leuk uit zag, zochten stad en land af, en vonden niks, uiteindelijk besloten ze er zelf een te ontwerpen.
Blauw werd dit jaar tot trendkleur uitgeroepen. Toch was het vooral zwart wat de klok slaat op de wc in 2020. De schilder Pierre-August Renoir zei ooit: ‘I’ve been 40 years discovering that the queen of all colors was black.’ Gaat de zwarte wc-pot de witte verdringen?
Over kleur op de wc gesproken, afgelopen week zag ik in Huis Marseille een foto van een beige wc met een roze zeepje. Fotografe Farah Al Qasimi brengt de gescheiden werelden van mannen en vrouwen in beeld in de Golfstaten. Aparte wachtkamers, wc’s, maar ook met kleur gecodeerde producten – zoals blauwe zeep voor mannen en roze voor vrouwen – onderstrepen de strenge scheiding tussen de geslachten. Gender-neutraal is nog ver te zoeken daar in de Golfstaten.
In Tokio verrezen in een aantal parken toiletunits met transparante muren. Wie hoge nood heeft kan naar binnen kijken om te zien of de weg vrij is.
Vriend Bep wees me op deze vrolijkheid. De installatie met de zingende pisbakken was in het echt te zien op het Praagse festival 4+4 Days in Motion in oktober. Het muzikale spektakel mocht dan geen direct gevolg zijn van corona, er keken dit keer wel veel meer mensen online mee.
Hoe besluit je zo’n raar jaar als 2020? Inderdaad met een raar exemplaar. De paellapan als spatscherm. Bovendien is het een mooi idee om te eindigen met dit exemplaar uit de Languedoc waarmee ik ooit begon. Nu is het rond.
Deze fascinerende foto van Coco Capitán zag ik voor het eerst in Maison Européenne De La Photographie (MEP). Dat is al weer bijna twee jaar geleden. Het brengt heimwee teweeg, naar Parijs, naar nieuwe beelden, naar verhalen. Hoe fijn is het, zeker in deze tijd, om je te laven aan kunst, te kijken naar mooie dingen en te luisteren naar bijzondere verhalen.
Aan de façade van kunstlab Mediamatic, pal aan het Oosterdok, hangt werk van Kamiel Rongen. Pure Gold, zoals het kunstwerk heet, bestaat uit vijf urinoirs en vijf beeldschermen. Mijn Amerikaanse vriend vindt het typisch Nederlands, die batterij van vijf pisbakken open en bloot op een rij. Hij vergelijkt het kunstwerk met de Nederlandse gewoonte om de gordijnen open te laten. Hij heeft gelijk, op een willekeurige wandeling door een willekeurige buurt is het inderdaad goed binnen kijken overal. Wij, Nederlanders dragen openheid hoog in ons vaandel en hebben zogenaamd niks te verbergen. Althans, zo willen we het de buitenwacht graag doen geloven.
Wie denkt dat Pure Gold een exclusieve mannenaangelegenheid is, heeft het mis. Vooral de videokunst biedt ’s avonds een schouwspel aan magische beelden, voor iedereen. Geïnspireerd door de gouden tinten van plas bevroor Kamiel Rongen het zijne en voegde er vervolgens allerlei oliën aan toe. Het ijs, plas en de oliën reageren op elkaar en veranderen voortdurend door de zwaartekracht. Het kunstwerk maakt van een dode hoek een levendige openbare ruimte. Daarnaast vervult het werk van Rongen een maatschappelijke functie voor de buurt. Namelijk, de opgevangen urine wordt hergebruikt om de bloemen, bomen en struiken in de buurt te bewateren.
Inmiddels weet ik ze allemaal te vinden. Ik kan de weg er naar toe uittekenen. Ook al is de ene krul de andere niet. Ik ben ze allemaal dank verschuldigd. Laatst las ik dat de Britse queen Elizabeth 8 uur lang haar plas kan ophouden. Vanwege haar vele publieke verplichtingen is dat uitermate handig. Mij lukt het nog geen half uur.
Het Amsterdamse ontwerpbureau bestudeerde hoe een voor iedereen toegankelijke wc eruit kan zien en kwam met de Krul 2.0 voor mannen, vrouwen, rolstoeltoegankelijk, bovendien uitgerust met een ‘verschoontafel’. Waarom heeft deze openbare toilet nog geen grond onder de voeten gekregen in Amsterdam?
Zo trof ik op Terschelling een urinoir met asbak. Hoe gek kan je het hebben. Ik rook al heel lang niet meer, maar de asbak naast de pispot bracht een stroom van nostalgische verlangens op gang, naar vrijheid en naar een tijd waarin je gewoon deed waar je zin in had. De sigaar op de foto heb ik overigens geleend van de buurman.
Ik fantaseerde nog even weg over de filmzaal met toiletpotten die ik ooit zag in Turijn in het cinemamuseum Mole Antonelliana, een verwijzing naar de film La Grande Bouffe. Maar toen begon de film.
Mijn bucketlist telt nog heel wat Nederlandse wc’s. Zo wil ik nog altijd de toiletten van de koninklijke wachtkamers op de stations van Amsterdam, Den Haag en Baarn bezoeken. Ook de mooiste wc van 2018 in het hotel W Amsterdam wil ik nog zien. Helaas is die afgelopen weekend gesloten vanwege een schietpartij. Geef toe, wc’s spotten is een spannende zaak. Gelukkig staat ook de mooiste wc van 2020 nog op mijn lijstje. De wc van de Arnhemse rooftop bar Blou kreeg een prijs en zelfs een naam: Roofdrop.
Volgens de jury is een bezoek aan de wc die sinds juni bestaat, een unieke belevenis. De wc bevindt zich op de 5de etage van hotel Haarhuis in een ongebruikte liftschacht met een vijf centimeter dikke glazen bodem. De diepte van achttien meter onder je zie je pas als je doortrekt of gebruikmaakt van het fonteintje, en met een druk op de knop tover je ook nog eens verschillende kleuren en lichteffecten tevoorschijn die licht werpen op de diepe schacht. Doodeng, maar vast een sensatie.
Anderhalvemetersamenleving, het nieuwe normaal, beeldbellen, huidhonger, geraniummoralisme, biopauze. De pandemie bracht een stroom aan nieuwe woorden met zich mee. Vooral de uitdrukking ‘het nieuwe normaal’ werkt op mijn zenuwen. Altijd stond ik al enigszins ambivalent tegenover dat ‘normaal‘, zowel het oude als het nieuwe.
Gisteren speelde de hele dag Sound and Vision van David Bowie door mijn hoofd. ‘Blue, blue, electric blue / That’s the colour of my room/ Where I will live / Blue, blue (…)’. Vorige week had ik dat met het liedje van Annie M.G. Schmidt over de blauwe kat: ‘Blauw, blauw, hemelsblauw. “Juffrouw, juffrouw. Hoe komt uw kat zo blauw. Zo blauw als een vergeet-me-niet”.‘ En vandaag hoorde ik op de radio l’amour blue van Vicky Leandros. ‘Bleu, bleu l’amour est bleu / Le ciel est bleu.’ Alsof er iets in de lucht hangt, zou je haast denken.
Maar waarom geen hemelsblauw, staalblauw, kobaltblauw, marineblauw, Delftsblauw, koningsblauw, nachtblauw, korenbloemblauw, of het ultramarijn van Yves Klein? Dat komt omdat klassiek blauw ‘donkerder, eleganter en traditioneler’ is. Volgens Pantone doet het denken aan de kleur van de schemering, bosbessen en de klassieke Pepsi Cola-blikjes. De tint biedt een ‘gevoel van rust en vrede aan de menselijke geest’ en is bovendien ‘multifunctioneel, genderneutraal en tijdloos’. Wat willen we nog meer? Zeker nu. Inpakken die kleur, zou ik zeggen.







Ik weet niet hoe u er bij zit, maar ik ben alleen maar bezig met de lente en de liefde. Of eigenlijk nog een tikkeltje erger, met de zomer, huidhonger en tongzoenen.
We leven in rare tijden. De geschiedenis kan later ingedeeld worden in een tijd met volle winkelschappen en een tijd waarin de schappen met toiletpapier leeg waren. In de VS schaft men massaal wapens aan en wij, Nederlanders hamsteren wc-papier. Wat zegt dat over ons? Uiteindelijk gaat het in beide gevallen om angst, om het onbekende. Onzekerheid over waar we naar toe gaan, over hoe lang het gaat duren en waar het eindigt.


Hier hangt het mooie portret van Jan Six I (1654) en er tegenover dat van Anna Wijmer. Rembrandt portretteerde zowel moeder als zoon. De verschillen tussen de twee zijn bijzonder. Moeder Anna – hoogstwaarschijnlijk in opdracht – schilderde hij fijn en gedetailleerd. Daarentegen zette Rembrandt als een impressionist avant la lettre zijn vriend Jan op het doek. Toch lijkt het portret van Jan – vreemd genoeg – levensechter dan dat van zijn moeder.
Intiem
Toch nog een tip voor de huidige jonkheer. Met al die prachtige doeken aan de muren moet er toch wel een nieuwe wc-borstelhouder van af kunnen. Dit plastic exemplaar kan echt niet hoor.
Zoveel informatie en signalen die elke dag weer op ons afkomen. Het leven zit er vol mee, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Je hoeft de straat maar over te steken: reclamezuilen, verkeerslichten, op gevels, aanplakaffiches, de etalage van de bakker, weekaanbiedingen bij AH. Om nog maar niet te spreken van kranten, tv, radio en alle andere zelfgekozen mediakanalen.
Van de wijs
Er waren eens drie zussen. Elk van hen had twee zonen. De middelste zus vond dat haar zonen zittend moesten plassen. Al dat gespetter naast en om de pot, ze was de viezigheid en het gedweil zat. Dus zei ze: ‘Hup en vooruit, zitten met die fluit’.
Het oude jaar afsluiten en het nieuwe jaar beginnen in Normandië betekent: geen vuurwerk, wel fruits de mer met oesters, Franse kazen en wijn. Ik heb de brede standen gezien, de zee en luchten. Weer iets meer begrepen van de impressionisten voor wie de natuur bestond uit licht en kleur. Gelogeerd aan de oude haven van Honfleur, de badplaatsen Deauville en Trouville met de Pippi Langkous villa’s bezocht. Krijtrotsen gezien. Gewandeld door het na de oorlog door Auguste Perret in beton herbouwde centrum van Le Havre.
Beton-dichter
De Oostenrijkse kunstenaar Erwin Wurm bekritiseert onze consumptie-maatschappij, maar altijd vol humor. In zijn werk speelt hij met elementen uit het dagelijkse leven. Lichamen, huizen, auto’s, zaken die er bekend uit zien, vervormt hij tot absurde proporsies. Zo gaan Wurms fat houses en zijn fat cars over huizen en auto’s als statussymbool, tegelijkertijd verwijst hij naar de Westerse gezondheidsbedreiging obesitas.
Confrontatie
De mooiste wc die ik dit jaar ben tegengekomen is ook nog eens een kleine galerie. Mijn zwager Taeke Kuipers geeft ‘verweesde’ schilderijen een nieuw leven en een nieuw thuis. In kringloopwinkels, Franse bric-à-brac zoekt en vindt hij kunstwerken. Hij maakt ze schoon, probeert de herkomst te achterhalen en zet ze in een mooie lijst. Onder de naam Fenix Art brengt hij ze opnieuw onder de aandacht. Zijn kleine vondsten hangen zelfs op het toilet, wachtend op een tweede leven.
De Franse wc kan natuurlijk niet ontbreken in mijn top 5. Deze stuurde mijn broer. Wat kunnen we er nog meer over zeggen? Je vraagt je toch af of het wel lekker zit bij die Fransen.
Deze tandenborstelhouder in Delfts blauw vond ik toen ik op zoek was naar blauwe wc’s. Ja, dat heb ik dan weer. Wist u dat er spaarpotten, speeldozen en asbakken zijn in de vorm van een wc-pot? Als er ooit iemand op het idee komt mij er een cadeau te doen, kan ik u nu al vertellen: ik laat ‘m spontaan uit mijn handen vallen.
Terug naar de natuur, naar de eenvoud: het lijkt een tendens. Het eerlijke leven. Deze romantische wc is te vinden in Portugal. Althans hypothetisch, want in de praktijk wil de eigenaar van deze landelijk gelegen rustieke toilet helemaal niet gevonden worden.
Daar was een dame uit Rotterdam die haar 19de eeuwse wc-pot wilde verzilveren. Ze hoopte op een extra centje voor haar oude dag. Dus liet ze haar pot taxeren in het museum. Net voor dat ze bij de taxateur aankwam, viel de pot in diggelen. Ja, zei de taxateur: was deze pot nog heel geweest dan had hij echt wel wat opgeleverd.
Het is niet wat u denkt dat het is. Een bezoek aan de Biënnale 2019 gidst je door Venetië en opent je ogen voor alle tranentrekkende schoonheid. Zelfs het verval is hier aantrekkelijk.


Ik weet niet meer waar ik het gelezen heb, maar het blijft me bezighouden. De toiletruimte krijgt steeds meer het karakter van een ‘verblijfruimte’, luidt de nieuwste trend in wc-land.
Duo



























In de Fruittuin van West is van alles te zien, te beleven, te plukken en te proeven, vooral zomers. Hier telen ze op 6.5 hectare twintig soorten fruit. Bezoekers mogen zelf plukken en de eieren van de kippen die in de boomgaard rondlopen zelf rapen. Het hele jaar wordt in de schuur witlof en shiitake geoogst. Er is een winkel en proeflokaal om te eten of drinken, en een dames-wc. Heren kunnen buiten plassen, hoog boven alles uit torend in de openlucht.
Je zou het een vernuftig design kunnen noemen. Slim in zijn eenvoud. Het past in een Nederlandse traditie: de tuinbank Weltevreden met wieltjes die als een kruiwagen met de zon mee kan draaien en de karaf van duo Kaptein Roodnat waarvan de nek kan worden afgesloten met een durex glas. Het is een eerlijk ontwerp. What you see what you get. Maar aan de eenvoud zit ook een andere kant. Het is immers daar in Soedan gebrek aan beter.
Trendwatchers roepen soms maar wat, en verzinnen vaak trends. Deze hiernaast verzin ik echt niet. Steeds vaker zie ik wc’s waar gezelligheid troef is. Twee wc’s naast elkaar, een volledig aangeklede wc of de toiletruimte als verblijfsruimte. Echt waar, ik zie een trend.





We hebben het er gewoon niet over. Iedereen doet het, maar niemand heeft het er over. Nee, dit gaat niet over seks.



Dit bracht me op het idee voor een oproep. Heb jij een mooi venster op de wereld vanuit je wc-raampje? Stuur dan een foto.
Maar dan de toiletten en vooral de urinoirs! Aanvankelijk was het zelfs even zoeken. Waren dit wel urinoirs? Of zijn het paraplubakken van Kartell. Bestudering wijst uit dat het wel degelijk gaat om twee moderne urinoirs van – daar wil ik van af zijn, ik heb er niet aan gevoeld – bruin rookglas of bruin plastic.
Na deze ontgoocheling laten we het Conservatorium even voor wat het is en gaan voor echte kunst. Op de website valt te lezen: ‘U bent al bij de ingang van het Stedelijk Museum voordat u de naam uit kunt spreken, omdat deze pal tegenover de entree van het hotel ligt’. Op dan maar naar de buren waar het schone beddengoed al buiten hangt.
Jeroen Henneman, Stilleven (Royal Flush), 1979
Ook Marcel Duchamp – wiens uitspraak ‘Er is schoonheid te ontdekken in alles wat ons omringt’ nog steeds inspiratie biedt voor mijn blogs – kwam in de jaren ’60 opnieuw in de belangstelling. Zijn originele tentoongestelde pissoir uit 1917 was verdwenen en in de jaren ’60 liet hij – als een echte conceptuele kunstenaar – reproducties er van maken. Overigens bleek recent dat de ware schepper van de Fountain de Duitse Dada-dichteres Elsa von Freytag-Loringhoven is. Duchamp heeft haar pispot gejat. De boef. Hij zal hebben gezegd dat het hem niet ging om die pispot, maar om het idee erachter.
Wat kan ik u meer vertellen?


Deze foto van Jörg Sasse kwam ik tegen in Huis Marseille aan de Keizersgracht. Je moet er twee keer naar kijken; eerst zijn er die blauwe kleurvlakken en dan is daar het besef van dat lege rolletje. In zijn werk isoleert Sasse een deel van de werkelijkheid en brengt dat terug tot een verstild beeld, haast een schilderij.
De foto´s van Sasse roepen gevoelens op waarvan je je afvraagt waar ze vandaan komen en die niet altijd even snel te duiden zijn. Misschien is het de alledaagse lelijkheid en de vergane glorie. Misschien raakt het een dieper verdriet en herinnert het ons aan onze eigen vergankelijkheid. In ieder geval zijn al zijn foto’s van een treurige schoonheid.
Stoïcijnse levenskunst


In ongenade
Loth promoveerde in 2016 op ‘Hygienic Train Toilet’. ‘Mijn doel is om een hygiënisch toilet te maken waar mensen graag gebruik van maken.’












Tussen ‘handels- en dienstenveloppen, de gelijnde en ongelijnde post- en schrijfpapieren, en de verlovings-, huwelijks-, uitnoodigings- en visitekaarten in de nieuwste modellen’ werd volop geadverteerd. Zo prijkt op een advertentiepagina in de Middelburgsche courant van 10 januari 1895 reclame voor ‘Closet papier, best en goedkoopst, bij boekhandel Smits’.
Telefoonboek
uden zelfs genoegen nemen met schuurpapier. Op de tweede plaats de groep die waar voor zijn geld wil. Deze groep kiest meestal eenlaags wit papier. De laatste en kleinste groep zijn consumenten die hoge kwaliteitseisen stellen.


Volle omvang
Felicitaties
Grootsheid




Kodak








#Actie Zeikwijf is nauwelijks een half jaar geleden. De eis was helder, namelijk óók sanitaire voorzieningen voor vrouwen, mindervaliden en anderen die geen gebruik kunnen maken van een plaskrul. Naar schatting ondervinden 3 miljoen Nederlanders problemen door een tekort aan publieke toiletten. Vertaalt naar Amsterdam zijn dat ruim 150.000 inwoners. Tel daar nog eens de 21 miljoen toeristen bij die jaarlijks door de stad zwalken en hun plas of grote boodschap kwijt moeten. Dan zou je toch denken dat goede publieke toiletvoorzieningen een topprioriteit heeft. Niet enkel voor het gemeentebeleid, ook voor alle politieke partijen. Maar wie in de Amsterdamse verkiezingsprogramma’s op zoek gaat naar de woorden ‘wc’, ‘toilet’ of ‘openbare sanitaire voorzieningen’ die houdt het niet droog. Het is net zo ver zoeken naar de wc als in de stad zelf.


Gezellig
Net zoals de Romeinen, gemoedelijk naast elkaar op het toilet. Het badhuis en de latrine – de openbare toilet – waren plekken om uit te rusten en te praten. De latrine bestond uit een aantal gaten naast elkaar, boven een trog waar stromend water doorheen liep. De Romeinen combineerden zo hun streven naar hygiëne met het sociale leven.
Van de week kreeg ik van twee kanten foto’s toegestuurd. Uit Berlijn en een uit India. Beide foto’s gingen vergezeld van een toelichting. De ene was een foto van een kinderwc’tje en de ander een met een hele grote urinoir erop. Voor de een moet je op je knieën en voor de ander op je tenen.
Reuzen
‘Für unsere ganz kleinen’, staat er op de verlaten houten verhoging. Het klinkt vertederend en zo ziet het er ook uit. Het attribuut helpt die kleine om op de goede hoogte te komen en niet buiten de lijntjes van de pot te kleuren.
Handgreep



Bovendien een fragment uit Andere tijden over de desperate staat van het paleis en de ‘gewoonheid’ van haar bewoners.

Overigens ook een treurig verhaal, met die Willem III. Aan het eind van zijn leven kwam de gemakstoel goed van pas. De koning was zo ziek dat hij zijn slaapkamer niet meer uit kwam.

