Voorjaarsschoonmaak en azijnpissers

Roze wolk

Op zoek naar de diepere betekenis achter de grote voorjaarsschoonmaak las ik een artikel waarin allemaal redenen opgesomd werden waarom een opgeruimd huis ook een opgeruimde geest betekent. Dat ging van loslaten van oude gewoonten en patronen, vernieuwen van energie tot verbinden met de natuur en spirituele groei. En toen dook deze roze wolk plotseling op in beeld. Als toiletblogger ben ik wel wat gewend; mijn algoritmen zorgen regelmatig voor verrassingen. Maar toen deze roze poederdoos de huiskamer in knalde, was dat toch even schrikken. ‘Schoonheid is overal een welkome gast’, zei Goethe ooit, maar dit was wel heel veel roze blijmoedigheid.

In haar boek The Secret Lives of Colour legt Kassia St Clair uit dat roze voor meisjes en blauw voor jongens nog maar dateert sinds midden van de twintigste eeuw. Een paar generaties geleden was de situatie compleet andersom. Jongensbaby’s kregen toen roze en meisjesbaby’s blauw. De verklaring die St Clair hiervoor geeft is dat roze een meer uitgesproken en steviger kleur is, immers vervaagd rood. Rood is een masculiene kleur. Niet voor niets zijn vaak soldatenuniformen en kardinalenjurken rood. Terwijl blauw de tint is van de heilige maagd Maria en staat voor delicaat en zoet.

St Clair vertelt in het hoofdstuk ‘Roze’ meer wederwaardigheden. Zo werd in de jaren zeventig ontdekt dat een roze celmuur effect had op gevangenen. Uit onderzoek bleek dat de kleur tijdelijk vijandig, gewelddadig of agressief gedrag vermindert. Misschien dat ook verzorgers, bewakers hun krachten zagen verdwijnen. Want het idee werd nooit verder in praktijk gebracht. De kleur roze werd vernoemd naar Baker en Miller, de twee directeuren van de gevangenis waar het eerste experiment plaatsvond. Overigens lijkt Baker-Miller pink op oudroze.

De tint roze op de foto is misschien niet rustgevend, maar wel vrolijkmakend. En hoe je het ook wendt of keert het roze tegen de blauwe tegelachtergrond combineert mooi een meisjes- en jongenswereld. Overigens vermoed ik in deze compositie de invloed van een vrouwenhand. Misschien komt dat door de gehaakte wc-rolhouder op de voorgrond. Je ziet een Britse dame op leeftijd voor je, gezeten op haar roze wolk met een haakwerkje in haar handen. Een gezellig beeld. Wie daar iets tegenin kan brengen, is een azijnpisser of op zijn Frans een ‘pisse-vinaigre’.

Op de wc in het paradijs


‘Magisch’, dat woord zocht ik. Met de ellebogen geleund op mijn knieën  keek ik naar buiten. Ik had me nog zo voorgenomen om niet over wc’s in India te schrijven. Maar een toilet met dit uitzicht, is niet te weerstaan.

Hampi’s Boulders Resort ligt aan de oevers van de Tungabhadra-rivier, tegen een achtergrond van door water geërodeerde rotsblokken. De opeengestapelde ronde keien zien eruit als een door mensen gebouwd filmdecor. Maar daarvoor zijn de keien te groot. Het moet de hand van een godenzoon zijn geweest, die zijn doos met keien heeft omgegooid en vervolgens aan het stapelen is gegaan. 

BouldersHet keienlandschap spreekt tot de verbeelding. Zo herken ik de rug van een olifant, een schaap en een vrouw in een jurk. Even denk ik dat ik Kniertje-‘de vis wordt duur betaald’ zie. Vanmorgen zag ik een kikker, een schildpad en drie mussen op een rij. Als ik uit het raam kijk, ben ik vooral gefascineerd door die ene kleine kei bovenop de berg. Alsof de godenzoon om het af te maken een kers op de taart heeft geplaatst. Eigenlijk een raar ding, die neiging om alles terug te willen brengen naar herkenbare vormen. Misschien heeft het te maken met een behoefte om de wereld te duiden. 

De reden van mijn bezoek zijn de ruïnes in Hampi. De route leidt via een groene oase. De Tungabhadra-rivier slingert door de rijstvelden, langs bananenplantages en palmbomen. Verrijkt door katoenhandel en handel in specerijen was Hampi, hoofdstad van het voormalige keizerrijk Vijayanagara, één van de mooiste middeleeuwse steden in India. Fabelachtig rijke prinsen bouwden hier tempels en paleizen die al in de 14de eeuw bewondering oogsten. In 1565 werd de stad veroverd, geplunderd en daarna verlaten. Tegenwoordig staat Hampi op de UNESCO Werelderfgoedlijst.

De overblijfselen van de verdwenen stad uit de 14de eeuw bieden een duizelingwekkend venster op de rijkdom die het ooit moet hebben gehad. De fantasierijke gravures en gebeeldhouwde figuren in en op de tempelcomplexen nemen je mee in een nieuwe onbekende wereld. Figuren met apengezichten, met piemels in de vorm van een gesloten lotusbloem, dansende prinsessen met Madonna-bh’s, krijgers met zes armen en een staart trekken voorbij. Wijsheid begint met verwondering. Dus geef ik me over aan stripverhalen met pauwen, olifanten, leeuwen, paarden, boekrollen en mythische wezens. En alles heeft een sprookjesachtige schoonheid. 

Cottage Hampi’s Boulders ResortTerug in het resort is mijn hoofd nog een tombola aan beelden. Het gastenverblijf is harmonisch ‘ingepast’ in de omgeving, zoals mijn architecten-vrienden dat zouden noemen. Het resort prijst zichzelf aan als dé ideale plek voor wie van natuur houdt. Moe van het bezoek aan alle schoonheid die ik vandaag heb gezien, denk ik op de wc na over mijn verhouding met de natuur. Het rustgevende geluid van het stromend water van de rivier onder mijn raam nodigt uit voor een duik. De hotelmanager heeft me gesmeekt om dat niet te doen, vanwege krokodillen. Op het dak dansen drie apen. Dit is wildlife.

Eén met de natuur betekent ook zonder internet. Bij de receptie – de enige plek waar je online kunt – is het dringen. ‘Niet meer van deze tijd’ vindt de Britse kordate bejaarde toerist. ‘Zie het als een verplichte remote-stand’, zegt een gedecideerde, maar vriendelijke Indiase dame. Ik kan alleen maar denken aan de uitspraak van de dichter Willem Kloos: ‘De natuur is mooi, maar je moet er wel wat bij kunnen drinken’. En laat dat nu net een ding zijn. Alcohol wordt hier niet geschonken.

Geen internet betekent ook geen berichten en nieuws over de opkomst van een boer-burger-beweging, over stikstofreductie en de opwarming van de aarde. Even hoef ik niet na te denken hoe ik me hiertoe moet verhouden als vegetarische, witte wijn drinkende bakfiets-opa uit de grachtengordel.

Ik geef me over aan de natuur. Want de zonsondergang in Hampi heb ik nog gemist. Dat blijkt dé manier te zijn om hier een ​​dag af te sluiten. De kleuren door de zonsondergang geven de omgeving een nog mysterieuzere en adembenemendere gloed. Ik blijf nog even zitten in het paradijs.

Mijn top 5 meest bijzondere wc’s van 2022

Expo CubeHet nieuwe jaar is al niet meer zo nieuw. Om met de schrijver Gerrit Komrij te spreken: het is al beduimeld, net als met vers gesteven lakens en nieuwe schoenen is eigenlijk na één dag de sensatie er al vanaf. Toch blik ik nog even terug op 2022 en deel ik graag met u – weliswaar ietwat later dan andere jaren – mijn top 5 met bijzondere wc-ervaringen van het afgelopen jaar. Want tradities zijn nu eenmaal tradities.

Eind 2021 bracht ik het goede nieuws dat Amsterdam 1 miljoen heeft vrij gemaakt voor meer openbare toiletten. Misschien is veel tijd opgegaan aan planvorming of heb ik iets gemist, resultaten zag ik in 2022 nog niet voorbij komen.

Wel was er ophef over een publieke toilet op de Noordermarkt. Protest van omwonenden tegen de plannen, bracht een tegenreactie teweeg. Amsterdam werd juist opgeroepen haast te maken met het plaatsen van voor iedereen toegankelijke, openbare toiletten, te beginnen op de Noordermarkt.

De opstellers van de petitie ‘Graag wél een openbaar toilet op Noordermarkt’ wijzen op het nog steeds chronische gebrek aan openbare toiletten in Amsterdam. Vooral voor iedereen die geen gebruik kan maken van een plaskrul, of mensen met blaas- of darmproblemen is dat een onwenselijke situatie. Als Amsterdam daadwerkelijk zo inclusief en gastvrij is als de stad zich laat voorstaan, moet ze haast maken met het plaatsen van voor iedereen toegankelijke openbare toiletten, aldus de opstellers van de petitie.

Natuurlijk behoor ik me als toiletblogger te mengen in dit publieke debat. Dus dat werd een ingezonden brief in Het Parool. U begrijpt aan welke kant ik sta. Maar omdat gebruik moeten maken van een openbaar toilet al erg genoeg is, wilde ik het vrolijk houden. Vandaar mijn oproep: maak iets moois van dat toilet, biedt een fijne ervaring en leer van goede voorbeelden.

Public toilet HundertwasserWant die zijn er genoeg. Denk aan de publieke toiletten van Friedensreich Hundertwasser in het Nieuw-Zeelandse Kawakawa. Het zijn werelds meest gefotografeerde wc’s. De kunstenaar ontwierp ze in 1999, in zijn typische stijl met golvende lijnen, onregelmatige keramische tegels, geïntegreerde sculpturen, gerecyclede materialen, gekleurd glas, zelfs een levende boom is verwerkt in het ontwerp. Hoe mooi kan je het hebben.

Helaas heb ik die van Hundertwasser zelf (nog) niet gezien en daarom staat hij ook niet in mijn top 5. Wel op mijn lijstje een ander mooi voorbeeld: de Weense toiletten van de architect Adolf Loos. Die bezocht ik wel in 2022.

Mijn Top 5

Nummer 1. Toilet van Adolf Loos

Publieke toiletten Wenen LoosHet publieke toilet van architect Adolf Loos uit 1901 bevindt zich in de Weense binnenstad. De 3 meter hoge ondergrondse ruimte oogt als een kathedraal. De fraai vormgegeven wc-cabines met mahoniehouten panelen, deuren van ondoorzichtig glas en mozaïeken tegelvloer geven de ruimte een warme chique. Het Weense voorbeeld is bovendien een bewijs hoe goed het zou zijn als de toiletjuffrouw, -meneer of -persoon terugkeert. Want na ruim 100 jaar ziet de publieke toiletvoorziening van Adolf Loos er nog steeds goed uit en functioneert deze als vanouds.

Nummer 2. De wc-fauteuil

Wc-fauteuille

Een mens brengt per jaar zo’n 43 uur door op het toilet. Reden te meer om het verblijf daar een beetje prettig te maken. Deze rode troon – zoals de fauteuil genoemd wordt op TikTok – oogt comfortabel. Misschien wel te comfortabel.
De wc-fauteuil prijkt overigens ook op de voorkant van Lords verjaardagskalender. Een goede raad aan iedereen die er daar een van heeft weten te bemachtigen: wees er zuinig op. De kalender wordt vast een collector’s item.

Nummer 3. Bierfust-urinoir

Bierfust als pissoirBier drinken wordt opeens een rare bezigheid als je je bedenkt dat iemand eerst een fust bier leegdrinkt, om vervolgens alles er weer in terug te pissen.
Natuurlijk hebben deze pisbakken in de vorm van bierfusten er niks mee te maken, maar toen ze op mijn pad kwamen, moest ik toch denken aan het Amsterdamse studentencorps. Vrouwen werden daar uitgemaakt voor ‘sperma-emmers’. Beslist een dieptepunt van 2022. Overigens, wat een geluk dat de vrouwen die avond traditioneel gescheiden van de mannen doorbrachten. Je wordt dan wel uitgescholden voor hoer en sperma-emmer, later kan je gewoon zeggen dat je niks hebt gehoord.

Nummer 4. Functionaliteit voorop

Wc-aanwijzing Museum ArnhemDeze aanwijzing zag ik in Museum Arnhem. Functionaliteit staat hier voorop. Op de aanwijzingsbordjes richting wc vind je geen mannetjes, vrouwtjes of er-tussen-in-typjes. Niet de identiteit van de gebruiker staat centraal, ook wordt geen genderneutraliteit nagestreefd. De aanwijzigingen geven aan wat je kunt verwachten. Snel en simpel krijg je uitsluitsel over de functionele voorzieningen die hier aanwezig zijn: een wc-pot en een pisbak.

Nummer 5. De wereld van Sisi

Museum Albertina toilet

Met deze wc doe ik de deur dicht van mijn top 5 2022. De toiletdeur met suikerzoet, zacht groen pastelkleurig behang vol gouden rozetten trof ik aan in een museum in Wenen. Onmiddellijk moest ik denken aan Sisi. Wenen is immers haar stad. De deur bleef gesloten. Hoe de wc-wereld achter de deur er uitziet, blijft een raadsel. Ik laat het geheel aan uw fantasie over.

Tot slot, wens ik u alle goeds in 2023. Maak er een mooi jaar van!

Op naar kerst: Love Actually hoort erbij

Dansende Hugh Garant in Love Actually

Op zoek naar verdoving en troost heb ik mezelf afgelopen dagen ondergedompeld. Ziek, zielig, zappend met een dekbed om me heen bekeek ik de ene Netflix-serie na de andere film. En dan te bedenken dat de feestdagen nog moeten komen.

Love Actually, de kerstfilm der kerstfilms, kwam nog niet langs. Wel las ik een column over de romantische komedie uit 2003. Floortje Smit werpt in de Volkskrant haar blik op de hedendaagse beeldcultuur. Volgens haar blijven de danspasjes van Hugh Grant onweerstaanbaar, maar krijgt de twintig jaar oude kerstklassieker steeds meer te maken met een koor van critici. Want in de film worden vrouwen getoond als wandelende mannenfantasieën. De grappen over het gewicht van vrouwelijke personages zijn problematisch. De cast is heel erg wit, verhaallijnen zijn heel erg hetero. Zeker één personage vertoont stalkersgedrag. En dan heb je ook nog drie verhaallijnen over een baas die iets krijgt met een ondergeschikte. Kortom, concludeert de recensent, Love Actually is niet meer van deze tijd.

Bij het terugkijken stoort ze zich vooral aan één ding echt: niemand voert een normaal gesprek. De een is verliefd op de vrouw van zijn beste vriend, maar vermijdt direct contact. De ander begeert al ruim twee jaar een collega op basis van ‘goedenavond’. Hugh Grant, de premier wordt zomaar verliefd op de enige jonge vrouw in zijn gevolg. Een Brit kan zijn Portugese hulp in de huishouding niet verstaan, maar vraagt haar wél ten huwelijk. Iedereen is lekker egocentrisch bezig met zijn eigen gevoel en projecties op De Ander. Nergens is een wezenlijke connectie, is haar conclusie. Opgeteld klinkt het inderdaad heftig: seksisme, ver te zoeken diversiteit en inclusiviteit, fat shaming, stalkgedrag, onveiligheid op de werkvloer, oppervlakkige op zichzelf gerichte personages. Het kan echt niet meer.

En toch… blijft Love Actually voor mij de ultieme kerstfilm aller tijden. Dat er in de acht verhaallijnen een homokoppel ontbreekt heeft mij er nooit van weerhouden weg te zwijmelen bij de film. En echt niet alleen vanwege Hugh Grant. Zeker, hij zit soepel in de heupen. Onweerstaanbaar is een te groot woord, het is eerder ontwapenend om te zien hoe de ´prime minister´ heupwiegend op ‘Jump’ van The Pointer Sisters door de vertrekken van Downingstreet 10 beweegt. Je zou het een egotrip kunnen noemen. Maar als kijker weet je dat hij zich onbespied voelt. Dat maakt het weer aandoenlijk. De trap af naar beneden stuit hij op een oude dame uit zijn huishoudelijke staf. Betrapt schakelt hij onmiddellijk over, terug in zijn rol van premier. Niettemin hebben we even zijn menselijke kant mogen zien.

Maar de allermooiste scène in Love Actually is die met Emma Thompson. Ze krijgt een kerstcadeau van haar man. Een cd. Daardoor weet ze dat de ketting, die ze hem heeft zien kopen, niet voor haar maar voor zijn minnares is bedoeld. Ontdaan loopt ze naar de slaapkamer. Ze staat naast het bed. Alleen. Tranen biggelen over haar wangen. Als kijker voel je mee met haar pijn. Alle afwijzingen, verdriet, teleurstellingen die je ooit zelf in je eigen leven hebt meegemaakt, worden opgerakeld. Even strijkt ze met haar hand de deken over hun bed glad, terwijl dat bed al keurig netjes opgemaakt ís. Het verraadt hoe ze haar wanhoop probeert te beteugelen. Hartverscheurend.

Alle personages in de film gaan stuntelend door het leven. Okè, het zijn wellicht clichès, oubollig, wit en hetero, maar juist al die verhaallijnen zijn zo herkenbaar. Ieder met zijn eigen muizenissen, onzekerheden, onhandigheden en allemaal met behoefte aan contact en verlangen naar liefde en vriendschap.

Richting kerstavond ontstaat een cumulatie van dat alles. Ondersteund door de aanzwellende muziek komen verhaallijnen samen en klimt de film richting climax. Er is hoop, er zijn verwachtingen. Iedereen wil zich op kerstavond omringd weten door de mensen waar je van houdt en niemand wil alleen zijn. Natuurlijk is er drama. Natuurlijk zijn er misverstanden, moeten zaken overwonnen worden. Richting de avond waarop alles mooi en fijn moet zijn, is de weg niet altijd vloeiend. Het blijft spannend. Want het aangaan van wezenlijke connecties is nog niet zo simpel. In ieder geval zijn alle personages ernaar op zoek. En ook al wordt veel niet uitgesproken; de behoefte aan verbondenheid en liefde spat eraf.

En uiteraard leven we mee en blijven we hopen, want een kerstfilm vraagt om een happy end. Gelukkig heeft de ‘prime minister’ Hugh Grant ons in het begin van de film in zijn speech al op het spoor gezet. ‘If you look for it, I’ve got a sneaky feeling you’ll find that love actually is all around‘. Uiteindelijk weten we dat het allemaal goed komt, maar we moeten er wel wat voor doen. Met deze kerstgedachte laat ik u achter.

Tot slot, – want tradities horen erbij – wil ik u wijzen op mijn blog ´Wc-etiquette rond het kerstdiner. Hoe hoort het eigenlijk?´. Veel lezers hebben hier blijkbaar baat bij gehad.

Fijne feestdagen!

Poepende Ken in de etalage

Ken op wc

Eigenlijk kwam het allemaal door Zijlstra’s ijzerhandel in de Tweede Nassaustraat. Daar kwam ik in een etalage deze pop tegen. Het was alsof iemand een steen in de vijver gooide. Net als met het madeleine-koekje van Proust bracht de etalage het verleden terug. Ik heb het dan wel niet van de daken geschreeuwd, maar ben prompt uit de kast gekomen. Tijdens een etentje met vrienden heb ik bekend dat ik als jongetje met poppen speelde.

Gelukkig reageerde niemand vreemd. Niemand lachte me uit. Niemand zei: oh, dat had ik altijd al gedacht. Niemand zei: wat goed dat je er voor uitkomt. Eindelijk een tikkeltje teleurstellend. Maar als ik eerlijk ben, ook een opluchting. Ik heb niets meer te verbergen. Om met Ramses Shaffy te spreken: De weg is vrij / De weg is open / De weg is mateloos van mij.

En nog de complimenten aan Zijlstra’s ijzerhandel. Wie zich daar in de Tweede Nassaustraat ook had laten gaan – misschien was het wel meneer Zijlstra zelf die uit de kast was gekomen, wie weet – in ieder geval leverden al die toiletterende Ken’s een amusant schouwspel op.

Tegen alle jongens die nog in de kast zitten, wil ik zeggen: de een speelt met treintjes, zijn voetbal of zijn hond, de ander speelt met Lego en weer een ander met poppen. So what! Daar is helemaal niks mis mee. De weg is vrij / De weg is open / De weg is mateloos van jou!

Hergebruik Beatrix

Beatrix wc aanwijzing

Op een Griekse veerboot van eiland naar eiland, over een eindeloze blauwe zee, langs rotsformaties waar ook nog eens mensen blijken te leven, kwam ik op zoek naar de wc dit bordje tegen.
Die hoed, de brede schoudervullingen, de sjerp. U zult begrijpen – natuurlijk moest ik onmiddellijk aan onze oude koningin Beatrix denken.

Ooit vertelde iemand me dat de veerboten die tussen de Griekse eilanden heen en weer varen Britse afdankertjes zijn. Dus we zouden hier even goed te maken kunnen hebben met een afbeelding van Lady Di. In ieder geval was de aanwijzing duidelijk; op zoek naar de heren-wc moest ik verder.

Tegenover het koninklijke silhouet vond ik een deur met de beeltenis van een Italiaanse maffiabaas uit de jaren ‘50. Onmiskenbaar de ‘heren’. Zat ik misschien toch op een Italiaanse in plaats van een Britse afgedankte veerboot?

Ik keek naar buiten en droomde weg over de eindeloze blauwe zee. Op de boot met Beatrix of met een maffiabaas; wat maakte het uit. Het Griekse najaar was prachtig!

Maffia aanwijzing

 

Wc op Noordermarkt

doorzichtigewc

De Britse queen stond er bekend om dat ze uren haar plas op kon houden. Een unieke eigenschap die de meesten van ons helaas moeten missen. Des te kwalijker dat Amsterdam zo weinig openbare wc’s biedt. In de buurt van de Noordermarkt zijn er bijvoorbeeld geen. Twee jaar geleden verdween een krul op de hoek van de markt, aan het water. Maar die was ook niet bepaald vrouw- en gehandicaptenvriendelijk.

Eindelijk heeft de gemeente besloten dat er een toiletgebouw toegankelijk voor iedereen moet komen op de Noordermarkt. De wc-norm – om de 500 meter een publieke wc – komt daarmee dichterbij. Het protest van omwonenden is een typisch klassiek staaltje van not in my backyard. Of beter gezegd niet in mijn voortuin, of nog beter: niet op ons dorpsplein.  Want protesteerders vrezen voor het verdwijnen van de intieme en kindvriendelijke sfeer op het plein en voor horden toeristen en drugsdealers en -gebruikers. Welkom in onze wereldstad Amsterdam!

Op één punt hebben ze wel gelijk. Waarom mag een publieke toilet er niet goed uitzien en kan een toiletbezoek niet prettig zijn? Waarom geen fraaie  architectonische inpassing? Misschien op het plein, aan het plein, of eronder. Met of zonder een toiletmevrouw of -meneer? Schrijf een prijsvraag uit, kijk naar goede voorbeelden, maar doe iets. Amsterdam zoek een oplossing!

En aan iedereen die te vaak een plas moet ophouden, onderteken de petitie ‘Graag wél een openbaar toilet op de Noordermarkt’.

Lees ook Waar is de toiletjuffrouw gebleven  over de openbare toiletten van Alfred Loos in Wenen; 100 jaar geleden een voorbeeld, nog steeds een voorbeeld!

Foto: publieke toilet van architect Shigeru Ban. Lees hier meer over het slimme doorzichtige Japanse ontwerp.

De koningin van Engels porselein

BloemenpotZe oogt fragiel temidden van een wereld van weleer. Omringd door oude meesters aan de muur, de hoge schouw en vazen met bloemen lijkt ze nog kleiner. In het klassieke interieur zijn bloemen een terugkerend motief; in de bekleding van de fauteuils, op de voet van de lampen, en vast ook in het behang en tapijt. Het bloemetjesservies ontbreekt nog, maar waarschijnlijk serveert de lakei zo dadelijk daarin de thee. Als je je ogen dicht doet zie je hem al voor je met in zijn handen het dienblad met de theekopjes.

De oude dame is in afwachting van haar laatste officiële bezoeker. Dit keer draagt ze geen jurk en hoed in de kleuren van Engelse drop. Het  huiselijke grijze vest over de rok met Schotse ruit maakt haar een lieve oma. Ze oogt breekbaar als porselein en verdwijnt een beetje tegen de achtergrond van het rijke decor. Achter haar voelt ze hopelijk de warmte van het haardvuur. Met de handtas aan haar arm, leunend op haar wandelstok, lijkt ze op visite in haar eigen paleis, alsof ze afscheid neemt en ieder moment kan vertrekken.

R.I.P. Elizabeth II.

Gluren bij de buren

Gluren bij buren

Deze foto kreeg ik van een vriendin. Natuurlijk is het fijn als mensen aan je denken. Bovendien mag je een gegeven paard niet in de bek kijken. Maar het blijft bijzonder dat mensen aan je denken als ze een pispot zien.

De wand met de glurende dames is grappig bedacht.‌‎ Ik schat in door een vrouw. Een man bedenkt zoiets niet. Want die piest het liefst alleen en onbespied.

Laatst was ik op een congres met veel lezingen. Op weg naar de wc kwam ik een collega tegen. ‘Nu ga ik even naar mijn eigen gezeik luisteren’, zei hij. Misschien flauw in de ogen van vrouwen, maar voor mannen zeer herkenbaar. Luisteren naar je eigen plassen – lekker in je eentje –  is een uiterst rustgevende ervaring.

Terug naar de foto. De over de schutting glurende dames zijn niet bepaald aanmoedigend. Integendeel, ze doen wat lacherig. Vooral die mevrouw op links lijkt het uit te schateren. Ze houdt haar gezicht tussen de handen en je hoort haar uitroepen: ‘Wat een vertoning! Kijk die daar, wat een schattig gevalletje.’ De een zet haar leesbril op en de ander af, om dat alles nog beter te bekijken. Reken maar – en de meeste mannen zullen het met me eens zijn – ook al is het behang, het leidt af als de buurman laat staan een buurvrouw meekijkt als je staat te plassen.

Kunst op de wcIk kreeg nog twee foto’s. De een gaat over kunst. Een intrigerend beeld. Via een klimwand is het urinoir te bereiken. Een pispot voor een acrobaat. Zal die ooit gebruikt worden?

Vrachtwagen met pleesEen tweede foto luidt het festivalseizoen in. Met vrachtwagens worden de batterijen urinoirs de stad ingereden. Hoe meer plasvoorzieningen hoe beter, zullen we maar zeggen.

Bedankt allemaal voor de foto’s. Ook al is het bij het zien van een pisbak; het belangrijkste is dat jullie aan me denken!

 

Voorbij gender

Wc-aanwijzing Museum ArnhemAfgelopen mei opende Museum Arnhem na een grondige verbouwing opnieuw haar deuren. De nieuwe vleugel biedt een geweldig uitzicht op de bocht in de Rijn. En op een zomerse dag is het goed toeven in de lommerrijke beeldentuin. Het museum kiest voor het nu en gaat vooral over mensen, met speciale aandacht voor vrouwelijke kunstenaars, aldus de eigen website. Kortom, het nieuwe Museum Arnhem is niet van gisteren, maar van vandaag. Zo blijkt ook op het toilet.

Gender

Op de aanwijzingsbordjes richting wc vind je geen mannetjes, vrouwtjes of er-tussen-in-typjes. Hier staat niet de genderidentiteit van de Bordje gehandicapten wc en baby verschoonplekgebruiker centraal en wordt ook geen genderneutraliteit nagestreefd. In Museum Arnhem zijn ze voorbij gender. De aanwijzigingen richting toilet geven precies weer wat je hier kunt verwachten. Snel en eenvoudig krijgen we uitsluitsel over de functionele voorzieningen die aanwezig zijn: een pot en een pisbak.
Zelfs op de deur van de gehandicapten-wc en baby-verschoonplek vind je geen figuurtjes in een rolstoel of moeders met baby’s op hun arm, in plaats daarvan een duidelijke aanwijzing over wat je er aantreft. You see what you get. Zo kan het dus ook.

Pieskerkje

Pyke Koch - NocturneMuseum Arnhem staat vooral bekend om haar collectie neo-realisten, zoals Dick Ket, Carel Willink, Jan Mankes, Pyke Koch.
Over de laatste gesproken; natuurlijk moet ik hier aandacht besteden aan zijn schilderij Nocturne. Op het doek zien we een verlaten urinoir bij nacht, op een pleintje ingeklemd tussen schaars aangelichte gevels. Tijdgenoten noemden het schilderij het ‘pieskerkje’.

Obsceen

Koch presenteerde Nocturne voor het eerst op een tentoonstelling in 1930. Het veroorzaakte een schandaal. Hoewel het schilderij slechts een openbaar gebouwtje toont, werd het opgevat als eerbetoon aan een openbare plek die ook dienst deed als ontmoetingsplek voor homoseksuelen. Het andere deel van het tweeluik – Poésie de minuit – is een zelfportret, plassend. Dit realisme werd door het publiek als al te obsceen beoordeeld.

Ze zeggen dat de kunst van het schilderen niet alleen het weergeven is, maar ook het weglaten. Pyke Koch beheerst die kunst. Wel blijft zijn fascinatie voor maatschappelijke rafelranden en de donkere kant van het bestaan in zijn werk voelbaar.

Impressie

Er valt veel portretkunst te bewonderen in Museum Arnhem. En vergeet niet een bezoek aan de beeldentuin te brengen. Een kleine impressie van mijn kant: van links naar rechts: zelfportret Berthe Edersheim (1932), zelfportret Dorian Hiethaar (1984), Ad Gerritsen – Maskotte (2011), zelfportret Henk Mual (1957), Henry Moore – Warrior with Shield (1953-1954), zelfportret Dick Ket (1927).

 

Man-vrouw gedoe

Wc met draaiende bril

Ik kwam een supersonisch moderne tegen, zo een waarvan de bril draait als je er naar kijkt. In een restaurant. Daar bedacht ik me ook dat ik er eigenlijk wel klaar mee ben. Want mocht u denken dat ik als toiletblogger alle ontwikkelingen op dat gebied op de voet volg, dan moet ik u teleurstellen. In mijn blogs treft u hoogstens de pot aan als haakje om te fantaseren, associëren en te reflecteren.

Toch maar wel een fotootje gemaakt.

In de gang die toegang gaf aan de ‘dames’ en daarnaast de ‘heren’, stond een meneer te wachten. Ik moest hoognodig. De meneer zei iets in het Portugees: ik weet niet wat. Ik zei iets terug: waarschijnlijk begreep hij niet wat. In ieder geval was duidelijk dat ik niet ging wachten, want de dames was vrij en ik stoof de openstaande wc in. Zo dus!

En daar bedacht ik me dus ook dat ik klaar ben met wc’s. Totdat ik eruit kwam, en tegen een vrouw aanliep die me verschrikkelijk vuil aankeek. Ze richtte haar blik vervolgens schuin naar boven, naar het bordje ‘senhora’. Ze zei niets, maar uit alles wat ze in huis had sprak de boodschap: hoe haal je het in je botte harses en heb je het gore lef om gebruik te maken van deze wc. ‘Kom op zeg, mens!’, antwoordde ik.‘Welkom in 2022. Nooit gehoord van genderdiverse wc’s? Ben je echt zo’n ouderwetse trut, of hoe zit het.’

Ik vervolgde: ‘Gescheiden mannen- en vrouwen-wc’s zijn uit het stenen tijdperk. Hou eens op met dat domme man-vrouw gedoe. Zolang iedereen de boel schoon houdt, is er niks aan de hand en geen reden om wie dan ook toegang tot een toilet te ontzeggen. Bovendien heb je hier ook nog eens een supersonische bril, die alles automatisch schoon maakt, dus opzouten met je moralistische opvattingen uit het jaar nul.’

Maar… dat zei ik natuurlijk allemaal niet. Dat was slechts in mijn gedachten, omdat mijn Portugees tekort schoot, omdat ik niet in Nederland was en omdat ik stom genoeg op zo’n moment altijd te laat ben.

Ik ga toch nog maar even door met mijn toiletblogs.

Where is the bathroom?

Lavazza reclame badWaarschijnlijk zag ik er zoekend uit. ‘Can I help you?’, vroeg een jonge vrouw in de bediening. Ze had het druk, zag er overspannen en breekbaar uit. Ik moest denken aan een zin uit een gedicht van Marieke Lucas Rijneveld: (…) voor wie wel glimlacht maar de snik onzichtbaar en hoog in de keel heeft’. Ik hakkelde iets over het toilet. ‘Outside’, antwoordde ze. ‘The bathroom is outside to the right’. Ik volgde haar aanwijzingen en liep naar buiten. Op het omsloten plein, hartje binnenstad van Faro, trof ik de foto aan van de vrolijke badkuip. Hoe duidelijk wil je een aanduiding voor de ‘bathroom’ hebben?

Gezellig
Van dichtbij herken je de foto als reclame voor een bekend Italiaanse espressomerk. Ik zocht het op, de fotograaf is Elliott Erwitt. Hij maakte de serie ‘Families – portretten rond koffie’. Deze gezellige foto uit 2011 met het koppel in het bad nodigt uit; je zou er bij willen kruipen. Wie inzoomt, ziet via de spiegel nog een vrouw met een hondje. Ze lijkt gezellig aan te schuiven met een kopje koffie. Onmiddellijk moet ik denken aan de uitspraak van Lady Di. ‘There were three of us in this marriage, so it was a bit crowded.’

Engel aan de koffieKalender
Ieder jaar maakt het Italiaanse koffiemerk een kalender en wordt een fotograaf uitgenodigd om een bijdrage te leveren. Verderop – tegenover de ‘bathroom’ – hangt de foto ‘Verliefd worden in Italië’ van Mark Seliger uit 2000. Ook een uitnodigend beeld; je krijgt zin in koffie.

Engel
Ik dacht even dat ik de foto eerder was tegengekomen, in december 2011 in Zuid-Afrika. Als kerstgroet stuurde ik een kiekje ervan naar het thuisfront, met de tekst ‘Heaven is missing an angel.’ Ik zocht terug in mijn archief en zag dat er verliefde stelletjes op de achtergrond scharrelen. Een andere foto dus. Wellicht gaat het om een serie.
Op deze foto in Faro zie je op de achtergrond een meneer een stoel omgekeerd op de tafel zetten. Of haalt hij de stoelen er juist af? Wie zal het zeggen. Is het feest al ten einde en hangt de engel nog als laatste plakker aan de toog? Of moet de dag nog beginnen en is deze meneer met vleugels een vroege klant die zijn eerste koffietje drinkt aan de bar?

Ze zeggen dat één beeld meer spreekt dan duizend woorden, maar soms is het flink puzzelen. In ieder geval vond ik daar in Faro heel snel de ‘bathroom’.

Plassen voor de lekkerste bonen

plassende jongen Anne Claude Philippe de Tubières
Geen Caravaggio, geen Rembrandt, wel een Anne Claude Philippe de Tubières hangt er op mijn toilet. De ets kreeg ik cadeau van Taeke Kuipers, oprichter van Fenix Art Collection. Mijn zwager redt kunst, soms letterlijk van de vuilnisbelt. Als kunstkenner zoekt en vindt hij in kringloopwinkels en Franse bric-à-brac. Hij maakt de kunstwerken schoon, probeert maker en herkomst te achterhalen en zet ze in een mooie lijst. Zo geeft hij vleugels aan de verweesde kunstwerken.

Op een van zijn speurtochten vond hij de ets van Anne Claude Philippe de Tubières (1692-1765). Deze Fransman is driedubbeldik van adel, naast graaf de Gaylus, ook markies d’Esternay en baron de Bransac. Daarnaast was hij archeoloog, kunstverzamelaar, antiquair, een hele goede etser, en schreef hij ook nog eens pikante sprookjes. Kortom, een veelzijdige meneer.

Hij bereisde heel Europa en kende alle kunstenaars van zijn tijd. Als etser kopieerde hij grote meesters. Deze ets van het plassende jongetje maakte hij naar een originele tekening van de Italiaanse barokkunstenaar Annibale Carracci (1560-1609). De graaf produceerde de etsen in oplages. Eigenlijk gaf hij zo oude kunstwerken vleugels, net als mijn zwager – maar dan weer anders. Zo kwam een exemplaar van de ets terecht in het kabinet van de Franse koning, ik traceerde een andere exemplaar in de collectie van het Philadelphia Museum of Art, en nu hangt er ook een originele ets op mijn toilet.

Op mijn onderzoek ontdekte ik dat Annibale Carracci ook de schilder is van ‘De boneneter’. Dat schilderij kwam op mijn pad afgelopen november in Palazzo Colonna in Rome. Zeker voor de zestiende eeuw – toen alleen rijken zich op het doek lieten zetten, en dan natuurlijk op hun mooist – is dit een bijzonder alledaags tafereel. Op het schilderij wordt een man betrapt terwijl hij net een hap van de bonen neemt. Het is bijna een foto.

Eigenlijk is het net zoals op de prent van het plassende jongetje. Vol in actie is hij op het papier gezet. Op de achtergrond zien we iemand die zaad strooit over het land, vast het bonenzaad. De plasser lijkt zijn hemd vast te houden, misschien draagt hij daarin ook zaad mee. Misschien werken beiden op het land, en soms moet je dan plassen. Dat kan iedereen gebeuren en is van alle tijden. Wat ook kan, is dat het jongetje met zijn plas de grond bemest. De oma van mijn P. leegde haar ochtendurine altijd onder de bessenstruik, en iedereen in het dorp wist dat dat het geheim was achter haar grote bessen. Dus plassen voor grote, lekkere bonen, is zo raar nog niet. En ook van alle tijden.

Natuurlijk begrijpt u dat ik hier wel nog even reclame wil maken voor mijn zwager. Op 11 en 12 juni is er de jaarlijkse plantenmarkt in Noordwijk-Binnen. Op de ‘Markt onder de Linden’ staat hij met nog veel meer verweesde schilderijen die een thuis nodig hebben. Geen etsen met plassende jongetjes, maar vooral veel bloemenstillevens en landschappen dit keer. Kom langs in Noordwijk!

Iedereen een sleutel voor het privaat

Twee historische figuren, ieder met een sleutel. Mijn zus ontdekte de twee deuren in het Hanzemuseum in het Noorse Bergen. Het museum neemt je mee in het rijke verleden van de stad als onderdeel van de Duitse Hanze. Het museum bevindt zich in een gebouw uit 1704 en geeft een beeld hoe de Duitse Hanze-kooplieden leefden in het middeleeuwse Bergen. Je kan er rondwandelen in replica’s van kamers die de vroegere kooplieden gebruikten. Er is zelfs een nagebouwde herberg met twee wc’s.  Let ook op de kleine bedden, lage plafonds en de geur van kabeljauw, valt te lezen op de site van het museum.

Sleutel
De bordjes Menn en Damer naast de meneer en mevrouw met de sleutel, laten geen twijfel over. Dat was heel wat anders met de sleutel en het sleutelgat uit in mijn allereerste blog. Op zoek naar een wc in een hotellobby in Columbia zag ik een sleutel op de ene en een sleutelgat op een andere deur. Welke neem je dan? Waar identificeer je je mee?

De sleutel steek je ergens in. En het sleutelgat daar moet wat in. Heb ik als man de sleutel in handen? En wil ik me als vrouw zien als een gat waar iets in moet? Seksisme ten top: vrouwen worden gedegradeerd tot een gat en mannen tot een pik, en de hele mensheid gereduceerd tot een voorkant.

Privaat
Met deze twee historische wc-deuren uit Bergen is iets anders aan de hand. Zowel de dame als de heer heeft de sleutel in handen. Naast de aanwijzing voor de dames- of herentoilet, verwijzen de sleutels naar een ruimte die afgesloten kan worden. Niet voor niets noemde men het toilet een ‘privaat’. In het middeleeuws latijn staat dat voor ‘een kamer om je in terug te trekken’. In de tijd van de Hanze-kooplieden waren nog veel mensen voor hun sanitaire behoeften aangewezen op de straat en de goot. Een private toiletruimte was een voorrecht. De sleutel staat symbool hiervoor.

Grijp je kans 
Dus met de Hanze-kooplieden in gedachten, luidt dit keer mijn advies: grijp je kans en pak die sleutel! Koester de ruimte om je even terug te trekken en dat moment voor jezelf. Voordat je het weet, moet je weer die vreselijke buitenwereld in.

Leve Oekraïne!

Met dank aan mijn zus Emmy.

Plassende Rembrandts

Tekeningen Rembrandt plassende vrouw en manIn mijn blog van januari fantaseerde ik over een Caravaggio boven de pot. Maar stel je voor, een Rembrandt op je wc. Hoe fijn is dat. In het Rembrandthuis kwam ik er twee tegen. Op de ‘Dames’ een plassende vrouw en op de ‘Heren’ een plassende man.

Vanwege de groepstentoonstelling RAUW bracht ik een bezoek aan het Rembrandthuis. Dertien kunstenaars van nu geven daar net als Rembrandt toen een realistische kijk op het menselijk lichaam. Etsen van de grote meester vormen de inleiding op het werk van de hedendaagse kunstenaars. Rembrandts grootsheid is misschien nog wel beter te herkennen in zijn tekeningen dan in zijn schilderijen; zijn trefzekerheid in lijnvoering, maar vooral de open en nieuwsgierige blik waarmee hij zijn omgeving bekijkt.

Dat het verbeelden van het menselijk lichaam zoals het écht is, niet vanzelfsprekend is, laat de groepstentoonstelling goed zien. De dertien kunstenaars bieden een ontnuchterend alternatief voor het heersende ideaalbeeld van het menselijk lichaam. Soms zijn de beelden kwetsbaar, soms krachtig, soms confronterend, maar altijd rauw. Het is zeker ook geen toeval, dat twee kunstenaars – Melanie Bonajo en Marlene Dumas – plassende vrouwen als onderwerp kozen. 

Plassende vrouw Melanie Bonajo 3Melanie Bonajo maakte in vijftien jaar ruim 500 foto’s van vrouwen die plassen in de openbare ruimte. We zien veel, heel veel billen. Beelden van vrouwenlichamen met de broek op de hielen, zich in bochten wringend, gevangen op een kwetsbaar moment. In hoge nood, achter een bestelwagen, net te dicht op een menigte. Tussen lage struiken, auto’s en in geheime hoekjes van de stad, zien we vrouwen op zoek naar een plek om te plassen.

Plassende vrouw Melanie BonajoBonajo bracht de foto’s samen in een video die 20.000 keer op YouTube werd bekeken. Het platform haalt de video er herhaaldelijk vanaf. Te aanstootgevend. Volgens de kunstenares zelf – die overigens dit jaar Nederland vertegenwoordigt op de Biënnale van Venetië – omdat ze niet de gebruikelijke ideale voorstelling van het vrouwelijk lichaam toont, maar laat zien hoe het echt is.

Plassende vrouw Melanie Bonajo 2Bonajo weigert de censuur van YouTube te accepteren en blijft het videowerk offline tonen. De kunstenares beschouwt haar foto’s ‘als kleine fonteinen, beelden van teruggewonnen vrijheid voor vrouwen in de stedelijke ruimte.’ Met een ‘Saluut! Aan de dameskont in al haar glorie’, besloot Bonajo laatst een lezing over haar werk. 

De tentoonstelling ‘RAUW. Een realistische kijk op het menselijk lichaam’ is tot en met 22 mei te zien in het Rembrandthuis. Beslist een aanrader. En vergeet niet de wc’s te bekijken en in de hal op giro 555 te doneren.

Leve Oekraïne!