Iedereen op een eigen troon. Sprookjes rond het toilet

gezien in Museum aan de Schelde, Antwerpen
Welk kind wil geen prins of prinsesje zijn?

In de Britse serie Victoria kwam alles samen: geschiedenis, royals, drama en mijn fascinatie voor de wereld van de wc. Prins Albert, echtgenoot van koningin Victoria, demonstreerde het eerste watercloset aan zijn hofhouding. “Ik hoop dat ooit alle huishoudens een troon voor zichzelf hebben”, sprak hij daarbij als wens uit. De prins (1816-1861) was een groot voorstander van technologische vooruitgang. En ongetwijfeld hoorde daar het watercloset, de toiletpot met waterspoeling, bij.

herentoilet villa MalfitanoVeredeld gluren
Paleizen bezoeken en series als The Crown en Victoria bekijken, is toch een soort van veredeld gluren bij de koninklijke buren. Soms je verliezen in het sprookje. Lekker verlustigen aan alle pracht en praal. En wegdromen naar andere tijden. Tegelijkertijd je realiseren dat koninginnen, koningen, prinsen en prinsessen ook maar mensen zijn, met hun eigen sores.
Als kind bedacht ik regelmatig dat de koningin ook gewoon naar de wc moet. Misschien heeft dat wel dezelfde werking als de tip om de zenuwen tijdens het spreken in het openbaar de baas te blijven door je publiek bloot voor te stellen. Het helpt om de wereld terug te brengen tot menselijke proporties.

Paleis Soestdijk
Eind vorig jaar was er nog een laatste kans om Paleis Soestdijk te bezoeken. Koningin Juliana kon nog wel eens driftig op tafel slaan: ze wilde gewoon zijn, zoals alle andere mensen. En ik hoopte nog een keer een blik te werpen op haar ‘gewone’ toilet. Maar helaas. Dat zat er niet meer in. De deur bleef gesloten. Wel vond ik op internet de foto hieronder.

Bovendien een fragment uit Andere tijden over de desperate staat van het paleis en de ‘gewoonheid’ van haar bewoners.

Natuurlijke mest
Als in 1986 het water na een flinke regenbui het paleis binnenstroomt, moet in korte tijd een riool worden aangelegd. Kees Stam, destijds uitvoerder bij grondbedrijf Woestenburg: “Tot dan toe loosden ze op de bodem. De fecaliën verteerden gewoon en het water liep in het zand weg.” De klus moest geklaard worden tijdens de zomervakantie van de koninklijke familie. Bij terugkeer vond de koningin haar gazon er wel wat kaal en minder groen uitzien. Tja, het miste alle natuurlijke mest en bewatering. Om te bedanken nodigden koningin en prins de hele ploeg uit voor een hapje en een drankje. Stam: “Net als bij je opa en oma. Ja, zij moeten ook naar de wc, en daar moesten wij voor zorgen”.

Troon met gat
Qua wc’s-kijken had ik afgelopen zomer meer succes bij de aartshertog Maximiliaan van Habsburg. Kasteel Miramare, het zomerverblijf van de latere keizer van Mexico ligt aan de Golf van Triëst. De broer van keizer Frans Jozef en zwager van Sissi woonde hier van 1860 tot 1864.

En daar verstopt in een nis in de badkamer zag ik een zetel met een gat. Het zijn juist de hoekjes die ons zo veel leren over de geschiedenis. De postoel, ofwel chaise percé stond er maar zielig bij.
Maximiliaan werd in Mexico ter dood veroordeeld. Zijn echtgenote Charlotte, dochter van koning Leopold I van België, keerde in 1866 terug naar Italië om politieke steun te zoeken. Ze zou haar echtgenoot niet meer terugzien, want een jaar later werd hij in Mexico vermoord. Charlotte raakte in de war en trok zich terug op Miramare. Door haar personeel in onwetendheid gehouden over de dood van haar man, zie je haar zitten op de troon met gat in die nis. Daar onder de klok. Diep ongelukkig en helemaal de weg kwijt.

Gemakstoel
In het Nederlands wordt zo’n postoel ook wel aangeduid als kamergemak of gemakstoel. Op Paleis Het Loo is er nog een te zien van Willem III (1849-1890). Zelfs een verplaatsbare met waterspoeling. Want een koning gaat niet naar de wc, de wc komt naar hem. Overigens ook een treurig verhaal, met die Willem III. Aan het eind van zijn leven kwam de gemakstoel goed van pas. De koning was zo ziek dat hij zijn slaapkamer niet meer uit kwam.
Een aantal ministers begluurde hem vanachter een kamerscherm om te beoordelen of hij nog wel toerekeningsvatbaar was. Dat bleek knap mis. De koning werd ‘buiten staat’ gesteld om te regeren.

Staatszaken
Toch maar even terug naar de postoel. De Oostenrijkse keizer Frans Jozef beschikte over een draagbaar gemak, dat eruitzag als een kleine hutkoffer. Zo was hij ook op reis van alle gemakken voorzien. Heel chique.
Het toilet en de inrichting van de toiletruimte zeggen iets over ons en over de tijd. In de zestiende eeuw stond los sanitair in de keuken of slaapkamer. Ook zonnekoning Lodewijk XIV ging al poepend gewoon door met staatszaken. Pas in de Victoriaanse tijd werd de stoelgang een activiteit waarvoor je je behoorde te schamen, dus uitgevoerd in afzondering.

Eigen troon
Vernieuwingen in de wereld van de wc zijn niet meer zo opzienbarend als in de tijd van prins Albert. Koningen en koninginnen vormen al lang niet meer de avant garde als het gaat om sanitair. Moeten zij het doen met oude tochtige, koude buitenverblijven en paleizen, ‘gewone’ mensen maken van hun toilet steeds meer een ‘verblijfsruimte’ met de allure van een paleis. Maar hoe luxe of sober ook, een drol in een gouden toilet blijft een drol.
Gouden wc Maurizio Cattelan, Guggenheim MuseumDe droom van prins Albert ‘ieder huishouden zijn eigen troon’ is uitgekomen op het Britse eiland en in de westerse wereld. Maar nog steeds heeft eenderde van de wereldbevolking geen toegang tot wc’s.
Daar valt echt geen mooier sprookje van te maken.

De tweede foto in deze blog lijkt op het watercloset dat prins Albert liet installeren voor zijn hofhouding, maar is het niet. Deze watercloset uit eind 19de eeuw is te bekijken in Villa Malfitano in Palermo. Zie ook Mijn top 5 meest indrukwekkende toiletten van 2017 .

Wie meer wil weten over koning Willem III: bekijk De koning die te ziek was om koning te zijn. 

 

 

Vrouwen hebben altijd gelijk en mannen blijven over. Zelfs op de wc

Bovenstaande twee foto’s kreeg ik van vriendin L. Zij trof de wc-bordjes aan bij de bakker in Edam. Ladies are always right. Daar is geen speld tussen te krijgen. Dan de rechter aanwijzing, dat is een interessante. Men are left because… Op zoek naar de wc leest het als een richtingaanwijzer. Men please go to the left. Maar de pijl eronder wijst naar rechts en niet naar links en dat roept vragen op.

Links- of rechtsdragend
Worden hier misschien heren met een linkse politieke oriëntatie naar rechts verwezen? Mijn Amerikaanse vriend meent er een knipoog in te zien naar de uitdrukking: I dress to the “left”. Wie als man wel eens een handgemaakt kostuum heeft laten aanmeten, weet dat de kleermaker dan vraagt: bent u links- of rechtsdragend? Zodat hij daar rekening mee kan houden bij het maken van de broek. Maar ook bij deze uitleg blijft de vraag hoe we dit bord moeten lezen. Worden alle linksdragende mannen naar rechts verwezen? Het blijft raadselachtig.

Louis van Gaal
Misschien is het Engels hier een tikkeltje vrij gebruikt. Zeg maar, de kunst die Louis van Gaal zo knap verstaat. Want are left kan betekenen: achterblijven, worden over gelaten, overblijven, nog over zijn. Dus als we er een ‘Louis van Gaaltje’ van maken, geeft de wc misschien wel antwoord op de vraag waarom mannen overblijven of achterblijven. Je weet ’t niet.

Uiteindelijk toch maar L. gebeld en zij gaf uitsluitsel. Want wat ik niet wist: de bordjes hangen zoals hierboven naast elkaar. En dat geeft de leesrichting aan.

Ik fantaseerde er weer eens veel te veel op los. Het is gewoon heel simpel. Mannen naar links, omdat vrouwen altijd gelijk hebben. Het komt allemaal voor de bakker daar in Edam.

Met dank aan vriendin L.

Heb jij een mooi exemplaar voor mijn beeldbank, mail ‘m dan vooral naar info@lordstoiletblog.nl

Mijn top 5 meest indrukwekkende toiletten van 2017

Affiche expositie Everything you always wanted to know about Toilets. Cube design museum

Dit jaar heb ik zoveel wc’s bezocht en bekeken. Ik draag ze dan wel niet mee op mijn rug. Maar ze zitten wel in mijn hoofd. En dat moet er uit. Dus wordt het tijd om mijn lijstje te delen. Voila, hier mijn top 5 meest indrukwekkende wc’s van 2017.

Mijn nummer 1. – De ‘heren’ van café tHUIS aan de AMSTEL

Soms beland je opeens op een juweeltje. De ‘heren’ in de voormalige Ingenieurswoning van de Zuidergasfabriek (1913) is beslist een bijzondere. De houten driehoekige bril wekt de indruk van handgemaakt. De porseleinen pot lijkt wel gebeeldhouwd. Bijna ben je geneigd aan het reliëf te voelen. Nee, nee, dat doen we natuurlijk niet. Dat is niet hygiënisch. Al hoewel…

Mijn nummer 2. – Bi-Bardon van Alex Sweder

Performance architectuur noemt Alex Sweder zijn eigen werk. De kunstenaar ontwierp deze Siamese tweelingurinoir niet voor praktisch gebruik, maar als commentaar op het traditionele design van sanitair. Hij stelde zich voor hoe het urinoir voor ‘abnormale’ mensen er uitziet.
De Bi-Bardon van Sweder (2001) heeft een plek gekregen in de permanente collectie van het San Francisco Museum of Modern Art (SFMOMA).

Mijn nummer 3. – W+W Toilet van Gabriele & Oscar Buratti

 W+W Toilet van Gabriele & Oscar Buratti

Geef toe. Dit is een mooie moderne. Op de foto valt het toilet roze uit. In werkelijkheid is de W+W wit. Het vierkante L-vormige design verraadt de jaren ‘0. De combinatie van wastafel en watercloset is inderdaad in 2010 ontworpen door de architecten Gabriele & Oscar Buratti voor Roca, een wereldwijd merk op badkamergebied.

De W+W staat voor waterbesparing en optimalisatie van de ruimte. Het innovatieve systeem filtert het wasbakwater zodat het kan worden hergebruikt in het toilet. Vergeleken met een klassieke spoeltoilet gebruikt deze tot 25% minder water. Het reinigingssysteem voorkomt dat bacteriën in de wateropslag worden gespoeld en dat vermindert weer onaangename geuren.

“Dit unieke, onderscheidende en originele ontwerp brengt elegantie en duurzaamheid in de badkamer. Een ontmoeting tussen manieren van verfijning en liefde voor de planeet (…).” U begrijpt, ik citeer uit de folder.

Mijn nummer 4. – de wc’s van de Whitakertjes

In Palermo staat de villa Malfitano van de familie Whitaker. Op de ‘heren’ kreeg ik er daar twee voor de prijs van een. Een oude en een nieuwe.

Helaas kreeg ik beide wc’s niet samen op de foto. Dus op de linker foto het originele watercloset. Waarschijnlijk stamt deze houten doos nog uit de tijd toen de villa werd gebouwd: eind negentiende eeuw. Nu niet meer in gebruik. Met de houten klep naar beneden is het een bank. Rechts daarvan – zowel in het echt als hierboven – bevindt zich de vierkante nieuwe.

Mijn nummer 5. – de wc van de burgemeester van Palermo 

In de imposante werkkamer van Leoluca Orlando, de burgemeester van Palermo, bevindt zich rechts achter zijn bureau een klein deurtje. Verstopt in de wand voert dat deurtje naar een wc. Voordat je daar bent moet je eerst nog wel een hele lange smalle gang door.

Het stadhuis is gevestigd in het 15de eeuwse Palazzo Pretoria. Iedereen kan daar zo naar binnen wandelen. Zelfs de werkkamer – en wc – van de burgemeester zijn toegankelijk voor publiek. Laagdrempeliger kan het haast niet.

Die toegankelijkheid is typerend voor burgemeester Orlando, want net zo open en gastvrij is hij voor vluchtelingen. Op de kade van Palermo heeft hij al zo’n zestigduizend bootvluchtelingen begroet. Iedereen mag van hem overal geluk zoeken. “Ik wil hen laten weten dat ze welkom zijn in deze stad. (…) Wij maken geen onderscheid. We moeten ze met open armen ontvangen.” Met stemverheffing: “Mag ik u er even op wijzen dat het hier om ménsen gaat?” (Uit Trouw).

Meer zien
De foto van de meneer met de wc-pot op zijn rug is het affiche van de expositie Everything you always wanted to know about Toilets *. Nog tot 14 januari 2018 te zien in het Cube design museum in Kerkrade.
Op deze expositie zijn ook het W+W Toilet van de gebroeders Gabriele & Oscar Buratti en de Bi-Bardon van Alex Schweder nog te bekijken.

De heren-wc van de voormalige Ingenieurswoning in het echt zien? Bezoek dan tHUIS aan de AMSTEL.

Mijn blogs in je mailbox ontvangen? Stuur me dan even een mail, dan krijg je mijn volgende blogs automatisch in je mailbox.

 

WC-etiquette rond het kerstdiner. Hoe hoort het eigenlijk?

Stel je moet tijdens het kerstdiner naar de wc. Hoe doe je dat? Wat zeg je tegen je tafelgezelschap. Hoe vraag je aan de gastheer waar de wc is? Zeg je: Sorry, ik moet plassen. Waar kan dat? Excuseer je jezelf. Vraag je om een time out. Zeg je: tante, wil even kijken of ze nog een meisje is. Of noem je het bij de naam. Kunt u mij het toilet wijzen? Of zeg je plee, of wc. Of toch maar: Mag ik gebruik maken van het kleine kamertje? Hoe luiden de etiquette rond het wc-bezoek tegenwoordig?

‘Even mijn neus poederen’, zei laatst mijn collega David toen hij tijdens een vergadering gebruik wilde maken van een plaspauze. Als mijn neef Geert-Jan dat aan de kerstdis zou zeggen, staan we er niet van te kijken als hij even later terugkeert in een jurk. Want deze neef speelt graag leentjebuur bij de dames. En niet alleen in zijn taalgebruik. Daartegenover mijn neef Tim, als die vertelt dat hij z’n neus gaat poederen, wordt hij vast en zeker gevolgd door meer neefjes en nichtjes voor een snuifje witte poeder.
Terug naar mijn collega David. Kennelijk vindt hij het minder erg als het hele kantoor nadenkt over uit welke poederdoos hij gebruikt, dan dat hij hen vertelt over de behoefte die hij gaat doen.

Plassen of poepen
Natuurlijk zijn er tal van manieren om te vertellen dat je naar de wc gaat. De handen wassen, sanitair relaxen, een eitje leggen (Limburgs), even mijn rekoefeningen doen, ik ga regeren op de porseleinen troon, Jan een hand geven, even een krantje lezen. Oké, de een is wat subtieler dan de ander. Wat ze alle gemeenschappelijk hebben is dat het manieren zijn om in minder confronterende bewoordingen te vertellen dat je moet plassen of poepen. Maar ook al is het ene eufemisme het andere niet. Ik hoef niemand te vertellen dat de context waarin je iets zegt, heel wat uitmaakt. Ik bedoel maar. Tijdens een zakenlunch of in de bouwkeet tap je uit een ander vaatje dan tijdens het kerstdiner.

Etiquette-bijbel
Op zoek naar houvast voor aan de kerstdis, gaan we te raden bij de etiquetteregels. Duidelijke regels zorgen er namelijk voor dat iemand zich niet ongemakkelijk hoeft te voelen, ook niet in nieuwe of lastige situaties. Je hoeft je alleen aan de etiquette te houden. Zo simpel is dat.

In Hoe hoort het eigenlijk? geeft Reinildis van Ditzhuyzen allerlei gedragsregels. Van hoe je kip eet, het gebruik van titulatuur, het voeren van conversaties tot rouw- en trouwrituelen. Maar er is niets te vinden over hoe je vraagt naar de wc in deze bijbel van de etiquette.
Het hoofdstuk tafelmanieren vermeldt nog wel dat het belangrijk is als de gastvrouw enige tijd voor het begin zegt: over vijf minuten gaan we aan tafel. Want, ik citeer: ‘Dit is het sein om desgewenst uw handen te wassen of naar de wc te gaan. Tijdens het eten hoort u dit immers niet te doen.’ Tja, zo hoort het dus. Maar bij een avondvullend kerstdiner kom je daar echt niet mee weg.

Gewoon en duidelijk

Inez van Eijk geeft in Eigenwijs, een etiquetteboek voor kinderen wel aanwijzingen wat te zeggen als je naar de wc moet. Na de constatering dat sommige mensen daar niet naar durven te vragen als ze ergens op bezoek zijn, raadt ze kinderen aan gewoon te zeggen: waar is de wc? ‘(…) Je kunt ook vragen: Waar kan ik mijn handen even wassen? Maar dan loop je de kans dat je naar de keuken wordt verwezen of naar een badkamer waar geen wc is. Vraag dus maar gewoon en duidelijk naar de wc. Of naar “het toilet” als je dat leuker vindt.’

Wc of toilet?

Dat laatste is nog wel een ding. In heel wat etiquette-gidsen wordt opgemerkt dat in adellijke kringen men vrijwel nooit toilet zegt. Hier ga je naar de wc. Of -zoals mijn vriendin Jacqueline weet – naar de plee. Waarom? Waarschijnlijk om zich te distantiëren van de ‘nieuwe’ elite die zich chiquer wilde voordoen door het omfloerste ‘toilet’ te gebruiken. Zij zeggen liever waar het op staat. Klip-en-klaar. Geen misverstanden.

Ongeschreven regel
Terug naar het kerstdiner. Etiquetteregels krijg je van mij niet te horen. Ik ga er niet over en ben er niet van. Wel heb ik door de jaren heen een paar zaken geleerd. Een daarvan is: mensen vermijden het liefst ongemakkelijke situaties. Die bespaar je jezelf, dus ook elkaar. En al bestaat er dan geen etiquette over hoe je naar de wc vraagt – er is wel één belangrijke ongeschreven regel voor aan de kerstdis: Je valt je tafelgenoten niet lastig met te veel informatie. En roep ook geen beelden op die niemand wil zien. Mijn moeder zei vroeger altijd: even een plasje plegen. De combinatie van het werkwoord ‘plegen’ – je pleegt een delict – en de verkleinvorm ‘plasje’ maakt het geheel vriendelijker en minder onaangenaam. Maar toch. Hoe liefelijk het ook klinkt, je hoort de straal kletteren. Dus – terug naar het kerstdiner – gebruik geen plastische beelden.

Hou het simpel
Maak er weinig woorden aan vuil. Verontschuldig je je eenvoudig, maar hou het simpel. Zeg zeker niet dat je nodig moet. Dat willen we allemaal niet weten. Al ga je je Whatapp-berichten checken, Wordfeud-puzzeltjes doen of je geld zitten tellen op de wc. Hou het voor je.
En als je vindt dat je toch wat moet zeggen – bijvoorbeeld omdat je je iets te abrupt onttrekt aan de oeverloze monoloog van oom Henk – zeg dan gewoon dat je naar de wc gaat. Of gebruik het woord ‘toiletteren’, of desnoods de uitdrukking ‘het toilet frequenteren’. Dat klinkt namelijk zo ernstig; je disgenoot vindt het dan vast niet erg dat je even weg bent.

Zit een ronde wc-bril lekkerder?

Uit onderzoek blijkt dat aardbeienmousse van een rond, wit bord zoeter smaakt dan van een zwart vierkant bord. Ronde vormen roepen associaties op met zoet. Zou een ronde wc-bril ook zoeter, zachter en prettiger voelen dan een vierkante bril?

Roze vierkante bril

Lees ook mijn blog het toilet in alle kleuren en geuren.

Heb jij een mooi exemplaar voor mijn beeldbank, stuur ‘m vooral naar info@lordstoiletblog.nl.

Op zoek naar de wc: volg de aanwijzingen

Aaanwijzing wc; dame met borsten op haar schouderOp weg naar de wc kom je soms wel hele bijzondere aanwijzingen tegen. Zie bijvoorbeeld hierboven de dame met borsten op haar schouders.

Of wat te denken van de sissy boy hiernaast – die moet wel heel nodig.  Linksonder een man in korte broek. Of is het een stevige dame in broekrok? Daarnaast een dandy in een double breasted suit. En de breedgeschouderde meneer rechts wil je echt niet tegenkomen in het donker.
Op zoek naar de wc? Het blijft altijd spannend!

Heb jij een mooi exemplaar voor mijn beeldbank, stuur ‘m vooral naar info@lordstoiletblog.nl

En volg ook de wc-aanwijzingen in de blogs Welke broek past jou? en Waar is de heren?

Betaal publieke (dames)wc’s met toeristenbelasting

Ontwerp Krul 2.0

De Amsterdamse binnenstad telt 35 plaskrullen voor mannen. In het weekend komen daar nog eens 40 plaskruizen bij. Voor vrouwen zijn er twee of drie plekken. Uitbreiding van het aantal openbare damestoiletten loopt telkens stuk op de centen. De Krul 2.0 biedt een oplossing. Die moeten er snel komen, en kan simpel bekostigd worden door de geplande verhoging van de toeristenbelasting.

Het antwoord op de vraag waarom er niet meer openbare damestoiletten zijn, is ontluisterend. Peter-Paul Ekker, woordvoerder van de gemeente Amsterdam in Het Parool: Er heeft ‘nog nooit iemand naar de gemeente gebeld met de vraag voor meer openbare toiletten voor vrouwen’. Maar er is, volgens hem, wel een grote kans dat er binnenkort over gesproken gaat worden.

Dus eerst moet je bellen voordat er wat gebeurt. Vervolgens wordt er over gesproken. Althans, die kans is groot. Dat is toch diep treurig. Want als we daar op moeten wachten heb je het al lang in je broek gedaan.

Sanisette
Een vogelvlucht door de geschiedenis van de damestoiletten in Amsterdam maaSanisette Parijskt niet vrolijk. In de jaren ‘80 keerde een speciale urinoircommissie positief gestemd terug uit Frankrijk. De sanisette – niet weg te denken uit het Parijse straatbeeld – kon weleens dé oplossing zijn voor het sanitair seksisme in Amsterdam. De sanisette stelde vrouwen eindelijk in staat ‘openbaar’ te plassen. Tegen betaling van twee kwartjes krijgt de bezoeker toegang tot een zelfreinigende toilet met fonteintje, wc-papier, handdoekjes en een spiegeltje. Zodra je na het wassen van de handen het straattoilet verlaat, stopt de muziek en schakelt de computer de elektronische interieurverzorgster in. De proef stopte in 1985. Het entreegeld verdient de hoge exploitatiekosten niet terug. De gemeente moest er geld op toeleggen en de sanisette verdween weer uit het straatbeeld.

Wildplassympasium
Het bleef tobben. In 1997 organiseerde de gemeente Amsterdam een heus symposium. Onder meer horeca en politie brachten samen het wildplasprobleem in het centrum van Amsterdam in kaart. De aanbevelingen tuimelden over elkaar heen: de politie moet vaker bekeuren bij een ‘heterdaadje’, boetes omhoog. Er moeten krullen bij en toiletvoorzieningen voor dames en heren in combinatie met telefooncel, kaartverkoop voor openbaar vervoer en VVV-kantoor. Meer plaskruisen, stenen plashellingen en toch ook weer sanisettes moeten er komen. Plus verbodsborden, wegwijzers naar de pisbakken, en voorlichting op scholen.

Plasgenot 
Een aantal proefprojecten ging van start. Zo kwam er een zelfreinigende krulurinoir op de Wallen, een plaskruis op de Vijzelgracht en een bewaakte toiletwagen voor dames en heren op het Rembrandtplein. Vooral de laatste oplossing was een groot succes. Dames waren opgelucht. Maar het plasgenot was van korte duur. De ‘visuele belasting’ van het al zo kleine Rembrandtplein telde voor de gemeente zwaarder dan de overlast van de wildplasser.

Lady P.
Eind jaren ‘90 leek er even een frisse wind op te steken op het sanitaire damesfront. De Nederlandse industrieel ontwerper Marian Loth ontdekte dat 90% van de vrouwen contact vermijdt met de toiletbril in openbare gelegenheden, en het dus ‘zwevend’ gebruikt. Zij ontwierp de Lady P. Dit urinoir heeft wat weg van de variant voor heren, maar met een langer en spitser opvangbekken. Lady P. heeft Amsterdam nooit bereikt.

Urilift
En toen bleef het heel lang stil op het gebied van publieke sanitaire voorzieningen voor dames. Pas een jaar geleden kwam de Urilift Combi op de markt. Deze bestaat uit twee urinoirs voor mannen en een wc-pot in een afgesloten ruimte voor vrouwen. De verzinkbare urinoir rijst uit de grond op zodra de zon ondergaat.

.Urilift Combi op de Dam

Begin 2016 werd de Urilift met afsluitbaar vrouwengedeelte geïntroduceerd in Amsterdam. Wel een primeur. Want Amsterdam heeft de eerste vrouwenurinoir ter wereld. Dat dan wel weer. Maar de Urilift is een dure zaak. En het bleef tot nu toe bij die ene op de Dam.

Krul 2.0
Recent ontwierp het Amsterdamse bureau Studio Selva op eigen initiatief een nieuw openbaar toilet: de Krul 2.0. Ze keken hoe een voor iedereen toegankelijke wc eruit zou kunnen zien.

Krul 2.0 ontwerpArchitect Johan Selbing: ‘Het sluit op die manier aan bij de bestaande, eenvoudige, maar voor Amsterdam zo kenmerkende krullen. Dat wil zeggen: niet alleen voor mannen en vrouwen, maar ook rolstoeltoegankelijk en uitgerust met een verschoontafel’. Eerder tekende hij het meubilair voor het Vondelpark. De toiletten die hij voor het park ontwierp, werden uiteindelijk om financiële redenen afgeschoten. ‘We hebben daarom een technisch eenvoudig ontwerp gemaakt, wat de kosten beperkt’, vertelt Selbing. De Krul 2.0 is iets groter gemaakt en heeft een roestvrijstalen wc, een dak, een deur en aan de buitenkant een wastafel annex drinkfontein.

Toeristenbelasting
Ook Selbing benadrukt dat door de toename van toeristen in de binnenstad er een grotere behoefte aan openbare toiletten is ontstaan. Je zou inderdaad denken dat tegenover alle inkomsten die Amsterdam aan haar bezoekers verdient er toch wel meer mag staan dan twee of drie openbare damestoiletten. Een beetje wereldstad beschikt op z’n minst over even veel openbare heren- als dameswc’s.
En als het dan nog steeds een centenkwestie blijkt, is dat binnenkort met de verhoging van de toeristenbelasting ook opgelost. Kortom, er staat de Krul 2.0 niets meer in de weg.

Lees ook mijn blog  Zeikwijven, hoge nood en de plaskrul.

Over zeikwijven, hoge nood en de plaskrul

Christien Zuidweg (links) en Suzan Heere (rechts) in Zeeuwse klederdracht bij krul-urinoir in Amsterdam (foto: Jac van Belzen)

Zul je altijd zien ben ik als enige echte toiletblogger net op vakantie en dan breekt de pleuris uit op het front. Wat kan ik nog toevoegen aan het publieke debat over wildplassen, openbare buiten-wc’s voor dames en plaskrullen? Juist: een beeld en een beeld en nog een beeld.

Dat ziet toch iedereen. Dat is geen doen daar op je hurken, terwijl de hele wereld je kukeleku kan zien. Geerte Piening is natuurlijk een held. Het is niet niks om bekend te staan als wildplasser en – letterlijk en figuurlijk – als zeikwijf. Met succes vocht ze de wildplasboete aan om aandacht te vragen voor het gebrek aan openbare damestoiletten. Wat meehielp was de uitspraak van de Amsterdamse kantonrechter: ‘Als vrouw kun je ook in een urinoir plassen. Het is misschien niet prettig, maar het zou wel kunnen’.

In de hurkende positie bied je voorbijgangers een vrije blik op je blote billen. Een nadeel. Noor Spanjer in Vice

Onder welke tegel heeft deze rechter gelegen? Want ook dat zie je toch zo: het urinoir is een echt mannending. En de krul, een ontwerp uit 1916 van Joan van der Mey – een leerling van architect Eduard Cuypers en één van de aanvoerders van de Amsterdamse Schoolstijl – is een museumstuk. Waar je alleen maar naar moet kijken. En dan ook nog van een afstandje. Want van de stank word je niet vrolijk. Daar wil je zelfs als man niet in.

Overigens is de eerste krul na verloop van tijd aangepast aan de veranderende behoeften. Er werd gezorgd dat er licht naar binnen valt op de ‘waterplaats’ en dat men van buitenaf kan zien of er zich personen in bevinden. Zodat de agent ‘de aldaar gepleegde tegennatuurlijke ontucht’ beter in de gaten kon houden.
Dus eigenlijk is de krul een vrouwonvriendelijk museumstuk, en van oorsprong ook nog eens homo-onvriendelijk.

En als je denkt dat het in bovenstaande stenen exemplaar – dicht van onder – prettiger toeven is. Ik kan je verzekeren: de stank is daar aan de Oudezijds Voorburgwal niet minder. Het door Allard Remco Hulshoff ontworpen urinoir werd in 1926 gebouwd tegelijkertijd met het toenmalige stadhuis, geheel in de stijl van de Amsterdamse School. Met op het dak een beeldhouwwerk van Hildo Krop.
Dit museumstuk gaat zeker nooit plaats maken voor een vrouw-vriendelijke toilet. Want in 2001 werd het aangewezen als rijksmonument.

Voor wie echt heel hoog nodig moet – en zich over de stankoverlast en het bekijks heen kan zetten – is er de handige app hoge nood.  Ik zou wel een plastuit en luchtververser meenemen.

Meer lezen over wildplassende vrouwen en meer foto’s bekijken? Kijk op actie zeikwijf.

Hoog en laag: iedereen poept

Poep is een onderwerp dat bij uitstek gebruikt wordt om de aandacht te vestigen op de gelijkheid van mensen. Hoog en laag moeten er aan geloven. Daarin is verwantschap met het spreken over de dood, schrijft Michael Elias in zijn artikel Het scheelt veel wie er poep zegt voor het tijdschrift Medische Antropologie.

Geen onderscheid
Ik herinner me dat ik als kind vaak bedacht dat de koningin ook gewoon naar de wc moet. Iedereen doet het: daar wordt geen onderscheid in gemaakt. Maar praten er over is weer een hele andere kwestie.

Zwijgen over poep
Elias verkent in zijn artikel hoe er in onze cultuur over poep gesproken, geschreven en gezwegen wordt. Soms hoef je het er inderdaad helemaal niet over te hebben. Met een passage uit Godfried Bomans’ Memoires van Pieter Bas illustreert hij dat mooi.

“Anna, ‘die nog bij meneer zelf gediend had’, stond er op dat wij alle vier op de po gingen. Want, zoo meende zij, een Christenmensch kon niet slapen als niet alle ‘kwaje stoffen’ d’r uit waren.” Wat volgt is een beschrijving van de “kleine ceremonie” waaraan Pieter en zijn drie broers werden onderworpen:

Derhalve werden er vier po’s op een rijtje tegen de muur geplaatst, de gebroeders Bas zetten zich er op, en keken elkander gespannen aan. Want het was zaak wie hem het eerste ‘eruit’ had. Had iemand hem het eerste eruit, dan stapte hij zegevierend in bed, en wachtte op de volgende winnaar. En samen vuurden zij de twee achterblijvers aan om ‘zich niet te laten kennen’; en deze twee keken elkander met roode gezichtjes aan, vastbesloten zich tot het uiterste te geven. Die arme Jozef! Hij verloor altijd, en wanneer de een na de ander in het bed kroop, en hij eenzaam op de vloer zat te steunen, kreeg ik wel eens medelijden met hem. Dan richtte ik mij op, en riep:
“Hoe ver?”
“Bijna”, klonk het dan ernstig terug.
Goede Jozef! Maar soms werd hij beloond.
“Kom’s allemaal kijken” riep hij dan opgewonden.
En wij vlogen gedrieën het bed uit, want“ die van Jozef waren niet mis”. En wij bezagen het werk met de oogen van kenners die weten wat de prijs is, en zeiden dat het een “knaap” was, terwijl de gelukkige eigenaar met een dankbaar lachje de hulde in ontvangst nam.

Michael Elias was mijn leraar Nederlands op de middelbare school. We hebben het er nooit over gehad. Maar vast en zeker heeft hij mijn liefde voor literatuur beïnvloed.

Welke broek past jou?

Het is vaak kiezen in het leven. Ga je rechts, of links. Naar de dames of de heren? Wat dat betreft is het genderneutrale toilet een uitkomst.

Hoewel de aanduiding daarvan nog wel een dingetje is. Laatst beluisterde ik op het toilet van de Stadsschouwburg Amsterdam de volgende dialoog. Zij: “Oh, sorry. Is dit de heren? Ik dacht dat het de dames was.” Hij: ”Nee, ’t is tegenwoordig voor genders”. Waarbij hij de g als een harde  Amsterdamse g van ‘getver’ uitsprak.

Bovenstaande aanduiding met het gehalveerde mensje hangt in de Stadschouwburg. Hoe het onderste deel van de gebruiker er uitziet is niet meer relevant.

Het all gender toilet van de Stadschouwburg is overigens de omgebouwde heren. De urinoirs zijn nu afgeschermd met klapdeurtjes. Maar iedereen is nu welkom om gebruik te maken van de toiletten. Mannen met jurken. Vrouwen met broeken. Types met broekrok. Allemaal welkom.

De Engelse aanduiding ‘all gender restroom’ klinkt al heel wat vriendelijker dan ‘genderneutraal toilet’. Elise van Alphen van het Transgender Netwerk Nederland (TNN) merkte recent op in Het Parool dat ‘genderdivers’ een betere term is. “Genderneutraal veronderstelt dat je iedereen in dezelfde mal kunt duwen. Het gaat er juist om de ruimte te bieden voor de diversiteit die er in werkelijkheid al lang is.”

Het veel gebruikte beeld van het half mannetje/half vrouwtje is ook niet echt neutraal. Het suggereert een derde geslacht. Een nieuw hokje.

Wat dat betreft komt de tekst ‘We don’t care’ al veel meer tegemoet aan die diverse wereld. Want het maakt helemaal niet uit wie of wat je bent of hoe je je plas doet. Als je het maar droog houdt. Dat heet vooruitgang!