De vele lagen van wc-papier

coco capitan selfie toiletDeze fascinerende foto van Coco Capitán zag ik voor het eerst in Maison Européenne De La Photographie (MEP). Dat is al weer bijna twee jaar geleden. Het brengt heimwee teweeg, naar Parijs, naar nieuwe beelden, naar verhalen. Hoe fijn is het, zeker in deze tijd, om je te laven aan kunst, te kijken naar mooie dingen en te luisteren naar bijzondere verhalen.

Donderdagavond belandde ik in het programma Beste Zangers. Rapper Diggy Dex zingt over zijn moeder die er van door ging met een vrouw. Over 25 jaar vertelt hij zijn kinderen dat hun oma een voorbeeld is, want ze volgde de weg van haar hart. Ontroerd voor de buis realiseer ik me dat ik de laatste tijd vooral behoefte heb aan troostrijke verhalen. Misschien heb ik iets te veel over pisbakken geschreven en te weinig over waar het echt om gaat.

Hoewel, in mijn blogs probeer ik toch alle hoeken van de samenleving te raken. Noem maar op: het milieu, duurzaamheid, de coronapandemie, trends in kleurgebruik, toeristenbeleid, hotels, taal, genderneutrale wc’s, gemis aan wc’s in de openbare ruimte, wc-papier. Vooral dat laatste kwam vaak langs. Veel, heel veel wc-papier. Dat leeft. Iedereen realiseert zich in deze barre tijden hoe belangrijk wc-papier is.

Neem Oostenrijk, daar maken ze zelfs speciale coronapostzegels van wc-papier. Ze kwamen op het idee toen in de eerste lockdown wc-papier telkens was uitverkocht. De wc-rol werd daarmee hét symbool van de lockdown. Wc-papier is hot. Zelfs in een gerenommeerd tijdschrift als het Filosofie Magazine komt wc-papier langs. In het oktobernummer vraagt Alicja Gescinska zich af wat de definitie is van origineel wc-papier. Dat naar aanleiding van de tekst ‘Schoon en origineel’ op de verpakking van rollen wc-papier. Weerklinkt bij gebruik de Vier Seizoenen van Vivaldi uit de papiervezels? Zou er een lichtshow mee gepaard gaan? Dat zou pas origineel zijn, schrijft ze. Hoe dan ook, in haar verhandeling schuwt ze verwijzingen naar Homerus en James Joyce niet. De betekenis van wc-papier wordt serieus genomen.

Vorige week las ik de column van Sylvia Witteman in de Volkskrant over het gebrek aan wc-papier. In één zinnetje bracht ze alle ellende van de wereld terug naar de banaliteit van alledag. Ik citeer: ‘Trouwens: wegwerpmondkapjes zijn volkomen ongeschikt om na het wateren in de vrije natuur je doos mee af te drogen dus, dames, koop ze van 100 procent katoen!’  Sylvia is mijn held. Ik hou van haar rake observaties van het dagelijks leven. De dag ervoor ging haar column over paddestoelen plukken in het bos. Je ziet haar zitten tussen de boleten en cantharellen, zonder wc-papier. Ik zei het al: wc-papier is hot!

Coco Capitan in Seoul

Ook Coco Capitán is hot. In Metal Magazine wordt de Spaanse fotografe gevraagd waar ze haar inspiratie vandaan haalt: Coco Capitán: ‘I love to mess around with the genres. I am inspired by loud music, a good book, an intense conversation, wine in a gallery, and a movie in Prince Charles’ cinema.’

Plassen voor het goede doel


Aan de façade van kunstlab Mediamatic, pal aan het Oosterdok, hangt werk van Kamiel Rongen. Pure Gold, zoals het kunstwerk heet, bestaat uit vijf urinoirs en vijf beeldschermen. Mijn Amerikaanse vriend vindt het typisch Nederlands, die batterij van vijf pisbakken open en bloot op een rij. Hij vergelijkt het kunstwerk met de Nederlandse gewoonte om de gordijnen open te laten. Hij heeft gelijk, op een willekeurige wandeling door een willekeurige buurt is het inderdaad goed binnen kijken overal. Wij, Nederlanders dragen openheid hoog in ons vaandel en hebben zogenaamd niks te verbergen. Althans, zo willen we het de buitenwacht graag doen geloven.

Bevroren plas

pure goldWie denkt dat Pure Gold een exclusieve mannenaangelegenheid is, heeft het mis. Vooral de videokunst biedt ’s avonds een schouwspel aan magische beelden, voor iedereen. Geïnspireerd door de gouden tinten van plas bevroor Kamiel Rongen het zijne en voegde er vervolgens allerlei oliën aan toe. Het ijs, plas en de oliën reageren op elkaar en veranderen voortdurend door de zwaartekracht. Het kunstwerk maakt van een dode hoek een levendige openbare ruimte. Daarnaast vervult het werk van Rongen een maatschappelijke functie voor de buurt. Namelijk, de opgevangen urine wordt hergebruikt om de bloemen, bomen en struiken in de buurt te bewateren.
En hoe doen ze dat? Na inzameling blijft de urine een tijdje staan om schadelijke ziektekiemen te laten afsterven. Daarna wordt het verdund met water en is het klaar voor gebruik. Vervolgens gebruiken ze daar bij Mediamatic gewoon een gieter om de urine direct op de aarde van plantenbakken te gieten.

Troost

Ook buurtbewoners zijn blij met het ‘Pis Project’; ze hebben veel minder overlast van wildplassers. De vijf pisbakken van Rongen zijn een genot, onder het toeziend oog van de magische videobeelden is het fijn plassen. Zeker in deze tijd met sombere perspectieven is het mooi om te bedenken dat vieze stinkende urine een tweede leven krijgt en omgebogen wordt tot iets nuttigs. Dat maakt daar een plas doen toch anders. We doen het hier voor het goede doel. Pure Gold voelt als een win-winsituatie en biedt troost. En u weet, met troost is het net als met liefde, er valt niks te zoeken, alleen te vinden.

Een wc voor de hele stad

krul prinsengracht verwijderdInmiddels weet ik ze allemaal te vinden. Ik kan de weg er naar toe uittekenen. Ook al is de ene krul de andere niet. Ik ben ze allemaal dank verschuldigd. Laatst las ik dat de Britse queen Elizabeth 8 uur lang haar plas kan ophouden. Vanwege haar vele publieke verplichtingen is dat uitermate handig. Mij lukt het nog geen half uur.
Vooral in de eerste maanden van de lockdown – het lijkt al weer zo lang geleden – vergaarde ik veel kennis over de toiletvoorzieningen in het centrum van Amsterdam. De stad lag er bloedmooi, maar eenzaam bij. Horeca, musea, theaters; alles gesloten. De wandeling over de grachten, mijn dagelijkse enige uitje. Toegerust met een kleine blaas gaf het netwerk van publieke toiletvoorzieningen noodgedwongen richting aan mijn wandelingen.

Vijf krullen

Vooral het Singel was regelmatig doelwit van mijn tochten. Die gracht telt zowaar vijf krullen: een tegenover huisnummer 43, een tweede tegenover 167, een om de hoek van de Raadhuisstraat, een tegenover 311 en tot slot een op de hoogte Bloemenmarkt. De rest van het westelijke deel van de grachtengordel is heel wat minder toebedeeld. Neem de Prinsengracht, na de krul bij het homomonument op de Westermarkt is het een forse wandeling naar de volgende. Pas op de hoogte van nr. 432-436, waar tot het voorjaar 2013 het Paleis van Justitie gevestigd was, staat een krul. Althans, zo was dat tot begin juni van dit jaar.

Rosewood

En toen was het tweede pinksterdag en was er van alles aan de hand. De zon scheen, op de Dam de Black Lives Matter demonstratie, de terrassen mochten weer beperkt open. Blij en overmoedig, dronk ik een Aperol Spritz teveel. Op weg naar huis werd ik bestraft, kwam de aandrang en was al mijn hoop gevestigd op de krul voor het voormalige gerechtshof op de Prinsengracht. Maar helaas. Ik was het helemaal vergeten, even een gat in mijn hoofd, vast door die Aperol Spritz. Op die plek aan de gracht komt het vijfsterrenhotel Rosewood, dat zich gaat richten op rijke reizigers uit Brazilië, Rusland, India en China, en vooruitlopend op de verbouwing was de krul weggehaald. Daar stond ik dan.

overijverige ambtenaren

Sowieso is het van de pot dat er in het Amsterdamse centrum nog een hotel bijkomt. Omwonenden probeerden nog bezwaar te maken en spanden een rechtszaak aan. Maar het mocht niet baten. De hotelstop die sinds 2017 geldt, gaat hier niet op. De vergunningsaanvraag valt onder het oude hotelbeleid van 2015. Maar terug naar de krul. Ik stel me zo voor, dat de nieuwe eigenaar, de familie Cheng uit Hong Kong, in de onderhandelingen heeft geëist dat die vieze stinkende ordinaire Amsterdamse pisbak voor de deur verdwijnt. Want, geef toe, het idee alleen al, dat kun je die rijke toeristen niet aandoen. Ook al staat de opening van het hotel gepland in het najaar 2023, overijverige ambtenaren hebben al geanticipeerd en het groene gevaarte afgevoerd.
Dus daar liep ik dan in hoge nood. Nog net niet met gekruiste benen – haastte ik me naar de volgende, meest dichtstbijzijnde krul. Waarbij ik moest kiezen tussen die op de hoek Nieuwe Spiegelgracht–Keizersgracht of die op de Lijnbaangracht. De laatste dan maar, want dichter bij huis.

Aap uit de mouw

Eind juni 2020 bracht de Rekenkamer een onderzoeksrapport uit, waarin werd bevestigd wat we al wisten: meer dan de helft van de drukke Amsterdamse voetgangersgebieden voldoet niet aan de norm van een openbaar toilet binnen 500 meter. De Rekenkamer vroeg een reactie van het college. In grote lijnen is het college eens met de bevindingen: verbetering is wenselijk en er liggen kansen in het beter benutten van al bestaande (semi)openbare toiletgelegenheid bij ondernemers en in publieke gebouwen. Maar, en dan komt de aap uit de mouw, er is geen structureel budget gereserveerd in de begroting.
Terwijl ik daar liep mijn plas op te houden, speelde door mijn hoofd dat het toch godgeklaagd is dat de gemeente steeds meer krullen opdoekt, en daar niets voor in de plaats komt. Waarom bijvoorbeeld niet de ingenieuze, genderneutrale en sympathieke Krul 2.0 van Studio Selva? krul 2.0Het Amsterdamse ontwerpbureau bestudeerde hoe een voor iedereen toegankelijke wc eruit kan zien en kwam met de Krul 2.0 voor mannen, vrouwen, rolstoeltoegankelijk, bovendien uitgerust met een ‘verschoontafel’. Waarom heeft deze openbare toilet nog geen grond onder de voeten gekregen in Amsterdam?

Sense of Place

Inmiddels zijn we een paar maanden verder, de rechter heeft beslist dat Rosewood hotel er mag komen. Alle Rosewood Hotels over de wereld verschillen, vertelt de website, maar de invulling wordt aangepast aan de plek waar het hotel is gevestigd. ‘Sense of Place luidt het motto. In het geval van Amsterdam betekent dat, dat het gebouw toegankelijk zal zijn voor de Amsterdammers. (…) Bijvoorbeeld de binnentuin, het restaurant, de sportfaciliteiten en het zwembad. Het gebouw zal zich letterlijk openen voor Amsterdam.‘ Hoort u dat. Hoe mooi. Wellicht kan de Krul 2.0 een plek in de binnentuin krijgen. Een wc voor de hele stad. Stijlvol in de originele groene kleur, typisch Amsterdams, aansluitend bij de historie, genderneutraal, laagdrempelig en toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Kortom, voor alle Amsterdammers. Met z’n allen gaan we gewoon plassen in de tuin van het nieuwe Rosewood Hotel. We moeten wel nog een paar jaartjes wachten.

 

De mooiste wc van eigen land

Vakantie in eigen land. Hoe erg is dat? Je hoeft helemaal niet naar Frankrijk om gekke wc’s te spotten, ook in Nederland is er voldoende avontuur te beleven. pis- en asbakZo trof ik op Terschelling een urinoir met asbak. Hoe gek kan je het hebben. Ik rook al heel lang niet meer, maar de asbak naast de pispot bracht een stroom van nostalgische verlangens op gang, naar vrijheid en naar een tijd waarin je gewoon deed waar je zin in had. De sigaar op de foto heb ik overigens geleend van de buurman.

Nog steeds luidt het advies, vermijd drukke plaatsen. Vooral publieke wc’s zijn nog wel een dingetje. Afgelopen donderdag was ik voor het eerst sinds vijf maanden weer in een  bioscoop. Via eenrichtingsverkeer werd je naar de filmzaal geleid, achterin was de entree en voorin, rechts van het filmdoek via de nooduitgang mocht je weer naar buiten. Toiletgebruik was tijdens de film niet toegestaan, immers je zou dan weer de tegengestelde route terug hebben moeten nemen. Een duidelijke instructie waar niets Spaans aan was, maar ik kreeg het er wel Spaans benauwd van.
Ik fantaseerde nog even weg over de filmzaal met toiletpotten die ik ooit zag in Turijn in het cinemamuseum Mole Antonelliana, een verwijzing naar de film La Grande Bouffe. Maar toen begon de film.

poepdoos

Overigens had ook de poepdoos van designer Nora Jongen en beeldend kunstenaar Josine Beugels misschien een oplossing kunnen bieden. De lege stoel naast me in de bioscoop was een prima plek geweest om het draagbare ecotoilet op te zetten. Nora en Josine ontwikkelden de poepdoos in tijden van hoge nood. Beide dames kwamen op het idee toen we in juni alleen mochten kamperen wanneer je je eigen toilet meenam. Ze gingen op zoek naar een niet-chemisch toilet, die er ook nog leuk uit zag, zochten stad en land af, en vonden niks, uiteindelijk besloten ze er zelf een te ontwerpen. Josine, vooral bekend van haar tragikomische installaties en performances, heeft elk jaar een ander thema: 2018 was ‘het jaar van het ei’, 2019 ‘het jaar van de dood’ en momenteel leeft ze in ‘het jaar van de poep’. De draagbare poepdoos heeft wat weg van een grote handtas, is verkrijgbaar in een genummerde oplage, en inclusief zaagsel, toiletpapier en biologisch afbreekbare zakjes.

BLOU Rooftop BarMijn bucketlist telt nog heel wat Nederlandse wc’s. Zo wil ik nog altijd de toiletten van de koninklijke wachtkamers op de stations van Amsterdam, Den Haag en Baarn bezoeken. Ook de mooiste wc van 2018 in het hotel W Amsterdam wil ik nog zien. Helaas is die afgelopen weekend gesloten vanwege een schietpartij. Geef toe, wc’s spotten is een spannende zaak. Gelukkig staat ook de mooiste wc van 2020 nog op mijn lijstje. De wc van de Arnhemse rooftop bar Blou kreeg een prijs en zelfs een naam: Roofdrop. vloer toilet BLOU Rooftop BarVolgens de jury is een bezoek aan de wc die sinds juni bestaat, een unieke belevenis. De wc bevindt zich op de 5de etage van hotel Haarhuis in een ongebruikte liftschacht met een vijf centimeter dikke glazen bodem. De diepte van achttien meter onder je zie je pas als je doortrekt of gebruikmaakt van het fonteintje, en met een druk op de knop tover je ook nog eens verschillende kleuren en lichteffecten tevoorschijn die licht werpen op de diepe schacht. Doodeng, maar vast een sensatie.

Een ding is zeker, in Nederland valt er op alle fronten nog veel te zien, te beleven en te genieten. En vergeet niet na te denken over de aanschaf van een poepdoos, want we moeten onze Nederlandse kunstenaars steunen in deze barre tijden. Bovendien is de doos mooi, vrolijk en reuze praktisch op vakantie in eigen land.

Uit quarantaine: het nieuwe normaal op Oerol

Pissoirs platenAnderhalvemetersamenleving, het nieuwe normaal, beeldbellen, huidhonger, geraniummoralisme, biopauze. De pandemie bracht een stroom aan nieuwe woorden met zich mee. Vooral de uitdrukking ‘het nieuwe normaal’ werkt op mijn zenuwen. Altijd stond ik al enigszins ambivalent tegenover dat ‘normaal‘, zowel het oude als het nieuwe.
Wat is normaal? Ik herinner me de spiegelposter uit de jaren ’70 met de tekst Ooit een normaal mens ontmoet…, en beviel het? De postercampagne van stichting Pandora probeerde vooroordelen over psychiatrische patiënten weg te nemen. De tekst van Simon Carmiggelt sprak me wel aan. Ik was jong en worstelde met mijn eigen normaliteit, en het leek me een goede zaak als meer mensen hun eigen gekkigheid onder ogen zouden zien. Eigenlijk kon het me niet gek genoeg. Want om Vincent van Gogh te citeren: ‘Normaliteit is als een geplaveide weg: je kunt er goed op lopen…maar er zullen nooit bloemen op groeien.’

wc-hokjes op rij

Over gekkigheid en toiletgebruik gesproken, twee weken terug was ik op Terschelling. Oerol ging niet door, toch waren er veel mensen naar het eiland gekomen. Na drie maanden opgesloten te zijn geweest, hoopten ze weer eens wat mee te maken. Niet vreemd gezien het hoge ‘ik-ben-nog-altijd-zo’n-gek-mens’-gehalte bij de overwegend kordate boomers onder de bezoekers. Het begon al op de boot: verkleed met mondkapjes had iedereen er zin in.

Een dag later, ontdekte ik op zoek naar een wc in een strandtent achter het opschrift ‘toilet‘ een flinke batterij wc-deuren. Ik voelde of er een vrij was. Op hetzelfde moment begon een vrouw – van wie ik veronderstelde dat ze stond te wachten op iemand – te schreeuwen: ‘Wat denk je wel. Als er een vrij was, had ik daar al lang op gezeten. Kijk effe uit je doppen, idioot.’ Ondertussen kwam iemand uit een toilet en ging zij daar naar binnen. Maar toch vervolgde ze haar tirade: Hoe haalde ik het in mijn botte harses om voor mijn beurt te gaan. Ze stond daar al alle Jezus lang te wachten. Wie dacht ik wel dat ik was? En wat dacht ik dat ze daar stond te doen? Uit haar neus peuteren?

Er kwam weer een wc vrij en daarin beland, dacht ik van haar verlost te zijn. Maar drie hokjes raasde ze nog steeds verder. Even overwoog ik mijn stem te verheffen en terug te roepen: ‘Dimmen daar, dame. Het zijn voor ons allemaal moeilijke tijden. Iedereen vindt na vier maanden een publiek toilet spannend.’ Maar ik realiseerde me dat dat koren op haar molen zou zijn, en onthield me van commentaar. Ik dacht na over hoe schreeuwen het virus via allemaal kleine druppeltjes verspreid. Gelukkig zat ik hier beschermd door vier wanden, en ik had nog altijd in mijn achterzak het mondkapje van de boot. Was dit het nieuwe normaal? Uit protest bleef ik nog een tijdje zitten en mompelde zachtjes voor me uit: sorry, sorry.

NB. Met dank aan Bas voor de foto van de urinoirs met langspeelplaten uit de Bommel, Breda.

Blauw, blauw, hemelsblauw

Blauw_toilet Gisteren speelde de hele dag Sound and Vision van David Bowie door mijn hoofd. ‘Blue, blue, electric blue / That’s the colour of my room/ Where I will live / Blue, blue (…)’. Vorige week had ik dat met het liedje van Annie M.G. Schmidt over de blauwe kat: ‘Blauw, blauw, hemelsblauw. “Juffrouw, juffrouw. Hoe komt uw kat zo blauw. Zo blauw als een vergeet-me-niet”.‘ En vandaag hoorde ik op de radio l’amour blue van Vicky Leandros. ‘Bleu, bleu l’amour est bleu / Le ciel est bleu.’ Alsof er iets in de lucht hangt, zou je haast denken.

Alle kanten op

Misschien geen toeval, toch maar eens opgezocht waar blauw voor staat. Gelet op alle gezegden en uitdrukkingen met ‘blauw’ kunnen we heel wat kanten op. Hou je vast: blauwe maandag (depressief), blauw van de kou en blauwbekken (spreekt voor zich), blauw op straat (veilig), blauwkous (19de eeuwse spotnaam voor een geleerde vrouw), blauwtje lopen (afgewezen worden), van de blauwe knoop (non-alcoholisch), zo blauw als een tientje (dronken). L’amour blue staat overigens voor de homoseksuele liefde. Kortom, daar word je ook niet echt wijzer van. Blauw spreekt, kunnen we wel zeggen. Bij toeval – of misschien ook niet – stuitte ik op de betekenis van blauw voor boeddhisten. Dat geeft al meer richting. Voor hen staat de kleur voor – ik citeer – ‘compassie, vrede met jezelf, heling, puurheid en het krachtige element dat ieder bezit om (oneindig) verbinding met de wereld om je heen te maken’. Now we’re talking! Multisensorisch En toen las ik ook nog eens dat het Amerikaanse kleureninstituut Pantone klassiek blauw uit heeft geroepen tot de kleur van 2020. Pantone baseert haar keus op een analyse waarin de relatie tussen kleurentrends en wat momenteel op cultureel gebied in de wereld gebeurt, wordt meegenomen. ‘Een kleur reflecteert wat mensen voelen. We leven in een tijdperk dat vertrouwen vereist. Het is dit soort vertrouwen dat wordt uitgedrukt door klassiek blauw, een solide en betrouwbare blauwe tint waarop we altijd kunnen rekenen’, vertelt directeur Leatrice Eiseman. Voor het eerst selecteert Pantone de kleur niet alleen op het oog, maar met behulp van alle zintuigen: geluid, geur, smaak en textuur. Klassiek blauw is nu dé officiële ‘multisensorische’ kleur van het jaar.

Pepsi Cola

toilet-tandenborstelhouderMaar waarom geen hemelsblauw, staalblauw, kobaltblauw, marineblauw, Delftsblauw, koningsblauw, nachtblauw, korenbloemblauw, of het ultramarijn van Yves Klein? Dat komt omdat klassiek blauw ‘donkerder, eleganter en traditioneler’ is. Volgens Pantone doet het denken aan de kleur van de schemering, bosbessen en de klassieke Pepsi Cola-blikjes. De tint biedt een ‘gevoel van rust en vrede aan de menselijke geest’ en is bovendien ‘multifunctioneel, genderneutraal en tijdloos’. Wat willen we nog meer? Zeker nu. Inpakken die kleur, zou ik zeggen. L’heure bleue Toch nog een kleuradvies nodig voor uw wc? Ga in ieder geval voor blauw, wil ik maar zeggen, of het nu klassiek blauw of het irisblauw van Van Gogh is of het blauw van Vermeer. Ga er voor! Want l’heure bleue, het blauwe uur – zoals de Fransen het licht noemen dat zich soms voordoet ’s ochtends voor zonsopkomst en ’s avonds, net na zonsondergang – is definitief aangebroken. Maar ga wel voor duurzaamheid en niet alleen in 2020. Kleur bovendien niet alleen de pot, maar schilder de hele ruimte. Blauw op uw wanden straalt vertrouwen uit, in de toekomst en in het vermogen om na een toiletbezoek – dat toch vooral in het teken staat van introspectie en contemplatie –  ons opnieuw verbonden te voelen met de wereld om ons heen. Blauw, ik zie het in de lucht en voel het aan mijn water!  

In quarantaine: creatief met toiletrollen. Deel 4

thea en theo met toiletrollenpruik

Gelukkig niet hardop, maar in mijn gedachten versprak ik me. Ik dacht na over de supermarkt en hoe druk het gister was. Ik zei tegen mezelf: vandaag een hoofdkapje op, terwijl ik natuurlijk mondkapje bedoelde. Het kwam vast door het filmpje van de kleinzoon met een gitaar. Alsof hij was weggelopen uit de Sound of Music zong hij: ‘Zeg Roodkapje, Roodkapje met je mondkapje. Waar ga je heen?’

Inderdaad, waar gaan we heen. Al weken praat ik tegen mijn beeldscherm en beweeg ik te weinig. Gister had ik afgesproken met twee vriendinnen in het park. Vandaag lees ik dat een toevallige ontmoeting kan, maar een geplande ontmoeting met drieën als een samenscholing geldt en strafbaar is.

Ik volg vanuit huis de maatregelen die overwogen worden om op kantoor de 1, 5 metersamenleving in te voeren. Hoe moet dat in godsnaam met de wc? Ik lees dat de koffiejuffrouw terugkeert, komt ook de wc-juffrouw terug met een schoteltje?

Met weemoed lees ik mijn blogs terug over innovatie op de werkvloer. Vooral die waarin ik het duo-toilet voorspel. Hoe naïef, jong en onbedorven was ik.

Vanavond zet ik mijn zorgen opzij en vier ik feest. Het thema is de pruikentijd. Je moet toch wat met die toiletrollen.


En voor wie nog behoefte heeft aan een stukje nostalgie, lees mijn blog Gezellig op de wc van de baas.

In quarantaine tussen de toiletrollen. Deel 3

Laptop op wc-rollen

Foto’s van thuiswerkers met hun laptop op stapels boeken, brachten me op het idee toiletrollen als verhoging te gebruiken. Meestal zag ik kookboeken voorbijkomen, soms een kunstcatalogus en een fotoboek. Onder de iPad van de koning ontdekte ik de Ski atlas van de wereld. Waar zijn de telefoonboeken gebleven? Let vooral ook op het Droste-effect van mijn installatie. Geef toe, dit is een optimaal gebruik van de wc-rollen.

Juist in deze tijd moeten we onze creativiteit ontplooien, wordt ons voorgehouden. Grote kunstenaars worden als voorbeeld gesteld. Shakespeare schreef zijn Macbeth en King Lear tijdens de pest, toen ook hij thuis moest blijven. Mozart componeerde zijn meesterwerken Die Zauberflöte en het Requiem op zijn sterfbed. Oké, we moeten niet bij de pakken neerzitten. Maar ik weet niet hoe het u vergaat, hier word ik knap moe van.

Hoe kunnen we in godsnaam deze ellende voor ons laten werken. Gaan we hier van leren? Verslijt me niet voor een pessimistische cynicus. Ik weet dat hoop troost biedt en zwalk tussen Lidewij Edelkoort en Bas Heijne, tussen naïeve positivo’s, wereldvreemde wereldverbeteraars en nuchtere denkers, om uit te komen bij Immanuel Kant. Optimisme is een morele plicht, zei de verlichtingsfilosoof.

Terug naar de rollen toiletpapier. Als het daar om gaat, komt er zeker een hoop creativiteit langs. Zo fotografeerde Bahram Sadeghi een maand lang – van 17 maart tot 17 april – het wc-papierschap in zijn Albert Heijn. In zijn bio meldt de journalist annex programmamaker dat hij geen hobby’s heeft. Of je het zo noemt of niet; we kunnen dit toch beslist zien als een vorm van dagbesteding in crisistijd. En dan fotograaf Krista van der Niet, al lang voor de coronacrisis fotografeerde zij velletjes wc-papier. Voor haar zijn het verzamelobjecten en ze wijst op de verschillende texturen en patronen van figuurtjes, bloemen en vogels. Nooit gezien, maar ook nooit op gelet. Zelf gebruik ik altijd drie dubbel wit.

Afgelopen weekend ben ik even ontsnapt uit mijn Amsterdamse quarantaine – of beter gezegd – ik heb het verruild voor vrijwillige opsluiting in een huisje in Zuid-Limburg. En wat zag ik daar? Beige wc-papier met bloemetjes. Voorheen zou ik het niet hebben opgemerkt, of omwille de lelijkheid ervan – zelfs hebben genegeerd. Nu, met dank aan Krista, keek ik met andere ogen naar het papier. Er ging een nieuwe wereld voor me open. Ik hoor u denken: zou jij als toiletblogger niet als eerste moeten weten hoe rijk de wereld van het toilet is. Natuurlijk, maar zelfs ik – ondanks mijn scherpe observatievermogen – heb zo mijn blinde vlekken.

En nog even over mijn verhoging met wc-rollen: natuurlijk gaat het hier om een creatieve concept. Door gebruik te maken van elementen uit de alledaagse werkelijkheid – net zoals Marcel Duchamp dat deed met zijn omgekeerde pisbak – maak ik u bewust van de schoonheid en tegelijkertijd van de idioterie ervan. Overigens had ik als conceptueel kunstenaar even goed een aantal pakken bloem kunnen inzetten om mijn laptop te verhogen, maar die waren uitverkocht in de hele buurt. Helaas.

Contact

U mag nog niet langs komen, maar een berichtje sturen via het contactformulier kan natuurlijk altijd. Dat is veilig voor u en voor mij.

In quarantaine tussen de toiletrollen. Deel 2

toiletrol als zaaibakjeIk weet niet hoe u er bij zit, maar ik ben alleen maar bezig met de lente en de liefde. Of eigenlijk nog een tikkeltje erger, met de zomer, huidhonger en tongzoenen.

Ik betrap mezelf erop dat ik willekeurige voorbijgangers fysiek wil benaderen. Ik doe het niet en blijf netjes op mijn klapstoelje zitten op anderhalve meter afstand. Maar toch. De huidhonger en neiging om Jan en alleman te huggen, is heel sterk. In mijn hoofd krijgt de wens om aan te raken, te voelen langzamerhand gênante vormen. Daarnet raakte ik vertederd door een oud dametje, even daarvoor werd ik geroerd – of zeg maar gerust beroerd – door een hals, wat later door twee blote enkels, en zo juist was het een stukje kuit van een jogger die langs snelde. Ook al geef ik er niet aan toe, mijn gedachten zijn onstuimig.

Hoe zal het voelen dat fysieke contact? Hoe zal een aanraking zijn? Soms – moet ik u eerlijk bekennen – gaan mijn fantasieën flink met me op de loop. Daar zit ik dan met opvliegers en het schaamrood op mijn kaken, hoogst ongemakkelijk op de stoep voor het huis. Gelukkig is het ook weer zo voorbij en gaat het slechts om passanten op anderhalve meter afstand die weer snel uit mijn leven verdwijnen. Ik hoef nooit aan dode vogeltjes te denken.

Op het klapstoeltje in de zon mijmer ik nog wat weg. In de krant lees ik net het bericht dat tongzoenen goed is voor de weerstand. Een grote biodiversiteit in je mond kan meer onwelkome indringers buiten houden. Eigenlijk willen we niet weten wat we allemaal binnenkrijgen. Toch heeft het wel wat, om te bedenken dat je door zoenen en de liefde weerstand opbouwt tegen enge dingen in het leven. Alleen helpt het nog niet tegen de pandemie. Helaas. Gelukkig ben ik niet jong en geen single, want stel je voor.

Overigens gaat het goed met mijn plantjes. Het weer zit mee. Bovendien heb ik de lege toiletrollen ontdekt als zaaibakjes. Echt een aanrader. En u weet, wie zaait zal oogsten. Dus bekijk ook nog even dit filmpje van vriendin L.

Contact

Altijd leuk om in deze eenzame tijd een berichtje te krijgen. Maar mijn zus wil niks met LinkedIn en Facebook, en zeker niets op mijn site achterlaten. Ze is niet de enige, want ik krijg nooit post. Daarom kan vanaf nu iedereen – u mag nog niet langs komen – een persoonlijk berichtje sturen via het contactformulier,  dat is veilig voor u en voor mij.

In quarantaine tussen de toiletrollen

push up met toiletrollenWe leven in rare tijden. De geschiedenis kan later ingedeeld worden in een tijd met volle winkelschappen en een tijd waarin de schappen met toiletpapier leeg waren. In de VS schaft men massaal wapens aan en wij, Nederlanders hamsteren wc-papier. Wat zegt dat over ons? Uiteindelijk gaat het in beide gevallen om angst, om het onbekende. Onzekerheid over waar we naar toe gaan, over hoe lang het gaat duren en waar het eindigt.

In een eerdere blog citeerde ik al eens uit Hier ben ik van Jonathan Safran Foer. Grootvader Isaac Block merkt daarin op: “Er zijn twee dingen die iedereen nodig heeft. Het eerste is het idee hebben dat je een bijdrage levert aan de wereld. En het tweede is wc-papier”. Het klinkt als een oude joodse wijsheid – wat niet zo is, want toiletpapier werd pas gemeengoed na de Tweede Wereldoorlog. Overigens zijn in de huidige tijd de twee dingen die volgens Block iedereen nodig heeft tegenstrijdig. Want met asociaal veel inslaan van wc-papier lever je geen bijdrage aan de wereld.

De hamsterwoede is wel goed voor grappen, grollen en veel creativiteit. Duitse media gniffelen over Rutte en zijn oproep om geen toiletpapier te hamsteren. Ik kreeg een briljante toiletpapier-karaoke doorgestuurd op de wijs van Mag ik dan bij jou van Claudia de Breij. Personal trainer Filip laat in het Oosterpark zien hoe je push-ups doet en vier wc-rollen stapelt tot een toren. ‘Het gaat om humor in moeilijke tijden, maar ook om fit blijven. Het moet niet zo zijn dat we dik zijn als straks de coronacrisis voorbij is’, aldus  Filip in Het Parool.  Hij heeft gelijk, maar dat was al weer een paar weken geleden. Inmiddels is samen in het park geen optie meer.

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar het enige waar ik aan toe kom, is opruimen. Toch een soort van voorjaarsschoonmaakkolder in de kop. Nee, ik heb geen stapels toiletpapier ingeslagen. Of misschien verwacht u dat ik kunstige dingen doe met lege toiletrollen. Maar dat is allemaal niet het geval. Op zoek naar het nigellazaad voor een ingewikkeld recept van Ottolenghi heb ik de keukenladen opgeruimd. Ik vond rijst uit 2014, 5 pakken boekweitmeel en lupinebonen uit de vorige eeuw. Ook heb ik de kelder opgeruimd; daar vond ik twee broodmachines en eindelijk die Jane Fonda workout video’s.

Toen ben ik begonnen met het op alfabet zetten van mijn boekenkast. Halverwege verdwaalde ik tussen stapels die ik nog wil lezen of herlezen. Even overwoog ik nog om het voorbeeld van mijn tante Rie te volgen die haar boekenkast indeelde op kleur. Maar daar zie ik toch maar van af.

Er staan een paar blogs in de steigers over mijn toiletavonturen in restaurants en hotellobby’s, maar die zijn even niet van deze tijd en moeten wachten op de plank. Misschien moet ik eindelijk starten met het schrijven van die roman over dat jongetje dat zo vaak in zijn broek plaste, uitgroeit tot pisnicht en eindigt tussen de toiletrollen. Maar eigenlijk wil ik vooral naar buiten. Misschien morgen maar eens aan de slag met de planten op het dakterras.

Mijn meest gelezen blog van de afgelopen periode: “Koning, keizer, admiraal kennen we allemaal’. En beluister de toiletpapier-karaoke.

Even de neus poederen

Powder Room -Calle

De deur met opschrift ‘powder room’ had ik al gespot in de lounge van hotel Fort Bazaar. Het hotel bevindt zich in een 17de eeuws koloniaal pand in het vestingstadje Galle in Sri Lanka. Natuurlijk ken ik de uitdrukking ‘de neus poederen’ als aankondiging voor wc-gebruik. Maar in deze historische omgeving dacht ik bij powder room aan de pruikentijd en nog eerder aan ‘gunpowder’ en een buskruitmagazijn, dan aan een wc.

Snuifje

In een van mijn blogs voerde ik al keer mijn oud-collega David op, die altijd zei: ‘Even mijn neus poederen’, als hij tijdens een vergadering opteerde voor een plaspauze. Daarmee speelde hij leentjebuur bij de dames, en maakte hij ook nog eens een knipoog naar een snuifje witte poeder. Ik verbaasde me er altijd over dat hij het kennelijk minder erg vond als collega’s zich afvroegen welke poederdoos hij gebruikte, dan dat ze meekregen dat hij even plassen was. Toch een raar ding.

Verbloemen

Waarom zeggen we niet gewoon waar het op staat? Waarom gebruiken we eufemismen en vragen we zo omfloerst naar de wc? Eigenlijk zijn er twee redenen: uit fijngevoeligheid om gevoelens van anderen te sparen, of om iets niet bij de naam te noemen uit schaamte of taboe. Het is gek dat uitdrukkingen, zoals ‘de neus poederen, de handen wassen, powder room, bathroom, restroom, Gents and Ladies’ niet bij de naam noemen waar het om draait, tegelijkertijd weet iedereen exact waar het over gaat. We verbloemen en maken het mooier, of verhullen en besparen details. Of we verzachten: maken het lieflijker, kleiner, zodat niemand aanstoot neemt. Ja, aan wat eigenlijk? Aan iets wat zo menselijk en niemand vreemd is?

Kingsize

Toen ik een hotelbediende in livrei vroeg naar de bathroom, vertelde die dat de powder room momenteel buiten bedrijf was. Hij verwees me de trap op naar de ‘restroom upstairs’ in een van de eerste hotelkamers. Uiteindelijk belandde ik in een kamer met een kingsize bed. Even overwoog ik nog om de benaming ‘restroom’ letterlijk te nemen. In de aangrenzende badkamer, die eveneens kingsize was, trof ik een riant bad, twee wastafels, een bidet, en gelukkig in een verre hoek een toilet.

Handen wassen

Restroom, bathroom, powder room; eigenlijk gaat het niemand wat aan wat ik daar uitspook. Hoewel ik u best wil vertellen dat ik het er van genomen heb. Ik heb wat uitgerust, nog overwogen een bad te nemen, beide wastafels gebruikt om mijn handen te wassen – want dat kan je tegenwoordig niet vaak genoeg doen. Helaas ontbrak de poeder. Dat was dan wel weer jammer.

De perfect vormgegeven wc

Er bestaat zoiets als de perfecte vorm. Neem bijvoorbeeld de lepel en het papieren boek. Die kunnen niet anders zijn dan ze zijn. Je merkt het onmiddellijk als vormgevers er aan hebben zitten fröbelen, dan gaat het mis. Denk aan een vierkante lepel of een rond boek of – om in de branche te blijven van mijn blog – een vierkante wc-pot. Dat werkt niet. Niet doen!

Wegontwerpen

Perfectie heeft vaak een vanzelfsprekendheid. Niemand die er nog aan denkt dat er ooit iemand is geweest die het heeft ontworpen. Laatst las ik Friso Kramer over zijn revolt-stoel. Volgens hem ‘zo ontworpen dat je er geen last van hebt. Niks waaraan je je kunt bezeren, niks wat je belemmert in je bewegingen. (…) Mensen moeten zo’n stoel vergeten en gewoon gelukkig kunnen zijn’, aldus de ontwerper. Kramer verzon het werkwoord ‘wegontwerpen’ voor zijn werkwijze.

(Her)gebruik

In het ontwerp van de wc op de foto is absoluut geen sprake van ‘wegontwerpen’. Integendeel, het ontwerp is uitbundig. De hand van de ontwerper is er beslist in te herkennen. Niet op de laatste plaats door het creatieve (her)gebruik van materiaal, vorm en kleur. Soms is ‘minder meer’, in dit geval is het juist een kwestie van meer, meer, meer.

Gele hesjes

En als hier al is geprobeerd om iets weg te werken, dan is het de op het Franse platteland alomaanwezige hurk-wc. Het paradoxale is echter dat in het beeld alle aandacht er juist naartoe wordt getrokken. De oranje-witte pion in combinatie met de houten zitting schreeuwt als een statement van de ‘gele hesjes’. Zoals de protestbeweging het gele hesje tot symbool van hun verzet maakten, zo is hier de oranje-wit gestreepte pion ingezet. Het kegelvormige attribuut dat normaalgesproken wordt gebruikt voor wegafzettingen, wijst nu als een flink uitroepteken op het Franse gat. Alsof het wil zeggen: Weg er mee! 

Maar misschien vul ik te veel in…

Meer zien, horen en voelen

In haar essay Against Interpretatie bekritiseert Susan Sontag de tendens dat kunst te veel op basis van intellectuele interpretatie beoordeeld wordt. Volgens haar zoeken we bij kunst te snel naar inhoud en betekenis wat ten koste gaat van de directe ervaring die het werk bij de toeschouwer teweegbrengt. Sontag pleit voor herstel van onze zintuigen. ‘We moeten leren meer te zien, meer te horen, meer te voelen’. Mijn ervaring met deze kunstige toilet beperkt zich helaas nu nog tot kijken, hopelijk zetten de gele hesjes de oranje-witte pionnen vaker in en breiden mijn ervaringen zich uit tot horen en voelen.

Met dank aan het scherpe oog van André Bakker.

Op bezoek bij een Amsterdamse jonkheer

Delfts blauwe wc pot

Het fotograferen van een toilet is helemaal nog niet zo gemakkelijk. Neem bovenstaande toilet: zo plat mogelijk tegen de tegeltjeswand gedrukt is het me dan toch gelukt om de pot op de plaat te krijgen. Wel de goedkope witte plastic toiletborstelhouder nog even uit beeld geschoven.

Bloemen

Vermoedelijk is de Delfts blauwe pot uit eind 19de eeuw. Welgestelden installeerden als eersten een watercloset. Het design moest kloppen met de omgeving, vandaar de rijke bloemendecoratie op de pot.
Op het gevaar af dat ik nooit meer het huis mag bezoeken, verklap ik u waar ik dit fraaie exemplaar aantrof. Dat was in het huis van de familie Six aan de Amsterdamse Amstel.

Topstukken

De wc-pot is maar bijvangst. In dit huis gaat het om de schilderijencollectie met een Frans Hals, Pieter Saenredam, Gerard ter Borch, Paulus Potter en natuurlijk de twee topstukken van Rembrandt.

Moeder en zoon

Anna WijkerHier hangt het mooie portret van Jan Six I (1654) en er tegenover dat van Anna Wijmer. Rembrandt portretteerde zowel moeder als zoon. De verschillen tussen de twee zijn bijzonder. Moeder Anna – hoogstwaarschijnlijk in opdracht – schilderde hij fijn en gedetailleerd. Daarentegen zette Rembrandt als een impressionist avant la lettre zijn vriend Jan op het doek. Toch lijkt het portret van Jan – vreemd genoeg –  levensechter dan dat van zijn moeder.

Jan Six RembrandtIntiem

Misschien komt dat doordat Rembrandt ons een inkijkje geeft in het allerdaagse leven van zijn vriend. Het is een intiem portret, en net alsof we Jan Six betrappen terwijl hij op het punt staat de deur uit te gaan en nog even zijn handschoenen aantrekt.

Vingerafdruk

De gouden biezen op de rode mantel bracht Rembrandt aan met een veeg van zijn duim in de verf. Letterlijk zette hij zijn vingerafdrukken op het schilderij. Je voelt bijna de beweging op het doek. Zo dicht ben ik nog nooit bij de grote schilder geweest.

Tip voor de jonkheer

pleeborstel bij Six Toch nog een tip voor de huidige jonkheer. Met al die prachtige doeken aan de muren moet er toch wel een nieuwe wc-borstelhouder van af kunnen. Dit plastic exemplaar kan echt niet hoor.

Dubbele boodschap

Affice Zitten maakt ons ziekZoveel informatie en signalen die elke dag weer op ons afkomen. Het leven zit er vol mee, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Je hoeft de straat maar over te steken: reclamezuilen, verkeerslichten, op gevels, aanplakaffiches, de etalage van de bakker, weekaanbiedingen bij AH. Om nog maar niet te spreken van kranten, tv, radio en alle andere zelfgekozen mediakanalen.

Zitten maakt ziekVan de wijs

Afgelopen week was ik op kantoorbezoek bij een grote landelijke organisatie in Groningen. Op de ‘heren’ hing daar – net boven het urinoir – een oproep, of beter gezegd een dringende advies om iedere dag  10.000 stappen te zetten. De oproep werd ingeluid door de volgende tekst: ‘Zitten maakt ons ziek’.
Natuurlijk, bewegen is altijd goed, zeker voor kantoorpersoneel. Zitten is het nieuwe roken, zeggen ze tegenwoordig. Maar de boodschap die hier en passant werd meegegeven ‘Zitten maakt ons ziek’ hakte er op deze plek flink in.
In een van mijn blogs sneed ik laatst nog het fenomeen zittend plassen aan. Ook al was ik beslist niet van plan om in of op het urinoir te gaan zitten. U begrijpt, ik was van de wijs.

Goedbedoeld

Zitten, staan, bewegen, maak me gek! Ik las de overige aanwijzingen op het affiche. ‘Neem het toilet eens hierboven. Haal alleen koffie voor jezelf. Neem de trap in plaats van de lift’. Ik herkende de goedbedoelde adviezen die tegenwoordig in zwang zijn in kantoorland. Bewegen moet, bewegen is goed. Dynamisch werken, vitaal naar het pensioen. Allemaal bedoeld om de werknemer langer fit en vitaal aan het werk te houden. Maar hier – misschien was het op z’n Gronings – klonk het advies wel erg dwingend.

Recalcitrant

Zouden er ook affiches op de damestoiletten hangen? Misschien wel op de deur. Stel je voor, je zit net lekker en leest dan: ‘Zitten maakt ons ziek.’ Je zou er bijna recalcitrant van worden en zittend een sigaretje opsteken.

Voor mijn zussen en neven

wc onder schuin dakEr waren eens drie zussen. Elk van hen had twee zonen. De middelste zus vond dat haar zonen zittend moesten plassen. Al dat gespetter naast en om de pot, ze was de viezigheid en het gedweil zat. Dus zei ze: ‘Hup en vooruit, zitten met die fluit’.

De oudste zus was het volkomen met haar eens. Ze kaartte het aan bij haar zonen, maar gaf zich al snel gewonnen. Er was geen redden aan bij die twee. Ze sprak ze toe: ‘Iedere keer lijken jullie wel dover. Ik geef me over.’

En dan was er de jongste zus. Haar wc bevond zich onder een schuin dak. Je kon er niet staan, je moest er zitten. Ze had er geen omkijken naar. Want wat had je liever: je hoofd stoten of lekker zitten? En de jongste zus zei over haar zonen: ‘Ik maak me geen zorgen. Ze merken het wel, is het niet vandaag dan morgen.’

Het smalle huis van Erwin Wurm

narrowtoiletHet oude jaar afsluiten en het nieuwe jaar beginnen in Normandië betekent: geen vuurwerk, wel fruits de mer met oesters, Franse kazen en wijn. Ik heb de brede standen gezien, de zee en luchten. Weer iets meer begrepen van de impressionisten voor wie de natuur bestond uit licht en kleur. Gelogeerd aan de oude haven van Honfleur, de badplaatsen Deauville en Trouville met de Pippi Langkous villa’s bezocht. Krijtrotsen gezien. Gewandeld door het na de oorlog door Auguste Perret in beton herbouwde centrum van Le Havre.

Le-Havre-St-Jospeh-OutsideBeton-dichter

Mooi van lelijkheid is het werk van de beton-dichter en architect Auguste Perret. Mijn wandeling startte op Place l’Hôtel de Ville toen naar de Saint Joseph kerk en terug om de modelwoning – een reconstructie van Atelier Perret uit 1945 – van binnen te zien. Onderweg kwam ik nog langs een openbare urinoir waar je tegen een granieten aanrecht uit de jaren ’50 kon plassen. En dan geheel onverwacht was daar – bij wijze van spreken mijn bijvangst – op de Avenue Foch het Narrow house van Erwin Wurm. Een kunstenaar naar mijn hart.

Humor

narrow houseDe Oostenrijkse kunstenaar Erwin Wurm bekritiseert onze consumptie-maatschappij, maar altijd vol humor. In zijn werk speelt hij met elementen uit het dagelijkse leven. Lichamen, huizen, auto’s, zaken die er bekend uit zien, vervormt hij tot absurde proporsies. Zo gaan Wurms fat houses en zijn fat cars over huizen en auto’s als statussymbool, tegelijkertijd verwijst hij naar de Westerse gezondheidsbedreiging obesitas.

Claustrofobisch

Met de installatie Narrow house zet Wurm zijn kleinburgerlijke jeugd te kijk. Het kunstwerk is een kopie van het huis waarin hij met zijn ouders in de jaren ’60 woonde, alleen dan extreem smal. Het is 16 meter lang, 7 meter hoog en 138 centimeter ‘breed’. Niet alleen het huis zelf, maar ook alles wat erin staat is gekrompen. Wurm maakte het huis zo smal om de benauwdheid van zijn opvoeding en het naoorlogse Oostenrijk waarin hij opgroeide, voelbaar te maken. Zijn moeder was altijd thuis, zijn vader was politieagent en het niet eens met de keuze van zijn zoon voor de kunstacademie. Als je als bezoeker erdoorheen loopt, voel je de claustrofobie die de jonge Wurm dagelijks moet hebben ervaren.

narrow badkamerConfrontatie

Na al dat eten en drinken van de afgelopen weken is een bezoek aan het anderhalve meter brede huis vast een confrontatie. Maar wie niet dik is, past erin en kan de woonkamer, badkamer, wc, keuken en slaapkamer bekijken. Al gaat toiletgebruik het hier echt niet worden.

Top 5 meest bijzondere wc’s van 2019


MIjn top 5 bijzondere wc

Was 2019 een goed wc-jaar? In z’n algemeenheid schiet het nog steeds niet op met het aantal openbare toiletten in Nederland. Amsterdam heeft er weliswaar 74 toiletten bij vergeleken met 2018. Toch is de hoofdstad slechts één plek gestegen: van 16 naar 15. Dat komt omdat de norm – op iedere 500 meter een openbaar toilet – nog steeds niet gehaald wordt. 

Als toiletblogger vond ik de diefstal van de gouden wc-pot van Maurizio Cattelan – de kunstenaar van de banaan met ducttape – spraakmakend. Opvallend was de enorme interesse van mijn lezers voor het composttoilet. Ook blijft bijzonder hoe vaak mijn drie jaar oude blog ‘WC-etiquette rond het kerstdiner’ is gelezen. Hoe moeten we dat duiden? Een behoefte aan regels? Houvast in moeilijke tijden?

Al met al bood de wereld rond het toilet wederom veel stof voor mijn bespiegelingen en schrijfplezier. Graag deel ik mijn top 5 met u.

Nummer 1. De toiletgalerie

Galerie FenixDe mooiste wc die ik dit jaar ben tegengekomen is ook nog eens een kleine galerie. Mijn zwager Taeke Kuipers geeft ‘verweesde’ schilderijen een nieuw leven en een nieuw thuis. In kringloopwinkels, Franse bric-à-brac zoekt en vindt hij kunstwerken. Hij maakt ze schoon, probeert de herkomst te achterhalen en zet ze in een mooie lijst. Onder de naam Fenix Art brengt hij ze opnieuw onder de aandacht. Zijn kleine vondsten hangen zelfs op het toilet, wachtend op een tweede leven.

Nummer 2. De Franse camping-wc

Franse campgingDe Franse wc kan natuurlijk niet ontbreken in mijn top 5. Deze stuurde mijn broer. Wat kunnen we er nog meer over zeggen? Je vraagt je toch af of het wel lekker zit bij die Fransen. 


Nummer 3. De tandenborstelhouder

Deze tandenborstelhouder in Delfts blauw vond ik toen ik op zoek was naar blauwe wc’s. Ja, dat heb ik dan weer. Wist u dat er spaarpotten, speeldozen en asbakken zijn in de vorm van een wc-pot? Als er ooit iemand op het idee komt mij er een cadeau te doen, kan ik u nu al vertellen: ik laat ‘m spontaan uit mijn handen vallen.

Nummer 4. De vrije natuur 

Natuur wcTerug naar de natuur, naar de eenvoud: het lijkt een tendens. Het eerlijke leven. Deze romantische wc is te vinden in Portugal. Althans hypothetisch, want in de praktijk wil de eigenaar van deze landelijk gelegen rustieke toilet helemaal niet gevonden worden.

Nummer 5. Broken dreams

Gebroken potDaar was een dame uit Rotterdam die haar 19de eeuwse wc-pot wilde verzilveren. Ze hoopte op een extra centje voor haar oude dag. Dus liet ze haar pot taxeren in het museum. Net voor dat ze bij de taxateur aankwam, viel de pot in diggelen. Ja, zei de taxateur: was deze pot nog heel geweest dan had hij echt wel wat opgeleverd.
Stelt u zich voor, heel haar leven had ze op haar oudedagvoorziening gezeten. En nu waren er slechts nog de scherven die haar geluk moesten brengen. 

Wie meer wil weten over het kerstdiner en wc-etiquette lees mijn blog. 

Venetië opent onze ogen

Toilet of geen toilet. Venetië opent ogenHet is niet wat u denkt dat het is. Een bezoek aan de Biënnale 2019 gidst je door Venetië en opent je ogen voor alle tranentrekkende schoonheid. Zelfs het verval is hier aantrekkelijk.

Vergane glorie, vervallen Palazzo’s, afbladderende muren, een stapel afgedankte oude stoelen. Alles is hier mooi.

Afgedankte stoelen conservatorium Venetië

 

Vier jaar geleden bezocht ik Venetië, een dag nadat ik gehoord had dat ik mijn baan kwijt raakte. Dit keer was ik in Venetië in rouw. Recent verloor ik mijn moeder en een dierbare vriend. Maar hier volledig omringd door schoonheid doet wonderen. Ook al ben je ongelukkig, triest of pieker je je suf, in Venetie is het niet erg om wakker te liggen.

 

Biënnale 2019 Venetië opent ogen

Opnieuw opent Venetië nu onze ogen. Niet alleen voor alle schoonheid, ook voor het belang van het behoud ervan. De noodtoestand is aangekondigd.
De klimaatverandering doet de zeespiegel stijgen en de stad zinkt steeds verder. Alle tekens wijzen op rood. Is het tij nog te keren? Natuurlijk alles is vergankelijk, maar niet Venetië. Alsjeblieft niet.

In het Conservatorium hangt werk van de Iraanse Mitra Farahani. Het is een trompe l’oeil waarop in goud een uitspraak van Elias Canneti staat geschreven: ‘On n’est jamais suffisement triste pour que le monde soit meilleur’.
Het handschrift is van Jean Luc Godard. De tekst vertaald in het Nederlands: We zijn nooit verdrietig genoeg om de wereld te verbeteren.
Het is een pleidooi voor hoop. Wellicht moet het water eerst tot aan onze lippen staan, om tot het besef te komen dat er nu écht iets moet gebeuren om Venetië en de rest van de wereld te redden.

Laatste trend: de wc als prettige verblijfsruimte

WC-huisje ZwedenIk weet niet meer waar ik het gelezen heb, maar het blijft me bezighouden. De toiletruimte krijgt steeds meer het karakter van een ‘verblijfruimte’, luidt de nieuwste trend in wc-land.

Ik kan me er alles bij voorstellen. In deze sombere tijden waarin de wereld  om ons heen steeds meer verhard, wil je juist op de wc je behaaglijk voelen. Ik zie onmiddellijk een warme comfortabele kamer voor me, met kunst of andersoortige visuele genoegens. Bijvoorbeeld dit Zweedse exemplaar op de foto. Het is daar gezellig verblijven. Bijna lijkt het een klein huisje met een halve deur. Je kunt er rustig zitten met een mooi bosrijk uitzicht, en af en toe komt er ook nog eens een prettig briesje voorbij.

Verblijfsruimte

In Frankrijk bezocht ik ooit een wc met hoogpolig bordeaux rood tapijt en behang met Franse lelies erop. Het was er beslist knus. Maar de wc had toch meer weg van een kast, dan van een ‘verblijfsruimte’. En in de Portugese Douro trof ik op een wijngoed een toilet aan tussen wijnkistjes, die functioneerden als bijzettafeltjes. Het ontbrak nog aan een glas en kurkentrekker, hoewel de ruimte ook net niet gezellig genoeg was om er te verblijven en wijn te drinken. 

Wc in de Duoro

Bouwbesluit

Op mijn zoektocht naar wat een ‘verblijfsruimte’ inhoudt, kwam ik de term tegen in het Bouwbesluit. Ik citeer artikel 4.26  ‘(…) het is een ruimte voor het verblijven van personen of waarin de voor een gebruiksfunctie kenmerkende activiteiten plaatsvinden. Bijvoorbeeld een woonkamer, slaapkamer, keuken, kantoor, hobbyruimte.’ Een toiletruimte wordt niet genoemd. Dus hoe zit dat dan met die trend richting verblijfsruimte?

Zitgelegenheid

Ik vervolg mijn speurtocht en ontdek dat zo’n verblijfsruimte ook nog eens moet voldoen aan eisen voor daglichttoetreding en luchtverversing, en ‘afmetingen die voor de gebruiksfunctie kenmerkend zijn’. Voor een verblijfsruimte met de gebruiksfunctie ‘wonen’ geldt dat er ruimte moet zijn voor een minimale zitgelegenheid met afmetingen voor een potentiële bezettingsgraad van ten minste twee personen.

Duo

Terug naar de nieuwste trend: de wc als verblijfsruimte. Eigenlijk doet het sterk denken aan een ruimte met een ‘woonfunctie’. Dat zou dan volgens het Bouwbesluit betekenen dat er minimaal een zitgelegenheid moet zijn voor twee personen. Jawel, hou je vast. Daar hebben we hem weer: het duo-toilet. Ik voel het gewoon. Omringd door een harde wereld, moeten we het wel een beetje gezellig maken met elkaar. Wis en waarachtig. Ik weet het zeker: de nieuwste wc-trend wordt de duo-wc!

Zie voor het duo-toilet ook mijn blogs ‘Gezellig op de wc van de baas’ en  Zwart en wit broederlijk naast elkaar.

Op zoek naar de gouden pot

Gouden wc-pot Callelan

U voelt hem al aan komen. Vorige week is de gouden wc-pot van de Italiaan Maurizio Cattelan gestolen uit Blenheim Palace. Het kunstwerk stond pas twee dagen tentoongesteld in het 18de eeuwse Britse paleis waar Winston Churchill werd geboren.

Naast de pot

U begrijpt als toiletblogger verheugde ik me enorm op een bezoek aan deze massief 18-karaats toilet. Dat stond al zo lang op mijn bucketlist. Vorig jaar bezocht ik speciaal het Guggenheim Museum in New York om 3 minuten op die gouden pot te mogen zitten. Maar wat bleek, twee dagen daarvoor was het toilet weggehaald. De pot ging op tournee. En nu is het kunstwerk America opnieuw verdwenen, voorgoed lijkt het, want de pot van 103 kilo goud is wat waard. Met mijn ticket al op zak, begrijpt u mijn teleurstelling. Voor een tweede keer vis ik achter het net, of beter gezegd, pis ik naast de pot.

America

Cattelans werk is niet het eerste sanitair in een museum. Zijn gouden wc wordt ook wel vergeleken met de omgekeerde pisbak waarmee Marcel Duchamp de definitie van kunst in 1917 op zijn kop zette. Cattelan zelf noemt zijn werk een commentaar op de kunstwereld en haar obsessie met het grote geld. Met de naam ‘America’ verwijst Cattelan naar het land van Donald Trump met zijn belofte van gelijke kansen voor iedereen, maar een realiteit van gapend grote verschillen. Saillant detail is dat Trump bij zijn aantreden aan het Guggenheim Museum vroeg om een schilderij van Vincent van Gogh in bruikleen, maar dat verzoek werd afgewezen. In plaats daarvan bood het museum Trump de gouden wc-pot van Cattelan aan.

Amsterdam-Noord

Dat laatste brengt me op een briljant idee. Waarom geen America #2 in Amsterdam. Aan de Zuidas, of beter nog, in Noord. Recent stelde Rob Post, voorzitter van de Veban, de ondernemersvereniging van Amsterdam-Noord, voor om het Van Gogh Museum naar Noord te verhuizen. Dat deel van Amsterdam kan best wat meer toerisme gebruiken, en het ontlast daarmee ook nog eens het centrum. Niet de Zuidas, maar het Buikslotermeerplein moet een iconische trekpleister krijgen, aldus de ondernemers van Noord. Waarom dan geen gouden pot van Cattelan? Na America first, Amsterdam-Noord second. Geheid een succes. Vergeet dat Van Gogh Museum, laat dat maar aan de Zuidas.

Unieke ervaring

Okee, het is een flinke investering, maar die haal je er wel uit met zo’n publiekstrekker. En wie twijfelt omdat het niet gaat om het originele kunstwerk. Ook de pissoirs van Marcel Duchamp doken op in bosjes, daar waren er later ook heel wat van in omloop. Geen punt. Tenslotte gaat het om het concept en de unieke ervaring om eens in je leven op een gouden pot te hebben gezeten.

Ik popel nu al. In ieder geval hou ik me aanbevolen voor een vrijkaartje, meneer Post. Ik kijk uit naar het moment dat ik even mag verpozen op de gouden pot. Ik wil wel wat tijd om een selfie te maken.

Lees ook mijn blog l’urinoir c’est de l’art en Over mijn blogs.

Rolmodel voor toiletzoekers

Gents and Ladies

Precies een jaar geleden: ik was haar eerder tegengekomen die dag. Samen met haar vriendin maakte ze een ritje met de brandnieuwe metrolijn van Zuid naar Amsterdam-Noord. Twee dames op leeftijd, goed gesoigneerd, misschien iets te blond en iets te bruin. Vast uit Zuid of Bussum. Samen een dagje uit. ‘Goed idee van je’, zei ze tegen haar vriendin, ‘anders hadden we toch maar de hele dag op onze cavia gezeten.’

En nu zag ik haar hier weer. Zelfverzekerd stevende ze door de lobby van hotel Arena op de damestoilet af. ‘Kan ik u helpen?’, vroeg de hotelmanager. Kennelijk gaf ze toch even de indruk het niet helemaal te weten. Ze herpakte zich snel. ‘Ik wacht op mijn echtgenoot. Zijn vliegtuig is inmiddels geland, hoor ik net. Een vreselijke vertraging. En wilt u mij nu verontschuldigen’.

Ze kwam er mee weg. De hotelmanager wenste haar een fijne dag, en keek haar na.  Met de rug nog rechter en nog zelfverzekerder vervolgde ze haar route richting de ‘dames’. Een topprestatie, groots en voorbeeldig. Een rolmodel voor iedereen die ver van thuis ‘nodig’ moet. Behalve dan dat zitten op die cavia. Dat beeld kreeg ik niet meer uit mijn hoofd. Daar kwam ze niet mee weg. 

Met het poep- en piesmenuet in mijn hoofd

Manneke Pies

Geregeld overweeg ik om te stoppen met mijn toiletblogs. Dan denk ik: ze zullen wel denken, daar heb je hem weer met z’n wc’s. Natuurlijk wil ik niet te veel geassocieerd worden met verhalen over poep en pis en niet bestempeld worden als dat manneke pis of poep, en zeker niet als pisnicht. Ook als Lord B. moet ik aan mijn (bij)naam denken. Een moment later denk ik: schijt, ik doe mijn eigen ding. Wat kan het mij allemaal bommen.

Bovendien is het ook nog eens zo dat het toilet slechts een kapstok is om over van alles en nog wat te schrijven, en altijd hou ik het poep- en piesmenuet van Hans Dorrestijn in gedachten. Dat lied op muziek van Harry Bannink uit de Stratenmakeropzeeshow luidt als volgt:

He, de woorden poep en pies. Die zijn niet netjes, die zijn vies. Je moet die woorden niet gebruiken, anders ga je d’r naar ruiken.

Zeg rustig hardop siep en soep, maar zeg nooit meer pies en poep. En hoe lollig ze ook klinken. Je kan er best es naar gaan stinken. Nee, de woorden poep en pies zijn erg onnet en erg vies.

En terwijl ik die laatste zin neerpen, moet ik opeens aan mijn moeder denken en aan alles wat ik van haar heb geleerd. Zo jammer dat ze nooit meer mijn blogs heeft kunnen lezen. Ze had er vast en zeker om moeten grinniken. Ze zou hebben gezegd: jij bent geen goede prater, jij kan het beter opschrijven dan er over vertellen. En opeens mis ik haar enorm.

Dus – met mijn moeder in gedachten – ga ik nog even door met mijn blogs. Dan maar een pisnicht.

Plassen met tegenwind

Boog Max Euweplein

Ik rij er zo vaak langs en het staat er maar mooi: Homo sapiens non urinat in ventum – een wijs mens urineert niet tegen de wind in. Het is potjeslatijn daarboven op de poort aan de Weteringschans. Het Latijn kent namelijk geen werkwoord urinare.

Zoete wraak

Architect Kees Spanjers ondervond vooral tegenwind bij zijn plannen voor het Max Euweplein. De bouwtijd, amendementen, inspraak en de gemeentelijke bureaucratie, alles bij elkaar nam het acht jaar in beslag. Spanjers moest zoveel aanpassen aan zijn ontwerp dat hij wel ‘zoete wraak’ moest nemen. Toen alle bezwaren waren afgehandeld en de bouw begon, vroeg niemand zich af wat er op de colonnade stond. De entree werd precies gebouwd zoals op de tekeningen stond, inclusief de woorden: Homo sapiens non urinat in ventum.

Natte schoenen

Natuurlijk piest een slim iemand niet tegen de wind in. Je wilt geen natte schoenen. Maar soms moet je zo nodig dat je weer en wind weerstaat. Over tegenwind gesproken en Hollandse stoerheid, altijd als ik daar langs fiets denk ik aan wildplaster Geerte Piening. Een steegje verder, aan de andere kant van de Balie, werd zij in hoge nood betrapt en bekeurd. De rest is geschiedenis. Of misschien toch nog niet helemaal.

Gastvrij, toegankelijk en schoner

Geerte schreef al weer enige tijd geleden een open brief in Het Parool aan burgemeester Halsema waarin ze haar vroeg geld uit te trekken voor meer openbare toiletunits én horeca en winkeliers op te roepen hun toilet – tegen een kleine vergoeding van de gemeente – voor iedereen open te stellen. Daarmee wordt Amsterdam een stuk gastvrijer, toegankelijker en schoner, schrijft ze. Een wijs mens die Geerte. Als je tegen de wind in plast, moet je wel weten uit welke hoek die wind komt.

En graag voeg ik  hier nog een persoonlijke oproep aan toe. Burgemeester Halsema, alsjeblieft geen scenario’s dit keer. Gewoon doen! 

Parijse avonturen en oh là là momentjes

Brigitte Macron, echtgenote van de Franse president is populair – zo werd laatst verklaard – omdat de Fransen niet houden van clichématige stellen die in Hollywoodfilms samen eindigen. Frankrijk is het land van ‘oh là là’, van de afwijkende, gedurfde en experimentele liefdes. Nu vraagt u zich waarschijnlijk af, waar gaat dit verhaal naar toe. En inderdaad, precies wat u vermoedt: naar de Fransen, hun wc’s en oh là là momentjes.

Het weekend voordat de Notre-Dame in brand ging, was ik in Parijs. Precies twee jaar geleden kwam ik op het Franse platteland zoveel rare wc-exemplaren tegen en dat vormde de aanleiding voor mijn toiletblogs. Nu weet ik wel dat Parijs geen platteland is, toch hoopte ik op inspiratie. Zo bezocht ik café de Flore waar Jean-Paul Satre en Simone de Beauvoir vaste bezoekers waren. In mijn jeugd speelde ik hen na, gewapend met een opschrijfboekje en een pakje gauloises. De wc viel er tegen, ik kan er geen verhaal van maken en moest er nog voor betalen ook.

Later die dag trof ik een bijzonder 19de eeuws exemplaar aan achter een winkelruit. Toch typisch Frans om je oude spullen zo in de etalage te zetten.
Maar eerlijk is eerlijk, ik moet constateren dat het in Parijs qua wc’s goed geregeld is. Naast de vele publieke toiletten, is binnenlopen in een café of restaurant om naar de wc te gaan, ook als je geen klant bent, geen probleem. Wat dat betreft is Parijs een echte wereldstad.

Op vrijdag lunchte ik nog met uitzicht op de toren van de Notre-Dame. Even overwoog ik P. voor te stellen de kerktoren te beklimmen, maar mijn lief lijdt aan engtevrees. Dus dat ging hem niet worden. Nu niet en later ook niet, want de maandag daarop ging de fik er in.
Enfin, toen ik de wc bezocht van dat restaurant met uitzicht op de toren, besefte ik nog eens goed hoe oeroud Parijs is. De wc bevond zich – zoals op veel plekken in Parijs – in de kelder onder de middeleeuwse gewelven en tussen eeuwenoude muren.

Een dag later bezocht ik een restaurant in de Marais en liep ik in hoge nood automatisch een trap af richting de kelder waar ik de wc vermoedde. Een jongen van pakweg 16 volgde me, dus ik dacht: dat zit wel goed. Beneden bevond rechts de keuken en uiterst links een deur met een bordje ‘private’. Voor me was een wand met deuren en daartegenover eveneens, maar niets daarvan wees op een toilet. De jongen naast me opende kordaat een van de deuren. Ik volgde zijn voorbeeld. De mijne bleek een bezemkast. Ik opende er nog een: ook een opbergkast, een volgende was gesloten. De jongen opende ook nog een deur, maar kwam vermoedelijk niet veel verder. Op dat moment dook er een kok op uit de keuken. Hij riep iets in het Frans en wees naar aan de andere kant. Beiden keerden we ons om. Ik ontwaarde – en hij waarschijnlijk tegelijkertijd – een H en een F. De verlossing was nabij.

Even later toen ik de trap op liep en de middeleeuwse kelder achter me liet, moest ik denken aan het oude Friese gezegde: ‘Wordt de ene deur voor je gesloten, dan gaat de andere weer voor je open’.

En nu denkt u natuurlijk, waar blijft dat Parijse oh là là momentje. Nee, Brigitte Macron kwam niet net uit de dames-wc en haar man was ook niet van de partij, ook het avontuur met die 16-jarige jongen hield daar op. Boven zat mijn lief te wachten met een schotel fruits de mer en een fles chablis. Dat was al opwinding en feest genoeg.

Lees ook mijn avonturen in Italië: Dov’è il bagno a Torino, ofwel tot het gaatje in Turijn en Italiaanse toestanden .


Italiaanse toestanden

Rokende heer me pijp

Het duurde even voordat ik door had dat ‘signori’ en ‘signore’ het meervoud is van ‘signor ‘ en ‘signora’. Gelukkig stonden er tekeningetjes bij. Waar die niet goed voor zijn, dacht ik nog toen ik later die dag in een restaurant zocht naar de juiste deur.

Die aanwijzingen helpen je wel op weg, ook al zijn ze niet meer van deze tijd – zoals hierboven de rokende heer met pijp of het Brigitte Bardot-typetje hieronder.

‘Es ist für gleiche seite’, zei de eigenaresse van het restaurant en ze wees naar een deur waar ‘Toilette’ op stond. Het klonk Duits, toch moest ik er even over nadenken. Mijn talenknobbel werd hier in Toscane flink op de proef gesteld. Italiaans, soms Engels en zelfs af en toe Frans, en nu weer Duits. Het viel niet altijd mee om de vertaalslag te maken.

Die ochtend vertelde de gastvrouw van onze B&B dat ze ‘wiet’ verbouwde. Wat zijn dat nu voor moderne Italiaanse toestanden, het moet niet gekker worden, dacht ik nog. Toen ze verduidelijkte dat het voor de pasta was, begreep ik dat ze het anders bedoelde.

En nu werd ik aangesproken in het Duits. Gelijke zijden? Voor en achter? Van dezelfde kant? En toen viel opeens het kwartje. Ze bedoelde natuurlijk beide geslachten, ofwel genderneutraal. Hoe simpel kan het zijn.

Even droomde ik weg naar Amsterdam en in gedachten zong ik zachtjes mee met Herman van Veen.

Ach zo’n café. Het café met een lage zoldering en geen WC voor dames apart.
Ach, zo’n café. Het café spoedig een herinnering zonder TV, een piano alleen.
Verboden door de wet, met z’n rommelig buffet, z’n pilsjes en z’n pret. En z’n scheve biljart.

Dov’è il bagno a Torino, ofwel tot het gaatje in Turijn

Turijn

Turijn met z’n koninklijke palazza’s van de Savoye en zijn historische koffiehuizen. Je waant je in de negentiende eeuw. Waar Cavour de eenwording van Italië met Garibaldi bezegelde, waar Nietzsche zijn koffietje dronk en waar de tijd lijkt stil te hebben gestaan.

De oudere ober met onberispelijk wit overhemd en kostuum maakt een expresso. Staand aan de bar, drink je zoals de Italianen je eerste koffietje al banco. En dan wil je nog even de wc bezoeken.

Eerst de trap op. Neem je die rechts of links? Wat maakt het uit, beide wegen leiden naar Rome. Of in dit geval naar een wc in Turijn.

Langs de 25 tafeltjes wandel je door de eetzaal en aan het eind verdwijn je door de glas in lood deuren.

Je ziet de tekens al van een dame en heer met een chique zweem uit de jaren 30 en de mondaine wereld van Vermout waar Torino beroemd mee werd.

Vervolgens open je een volgende deur.

En dan komt die stad met al zijn eindeloze elegantie, rijkdom, schoonheid en mondaine allure plotsklaps tot stilstand, met een simpel gat.

Groen denken versus groen doen

Groene wc

Het merendeel van de Nederlanders blijkt zich wel degelijk zorgen te maken over de klimaatverandering, maar een klein deel wil ook echt een bijdrage leveren aan het milieu. Ofwel groen denken is weer wat anders dan groen doen. Auto’s, vliegreizen, vleesconsumptie, elektronische gadgets, gebotteld water: zijn meestal de eerste zaken die worden genoemd als het gaat over het verkleinen van onze ecologische voetafdruk. Maar eigenlijk voltrekt één van de grootste milieurampen zich op de plek waar we dagelijks bovenop zitten: de wc.

Toen ik vorig najaar door het Groningse landschap wandelde, langs eeuwenoude dorpen en over eeuwenoude essen dacht ik: er kan meer, veel meer. Want de hoger gelegen landbouwgronden buiten de dorpen zijn ontstaan door eeuwenlange ophoping van menselijke mest. De haast zwarte gronden blijken ook nog eens uitermate vruchtbaar. De grote vraag drong zich op waarom wij onze poep niet inzetten voor het milieu en als mest gebruiken voor de bloemen- en groententuin.

Hoeveel geld spoelen we weg door het toilet?

Eigenlijk was het oude tonnensysteem waarbij poep opgehaald werd of de gierkelder waarin het verzameld werd, veel beter voor het milieu. Want de poep werd hergebruikt. Hoeveel geld spoelen we nu niet weg door de wc? Waarom doen we niet net zoals vroeger? Dat betekent wel dat eerst onze poep moet worden gecomposteerd – minstens een jaar lang – in verband met het risico op ziekten, bacteriën en wormen, daarna pas kan het als mest gebruikt worden. Maar er zijn zelfs speciale composttoiletten in de handel om menselijke uitwerpselen te composteren. Zo’n toilet heeft geen water nodig en produceert geen stank, maar vraagt wel een extra handeling van de gebruiker. Elke grote boodschap moet worden afgedekt met een paar papieren handdoekjes en vervolgens met een platte ronde stamper worden aangedrukt. De inhoud van het toilet ziet er dan ook uit als een groot pakket papier-maché.

Zelfvoorzienend

Terug uit Groningen bleef het me bezig houden. Nog lang sudderde ik na op het idee om zelfvoorzienend te zijn qua plantenmest en bij te dragen aan een groene en duurzame wereld. Ik wilde er niet alleen over denken, ik wilde ook groen doen. Thuis heb ik de composttoilet in de groep gegooid. Maar huisgenoot P. – zowel een denker als een doener – was niet enthousiast, te lastig om een composttoilet te realiseren in hartje binnenstad. Ik liet het plan varen.

Maar nu telkens als ik weer op mijn spoeltoilet zit, denk ik: daar gaat weer een stukje groen.

Met muziek de pot op

pot met gitaarbril

Als je je bedenkt dat we per week zo’n 50 minuten op het toilet zitten. Dat is 43 uur per jaar en in totaal breng je dan zo’n één tot drie jaar van je leven door op het toilet. Waarom niet proberen die toiletervaring zo prettig mogelijk te maken? Bijvoorbeeld met een muziekje.

Op de toilet van het Amsterdamse restaurant Ron Gastobar kan je op de heren genieten van een voetbalwedstrijd. Ik geloof Nederland tegen Argentinië. En op de dames klinkt een fragment uit Gooise vrouwen. Allebei ook leuk, maar waarschijnlijk vooral bedoeld om de geluiden van gebruikers te maskeren. En stel dat je helemaal niet van voetbal of Gooise vrouwen houdt.

Eigenlijk is het beluisteren van je eigen muziek veel fijner. Er bestaan tegenwoordig handige toiletrolhouder annex radio met Bluetooth. En vast ook iets waaraan je je eigen mobiel kunt aansluiten en dan lekker naar je eigen favorieten kunt luisteren. Bijvoorbeeld de toppers, een opera van Verdi of een medley van songfestivalnummers.

Maar nog leuker is live music op de plee. Bijvoorbeeld spelen op de piano.

piano op wc

Waarschijnlijk is het wel een doe-het-zelf-dingetje. Want er is vast niet snel iemand anders te vinden die je daar komt vermaken.
En geen piano bij de hand? Dan is er nog altijd de pleeborstel die je ter hand kunt nemen om een lied aan heffen.

Pleeborstel met microfoon

“If that’s all there is, my friends, then let’s keep dancing / Let’s break out the booze and have a ball / If that’s all there is…”

Vuile potten geweigerd

Wc-pot op straat

Wat doet deze wc-pot daar eenzaam op de stoep. Het is dan wel geen fiets, toch lijkt de pot fout geparkeerd. Aan de kant van de weg, afgedankt en bij het oud vuil gezet, maar niet op de juiste dag.

Soms tref je een enkele schoen aan op straat. Waar is die andere helft van het paar, denk je dan. Wie verliest er nu een schoen midden op straat, dat moet je toch merken. Zo was het ook een beetje met deze pot. Afgestapt van de fiets, heb ik het eenzame exemplaar wat beter bekeken. Wat deed deze vondeling ‘s avonds laat daar op straat? Wie had de wc-pot afgedankt? Misschien was de pot vervangen voor een nieuwe, vast en zeker door een zwevende waaronder je zo gemakkelijk kan schoonmaken.

Over vuil gesproken, lang geleden las ik bij een supermarkt op de muur: ‘Vuile potten worden geweigerd’. Ik zat net in mijn activistische periode. Wel een andere, een vorige, zullen we maar zeggen. Ik schreef nog geen toiletblogs, maar in die dagen wel op muren flikker je vrij en wij eisen mooi weer. Ja zeker, radicaal maar vol van humor en poëzie. Maar terug naar de tekst ‘Vuile potten worden geweigerd’. Dik verontwaardigd stond ik daar te blazen over die tekst bij de supermarkt. Mijn vriendinnen uitschelden! Daar moesten ze van afblijven.

Het duurde een tijd voordat ik er achterkwam, dat je ook nog mensen had die gewoon vieze glazen jampotten inleveren. Ik zat flink in mijn roze bubbel, en die potten zaten niet in mijn systeem.

De vuile verloren wc-pot daar ’s avonds laat op straat heb ik maar gelaten voor wat het was. Ik ben weer op de fiets gestapt. De pot had overigens wel een gouden deksel.

Wc-pot op straat groot

Kantoortaal en de wc (2)

Je rol pakken

Laatst bezocht ik een studiedag waar Japke d. Bouma als gastspreker vertelde over haar top 10 kantoor-jeukwoorden. De journalist voor NRC-Handelsblad en schrijfster van de boeken Uitrollen is het nieuwe doorpakken en Ga zélf in je kracht staan ontmaskerde en fileerde de jeukwoorden genadeloos. Waarbij ze er lekker op los associeerde. Ze bracht de kantoortaal terug naar de dagelijkse werkelijk, maar bleef wel vaak steken op kruishoogte.

Verboden te swaffelen

Volgens haar wordt kantoortaal vooral gebruikt omdat iedereen erbij wil horen. Maar na het beluisteren van haar verhaal wil je er helemaal niet meer bij horen. Integendeel, je kijkt er wel voor uit om dat kantoorjargon nog langer op de werkvloer te gebruiken. Een voorbeeld: ’Mag ik even iets tegen je aan houden’. Toen Japke dit een collega hoorde zeggen, overwoog ze een bordje op haar bureau te zetten met ‘verboden te swaffelen’. Ook de volgende uitdrukkingen kwamen door haar in een ander licht te staan. ‘Je moet het aan de voorkant regelen’ of ‘volledige transparantie’, en ‘Je moet je rol nemen’. Vooral op de laatste sloeg ik als toiletblogger aan, zult u begrijpen.

Voorgangers of achterhangers

Welke rol dan, vroeg Japke zich af. En zo bracht ze ons bij het dilemma ‘voorgangers’ of ‘achterhangers’, een kwestie waarover in menig huishouden de gemoederen hoog kunnen oplopen. Hang je de rol zo op dat je van de voorkant het papier afscheurt? Of juist met het papier naar de muur toe? 

Toiletpapierpersoonlijkheidstest

Geloof het of niet, Gilda Carle, een Amerikaanse psychologe en relatie-expert, meent dat roloriëntatie iets zegt over de wc-gebruiker zelf. De psycholoog zette een heuse toiletpapierpersoonlijkheidstest op, waarbij ze 2000 Amerikanen vroeg naar hun rolgedrag. Wat bleek? Voorhangers waren vaak dominanter in relaties, assertiever op de werkvloer en een tikkeltje perfectionistisch. Achterhangers zouden onderdaniger zijn, ontspannen en betrouwbaar. Mensen die geen voorkeur aan gaven waren conflictmijdend, flexibel en avontuurlijk. Ok, ik hoor u denken, dat is een Amerikaans onderzoek. Dat gaat voor mij niet op. U heeft gelijk.

De juiste manier

Maar hoe moet het nu echt? Dat legde ene Seth Weeler in 1891 al vast. Volgens hem is er maar één manier die ‘goed’ is. De juiste manier is om het papier aan de voorkant te laten hangen net als hieronder. Best logisch eigenlijk: zo komen er minder bacteriën op je stukje wc-papier te zitten.

Bekijk ook mijn blog Kantoortaal en de wc (1).

Kantoortaal en de wc

‘Transparantie op de werkvloer – een duidelijke weg naar succes’, luidt de titel van een artikel in HR-praktijk. Waarom transparant zijn? Het belangrijkste voordeel is betrokkenheid, legt het artikel uit. Transparantie stimuleert een betere werksituatie doordat de werknemers zich er betrokken door voelen bij het bedrijf en meer inzicht krijgen in de werkprocessen. Als medewerkers kunnen zien hoe hun rol de organisatie helpt en een duidelijk carrièrepad voor ogen hebben, werkt dat motiverend (…). 

Carglass

Transparantie op het werk; hoe erg wil je het hebben. Bovenstaande foto circuleert op Facebook met bijschrift: toilet hoofdkantoor Carglass. Natuurlijk moet je niet alles geloven op Facebook. Vast een goede grap over de autoruit-schade-boer. Want je moet er toch niet aan denken; zoveel openheid op de wc. En zeker niet op het werk.

Taal van de liefde

Relatietherapeut Esther Perel past haar inzichten tegenwoordig ook toe op de verhoudingen op de werkvloer. Want, meldt ze in een interview: ‘Wist je dat 65 procent van de start-ups mislukt omdat het fout loopt tussen de stichters?’. Perel constateert dat, zoals de taal van de business onze relaties is binnen gedrongen, zo heeft de taal van de relaties zijn weg gevonden in de business. We spreken op het werk over vertrouwen, transparantie, verbinden, je veilig voelen, empathie, passie. Steeds vaker beluister je de emotionele taal van de liefde op de werkvloer.

Volledige openheid

Ook al ben ik dan geen relatietherapeut, een ding weet ik wel zeker: volledige openheid of noem het transparantie is nooit goed voor de verhoudingen. En zeker niet op de wc. Niet privé, en niet op het werk.
 

De volgende keer kantoortaal en de wc deel 2 over ‘je rol nemen’. 

Mijn top 5 meest bijzondere wc’s van 2018

Expo Cube Het was een vruchtbaar jaar voor mijn toiletblogs. Er gebeurde veel in 2018. De Maag Lever Darm Stichting sloeg flink op de trom en bood de Tweede Kamer een petitie aan met de titel Help! Waar kan ik naar de wc. De stichting wil een toiletnorm verankeren in de wet, die voorschrijft dat om de 500 meter in winkelcentra en drukke voetgangersgebieden een openbaar of opengesteld toilet moet komen. De Tweede Kamer riep de minister op om samen met de VNG, VNO-NCW en MKB Nederland te zorgen dat die er ook echt komen.

En we gaan de goede kant op. Het aantal openbare en opengestelde toiletten steeg in het eerste half jaar van 2018 met 633 naar 6.261. Dat is een stijging van 11%. Zo meldde gemeente Den Haag het eerste half jaar van 2018 5 toiletten aan bij de HogeNood app, Amersfoort 6 en Utrecht 8. Amsterdam voegde 9 opengestelde toiletten toe aan de app en Rotterdam 10. De laatste gemeente werd dan ook in 2018 benoemd als ‘Koplopergemeente openbare toiletten’.

Naast deze mijlpalen kwam ik dit jaar ook op mijn eigen pad heel wat knappe en bijzondere wc’s tegen. Graag deel ik mijn lijstje.

Nummer 1. Rainbow Room – Rockefeller Center

Het Rockerfeller Center uit 1933 telt 65 verdiepingen en de toiletten bevinden zich op de topfloor. Het uitzicht op de skyline van Manhattan is daar adembenemend. Midden in de toiletruimte bevindt zich een bijzondere zetel. De huidige bezoeker denkt vast aan een gynaecologisch onderzoek bij het zien van de twee voetsteunen. Maar die zijn er voor de schoenenpoetser, zodat die zijn werk gemakkelijker kan doen. Althans dat was ooit, de schoenenpoetser komt niet meer.

Nummer 2. De heren in de Fruittuin van West

In de Fruittuin van West is van alles te zien, te beleven, te plukken en te proeven, vooral zomers. Hier telen ze op 6.5 hectare twintig soorten fruit. Bezoekers mogen zelf plukken en de eieren van de kippen die in de boomgaard rondlopen zelf rapen. Het hele jaar wordt in de schuur witlof en shiitake geoogst. Er is een winkel en proeflokaal om te eten of drinken, en een dames-wc. Heren kunnen buiten plassen, hoog boven alles uit torend in de openlucht.

Nummer 3. De tuinstoel uit Soedan

Je zou het een vernuftig design kunnen noemen. Slim in zijn eenvoud. Het past in een Nederlandse traditie: de tuinbank Weltevreden met wieltjes die als een kruiwagen met de zon mee kan draaien en de karaf van duo Kaptein Roodnat waarvan de nek kan worden afgesloten met een durex glas. Het is een eerlijk ontwerp. What you see what you get. Maar aan de eenvoud zit ook een andere kant. Het is immers daar in Soedan gebrek aan beter.

Nummer 4. Gezelligheid ten top

Trendwatchers roepen soms maar wat, en verzinnen vaak trends. Deze hiernaast verzin ik echt niet. Steeds vaker zie ik wc’s waar gezelligheid troef is. Twee wc’s naast elkaar, een volledig aangeklede wc of de toiletruimte als verblijfsruimte. Echt waar, ik zie een trend.

Nummer 5. Wc waar muziek in zit


Deze wc voor de overijverige pianoleerling is een krijgertje. Met dank aan Anneke van Cantina Vocaal. Wat wil je nog meer: live music op de plee. Het is wel een doe-het-zelf-dingetje. Want ik vermoed dat als je zelf het pianospelen niet beheerst, er vast niet snel iemand anders te vinden is, die je daar komt vermaken. De beslotenheid van het kleine kamertje is toch net wat anders dan – om maar wat te noemen – het bespelen van de vleugel in de hal van Amsterdam Centraal Station.

Mijn blogs in je mailbox ontvangen? Stuur me dan even een mail, dan krijg je mijn volgende blogs automatisch in je mailbox.

Natte broek ervaringen

 

I, Tonya en Magnolia, in beide films zit een scène waar je het op plasgebied Spaans benauwd van krijgt. In Magnolia doet het wonderkind Stanley Spector mee aan de televisiequiz What Do Kids Know? In de live uitzending verprutst hij het, omdat hij vooraf niet naar de wc mocht. Hij plast in zijn broek. Als kijker voel je de paniek, de schaamte en de natte broek. Je begrijpt waarom hij niet voor de camera wil komen. Na acht weken van gewonnen afleveringen is daarmee zijn kans op een spectaculaire recordverbetering verkeken. Hoe pijnlijk kan je het krijgen.

Ook in I, Tonya verbiedt de knetter ambitieuze moeder haar dochter om naar de wc te gaan. Ze heeft ervoor betaald dat haar dochter op de ijsbaan staat, niet om eraf te gaan om naar de plee te gaan. Na een moeilijke oefening plast Tonya in haar mooie kunstschaatspakje. Tragisch. Het liefst zou je ter plekke samen met de jonge Tonya door het ijs willen zakken.

I, Tonya

Mijn meest gênante ervaring met een natte broek was op de kleuterschool bij de nonnen. Als je naar de wc moest, stak je je vinger op en dan kreeg je een ketting om van grote houten kralen – als een soort Hawaïse bloemenkrans. Er was maar één ketting, en dat zorgde er voor dat iedereen netjes om de beurt naar de wc ging, maar ook dat het vaak dringen was met al die behoeftige kleuters. Ik had vast te laat mijn vinger opgestoken. Toen ik eindelijk de houten kralenketting bemachtigde, was die gang met aan weerzijden al die jashaakjes veel te lang. Voordat ik de wc kon bereiken, plaste ik halverwege in mijn broek.

Houten wc-ketting

Hoe jong ook – 4 of 5 jaar – ik wist dat terugkeren naar de klas met een natte broek geen optie was. Die vernedering zou me niet overkomen. Ik zag het al voor me; de strenge, meewarige blik van zuster Theresa en klasgenootjes die joelend zouden wijzen op mijn natte broek: Lordje heeft in zijn broek geplast. Lordje heeft een natte broeeeek. Nee, dat nooit. Kinderen en nonnen kunnen zo gemeen zijn. Vooral kleine meisjes, en vooral de verschrikkelijke tweeling Ingrid en Wiesje van Haasteren en hun vriendin Margot van der Plas.

Had ik toen maar het autobiografisch werk van de Britse schrijfster Hilary Mantel gelezen. Zij schrijft over meisjes die haar uitlachten op de kloosterschool: ‘Men zegt dat meisjes wreed kunnen zijn, maar met een flinke klap in het gezicht maak je daar snel een eind aan.’

Het enige wat ik kon bedenken was zo snel mogelijk er tussen uit knijpen naar huis, voor een droge onderbroek.

 

Bron foto jongetje met wc-ketting: Tijdschrift van de Algemene Onderwijsbond. Hoe vermijd ik ongewenst wc-gedrag?   

 

 

Hotelier en schilder Frits Schiller en zijn modellen


Het voelde altijd vertrouwd. Op weg naar de wc passeerde je het portret van de donkere jongeman. Een fascinerend portret. Sinds kort hangt het ver weggestopt in een hoek. Frits Schiller schilderde het in de jaren ’30. Het past goed in het decor met de houten lambriseringen. De kunstenaar annex hotelier bleef zijn hele leven beide beroepen combineren. Hij werd de beste hotelier onder de schilders en de beste schilder onder de hoteliers genoemd. Nog steeds zijn 350 van zijn werken te bewonderen in het hotel en café aan het Rembrandtplein.

De grote tijd van hotel-restaurant-café Schiller lag tussen de twee wereldoorlogen. Het was daar een komen en gaan van BN’ers uit binnen- en buitenland, en een trefpunt voor kunstenaars en artiesten. Schrijver Herman Heijermans, de schilders Breitner, Sal Meyer, de beeldhouwers Zadkine en Hildo Krop en toneelspelers Fien de la Mar en Heintje Davids; ze kwamen er allemaal. Ook niet vreemd, want het Rembrandtplein en de straten er omheen was in de jaren twintig en dertig het middelpunt van de theaterwereld en een belangrijk uitgaanscentrum.

Maar wie is nu die zwarte jongeman? In het hotel hangt nog een donkere meneer met gitaar. Kunsthistorica Esther Schreuder schreef het boekje Schiller 1912-2012 en zocht uit wie alle geportretteerden zijn. De identiteit van beide donkere jongemannen is (nog) niet achterhaald. Zwarte modellen waren geliefd bij schilders. Bij de Rijksacademie verdienden ze zelfs meer dan hun witte collega’s. Frits Schiller schilderde vooral bekenden die zijn zaak bezochten.

De amusementssector was de enige branche waar hun afwijkende huidskleur in hun voordeel werkte, schrijft Rudie Kagie in zijn boek De Eerste Neger. Misschien waren beiden jazzmusici. Amsterdam maakte immers in de jaren ’30 kennis met jazz. In Negro Palace om de hoek op het Thorbeckeplein traden de Surinamers Teddy Cotton en Kid Dynamite op, ‘de eersten zwarte jazzmusici met een Nederlands paspoort’. In 1937 sloot burgemeester Van der Vlugt de club, omdat zwarte mannen en jonge blanke vrouwen zich hier zouden ‘mengen’. Kranten berichtten bezorgd over de kwalijke invloed van ‘negers’ en ‘negermuziek’ op blanke vrouwen. En toen moest de oorlog nog uitbreken.

Overigens is het portret in het echt veel mooier dan op mijn overbelichte foto. En café Schiller willen jullie het schilderij weer terughangen op zijn oude plek bij de wc? Veel  beter. Oh ja, en nog even over jullie wc’s. Daar is niks mis mee. Een keurige retro-look met Parijse metrotegeltjes. ‘Netjes’, zou mijn moeder zeggen.

Meer weten over zwart in het Interbellum en Schiller bekijk dan ook de website van Esther Schreuder.

Over een sprookjeskasteel, lesbische barones en een plonsplee

Plonsplee kasteel Ter Haar
Een bevriende fotoverzamelaar merkte eens op dat het ene archief vaak weer de sleutel is tot het volgende archief. Mijn bezoek aan kasteel De Haar bracht me eerst in de greep van de plonsplee en vervolgens raakte ik geobsedeerd door barones Hélène van Zuylen van Nijevelt van de Haar.

Ik dwaalde van kamer tot kamer, door de bediendenvertrekken die sindskort ook te bezoeken zijn. De gids vertelde over de heren Van Zuylen en de vijf laatste baronessen. Maar niks over haar.
Haar man, baron Étienne van Zuylen van Nyevelt van de Haar erfde een ruïne bij Haarzuilens. Gelukkig was de Franse Hélène steenrijk en mede dankzij haar fortuin kon hij zijn droom verwezenlijken: de herbouw van zijn familiekasteel.

Samen gaven ze opdracht tot de grote restauratie. Ze schakelden Pierre Cuypers in, de architect van het Rijksmuseum en Centraal Station. Zijn neogotische bouwstijl grijpt terug op de late Middeleeuwen en dat paste perfect bij het plan van de baron. Cuypers baseerde zich op afbeeldingen van de kasteelruïne uit eind 19de eeuw, en herbouwde op de originele vijfhoekige fundamenten. Hij deed er 20 jaar over, van 1892 tot 1912.

Cuypers deed wel wat consessies aan het Middeleeuwse concept, want het kasteel moest volgens moderne normen bewoonbaar zijn. Er kwam centrale verwarming, een lift en stromend water. Toch werd het een echt kasteel, met kantelen, torenspitsen, een ophaalbrug en een slotgracht aan toe. Zelfs de wc is geïnspireerd op een Middeleeuwse plonsplee. Prachtig woord overigens: plonsen. Vast een onomatopee, een woord wat de klank nabootst die het beschrijft. Je hoort de plons. Men kende in de Middeleeuwen nog geen riolering, daarom was de plee in een uitbouw van de buitenmuur en van onderen open, zodat het aanbod – jawel, u hoort het al – in de gracht plonsde. Cuypers’ exemplaar is een luxe met een houten zitting. ‘Enne, hier valt er niks in de gracht hoor’, stelt de toelichting ons gerust.

Als bezoeker kom je dan wel steeds meer te weten, maar oermoeder Hélène van Zuylen komt er bekaaid van af. Terwijl daar toch wel wat over te vertellen valt. Barones Hélène kwam uit de rijke bankiersfamilie de Rothschild. Haar huwelijk met een rooms-katholiek viel niet in de smaak bij haar joodse moeder. Ze kreeg twee zoons. Ze behoorde tot de eerste drie Franse vrouwen die in bezit waren van een rijbewijs en deed als eerste vrouw mee met de Parijs-Amsterdam- Parijs race. Ze kreeg de bijnaam La Brioche – een zoet luxebroodje – vanwege haar omvang. Tijdens haar huwelijk onderhield ze relaties met vrouwen, onder meer met Renée Vivien. Samen schreven ze poëzie en romans. Na de dood van Renée riep Hélène in 1935 een literatuurprijs in het leven voor jonge Franse dichteressen, de Prix Renée Vivien. In 1947 overleed de barones op vierentachtig jarige leeftijd in Lissabon.

Zou ze in de tentoonstelling 1001 vrouwen in de 20ste eeuw in het Amsterdam Museum te zien zijn? Misschien niet, want ze is geen Nederlandse. Het zou wel moeten; ze zorgde er voor dat Nederland een echt sprookjeskasteel kreeg, met een plonsplee.

 

Wij van Lordstoiletblogs adviseren Lordstoiletblogs

Duitse Biedermeier stijl

Promotie is herhalen en herhalen. Net zoals in de reclame: Wij van WC-eend adviseren WC-eend. Dat intrigerende zinnetje waarde door mijn gedachten toen ik zocht naar een titel voor mijn allereerste blog. Misschien vanwege de waterdichte circelredenering a = a, waar geen speld tussen te krijgen is.
Nog onvoldoende ervan overtuigd dat ik de lezer iets te bieden had, benijdde ik de vanzelfsprekendheid en het zelfbewustzijn waarmee zij van WC-eend WC-eend adviseerden. Maar om het eigen product op die manier te verkopen – Ik, Lord de toiletblogger adviseer Lordstoiletblogs – is nu ook weer zo wat.

Tja, waarom moet u mijn blogs eigenlijk lezen? Wil ik dit wel lezen, vroeg vriendin T. zich hardop af. Too much information, riep oud-collega K. altijd als iemand een intimiteit wilde delen. Vriendin M. vergelijkt mijn bespiegelingen met rouwadvertensies: niemand geeft het toe, maar iedereen leest ze. Nou, ik zal u eerlijk zeggen, het maakt mij helemaal niks uit of u mijn blogs leest of niet. Vindt u het geneuzel, ijdeltuiterij, zelfbevrediging, flauwekul. Dat geeft niks. Ik heb er plezier in, ik vaar er wel bij. Het is mijn manier om de wereld terug te brengen naar hanteerbare proporties.

Net als een Agatha Christi die de wereld bezag vanuit haar dorp St. Mary Mead en alles daaraan relateerde, zo is de wc voor mij het vertrekpunt om de wereld te bekijken, te overdenken, in te zoomen en uit te zoomen. Van klein naar groot, van detail naar verre horizonten, en niks geen recht pad, want het zijn juist de zijwegen, hoeken en rafelranden die het leven bijzonder maken.

En zo loop ik soms tegen een fraai exemplaar aan waar ook nog eens muziek in zit.

Lees ook over mijn blogs. 

In of uit de kast

Kasteel Sterkenburg bij BunnikWe hebben het er gewoon niet over. Iedereen doet het, maar niemand heeft het er over. Nee, dit gaat niet over seks.

Vriendin M. vindt dat ik mijn blogs moet aanbieden aan een krant. Volgens haar is het net als met rouwadvertenties; niemand geeft het toe, maar iedereen leest ze.

Wat mij betreft hoeft u niet uit de kast te komen. Blijf er maar lekker in zitten en geniet er van. Ook van mijn blogs.

Het wc-raampje als venster op de wereld

Uitzicht op Grieks eiland
Altijd gedacht dat een moment op de wc een moment voor jezelf betekent. Op je gemak, alleen met je eigen gedachten. In de Griekse oudheid noemden de stoïcijnse filosofen de eigen gedachtenwereld een ‘mentale vesting’, want die kan door niemand ingenomen of bestormd worden. Nog eens versterkt door de beslotenheid van die vier muren, zou je denken, ben je op de wc compleet veilig. Een onneembare vesting.

Althans, dat dacht ik. Totdat ik een bericht las over beroepscrimineel Klaas Otto. Volgens het Openbaar Minsterie is wettelijk en overtuigend bewezen dat hij de autohandelaar Joop M. heeft afgeperst en mishandeld. Lees even mee: ‘(…) Joop M. was volgens officier Van Dorst uiteindelijk zo wanhopig en ten einde raad dat hij op 20 maart 2015 Otto door het wc-raampje van zijn huis in de hals schoot.’

Dus die onneembare vesting blijkt toch inneembaar. Zelfs op je eigen wc zit je niet meer veilig. Aan de andere kant, je moet natuurlijk ook niet omgaan met autohandelaren uit Bergen op Zoom en zeker niet van witwassen, mensen afpersen, mishandelen en intimideren je verdienmodel maken.

Op zoek naar wat details dook ik in het dossier en las nog meer krantenberichten. Maar wat bleek toen, ik had het verkeerd begrepen, niet de verdachte Klaas Otto zat op de wc, hij stond buiten en werd beschoten door Joop M. vanuit het wc-raampje. Dat maakt het toch een heel ander verhaal. Natuurlijk wordt het er allemaal niet beter op. Maar het zorgt wel dat ik voortaan weer iets rustiger in mijn mentale en fysieke vesting zit.

Lo with a viewDit bracht me op het idee voor een oproep. Heb jij een mooi venster op de wereld vanuit je wc-raampje? Stuur dan een foto.

Ter inspiratie: de foto boven met uitzicht op de Egeïsche zee vanaf het Griekse eiland Kalymnos. Voor de foto met het ronde raam dank aan vriend André.

 

Plassen in design

Het Conservatorium profileert zich als een van de beste designhotels van Amsterdam. Het voormalige Sweelinck Conservatorium werd eind 19e eeuw ontworpen door de architect Daniel Knuttel, die geprezen werd om de manier waarop hij eenvoud aan functionaliteit wist te koppelen. Knap een eeuw later volgde de Italiaan Piero Lissoni zijn voorbeeld bij de herinrichting en renovatie van het gebouw tot hotel.

De architect Lissoni maakte ook naam als ontwerper van design meubelen, keukens, badkamers en zelfs verlichting. Zijn strakke ontwerpen zijn een kruising van modernisme en hedendaagse luxe en in zijn ontwerp voor het Conservatorium Hotel bracht hij oud en nieuw harmonieus samen.

Maar dan de toiletten en vooral de urinoirs! Aanvankelijk was het zelfs even zoeken. Waren dit wel urinoirs? Of zijn het paraplubakken van Kartell. Bestudering wijst uit dat het wel degelijk gaat om twee moderne urinoirs van – daar wil ik van af zijn, ik heb er niet aan gevoeld – bruin rookglas of bruin plastic.
Hoe dan ook. Door het ontbreken van een schaamschotje sta je open en bloot voor zo’n lage bak, met het gevaar dat je je eigen schoenen bewatert. Het is net of je plast in een groot uitgevallen koffiefilterhouder van Melitta.

Is Lissoni echt verantwoordelijk voor het design van deze urinoirs? In een interview zei hij ooit: ‘Een stoel is voor mij even belangrijk als een toren.’ Je zou denken dat we dan toch wel iets beters mogen verwachten van zijn sanitair.

Na deze ontgoocheling laten we het Conservatorium even voor wat het is en gaan voor echte kunst. Op de website valt te lezen: ‘U bent al bij de ingang van het Stedelijk Museum voordat u de naam uit kunt spreken, omdat deze pal tegenover de entree van het hotel ligt’. Op dan maar naar de buren waar het schone beddengoed al buiten hangt.

 

Bekijk ook mijn blog over de tentoonstelling ‘Amsterdam Magisch Centrum’, de nieuwe lulligheid en hoe humor de spruitjeslucht verdrijft.

Humor verdrijft spruitjeslucht

Jeroen Henneman, Stilleven (Royal Flush), 1979

In Nice, New York, in Porto, nergens had ik zin in een expositie over 50 jaar na 1968. Het was de schone was die buiten hing bij het Stedelijk die me het museum in dreef. Onder de noemer ‘Amsterdam Magisch Centrum’ werd me daar een nieuw licht op Amsterdam beloofd. Geen historische tentoonstelling, hier de protestkunstenaar uit de jaren ’60 aan het woord – of beter gezegd in beeld. Amsterdam als centrum van radicale vernieuwingen in kunst en maatschappij. Nieuw licht, verklaringen, magie, inzichten, vernieuwingen. Wat wil je nog meer, dat prikkelt de nieuwsgierigheid.

‘Kunst en tegencultuur 1967-1970’, luidt de ondertitel van de tentoonstelling. Nieuwe stromingen veranderen in de jaren ’60 de blik op kunst radicaal. Het idee, het concept was minstens even belangrijk als het kunstwerk zelf.
Het meest bizarre voorbeeld van conceptuele kunst leverde overigens Piero Manzoni. Hij vulde 90 blikjes met zijn eigen ontlasting. Ieder blik kreeg in 4 talen (Engels, Frans, Duits, Italiaans) het opschrift: Poep van de Kunstenaar. Inhoud: 30 gram netto, vers bewaard, geproduceerd en ingeblikt in mei 1961. Een blik werd verkocht voor de goudprijs van dat moment.

Fountain - Marcel DuchampOok Marcel Duchamp – wiens uitspraak ‘Er is schoonheid te ontdekken in alles wat ons omringt’  nog steeds inspiratie biedt voor mijn blogs – kwam in de jaren ’60 opnieuw in de belangstelling. Zijn originele tentoongestelde pissoir uit 1917 was verdwenen en in de jaren ’60 liet hij – als een echte conceptuele kunstenaar – reproducties er van maken. Overigens bleek recent dat de ware schepper van de Fountain de Duitse Dada-dichteres Elsa von Freytag-Loringhoven is. Duchamp heeft haar pispot gejat. De boef. Hij zal hebben gezegd dat het hem niet ging om die pispot, maar om het idee erachter.

Terug naar Amsterdam en die magische jaren ’60. Na de naoorlogse soberheid kwam dan wel steeds meer welvaart, het bleef droef gesteld met onze culturele vrijheid. Dus de beer moest los. En ging het protest elders in de wereld gepaard met geweld, hier werd ironie en humor ingezet als wapen in de strijd. De bekrompen burgerlijke Hollandse samenleving werd bekritiseerd om zijn ‘spruitjeslucht’. Kunstenaars liepen te hoop tegen Kunst met een grote K. Ludiek en vol ironie werd de truttigheid en de Goede Smaak op de hak genomen. Zij omarmden de nieuwe lulligheid en gebruikten fragmenten uit het Hollandse interieur in hun werk. Jeroen Henneman met zijn toiletstortbak (zie foto hierboven), Ger van Elk met de plint, Pieter Engels deed dat met een ladder en Marinus Boezem hangt het beddengoed uit de ramen. Met een flinke dosis humor eigenden zij zich elementen uit het dagelijks leven toe.

Maar ook al moest er nog heel wat spruitjeslucht worden verdreven en heilige huisjes worden afgebroken, die hippiekunstenaars gaven ons wel wat mee. Ze leerden ons opnieuw kijken naar de wereld en vertelden ons dat kunst niet alleen in musea hangt, maar ook op andere podia te zien is, op straat, in tijdschriften, films, op tv en – jawel – zelfs op de wc.

Ja echt. Dat is pas magisch.

 

Van een treurige schoonheid

foto pleerol Jörg SasseDeze foto van Jörg Sasse kwam ik tegen in Huis Marseille aan de Keizersgracht. Je moet er twee keer naar kijken; eerst zijn er die blauwe kleurvlakken en dan is daar het besef van dat lege rolletje. In zijn werk isoleert Sasse een deel van de werkelijkheid en brengt dat terug tot een verstild beeld, haast een schilderij.

Vergane glorie

foto Jörg SasseDe foto´s van Sasse roepen gevoelens op waarvan je je afvraagt waar ze vandaan komen en die niet altijd even snel te duiden zijn. Misschien is het de alledaagse lelijkheid en de vergane glorie. Misschien raakt het een dieper verdriet en herinnert het ons aan onze eigen vergankelijkheid. In ieder geval zijn al zijn foto’s van een treurige schoonheid.

foto wastafel Jörg SasseStoïcijnse levenskunst

Word je overmeesterd door dit beeld van alledaagse treurigheid: adem dan in, adem uit en put uit de stoïcijnse levenskunst. Die leert ons dat we vaak geen invloed uit kunnen oefenen op een vervelend voorval, zoals een leeg wc-rolletje. Dat is een feit waaraan weinig valt te veranderen. Waar je wel invloed op hebt, is de houding tegenover het voorval en de betekenis die je er aan geeft. Dus mocht je overmand worden door zo’n droef gevoel, denk dan snel aan de schoonheid van dat eenzame lege wc-rolletje.

Overdag een plantenbak en ’s avonds een urinoir

Greenpee Schapensteeg

Het klinkt als een carnavalskraker ‘Weet je wat ik wel zou willen zijn, een bloemetjesgordijn’, maar dat is het niet. Vanaf vorige week is de GreenPee – plantenbak annex urinoir – een Amsterdamse werkelijkheid.

De eerste groene urinoirs staan vlakbij het Rembrandtplein, in de Schapensteeg. Tijdens een telling bleek dat in de steeg iedere nacht 45 keer geplast wordt. Met het experiment van de GreenPee hoop de gemeente wildplassen te verminderen, zonder dat plaskruizen het straatbeeld ontsieren. Overdag kijk je aan tegen een miniplantsoen met bodembedekkers, siergrassen, hortensia’s en geraniums, en tijdens uitgaansnachten staat de bak open als urinoir. Mannen kunnen er hun plas doen, zonder een boete van 140 euro voor wildplassen te riskeren.

Duurzaam en circulair 
Het groene circulaire urinoir is bedacht door Urban Senses. Er kunnen 300 plasbeurten in worden opgevangen. De belofte van een duurzaam ‘circulair urinoir’ doet vermoeden dat de planten groeien op het geloosde vocht, maar dat is (nog) niet het geval. Regenwater zorgt voor de planten. De urine wordt opgevangen in een bak met (geurabsorberende) hennepvezels die na compostering inzetbaar is als  meststof voor het groen in de buurt. Dus ‘circulair’ met een ruime bocht.

Dames
Voor vrouwen met hoge nood wordt een andere oplossing gezocht. Volgens onderzoek is dat hooguit 5 procent van de illegale plasbeurten. U denkt dan vast – net zoals ik: hoe is dat onderzocht? Ik weet dat onderzoek onder Amsterdammers uitwijst dat maar 8% van de vrouwelijke respondenten weleens een toilet in de openbare ruimte gebruikt, tegenover 42% van de heren. Maar onderzoek naar illegale plasbeurten van dames? Het is vast maar een klein percentage dames dat betrapt is, zoals Geerte Piening. En stel je bent bevrijd van je plas op illegale wijze, dan wil je daar niet meer aan worden herinnerd, laat staan dat je een diepte-interview afgeeft voor onderzoek.

Uitschieters
Het onderzoek ‘Wildplas-experimenten in de Schapensteeg’ vanuit Universiteit Twente geeft uitsluitsel. Naast het verzamelen van kwalitatieve data zijn camerabeelden gebruikt om het gedrag van wildplassers te observeren. Het onderzoek richtte zich op de grootste overlastveroorzakers: mannelijke wildplassers. Het aantal vrouwelijke wildplassers is niet goed bijgehouden. Uiteindelijk is ingeschat dat er  1 tot 3 vrouwen per avond wildplassen, met af en toe uitschieters van 4-5 vrouwen per avond.

Greenpee Schapensteeg

Toekomst
Binnenkort – zo kondigt de gemeente aan – komt er een volautomatisch en zelfreinigend toilet voor iedereen op het Rembrandtplein. Gaat het dan toch nog lukken met Amsterdam en de openbare toiletvoorzieningen?
Okee, er is ons nooit een rozentuin beloofd. Maar met deze plantenbak annex urinoir gaan we de goede kant op. Het klinkt in ieder geval hoopvol.
De komst van de nieuwe burgemeester Femke Halsema versterkt dat gevoel. En ik ben niet de enige die er vertrouwen in heeft. Julia Wouters, auteur van De zijkant van de macht, over vrouwen in de politiek, merkt in Het Parool op: ‘Ik weet niet of de burgemeester er over gaat, maar hopelijk gaat ze ervoor zorgen dat er ook openbare toiletten voor vrouwen komen. Ze zal in elk geval niet, zoals een rechter deed, zeggen dat vrouwen maar in een plaskrul moeten gaan’.
Misschien moet Femke haar ambtenaren binnenkort toch eens laten praten met Marian Loth, dé Nederlandse toiletonderzoeker en industrieel ontwerper aan de TU Delft. Want een groene versie van haar damespissoir Lady P. is helemaal geen slecht idee!

Lees meer over het succes en de neergang van het damespissoir. 

Meten is weten. Zie ook de case study naar het beïnvloeden van specifiek probleemgedrag in een uitgaansgebied van Randy Bloeme, ‘Wildplas-experimenten in de Schapensteeg’ (2016) masterscriptie onderzoek vanuit DSP/Universiteit Twente. 

En meer weten over de mogelijke GreenPee’s zie Urban Senses.

Succes en neergang van het damespissoir


Eind jaren ‘90 leek er een frisse wind op te steken op het sanitaire dames front. De Nederlandse industrieel ontwerper Marian Loth ontdekte bij haar afstuderen dat 90% van de vrouwen contact vermijdt met de toiletbril in openbare gelegenheden, en het dus ‘zwevend’ gebruikt.

Lady P.
In 1998 ontwierp zij het damespissoir model Lady P. Het urinoir heeft wat weg van de variant voor heren, maar een langer en spitser opvangbekken en hangt wat lager. Het model werd geadopteerd door De Sphinx. Uiteindelijk produceerde de sanitairfabrikant er een paar honderd. Schiphol was een van de eerste locaties waar vrouwen staand konden plassen. Lady P. heeft Amsterdam nooit bereikt.

In ongenade
Lady P. werd geen commercieel succes. Jaren later legt Loth in een interview voor de website van TU Delft uit waarom het damesurinoir in ongenade raakte. ‘De uitvinding is te snel op de markt gebracht. Mensen begrepen toch niet goed wat ze er mee moesten. Daarbij komt dat mijn idee niet goed is uitgevoerd. Ik wilde de urinoirs van elkaar scheiden met schuine schotten, om wat privacy te creëren. Maar de afnemers zijn verder gegaan dan dat en stopten de Lady P.’s in hokjes. Een deel van het voordeel verdwijnt dan.’


Op de expo in het Cube design museum – waar de Lady P. te zien was – hing een handleiding waarop uitgelegd wordt hoe dames de pissoir moeten gebruiken. Zie links.

Topmodel
De reputatie van haar uitvinding verslechterde nog meer toen de spoeling van een van de damesurinoirs niet goed bleek te werken in een nieuwe Duitse disco die met de Lady P. wilde scoren. ‘Een topmodel, dat voor de inhuldiging van de disco was ingehuurd, stond tot haar enkels in het water.’

Geldkwestie
Ze kan er inmiddels smakelijk over vertellen. Dat er zo weinig openbare toiletten voor vrouwen zijn, is volgens toiletdeskundige Loth vooral een geldkwestie. ‘Zo’n toilet is ingewikkelder om te bouwen dan een plaskrul. Er moet een gebouwtje geplaatst worden, er moet stromend water zijn en het toilet moet worden aangesloten op het riool’, vertelt ze.

Nieuw ontwerp toilet NS Loth promoveerde in 2016 op ‘Hygienic Train Toilet’. ‘Mijn doel is om een hygiënisch toilet te maken waar mensen graag gebruik van maken.’
Vorig jaar augustus presenteerde de NS een nieuwe trein met een door haar ontworpen toilet. Uniek is dat er naast een normaal toilet ook een urinoir voor mannen is. Volgens de promovenda, wiens onderzoek deels door de NS is gefinancierd, zorgt de pissoir ervoor dat de toiletpot schoner blijft en het toiletbezoek voor vrouwen en ouderen aangenamer wordt.
De pissoirtrein is de eerste van een reeks dubbeldekkers uit de jaren negentig die nu gemoderniseerd worden. In 2020 moeten 81 van zulke dubbeldekkers met urinoir rondrijden.

Allerlaatste
Dames die de Lady P. nog eens willen uitproberen, moeten daarvoor naar het faculteitsgebouw van Civiele Techniek en Geowetenschappen. Daar staan de allerlaatste twee exemplaren.

 

Discriminatie op het toilet: bevestig je het vooroordeel of niet?

Toilet aanwijzing
Op het publieke sanitaire front wordt flink gediscrimineerd. Thuis valt er meestal niets te kiezen. Maar in de wereld van het openbare toilet – met uitzondering van de genderneutrale wc – wordt een scherp onderscheid gemaakt tussen dames en heren. Stereotypen en clichés worden daarbij niet geschuwd.

Niet bekeken
Ook wel begrijpelijk. Want vrouwen willen graag droog zitten, niet gestoord door mannen die naast de pot pissen en de wc smerig achterlaten. En mannen gaan – als er dan toch wat te kiezen valt – voor de ‘heren’. Want een urinoir is gemakkelijker en sneller. Bovendien zijn er heel wat die de voorkeur geven aan een afgesloten ruimte. Ze willen niet bekeken worden. Niet door dames, laat staan door andere heren.

Kiezen
Maar als er wat te kiezen valt, moet wel duidelijk zijn waartussen.

Ladies, gents, hombres, mujeres, dames, heren, M of W. De meeste tekstbordjes laten niets te raden over. Die maken de keuze gemakkelijker. De icoontjes van mannetjes en vrouwtjes vragen al wat meer van de gebruiker. Want kiezen betekent uitsluiten en afstrepen.

Hoge hak
Ga je voor de een of kies je voor de ander? Stereotypen over mannelijkheid en vrouwelijkheid helpen daarbij. Dames dragen een rok en meneer een broek. Mannen zijn macho’s met brede schouders en vrouwen frêle met wespentailles en pronte boezems. Alle clichés komen voorbij. Waarbij de een wat meer tot de verbeelding spreekt dan de ander. De poes en de haan. De pijp tegenover de schoen met hoge hak. De potloodventer met regenjas en hoed en de dame bewapend met paraplu. De roodgeverfde mond en de snor. Of een tekstballonnetje met weinig tekst en een waar een heel kippenhok achter schuil gaat. Wat doe je dan? Bevestig je het vooroordeel of ga je er dwars tegenin?

Koning, keizer, admiraal, Popla kennen we allemaal


“Er zijn twee dingen die iedereen nodig heeft. Het eerste is het idee hebben dat je een bijdrage levert aan de wereld. En het tweede is wc-papier”, merkt grootvader Isaac Block op tegen een jonge rabbijn in Hier ben ik van Jonathan Safran Foer. Het klinkt als een eeuwenoude Joodse wijsheid. Maar dat kan helemaal niet, want wc-papier raakte pas na de Tweede Wereldoorlog ingeburgerd.

Schrijfwaren
Eind 19de eeuw kocht je toiletpapier bij de kantoorboekhandel. Tussen ‘handels- en dienstenveloppen, de gelijnde en ongelijnde post- en schrijfpapieren, en de verlovings-, huwelijks-, uitnoodigings- en visitekaarten in de nieuwste modellen’ werd volop geadverteerd. Zo prijkt op een advertentiepagina in de Middelburgsche courant van 10 januari 1895 reclame voor ‘Closet papier, best en goedkoopst, bij boekhandel Smits’.

Aambeien
Het Amsterdamse Fabrieksdepot van Papier, Enveloppes, Schrijf- en Kantoorbehoeftes S. Rüdesheim aan het Rembandtplein adverteerde in 1881 als eerste in Nederland met closetpapier. Het luxeproduct was over komen waaien uit de Verenigde Staten en werd gepresenteerd met een medicinaal tintje. Volgens een advertentie in Het Nieuws van den Dag van 2 juli 1883 ontstaan aambeien ‘door het gebruik van oud, beschreven of bedrukt papier; de inkt is schadelijk. Derhalve gebruike men het chemisch zuiver CLOSET-PAPIER, hetwelk tevens nooit verstopping in afvoerbuizen kan veroorzaken. Pakken á 1000 velletjes, gereed om op te hangen, á 50 Cts’.

rol toiletpapierTelefoonboek
Kennelijk was nog niet iedereen overtuigd van het nieuwe alternatief voor kranten en oud papier. Het zou tot na de Tweede Wereldoorlog duren voordat toiletpapier in ieder huishouden vanzelfsprekendheid is geworden. Ik kan me nog herinneren dat er bij onze buurvrouw een telefoonboek uit het wc-raampje hing. Ze kwam dan ook wel van ver voor de Eerste Wereldoorlog. Wij vonden het vooral getuigen van een bedroevende zuinigheid. Dat harde papier leek ons geen pretje, om nog maar te zwijgen van de inktafdruk op je billen.

Popla, zacht toiletpapier
Popla kennen we allemaal. Voor wie dat niet het geval is. Het van oorsprong Nederlands merk toiletpapier werd in 1962 geïntroduceerd door de papierfabriek Page. Het merk werd vooral bekend van de sterreclame waarin op de wijs van het kinderliedje Hoedje van papier werd gezongen: “Popla is, Popla is, een twee drie vier, zacht toiletpapier. Koning, keizer, admiraal, Popla kennen ze allemaal. Een twee drie vier, sterk toiletpapier”.

Voorkeur 
Overigens onderscheiden marketeers in de toiletpapierbranche drie soorten gebruikers. Als eerste de groep pure prijskopers. Die zouden zelfs genoegen nemen met schuurpapier. Op de tweede plaats de groep die waar voor zijn geld wil. Deze groep kiest meestal eenlaags wit papier. De laatste en kleinste groep zijn consumenten die hoge kwaliteitseisen stellen.
En voor wie geïnteresseerd is in nog meer nieuws uit de toiletpapierbranche: de nieuwste trend is toiletpapier met luchtkussentjes en papier met kleur naar keuze, dat past bij het interieur. Dat u het maar weet.

Deze blog is het vervolg op Attributen op en rond de pot. 

 

Lentekriebels, gooi de luiken open en geef je wc een kleur!

workshop wc verven

Tussen alle nare berichten over trollenlegers, nepnieuws en alternatieve feiten speur ik naar positieve geluiden. ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’, luidt immers de bekende regel uit het gedicht Mei van Gorter.

Hoop
Het is even zoeken, maar een paar berichtjes van afgelopen week zijn goed voor nieuwe energie. Er stroomt weer water door de Boerenwetering, de Noord-Zuidlijn rijdt (bijna) en de eerste plasticvrije supermarkt opent in Amsterdam. De kunstenaarssociëteit Sexyland organiseert een rustgevende workshop wc verven. En de nieuwe collectie van modeontwerper Bas Koster gaat over hoop. Na de dood van zijn ouders heeft hij daar behoefte aan. Volgens hem is er ook in de samenleving hang naar hoop. Ik denk dat hij daar wel eens gelijk in zou kunnen hebben. O ja, en Femke Halsema wil de verbeelding weer aan de macht. Dat lijkt me sowieso een goed idee.

Pimpelpaars
Dus vooruit, niet zeuren, gooi open die luiken. Laat de wind er doorheen waaien, lucht door die tent. Volg een workshop en verf je wc pimpelpaars of in alle kleuren van de regenboog. Doe een dansje rond de pot, gooi je haar los of scheer het af. Het is lente, tijd voor een nieuw geluid.

Lo with a view

Lees meer over Sexyland en de workshop wc verven in Het Parool.

En heb je nog meer inspiratie nodig? Laaf je dan aan het liedje Zeur niet van Annie M.G. Schmidt.

 

De heilige schrijn van New York en de kunst van het loslaten

Hinsdale urinoirs in Old Town Bar
De oudste en grootste urinoirs van New York bevinden zich in het herentoilet van de Old Town Bar. Dit café in East 18th Street op Manhattan bestaat sinds 1892. Het ligt in de wijk ‘Ladies Mile’ – zo genoemd omdat deze vierkante mijl begin 20ste eeuw hét winkelgebied was voor welgestelde vrouwen. En wanneer hun mannen moesten lozen, deden ze dat in de Old Town Bar. Daar bevonden zich – voor die tijd – ultramoderne Hinsdale’s, ook wel de Cadillac onder de urinoirs genoemd. Niets overtreft deze heilige porseleinen schrijn.

Old Town Bar New YorkVolle omvang
In de Old Town Bar vormen de twee urinoirs nog altijd het middelpunt van een vrijwel ongewijzigd herentoilet. De tijd lijkt hier bevroren, terwijl de hele stad eromheen is veranderd. De mahoniehouten wand strekt zich uit van tegelvloer tot plafond. In de ene hoek bevinden zich twee toiletpotten achter saloondeuren. Schuin daartegenover rijzen de porseinen urinoir-altaars de hoogte in. De spiegel boven hen vat de volle omvang van het moment. Volgens ingewijden zijn dit de twee laatste originele Hinsdale’s aan de oostkust. Kenmerkend zijn hun omvang, hoge randen en een speciale lage ‘spetter-functionaliteit’.

Toilets Old Town BarFelicitaties
In november 2010 bestonden de majestueuze urinoirs 100 jaar. (Geïnstalleerd in 1910, moest het café nog 18 jaar zonder doen.) Dat werd publiekelijk gevierd. Die avond waren ook dames welkom op de ‘heren’. Een champagnetoast werd uitgebracht, een eerbetoon uitgesproken en zelfs een brief met felicitaties voorgelezen van burgemeester Michael Bloomberg.

Sacraal moment
Het is niet de eerste keer dat de Hinsdale urinoirs zijn bezongen. Rodger Welsch: ‘In de eenzaamheid van de Hinsdale komt de mens om zichzelf te vinden. Menig zenmeester zal het serene vermogen van de Hinsdale benijden om de wijsheid te leren dat verlies ook winnen betekent.’
Volgens de restaurantcriticus van de New York Times Pete Wells zijn de Hinsdale’s niet te evenaren. En hij heeft toch wel heel wat heren-wc’s gezien. ‘Ik hou van alle oude urinoirs van Manhattan – die in de Old Town zijn waarschijnlijk de beste. Ik hou van hun diepte. Ze zijn zo groot dat ze de handeling van het urineren veranderen in een sacraal moment.’ Wells is vooral gefascineerd door de wijze waarop de bovenrand het zicht verandert: ‘Ik weet niet of dat is, zodat je kunt zien wat er gebeurt, of dat het was bedoeld om tegemoet te komen aan de vooruitstekende buiken van de officials van het stadhuis die hier driemaal per dag biefstuk aten’.

Hinsdale Old Town Bar Grootsheid
Toch is het meest opvallende aan de urinoirs niet hun omvang, leeftijd of de opluchting die ze bieden als de feestvreugde wegspoelt. De Hinsdale’s worden universeel geliefd, gekoesterd en vereerd omdat ze de tijd even stil zetten. Met het bestijgen van de ver boven schouderhoogte uittorende giganten worden alle mannen gelijk – of het nu een zwerver, arbeider, ambtenaar, baron, een Vanderbilt of een Roosevelt is. De gebruiker treedt in de voetsporen van zijn voorgangers en wordt herinnerd aan zijn plek in de geschiedenis en eigen nietigheid.
Beschermd door de robuustheid van de Hinsdale leert hij de kunst van het loslaten. Want om met de Amerikaanse zakenman en auteur Alan Cohen te spreken: ‘We bereiken vrijheid als we alles loslaten dat onze grootsheid niet weerspiegelt. Een vogel kan niet hoog of ver vliegen met een steen op de rug gebonden. Maar laat de belemmering los en we zijn vrij om naar ongekende hoogten te stijgen.’

 

Lees ook mijn blog De watervallen van New York. 

Zwart en wit broederlijk naast elkaar

Zoe Leonard, 2-toilets (1994)

Iedereen doet het. In de wereld van het toilet wordt geen onderscheid gemaakt tussen jong, oud, arm of rijk. In België kennen ze voor de wc de uitdrukking: ‘daar waar zelfs de keizer te voet gaat’. Want hoog of laag, koning, keizer, admiraal, poepen doen we allemaal.

Zwart-wit
Toch wordt er flink wat gediscrimineerd in de toilet-wereld.  Meestal gaat het om vrouwen en mannen.  Als je er eenmaal in of op zit, valt het best mee. Op de foto van Zoe Leonard Two Toilets (1994) hangen de wc’s broederlijk – of zo je wilt zusterlijk – naast elkaar. Een met zwarte en een met witte bril. Welke moet je dan kiezen? Ik zou voor de zwarte bril gaan, die witte vertrouw ik niet. Maar ook al kies je niet, niemand zal het weten.

Inperking
Discrimineren betekent onderscheid maken. Het is altijd de context waarin dat plaatsvindt die maakt of het te verkroppen valt. Als de discriminatie een inperking inhoudt – in het bijzonder voor deelname aan het openbaar leven – dan wordt het een andere zaak. Zoals – hieronder – tijdens het apartheid-regime in Zuid-Afrika: ‘whites only’.

Lees ook mijn blog De watervallen van New York en over New York en de kunst van het loslaten.

De watervallen van New York

Wc New York

Een vriend vertelde dat hij als 17-jarige er een sport van maakte om in Frankrijk cafés waar je Coca-Cola kon drinken te bezoeken. Dat was in zijn tijd nog niet overal het geval. Jaren later deed ik hetzelfde, maar dan op zoek naar wijn. Tegenwoordig is mijn rode draad het toilet. Geboren met een zwakke blaas, te veel wijn gedronken, wie zal het zeggen, maak ik van de nood een deugd.

Water
Tijdens mijn recente bezoek aan New York zag ik heel wat wc’s voorbijkomen. Wat het meest op viel waren de gigantische spoelinstalaties. Haal de hendel omlaag en de godganse Niagara watervallen stromen naar beneden. Dat is New York, aan water geen gebrek.

Zoe Leonard, You see I am here after all (2008)

Natuurwonder
In het Whitney Museum of American Art kwam ik in het werk van Zoe Leonard nog meer watervallen tegen. Haar verzameling vintage ansichtkaarten van de Niagara Falls vormen een wandvullende collage. Het  natuurwonder is te zien in verschillende jaargetijden en vanuit verschillende gezichtspunten. En elk beeld is net weer een beetje anders.

Perspectief
Zoe Leonard gebruikt vaak herhaling, subtiele verschillen in perspectief en verschuivingen in maat, waardoor ze je met andere ogen laat kijken naar ogenschijnlijk dezelfde beelden. In tegenstelling tot de vluchtigheid van de beeldcultuur van vandaag, vragen haar foto’s, sculpturen en installaties om wat langer stil te staan bij wat je ziet en hoe je kijkt.

How to Take Good Pictures, Revised Edition Paperback – September 5, 1995 by Kodak (Author)Kodak
Vooral haar installatie How to Take Good Pictures zet aan het denken. Leonard rangschikte meer dan 1.000 exemplaren van het gelijknamige boek – een handleiding van 1912 tot 1998 van Kodak – in stapels, chronologisch volgens editie. Als je langs de 20 meter lange installatie loopt zie je de covers veranderen, qua stijl, typografie en als teken van technologische vooruitgang in druktechniek. Maar de inhoud verandert niet. Elke nieuwe editie herhaalt dezelfde criteria voor ‘goede foto’s’ en illustreert dat met dezelfde ‘well-to-do white people’.

En opnieuw moest ik naar de wc. Maar nu keek ik er toch net even anders tegenaan.

Lees ook mijn blog Zwart en wit broederlijk naast elkaar over de foto Two Toilets van Zoe Leonard. En mijn blog over New York en de kunst van het loslaten. 

Meer weten over het werk van Leonard lees dan  Why Zoe Leonard Is the Artist We Need in Today’s Instagram-Addled Age.

Waar is de wc in de Amsterdamse verkiezingsprogramma’s?

Op zoek naar de wc#Actie Zeikwijf is nauwelijks een half jaar geleden. De eis was helder, namelijk óók sanitaire voorzieningen voor vrouwen, mindervaliden en anderen die geen gebruik kunnen maken van een plaskrul. Naar schatting ondervinden 3 miljoen Nederlanders problemen door een tekort aan publieke toiletten. Vertaalt naar Amsterdam zijn dat ruim 150.000 inwoners. Tel daar nog eens de 21 miljoen toeristen bij die jaarlijks door de stad zwalken en hun plas of grote boodschap kwijt moeten. Dan zou je toch denken dat goede publieke toiletvoorzieningen een topprioriteit heeft. Niet enkel voor het gemeentebeleid, ook voor alle politieke partijen. Maar wie in de Amsterdamse verkiezingsprogramma’s op zoek gaat naar de woorden ‘wc’, ‘toilet’ of ‘openbare sanitaire voorzieningen’ die houdt het niet droog. Het is net zo ver zoeken naar de wc als in de stad zelf.

Boter bij de vis
In het verkiezingsprogramma van 50PLUS Amsterdam, de doelgroep zou je denken, is vast wat te vinden over toiletten. Maar helaas. Niets.
De Partij van de Ouderen maakt er weinig woorden aan vuil en schrijft: ‘Er worden meer schone en veilige openbare toiletten geplaatst’. Punt.
De SP beklaagt zich er over dat onze publieke voorzieningen door rechts beleid al jaren weggegeven worden aan de vrije markt. Oké, maar dan willen we wel boter bij de vis. Wat gaat de SP doen aan meer openbare toiletten?
BIJ1 pleit voor meer gender-neutrale toiletten naast mannen- en vrouwentoiletten in alle openbare en publieke ruimtes. Je zou denken, laten we eerst maar eens zorgen voor meer openbare wc’s in het algemeen.
De Partij van de dieren schrijft: ‘Amsterdam leefbaar houden vraagt om drastisch andere keuzes’. Maar in hun plan B worden die drastische keuzes niet voor het toilet gemaakt.

Toeristenbelasting
De titel van het verkiezingsprogramma van VVD Amsterdam luidt: ‘Durf & optimisme’. Dus daar verwachten we wel wat van. Maar de verhoging van de toeristenbelasting wordt niet besteed aan meer wc’s, maar aan intensievere reiniging van de stad. Wellicht zou dat wat minder nodig zijn met meer toiletten?
GroenLinks vindt dat Amsterdam een stad moet zijn van, voor en door Amsterdammers. Fijn, dat vinden wij ook. Maar in het programma voor de stad komt het woord wc niet voor.
Bij de PvdA hoopte ik onder de kop ‘Makkelijk onderweg door een mooie stad’ iets te lezen over toiletvoorzieningen. Maar het ging over verkeersveiligheid en toegankelijkheid van gebouwen in het algemeen.
D66 meldt als enige in haar programma dat er in Amsterdam vrijwel geen openbare wc’s zijn, geschikt voor vrouwen. Als het aan hen ligt, wordt dit aantal uitgebreid, bijvoorbeeld in bewaakte fietsstallingen die (deels) dag en nacht open zijn.


3 Miljoen
Natuurlijk gaat het in verkiezingsprogramma’s om de grote lijnen. En openbare toiletten is misschien een onderwerp waar een partij zich niet graag mee wil profileren; voor je het weet associeert de kiezer je met pies en poep.
Op landelijk niveau is men daar overigens niet vies van. Met een motie van D66-Kamerlid Vera Bergkamp heeft de Tweede Kamer in februari afgedwongen dat het kabinet zich gaat beijveren voor meer openbare wc’s. In de motie wijst Vera Bergkamp op de ruim 3 miljoen mensen in Nederland met een ziekte die de toiletgang moeizaam maakt. ‘Bij hoge nood mogen mensen met prostaatproblemen, MS, een stoma of kanker soms niet eens naar het toilet in een winkel.’ De kamer wil dat het kabinet in gesprek gaat met werkgeversorganisaties (VNO-NCW en MKB Nederland) over de toegankelijkheid van toiletten en met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over de hoeveelheid openbare toiletten.

Ruime pot 
Dit regeringsbesluit is wel een stok achter de deur. Over de manier waarop de gemeente Amsterdam dit gaat aanpakken, tasten we vooralsnog in het duister. Geldgebrek is telkens het argument waarmee Amsterdam haar terughoudend toiletbeleid verdedigt. Maar met de verhoging van de toeristenbelasting is er een ruime pot waaruit publieke toiletvoorzieningen betaald kunnen worden.

tegel poep niet op de stoep

Stemadvies
Met de wc als criterium kan ik u helaas geen stemadvies geven voor de Amsterdamse gemeenteraadverkiezingen. Wel roep ik u op om alle partijen tijdens de debatten de komende tijd flink een poepje te laten ruiken.

En deel deze blog vooral.

Lees ook Betaal publieke (dames) wc’s met toeristenbelasting  en Over zeikwijven, hoge nood en de plaskrul.

Gezellig op de wc van de baas

Toilet annex boekenkast

Laatst hoorde ik een collega in de wc naast me druk aan het bellen.”Haal jij de kinderen op?”, vroeg hij waarschijnlijk aan zijn vrouw. Hij is niet de enige die ‘oneigenlijk’ gebruikmaakt van de toiletruimte van zijn werkgever. Ook ik doe het regelmatig. Zo heb ik al heel wat Wordfeud-puzzeltjes opgelost, recepten opgezocht en nieuws gecheckt op de wc van mijn baas. Het is maar wat prettig om in de hectiek van het werk even een moment te nemen voor jezelf. Opgeladen en wel kan je daarna weer met volle moed de werkvloer betreden.

Sfeervol
Ik las ergens dat de toiletruimte steeds meer het karakter krijgt van een ‘verblijfruimte’. Hoe dat er uit ziet, weet ik niet. Maar het klinkt aantrekkelijk. Vast geen witte tegeltjes. Ik stel me een warme ruimte voor. Er is zeker veel te zien, iets te horen en te lezen. Misschien met stemmige muziek, vakbladen en een uitschuiftafel om je Ipad en kop koffie op te zetten. In ieder geval is het sfeervol zitten daar.

Asbak op de wcGezellig
Over gezelligheid gesproken. Ik herinner me dat er tot laat in de jaren ’90 op het werk gerookt werd en er asbakken in de wc-ruimtes hingen. Soms kom je nog wel eens zo’n zielige verlaten asbak tegen. Zoals op de foto bij een bekende autodealer.

Duo-toilet
Het zou nog eens wat zijn, als het duo-toilet opnieuw zijn intrede doet in de sanitaire wereld. Want dat is toch wel het toppunt van gezelligheid.
Publieke toilet bij de RomeinenNet zoals de Romeinen, gemoedelijk naast elkaar op het toilet. Het badhuis en de latrine – de openbare toilet – waren plekken om uit te rusten en te praten. De latrine bestond uit een aantal gaten naast elkaar, boven een trog waar stromend water doorheen liep. De Romeinen combineerden zo hun streven naar hygiëne met het sociale leven.

Duo wc'sEmpoweren
Gezelligheid is een groot goed. Maar ik vrees dat de duo-wc op kantoor het niet gaat worden. Je wilt niet alles mee krijgen van je collega’s.
Voorlopig koesteren we nog even dat moment voor jezelf op de wc van de baas. Ik kan je verzekeren: het helpt om je in alle rust op te laden en te empoweren. Daar kan je baas niks op tegen hebben. Sla jezelf nog maar eens op de borst en zeg daarbij hardop: IK BEN RETEGOED BEZIG!!! Zo, nu kun je weer terug naar de slangenkuil in de kantoortuin.

Vind je dat de wc op jouw werk een stylingadvies nodig heeft? Je kunt er met me van gedachten over wisselen. Neem gerust contact met me op.

PS In mijn volgende blog een stemadvies voor de gemeenteraadsverkiezingen.

Schaamschotjes, schuine blikken en kroketten

De directeur van de Amsterdamse stadschouwburg beklaagde zich er over hoe kostbaar ze waren in de aanschaf. Het was de eerste keer dat ik het woord hoorde, maar ik kon me er onmiddellijk van alles bij voorstellen. Schaamschotjes.

Schuine blikken
Ook al hoef ik me nergens voor te schamen, ik ken wel plaatsvervangende schaamte daar bij het urinoir. Of eigenlijk is het meer een ongemakkelijkheid naast mannen die zich proberen te concentreren. Niet afgeleid door pottenkijkers of schuine blikken geeft de beschutting van het schaamschot de nodige rust.

Kroketten
En als er dan ook nog een vlieg in de pot zit, helpt dat om te focussen. Of nog beter, zoals laatst gespot in een Noordhollands tankstation – de aanbieding van de week: 2 rundvleeskroketten voor maar 3 euro. Ja, dan ga je wel!

Pissoir tankstation Noord-Holland

Dit vinden wij niet raar, alleen maar heel bijzonder

Van de week kreeg ik van twee kanten foto’s toegestuurd. Uit Berlijn en een uit India. Beide foto’s gingen vergezeld van een toelichting. De ene was een foto van een kinderwc’tje en de ander een met een hele grote urinoir erop. Voor de een moet je op je knieën en voor de ander op je tenen.
De inzenders geloof ik onmiddellijk. Zo betrouwbaar als goud. Maar de kwestie is deze: het komt niet over.
Eigenlijk had er even iemand naast moeten gaan staan. Zodat het object vergeleken kan worden met de menselijke maat. Maar dat blijkt toch een lastige vraag, niemand wil op of nabij de wc gefotografeerd worden.

Zoenlippen
Dan toch nog maar eens ingezoomd op beide foto’s. We gaan er even op een speelse manier omheen denken, zoals journalist Hans Aarsman zijn duiden van foto’s noemt.
Het kleine kinderwc’tje hierboven is beslist een snoezig gevalletje. De bril lijkt op de bloedmooie rode  zoenlippen van moeder. En als je goed kijkt is het een hele afstand tussen wc en de papierhouder en spoelknop. Bovendien is de wc-pot bijna even hoog als de toiletpapierhouder inclusief rol. Dit is echt wel een klein wc’tje.

Reuzen
En nu ik met een frisse blik nog eens het urinoir bestudeer: de stortbak van de wc ernaast – waar je nog net de bovenste rand van de bril tegenaan ziet staan – bevindt zich inderdaad heel wat lager. Deze vondst komt uit Jodhpur, een stad in noordwesten van India. Misschien wonen daar wel reuzen? Of misschien is dit wel een urinoir waarin je moet gaan zitten? We missen dan wel nog het trapje.

Met of zonder gezicht
Tot slot, een oproep aan iedereen; blijf vooral foto’s sturen. Maar denk aan de menselijke maat. En als dat de foto duidelijker maakt, fotografeer dan jezelf of je partner er op, desnoods zonder gezicht, maar wel met benen. Want om met Juf Ank uit de Luizenmoeders te spreken: ‘Dat vinden wij niet raar. Dat vinden wij alleen maar heel bijzonder.’

Dank alvast!

Attributen op en rond de pot

verhoging voor bij de wc. Duitsland, Bad Ischl‘Für unsere ganz kleinen’, staat er op de verlaten houten verhoging. Het klinkt vertederend en zo ziet het er ook uit. Het attribuut helpt die kleine om op de goede hoogte te komen en niet buiten de lijntjes van de pot te kleuren.

houten wc-deksel met handgreep Handgreep
Over attributen op en rond de wc gesproken. In Italië zag ik een houten deksel met een reuze handige greep er aan. Waarom zien we zo’n handgreep niet vaker? Want als je er over nadenkt, echt fris is het niet om met je vingers te moeten wurmen tussen bril en deksel.

Italiaanse wc met voetpedaal om door te spoelen

 

Voetpedaal
Sowieso lijken de Italianen wat huiveriger om hun handen te gebruiken. Op Sicilië zag ik heel wat wc’s met een voetpedaal om door te spoelen.

Wc-papier
Mijn zus vertelde me dat ze op vreemde wc’s eerst een extra bril maakt van een laag wc-papier. Het is even wat werk, maar wel zo hygiënisch. Bovendien geeft het een optimaal zitcomfort, aldus zuslief.
Ja, ik hoor het u al denken – wat een creatieve familie is dat toch. Dat zijn we beslist, zeker als het gaat om het toilet.

Natuurgeweld
Wc doortrekkerDat brengt me op mijn eigen creativiteit met het attribuut, de wc-doortrekker. Als kind vond ik zo’n witte porseleinen fascinerend. Een ruk aan de ketting veroorzaakte een bulderende oorverdovende stortvloed aan bruisend, kolkend, kletterend natuurgeweld. Thuis hadden we een moderne plastic trekker aan een koord. Met de trekker als microfoon zong ik de sterren van de hemel. Of eerlijk gezegd – met de wetenschap van nu, denk ik dat mijn zangkunsten regelmatig buiten de lijntjes kleurden. En zo’n houten verhoging als podium had daar weinig aan verholpen.

Met dank aan mijn zuslief Marjanne. Lees in mijn blog Koning, keizer, admiraal meer over wc-papier.

En voor wie nog eens het geluid van een ouderwetse wc met stortbak wilt beluisteren. Hou je vast.

Iedereen op een eigen troon. Sprookjes rond het toilet

gezien in Museum aan de Schelde, Antwerpen
Welk kind wil geen prins of prinsesje zijn?

In de Britse serie Victoria kwam alles samen: geschiedenis, royals, drama en mijn fascinatie voor de wereld van de wc. Prins Albert, echtgenoot van koningin Victoria, demonstreerde het eerste watercloset aan zijn hofhouding. “Ik hoop dat ooit alle huishoudens een troon voor zichzelf hebben”, sprak hij daarbij als wens uit. De prins (1816-1861) was een groot voorstander van technologische vooruitgang. En ongetwijfeld hoorde daar het watercloset, de toiletpot met waterspoeling, bij.

herentoilet villa MalfitanoVeredeld gluren
Paleizen bezoeken en series als The Crown en Victoria bekijken, is toch een soort van veredeld gluren bij de koninklijke buren. Soms je verliezen in het sprookje. Lekker verlustigen aan alle pracht en praal. En wegdromen naar andere tijden. Tegelijkertijd je realiseren dat koninginnen, koningen, prinsen en prinsessen ook maar mensen zijn, met hun eigen sores.
Als kind bedacht ik regelmatig dat de koningin ook gewoon naar de wc moet. Misschien heeft dat wel dezelfde werking als de tip om de zenuwen tijdens het spreken in het openbaar de baas te blijven door je publiek bloot voor te stellen. Het helpt om de wereld terug te brengen tot menselijke proporties.

Paleis Soestdijk
Eind vorig jaar was er nog een laatste kans om Paleis Soestdijk te bezoeken. Koningin Juliana kon nog wel eens driftig op tafel slaan: ze wilde gewoon zijn, zoals alle andere mensen. En ik hoopte nog een keer een blik te werpen op haar ‘gewone’ toilet. Maar helaas. Dat zat er niet meer in. De deur bleef gesloten. Wel vond ik op internet de foto hieronder.

Bovendien een fragment uit Andere tijden over de desperate staat van het paleis en de ‘gewoonheid’ van haar bewoners.

Natuurlijke mest
Als in 1986 het water na een flinke regenbui het paleis binnenstroomt, moet in korte tijd een riool worden aangelegd. Kees Stam, destijds uitvoerder bij grondbedrijf Woestenburg: “Tot dan toe loosden ze op de bodem. De fecaliën verteerden gewoon en het water liep in het zand weg.” De klus moest geklaard worden tijdens de zomervakantie van de koninklijke familie. Bij terugkeer vond de koningin haar gazon er wel wat kaal en minder groen uitzien. Tja, het miste alle natuurlijke mest en bewatering. Om te bedanken nodigden koningin en prins de hele ploeg uit voor een hapje en een drankje. Stam: “Net als bij je opa en oma. Ja, zij moeten ook naar de wc, en daar moesten wij voor zorgen”.

Troon met gat
Qua wc’s-kijken had ik afgelopen zomer meer succes bij de aartshertog Maximiliaan van Habsburg. Kasteel Miramare, het zomerverblijf van de latere keizer van Mexico ligt aan de Golf van Triëst. De broer van keizer Frans Jozef en zwager van Sissi woonde hier van 1860 tot 1864.

En daar verstopt in een nis in de badkamer zag ik een zetel met een gat. Het zijn juist de hoekjes die ons zo veel leren over de geschiedenis. De postoel, ofwel chaise percé stond er maar zielig bij.
Maximiliaan werd in Mexico ter dood veroordeeld. Zijn echtgenote Charlotte, dochter van koning Leopold I van België, keerde in 1866 terug naar Italië om politieke steun te zoeken. Ze zou haar echtgenoot niet meer terugzien, want een jaar later werd hij in Mexico vermoord. Charlotte raakte in de war en trok zich terug op Miramare. Door haar personeel in onwetendheid gehouden over de dood van haar man, zie je haar zitten op de troon met gat in die nis. Daar onder de klok. Diep ongelukkig en helemaal de weg kwijt.

Gemakstoel
In het Nederlands wordt zo’n postoel ook wel aangeduid als kamergemak of gemakstoel. Op Paleis Het Loo is er nog een te zien van Willem III (1849-1890). Zelfs een verplaatsbare met waterspoeling. Want een koning gaat niet naar de wc, de wc komt naar hem. Overigens ook een treurig verhaal, met die Willem III. Aan het eind van zijn leven kwam de gemakstoel goed van pas. De koning was zo ziek dat hij zijn slaapkamer niet meer uit kwam.
Een aantal ministers begluurde hem vanachter een kamerscherm om te beoordelen of hij nog wel toerekeningsvatbaar was. Dat bleek knap mis. De koning werd ‘buiten staat’ gesteld om te regeren.

Staatszaken
Toch maar even terug naar de postoel. De Oostenrijkse keizer Frans Jozef beschikte over een draagbaar gemak, dat eruitzag als een kleine hutkoffer. Zo was hij ook op reis van alle gemakken voorzien. Heel chique.
Het toilet en de inrichting van de toiletruimte zeggen iets over ons en over de tijd. In de zestiende eeuw stond los sanitair in de keuken of slaapkamer. Ook zonnekoning Lodewijk XIV ging al poepend gewoon door met staatszaken. Pas in de Victoriaanse tijd werd de stoelgang een activiteit waarvoor je je behoorde te schamen, dus uitgevoerd in afzondering.

Eigen troon
Vernieuwingen in de wereld van de wc zijn niet meer zo opzienbarend als in de tijd van prins Albert. Koningen en koninginnen vormen al lang niet meer de avant garde als het gaat om sanitair. Moeten zij het doen met oude tochtige, koude buitenverblijven en paleizen, ‘gewone’ mensen maken van hun toilet steeds meer een ‘verblijfsruimte’ met de allure van een paleis. Maar hoe luxe of sober ook, een drol in een gouden toilet blijft een drol.
Gouden wc Maurizio Cattelan, Guggenheim MuseumDe droom van prins Albert ‘ieder huishouden zijn eigen troon’ is uitgekomen op het Britse eiland en in de westerse wereld. Maar nog steeds heeft eenderde van de wereldbevolking geen toegang tot wc’s.
Daar valt echt geen mooier sprookje van te maken.

De tweede foto in deze blog lijkt op het watercloset dat prins Albert liet installeren voor zijn hofhouding, maar is het niet. Deze watercloset uit eind 19de eeuw is te bekijken in Villa Malfitano in Palermo. Zie ook Mijn top 5 meest indrukwekkende toiletten van 2017 .

Wie meer wil weten over koning Willem III: bekijk De koning die te ziek was om koning te zijn. 

 

 

Vrouwen hebben altijd gelijk en mannen blijven over. Zelfs op de wc

Bovenstaande twee foto’s kreeg ik van vriendin L. Zij trof de wc-bordjes aan bij de bakker in Edam. Ladies are always right. Daar is geen speld tussen te krijgen. Dan de rechter aanwijzing, dat is een interessante. Men are left because… Op zoek naar de wc leest het als een richtingaanwijzer. Men please go to the left. Maar de pijl eronder wijst naar rechts en niet naar links en dat roept vragen op.

Links- of rechtsdragend
Worden hier misschien heren met een linkse politieke oriëntatie naar rechts verwezen? Mijn Amerikaanse vriend meent er een knipoog in te zien naar de uitdrukking: I dress to the “left”. Wie als man wel eens een handgemaakt kostuum heeft laten aanmeten, weet dat de kleermaker dan vraagt: bent u links- of rechtsdragend? Zodat hij daar rekening mee kan houden bij het maken van de broek. Maar ook bij deze uitleg blijft de vraag hoe we dit bord moeten lezen. Worden alle linksdragende mannen naar rechts verwezen? Het blijft raadselachtig.

Louis van Gaal
Misschien is het Engels hier een tikkeltje vrij gebruikt. Zeg maar, de kunst die Louis van Gaal zo knap verstaat. Want are left kan betekenen: achterblijven, worden over gelaten, overblijven, nog over zijn. Dus als we er een ‘Louis van Gaaltje’ van maken, geeft de wc misschien wel antwoord op de vraag waarom mannen overblijven of achterblijven. Je weet ’t niet.

Uiteindelijk toch maar L. gebeld en zij gaf uitsluitsel. Want wat ik niet wist: de bordjes hangen zoals hierboven naast elkaar. En dat geeft de leesrichting aan.

Ik fantaseerde er weer eens veel te veel op los. Het is gewoon heel simpel. Mannen naar links, omdat vrouwen altijd gelijk hebben. Het komt allemaal voor de bakker daar in Edam.

Met dank aan vriendin L.

Heb jij een mooi exemplaar voor mijn beeldbank, mail ‘m dan vooral naar info@lordstoiletblog.nl

Mijn top 5 meest indrukwekkende toiletten van 2017

Affiche expositie Everything you always wanted to know about Toilets. Cube design museum

Dit jaar heb ik zoveel wc’s bezocht en bekeken. Ik draag ze dan wel niet mee op mijn rug. Maar ze zitten wel in mijn hoofd. En dat moet er uit. Dus wordt het tijd om mijn lijstje te delen. Voila, hier mijn top 5 meest indrukwekkende wc’s van 2017.

Mijn nummer 1. – De ‘heren’ van café tHUIS aan de AMSTEL

Soms beland je opeens op een juweeltje. De ‘heren’ in de voormalige Ingenieurswoning van de Zuidergasfabriek (1913) is beslist een bijzondere. De houten driehoekige bril wekt de indruk van handgemaakt. De porseleinen pot lijkt wel gebeeldhouwd. Bijna ben je geneigd aan het reliëf te voelen. Nee, nee, dat doen we natuurlijk niet. Dat is niet hygiënisch. Al hoewel…

Mijn nummer 2. – Bi-Bardon van Alex Sweder

Performance architectuur noemt Alex Sweder zijn eigen werk. De kunstenaar ontwierp deze Siamese tweelingurinoir niet voor praktisch gebruik, maar als commentaar op het traditionele design van sanitair. Hij stelde zich voor hoe het urinoir voor ‘abnormale’ mensen er uitziet.
De Bi-Bardon van Sweder (2001) heeft een plek gekregen in de permanente collectie van het San Francisco Museum of Modern Art (SFMOMA).

Mijn nummer 3. – W+W Toilet van Gabriele & Oscar Buratti

 W+W Toilet van Gabriele & Oscar Buratti

Geef toe. Dit is een mooie moderne. Op de foto valt het toilet roze uit. In werkelijkheid is de W+W wit. Het vierkante L-vormige design verraadt de jaren ‘0. De combinatie van wastafel en watercloset is inderdaad in 2010 ontworpen door de architecten Gabriele & Oscar Buratti voor Roca, een wereldwijd merk op badkamergebied.

De W+W staat voor waterbesparing en optimalisatie van de ruimte. Het innovatieve systeem filtert het wasbakwater zodat het kan worden hergebruikt in het toilet. Vergeleken met een klassieke spoeltoilet gebruikt deze tot 25% minder water. Het reinigingssysteem voorkomt dat bacteriën in de wateropslag worden gespoeld en dat vermindert weer onaangename geuren.

“Dit unieke, onderscheidende en originele ontwerp brengt elegantie en duurzaamheid in de badkamer. Een ontmoeting tussen manieren van verfijning en liefde voor de planeet (…).” U begrijpt, ik citeer uit de folder.

Mijn nummer 4. – de wc’s van de Whitakertjes

In Palermo staat de villa Malfitano van de familie Whitaker. Op de ‘heren’ kreeg ik er daar twee voor de prijs van een. Een oude en een nieuwe.

Helaas kreeg ik beide wc’s niet samen op de foto. Dus op de linker foto het originele watercloset. Waarschijnlijk stamt deze houten doos nog uit de tijd toen de villa werd gebouwd: eind negentiende eeuw. Nu niet meer in gebruik. Met de houten klep naar beneden is het een bank. Rechts daarvan – zowel in het echt als hierboven – bevindt zich de vierkante nieuwe.

Mijn nummer 5. – de wc van de burgemeester van Palermo 

In de imposante werkkamer van Leoluca Orlando, de burgemeester van Palermo, bevindt zich rechts achter zijn bureau een klein deurtje. Verstopt in de wand voert dat deurtje naar een wc. Voordat je daar bent moet je eerst nog wel een hele lange smalle gang door.

Het stadhuis is gevestigd in het 15de eeuwse Palazzo Pretoria. Iedereen kan daar zo naar binnen wandelen. Zelfs de werkkamer – en wc – van de burgemeester zijn toegankelijk voor publiek. Laagdrempeliger kan het haast niet.

Die toegankelijkheid is typerend voor burgemeester Orlando, want net zo open en gastvrij is hij voor vluchtelingen. Op de kade van Palermo heeft hij al zo’n zestigduizend bootvluchtelingen begroet. Iedereen mag van hem overal geluk zoeken. “Ik wil hen laten weten dat ze welkom zijn in deze stad. (…) Wij maken geen onderscheid. We moeten ze met open armen ontvangen.” Met stemverheffing: “Mag ik u er even op wijzen dat het hier om ménsen gaat?” (Uit Trouw).

Meer zien
De foto van de meneer met de wc-pot op zijn rug is het affiche van de expositie Everything you always wanted to know about Toilets *. Nog tot 14 januari 2018 te zien in het Cube design museum in Kerkrade.
Op deze expositie zijn ook het W+W Toilet van de gebroeders Gabriele & Oscar Buratti en de Bi-Bardon van Alex Schweder nog te bekijken.

De heren-wc van de voormalige Ingenieurswoning in het echt zien? Bezoek dan tHUIS aan de AMSTEL.

Mijn blogs in je mailbox ontvangen? Stuur me dan even een mail, dan krijg je mijn volgende blogs automatisch in je mailbox.

 

WC-etiquette rond het kerstdiner. Hoe hoort het eigenlijk?

Stel je moet tijdens het kerstdiner naar de wc. Hoe doe je dat? Wat zeg je tegen je tafelgezelschap. Hoe vraag je aan de gastheer waar de wc is? Zeg je: Sorry, ik moet plassen. Waar kan dat? Excuseer je jezelf. Vraag je om een time out. Zeg je: tante, wil even kijken of ze nog een meisje is. Of noem je het bij de naam. Kunt u mij het toilet wijzen? Of zeg je plee, of wc. Of toch maar: Mag ik gebruik maken van het kleine kamertje? Hoe luiden de etiquette rond het wc-bezoek tegenwoordig?

‘Even mijn neus poederen’, zei laatst mijn collega David toen hij tijdens een vergadering gebruik wilde maken van een plaspauze. Als mijn neef Geert-Jan dat aan de kerstdis zou zeggen, staan we er niet van te kijken als hij even later terugkeert in een jurk. Want deze neef speelt graag leentjebuur bij de dames. En niet alleen in zijn taalgebruik. Daartegenover mijn neef Tim, als die vertelt dat hij z’n neus gaat poederen, wordt hij vast en zeker gevolgd door meer neefjes en nichtjes voor een snuifje witte poeder.
Terug naar mijn collega David. Kennelijk vindt hij het minder erg als het hele kantoor nadenkt over uit welke poederdoos hij gebruikt, dan dat hij hen vertelt over de behoefte die hij gaat doen.

Plassen of poepen
Natuurlijk zijn er tal van manieren om te vertellen dat je naar de wc gaat. De handen wassen, sanitair relaxen, een eitje leggen (Limburgs), even mijn rekoefeningen doen, ik ga regeren op de porseleinen troon, Jan een hand geven, even een krantje lezen. Oké, de een is wat subtieler dan de ander. Wat ze alle gemeenschappelijk hebben is dat het manieren zijn om in minder confronterende bewoordingen te vertellen dat je moet plassen of poepen. Maar ook al is het ene eufemisme het andere niet. Ik hoef niemand te vertellen dat de context waarin je iets zegt, heel wat uitmaakt. Ik bedoel maar. Tijdens een zakenlunch of in de bouwkeet tap je uit een ander vaatje dan tijdens het kerstdiner.

Etiquette-bijbel
Op zoek naar houvast voor aan de kerstdis, gaan we te raden bij de etiquetteregels. Duidelijke regels zorgen er namelijk voor dat iemand zich niet ongemakkelijk hoeft te voelen, ook niet in nieuwe of lastige situaties. Je hoeft je alleen aan de etiquette te houden. Zo simpel is dat.

In Hoe hoort het eigenlijk? geeft Reinildis van Ditzhuyzen allerlei gedragsregels. Van hoe je kip eet, het gebruik van titulatuur, het voeren van conversaties tot rouw- en trouwrituelen. Maar er is niets te vinden over hoe je vraagt naar de wc in deze bijbel van de etiquette.
Het hoofdstuk tafelmanieren vermeldt nog wel dat het belangrijk is als de gastvrouw enige tijd voor het begin zegt: over vijf minuten gaan we aan tafel. Want, ik citeer: ‘Dit is het sein om desgewenst uw handen te wassen of naar de wc te gaan. Tijdens het eten hoort u dit immers niet te doen.’ Tja, zo hoort het dus. Maar bij een avondvullend kerstdiner kom je daar echt niet mee weg.

Gewoon en duidelijk

Inez van Eijk geeft in Eigenwijs, een etiquetteboek voor kinderen wel aanwijzingen wat te zeggen als je naar de wc moet. Na de constatering dat sommige mensen daar niet naar durven te vragen als ze ergens op bezoek zijn, raadt ze kinderen aan gewoon te zeggen: waar is de wc? ‘(…) Je kunt ook vragen: Waar kan ik mijn handen even wassen? Maar dan loop je de kans dat je naar de keuken wordt verwezen of naar een badkamer waar geen wc is. Vraag dus maar gewoon en duidelijk naar de wc. Of naar “het toilet” als je dat leuker vindt.’

Wc of toilet?

Dat laatste is nog wel een ding. In heel wat etiquette-gidsen wordt opgemerkt dat in adellijke kringen men vrijwel nooit toilet zegt. Hier ga je naar de wc. Of -zoals mijn vriendin Jacqueline weet – naar de plee. Waarom? Waarschijnlijk om zich te distantiëren van de ‘nieuwe’ elite die zich chiquer wilde voordoen door het omfloerste ‘toilet’ te gebruiken. Zij zeggen liever waar het op staat. Klip-en-klaar. Geen misverstanden.

Ongeschreven regel
Terug naar het kerstdiner. Etiquetteregels krijg je van mij niet te horen. Ik ga er niet over en ben er niet van. Wel heb ik door de jaren heen een paar zaken geleerd. Een daarvan is: mensen vermijden het liefst ongemakkelijke situaties. Die bespaar je jezelf, dus ook elkaar. En al bestaat er dan geen etiquette over hoe je naar de wc vraagt – er is wel één belangrijke ongeschreven regel voor aan de kerstdis: Je valt je tafelgenoten niet lastig met te veel informatie. En roep ook geen beelden op die niemand wil zien. Mijn moeder zei vroeger altijd: even een plasje plegen. De combinatie van het werkwoord ‘plegen’ – je pleegt een delict – en de verkleinvorm ‘plasje’ maakt het geheel vriendelijker en minder onaangenaam. Maar toch. Hoe liefelijk het ook klinkt, je hoort de straal kletteren. Dus – terug naar het kerstdiner – gebruik geen plastische beelden.

Hou het simpel
Maak er weinig woorden aan vuil. Verontschuldig je je eenvoudig, maar hou het simpel. Zeg zeker niet dat je nodig moet. Dat willen we allemaal niet weten. Al ga je je Whatapp-berichten checken, Wordfeud-puzzeltjes doen of je geld zitten tellen op de wc. Hou het voor je.
En als je vindt dat je toch wat moet zeggen – bijvoorbeeld omdat je je iets te abrupt onttrekt aan de oeverloze monoloog van oom Henk – zeg dan gewoon dat je naar de wc gaat. Of gebruik het woord ‘toiletteren’, of desnoods de uitdrukking ‘het toilet frequenteren’. Dat klinkt namelijk zo ernstig; je disgenoot vindt het dan vast niet erg dat je even weg bent.

Zit een ronde wc-bril lekkerder?

Uit onderzoek blijkt dat aardbeienmousse van een rond, wit bord zoeter smaakt dan van een zwart vierkant bord. Ronde vormen roepen associaties op met zoet. Zou een ronde wc-bril ook zoeter, zachter en prettiger voelen dan een vierkante bril?

Roze vierkante bril

Lees ook mijn blog het toilet in alle kleuren en geuren.

Heb jij een mooi exemplaar voor mijn beeldbank, stuur ‘m vooral naar info@lordstoiletblog.nl.

Op zoek naar de wc: volg de aanwijzingen

Aaanwijzing wc; dame met borsten op haar schouderOp weg naar de wc kom je soms wel hele bijzondere aanwijzingen tegen. Zie bijvoorbeeld hierboven de dame met borsten op haar schouders.

Of wat te denken van de sissy boy hiernaast – die moet wel heel nodig.  Linksonder een man in korte broek. Of is het een stevige dame in broekrok? Daarnaast een dandy in een double breasted suit. En de breedgeschouderde meneer rechts wil je echt niet tegenkomen in het donker.
Op zoek naar de wc? Het blijft altijd spannend!

Heb jij een mooi exemplaar voor mijn beeldbank, stuur ‘m vooral naar info@lordstoiletblog.nl

En volg ook de wc-aanwijzingen in de blogs Welke broek past jou? en Waar is de heren?